Nieuws

INTERVIEW: Wampire


11 januari 2015

‘Bazaar’, het album dat eind 2014 uitkwam, is Wampire’s ‘moeilijke tweede’. Na het onverwachte succes van het obscure ‘Curiosity’ levert de band uit Portland ditmaal een opvallend hi-fi-klaterende en gevarieerde plaat af. Tijd voor een praatje met beroepsweirdo’s Eric Phipps en Rocky Tinder, twee eigenwijze muzikanten op zoek naar de identiteit van een band, die steeds meer een echte groep wordt.

Phipps en Tinder ontmoeten elkaar op de middelbare school in de suburbs van Portland, Oregon. Het duo wordt al snel een begrip in de lokale scene door spraakmakende optredens op huisfeestjes, toen nog als elektronisch duo. “We hadden een wanky drummachine en een iPod”, zegt Tinder. “Daar stelden journalisten steeds vragen over en het werd al snel: Wampire maakte ooit dance. Dat was het absoluut niet.” Portland heeft in die tijd een flinke indiescene met bands als STRFKR, The Dandy Warhols en Unknown Mortal Orchestra. Jacob Portrait, bassist van die laatste band, woont in een gekraakt pakhuis, waar veel muzikanten samenkomen om te jammen. Phipps en Tinder hebben inmiddels de gitaren opgepakt en komen hier in 2011 in contact met Portrait. Hij is dermate onder de indruk van Wampire dat hij aanbiedt om een debuutplaat te produceren in zijn thuisstudio. Tinder: “Maar wij waren lui en Jacob ging toeren met Unknown Mortal Orchestra, daarom maakten we de plaat nooit echt af. We werkten er met tussenpozen aan.” Dit verandert een paar jaar later, wanneer een scout van Polyvinyl Records uit San Francisco Wampire live ziet spelen. Het label biedt het duo een contract aan, inclusief een deadline voor het album. Phipps: “Toen moesten we het wel afmaken. We schreven een paar nieuwe songs en daar was ‘Curiosity’.”

Hi-Fi
Voor ‘Bazaar’ gaat Wampire aanmerkelijk sneller te werk. Eind 2013 komt de band terug van de Europese tour, in april ligt het album er. Bij de opnames zit Portrait wederom achter de knoppen en ook drummer/saxofonist Thomas Hoganson wordt betrokken bij het schrijfproces. Het resultaat: psychpop die opvallend hi-fi klinkt. ‘Bazaar’ is een stuk cleaner dan zijn behoorlijk obscure voorganger. Phipps: “We zaten dit keer in een echte studio, met een perfect geluid. Allemaal analoge gear, een piano, een goede sax… We hebben er bewust voor gekozen om het anders te doen en voor kwaliteitsproductie te gaan. Wij hadden nog nooit zo opgenomen en Jacob wilde dat ook graag.”

De inspiratie voor dat plan kwam indirect voort uit ‘Curiosity’, vertelt Phipps: “We hebben een jaar getoerd en dan zie je ook veel andere bands live. Daardoor krijg je een idee van wat het publiek wil horen. Dat heeft invloed gehad op het schrijven van de plaat, ‘Bazaar’ is gemaakt om live te spelen.” Tinder: “Misschien knappen er mensen op af dat het minder lo-fi is. Maar die term wordt sowieso te veel gebruikt, het lijkt wel alsof het de nieuwe standaard is. We weten nu dat je als band best ’lo-fi credible’ kan zijn terwijl je een hi-fi plaat maakt. We hebben met Wampire bewust afstand genomen van lo-fi productie. We wilden geen tweede ‘Curiosity’ maken. Dit was een test om te zien of we daartoe in staat waren. Ons mantra was: onze muziek is op zichzelf al vaag genoeg, laten we kijken of we dat dan toch comfortabel en clean kunnen maken en tegelijkertijd nog steeds weird.”

Weirdness
Van alle redenen die Wampire had om deze plaat toegankelijker dan ‘Curiosity’ te maken, was conformisme er inderdaad niet één. ‘Bazaar’ heeft nog steeds een ongrijpbare, vreemde sound. Weliswaar is de eerste single, het jazzy Wizard Staff, samen met catchy tracks als The Amazing Heart Attack en Bad Attitude, een stuk toegankelijker. Het is geen reactie op de vergezochte genreomschrijving (‘lo-fi gothic horror punk’) die Wampire bij de debuutplaat kreeg toebedeeld, zegt Phipps. “Niet echt, nee. Het was geen ‘fuck you’. We wilden het gewoon proberen. We moeten vooruit, progressief blijven. Als er maar één song op ‘Bazaar’ staat die alles wat we eerder hebben gedaan overstijgt, is dat gelukt. Dat is wat ons drijft.” Ook de weirdness is ‘Bazaar’ zeker niet kwijt: de plaat draagt onmiskenbaar de ietwat ironische signatuur van Wampire. Als je dat niet begrijpt: zie de slechte cultfilm-feel-schoolfoto van de platenhoes van de debuutplaat. Tinder: “Je kan vaak met ons lachen, maar we zijn ook soms wel serieus, hoor. Maar we willen dat onze platen en ons imago lichtvoetig zijn. We zijn outsiders, net als Mac DeMarco. Hij begrijpt heel goed dat kunst ook humor kan zijn. Zo’n gast van DIIV bijvoorbeeld, die is altijd zo boos. Zo zijn wij als individuen gewoon niet. De hele muziekindustrie is al zo serieus. Je zou er cynisch van worden, maar wij gaan niet veranderen. Zo van ‘hier is onze geforceerde poging tot diepe poëzie’. We drinken graag een biertje en hebben lol. Als dat ooit verdwijnt, hoeft het van mij niet meer.”

Psych-ding
‘Bazaar’ mag dan een hoop gedaan hebben voor de identiteit van Wampire als band, de hi-fi psychpop van deze plaat is geen eindstation, volgens Phipps: “We beginnen straks aan de derde plaat terwijl dat psych-ding het nu helemaal is. Ook die term wordt veel te veel rondgestrooid, iedereen noemt zichzelf zo en het klopt zelden. Bij ons misschien ook niet, geen idee. Maar we willen ver blijven van de scheurende gitaarsolo’s met een phaser erop en teksten over LSD en mooie bloemetjes. Begrijp me niet verkeerd, we vinden de bands die dat wel doen net zo vet als ieder ander, maar het is nu gewoon zo ‘in’ dat we er als muzikanten voorzichtig mee willen zijn.”

“We blijven zoeken en ons ontwikkelen zoals we altijd hebben gedaan”, besluit Tinder. “Maar of we nu elektro, punk of hiphop maken, onze platen zullen altijd on the weirder side zijn.”