Interview

INTERVIEW: traumahelikopter


30 januari 2013

Energiek en razend enthousiast, twee omschrijvingen die hand in hand gaan met zowel hun beruchte optredens als de karakters van de jongens van Traumahelikopter. Het wordt dan ook hoog tijd voor de nuchtere Groningers om hun debuutalbum uit te brengen. The Daily Indie spreekt ze bij Excelsior HQ, waar ze een heuse persdag in het vooruitzicht hebben. Toch blijven de jongens duidelijk met beide benen op de grond staan.

‘Ons’ Groningen
“De drummer was deze persdag helaas vergeten en kan er dus niet bij zijn”, verontschuldigt Daan, de gitarist van de band zich meteen. “Hij lijkt nu wel op het buitenbeentje van de band, aangezien hij ook al niet uit het Miami van het Noorden der Nederlanden komt”, vult Mark, de zanger en tevens gitarist aan, doelend op Groningen. Dat ze trots zijn op deze stad is wel duidelijk. Ze hebben elkaar er dan ook leren kennen: “Ik ken Daan uit de tijd dat we nog serieus waren over studeren”,  vertelt Mark. “En dan nog wel kunstgeschiedenis.” Maar dat zagen ze al snel niet meer zitten toen ze samen gingen wonen, een muzieksmaak bleken te delen en ook nog eens allebei gitaar speelden: “Waarom zouden we ons concentreren op de kunst van een steen, als we ook bier kunnen drinken en punk kunnen maken?” Aldus Daan. De beslissing was dus snel gemaakt, Mark ging zich focussen op het schrijven van nummers en beiden stopten met studeren.

Het ontstaan van de naam Traumahelikopter ging al net zo spontaan: “Tijdens een Facebookchat begonnen we in een grappige bui rare dingen te typen en op een gegeven moment ramde ik met mijn voorhoofd op het toetsenbord. De uitkomst was iets wat me deed denken aan Traumahelikopter”, vertelt Daan. “Toen we hier later aan terugdachten, vonden we het wel een ideale bandnaam.”

 

 

Een inzet van honderd procent
Rammen op het toetsenbord is niet het enige wat de jongens kunnen, rammen op de gestripte drum en de twee gitaren is namelijk ook iets waar ze goed in zijn: “Het hoeft van ons allemaal niet zo perfect”, zegt Mark. “We willen vooral heel eerlijk en direct zijn.We moeten en zullen op volle kracht spelen, wat voor een bepaalde charme zorgt. Onze optredens zijn dan ook nooit hetzelfde en we zetten ons altijd honderd procent in.” Hun niet-perfectionistische houding blijkt ook uit de snelheid van de opnames met Frans Hagenaars voor hun debuutalbum, op de eerste dag waren zeven nummers al geheel live ingespeeld. “Dat is nou de essentie van rock ’n roll!”, lacht Mark.

Liefde voor compilatiealbums
Volgens de jongens is rock ’n roll daarnaast de best mogelijke beschrijving van hun muziek, al vinden ze het wel moeilijk te definiëren: “Er moet natuurlijk ook gedacht worden aan punk- en garagerock. Mensen denken bij rock ’n roll namelijk vaak al aan Elvis Presley. Maar die is eigenlijk ook best cool”, geeft Mark toe.  Daan ziet het heel simpel: “Eerst was er rhythm-and-blues, toen rockabilly, rock ’n roll, punk, new wave en toen kwam Traumahelikopter.” Zelf luisteren de jongens vooral naar minder bekende punkbands, die meestal één single hebben uitgebracht en verenigt zijn in compilatiealbums. En dan voornamelijk bands uit Amerika. Uiteraard kunnen The Ramones, The Replacements en The Kids ook niet uitblijven in het lijstje van hun inspiratiebronnen.

 

 

Originele cassettebandjes
Naast hun aankomende debuutalbum hebben de jongens voorheen al een aantal singles uitgegeven. Hun eerste single werd uitgegeven door een lokale platenzaak in Groningen, wat nog steeds één van de hoogtepunten uit hun muziekcarriere is: “Dat was voor ons pas een echte bevestiging dat we goed waren”, zegt Daan. Daarnaast was er ook nog een tijd een Traumahelikopter-cassette te koop: “Cassettebandjes zijn nou eenmaal goedkoop te produceren.” Toch was het niet ideaal: het telkens opnieuw opnemen per bandje was veel werk, als er iets fout ging moest het vaak helemaal opnieuw en de bandjes gingen helaas snel kapot: “We wilden niet zo commercieel en massaal beginnen, maar juist origineel”, vertelt Mark.

 

 

Energiek
Als oplossing moesten ze dus maar heel vaak optreden, zodat mensen ook zonder cassettebandjes toch nog veel naar Traumahelikopter konden luisteren. “Optreden is geweldig. Vooral als de mensen je energie gaan overnemen. Het aantal mensen die daadwerkelijk komt opdagen maakt dan ook niet uit, als ze de muziek maar voelen en er een goede sfeer hangt”, zegt Daan. “We hebben vaak genoeg gespeeld voor een kratje bier en benzine. Zolang we maar flink kunnen bewegen op het podium, vinden wij het wel prima.” En hoe het er nu voorstaat, met hun titelloze debuutalbum in het vooruitzicht en geplande optredens op onder andere Noorderslag en het festival Where The Wild Things Are, zullen de jongens gelukkig niet veel stil hoeven te zitten de komende tijd.