Interview

INTERVIEW: The Sweet Release Of Death  


31 maart 2014

The Sweet Release Of Death was vanuit het niets in the picture toen de band werd opgepikt door het ultrahippe Geertruida. Debuutplaat ‘Bulb’ kwam echter niet zonder slag of stoot tot stand. Dat vertellen de Rotterdamse noiserockers wanneer The Daily Indie hen aantreft op een regenachtige doordeweekse avond in de Maasstad, achter een paar enorme hamburgers.

Hoe zijn jullie ooit begonnen?
“We zijn met elkaar opgegroeid in Spijkenisse. We spelen sinds ons dertiende, veertiende in bandjes, maar pas sinds drie jaar met elkaar. Wil jij mijn augurken?”

Eh, nee. Aha, Spijkenisse. Het kloppende hart van de indiescene!
“Er is best een grote alternatieve scene. Je had The Cuties, Surface Noise, King Kong Club. Iedereen speelde met iedereen. Toen dat allemaal een beetje afliep, zijn we met zijn drieën de oefenruimte ingegaan. Het ging meteen goed.”

Zitten jullie nu nog in zo’n scene?
“We spelen veel met Geertruida-bands. Is dat een scene? Subroutine is ook een kliekje. Dat hoeft niet zo van ons. We hebben geen hip label nodig, we zijn Rotterdammers. Underdogs! Niet zeiken, handen uit de mouwen en het gewoon spelen en doen.”

Jullie hebben eerder al een EP uitgebracht, toch?
“Ja, maar sindsdien zijn we een hele andere weg ingeslagen. We gooien heel veel weg. De songs op ‘Bulb’ zijn maximaal een jaar oud.”

Hoe lang zijn jullie bezig geweest met ‘Bulb’?
“Lang! We zijn vorige zomer begonnen, maar toen werd onze producer Corno Zwetsloot ziek. We konden alleen opnemen en mixen wanneer hij zich goed voelde. Maar het niet afmaken, is nooit ter sprake gekomen.”

Hoe verliepen de opnames?
“Het was heel confronterend. Corno is een bijzondere man. Hij is nogal eerlijk en heel hard. We kwamen erachter dat we helemaal niet zo klaar waren om op te nemen als we zelf dachten.”

Hoe bedoel je?
“Toen we begonnen vroeg hij: ‘Wil je een plaat maken die oké is, of wil je echt beter worden?’ We begonnen met inspelen en het klonk zo kut. We waren gewend om in kraakpanden te spelen waar je elkaar niet hoort. Iedereen speelde op zijn eigen eilandje.”

Wat vinden jullie van het eindresultaat?
“Door alle directe kritiek hebben we nu schijt aan hoe we klinken, haha. Door Corno’s extreme eerlijkheid zijn we gegroeid. Het was niet altijd even prettig, maar er is een betere plaat uitgekomen, de beste die we op dit moment konden maken.”

Hoe zouden jullie je muziek omschrijven?
“Duister met een korrel zout.”

Ik vind jullie helemaal geen duistere mensen.
“Zijn we ook niet, maar we haten blije muziek! We proberen wel meer popliedjes te maken. Vroeger wilden we wel heel graag een harde band zijn. We zijn erachter gekomen dat softere nummers juist heel heftig kunnen zijn.”

Wat willen jullie bereiken met de plaat?
“Het zou mooi zijn als we er een paar verkopen, we zijn blut! Verder veel spelen. Oh, en we willen terug naar Polen!”

Polen?
“We hebben daar vorig jaar op het Soundrive festival gespeeld en het was zo cool! We dachten dat het klein kutfestival was, maar het bleek gigantisch te zijn. Soft Moon speelde er, Still Corners, Holograms… Zo’n toffe sfeer!”