Interview

Interview Quiet Hollers: “Iedereen voelt zich continu aangevallen, maar daar voel ik mij dus weer door aangevallen”


24 oktober 2017

Quiet Hollers
Zondag 29 oktober

Té depressief bestaat niet volgens Quiet Hollers, zolang je maar weet waar je over schrijft. De Amerikanen weigeren mooi weer te spelen terwijl hun wereld in brand staat. Of dat nu om geopolitieke kwesties gaat, of om ultra-intieme tragedies. Op het nieuwe album Amen Breaks krijgen beide kampen de ruimte. “Elke dag is er één dichter bij het einde.”

Wil je naar Quiet Hollers-show in Paard?! Stuur dan vóór vrijdag een mailtje naar ricardo@thedailyindie.nl en laat ons weten waarom!

Wie de Amen Break kent, verwacht van een album dat ernaar vernoemd is, misschien een opzwepende boodschap. Maar daarvoor ben je dus bij Quiet Hollers aan het verkeerde adres. Wel vernoemden ze hun laatste plaat ernaar. “Het fascineert mij dat het begon als één creatieve gedachte uit een obscuur B-kantje uit 1969 en nu het meest gesamplede stukje muziek ooit is”, vertelt frontman Shadwick Wilde. “Van de underground van de drum-‘n-bass tot in de tune van Powerpuff Girls: je hoort hem overal terug. Zelfs al weet je niet meteen wat het is, het is inmiddels zo ingeslepen in onze cultuur dat je brein er meteen positief op reageert, omdat het bekend klinkt. Daarom wordt het ook over de hele wereld gebruikt in marketing. Het begon dus als iets puur creatiefs en is nu een instrument voor sluikreclame. Dat vond ik een wrange, maar goede metafoor voor de hele entertainmentindustrie.”

Nee, Quiet Hollers is geen band die je uit je nachtmerries wakker maakt met een kop warme anijsmelk, je over je voorhoofd streelt en kalm vertelt dat het allemaal maar een droom was. Hoe sereen de muziek soms ook allemaal klinkt, het onheil ligt altijd op de loer. “De wereld is momenteel giftig. Wij hebben als artiesten de kans om door het reizen veel verschillende perspectieven te zien. En hoe meer ik zie, hoe enger het wordt. Als je een stapje terug zet en er objectief naar kijkt, moet je als Amerikaan concluderen dat het hele land letterlijk op een ideaal van witte superioriteit is gebouwd. De fascisten willen niet eens meer ‘fascist’ genoemd worden”, grinnikt hij schamper. “Tegenwoordig heten ze liever alt-right.”

 

 

De bom
En toch. Als je zanger/gitarist en songwriter Shadwick Wilde hoort praten, heb je niet het idee dat de wereld morgen ophoudt met bestaan. Hij klinkt ontspannen, met hier en daar wat (zwarte) humor, en lacht regelmatig. Antwoorden heeft hij niet altijd, vragen des te meer. Betrokken dus, vooral. Geëngageerd is de band altijd al geweest, maar de laatste jaren komt het gevaar wel van dichterbij dan ooit. “And I had a laundry-list of people /I could count on/  if it all went wrong… / and then the bomb” Het is de punchline van het refrein van single Mont Blanc. Een nummer van het zelfgetitelde tweede album, over een wereld na de apocalyps, nadat de bom is gevallen. Medio 2016, als dat lied uitkomt, is dat nog een hypothetische wereld, een ver-wegscenario.

Nu ziet Wilde in de kranten en journaals in thuisland Amerika de dreigementen met kernwapens van Kim Jong-Un en Trump zo ongeveer wekelijks voorbij komen. Het lijkt dus een legitieme vraag, hoeveel dichter we inmiddels bij die wereld uit Mont Blanc zijn. Hij lacht: “Als je het nieuws kijkt, komen we inderdaad elke dag dichterbij. Maar het is niet de eerste keer dat we als mensheid in de loop van een geweer staren, wachtend tot iemand die trekker overhaalt. De geschiedenis herhaalt zich zolang we er niet van leren. Het is bovendien ook eigenlijk best een hoopvol lied. Zolang er nog mensen zijn, is er kameraadschap, kunnen we op elkaar bouwen.”

Trump
Toch voelt ook Wilde de verdeeldheid, als progressieve muzikant uit Louisville, een blauw stipje in de verder rode electoral map van Kentucky. Trump won die staat met een kleine tweederde van de stemmen. “We hebben de laatste tijd veel door Trump Country getoerd en dat voelt ongemakkelijk. Ik probeer op het podium niet te veel over politiek te praten, want werkelijk alles is tegenwoordig een politiek statement. Als ik bijvoorbeeld alleen al zeg dat iedereen welkom is bij onze shows, zullen sommigen dat al als een aanval voelen. Iedereen voelt zich continu aangevallen, maar daar voel ik mij dus weer door aangevallen.”

 

“Wij zijn niet zo’n band, onze muziek gáát juist over de pijn van het dagelijks leven”

 

En dat bezorgt Wilde weleens dilemma’s vertelt hij. “Ik kan niet zomaar negeren wat mij bezighoudt, maar ik wil ook geen mensen wegjagen. Want ik weet dat sommigen van onze fans Trump wél supporten en zij komen misschien juist naar een show om even weg van alles te zijn en niet veroordeeld te worden. Dat houdt mij bezig. Moet ik blijven zeggen wat ik denk? Ben ik niet te agressief in m’n toon?” Hij zucht. “Sommige bands nemen hun publiek mee naar een andere plek, weg uit de pijn van het dagelijks leven. Wij zijn echt niet zo’n band, onze muziek gáát juist over de pijn van het dagelijks leven.”

Depressie
Die pijn zit hem bij Quiet Hollers zeker niet alleen in geopolitieke issues. De laatste plaat is juist geïnspireerd door persoonlijke verhalen. “Maar het is uiteindelijk een beetje van beide, denk ik. Het een beïnvloedt het ander. Het was rond de tijd van de verkiezingen dat we dat album schreven. Twee van mijn vrienden hadden net zelfmoord gepleegd en terwijl ik zat te rouwen, zag ik vanuit het niets ineens die oligarchische, fascistische machine opkomen.”

 

“Muziek kan je echt het gevoel geven dat je ergens thuishoort. Bovendien spelen sociale media een belangrijke rol. Ik heb het idee dat er daardoor juist niets meer is waar níét over wordt gepraat”

 

Het zijn bijzonder zware en intieme gebeurtenissen, die Wilde opsomt. De ene vriend was een oorlogsveteraan die aan PTSD en schizofrenie leed en dakloos raakte. De tweede was muzikant en bipolair. “Wat mij nog het meest stak, was de begrafenis van die tweede vriend, waar consequent werd gedaan alsof hij aan ‘hartfalen’ was overleden. ‘Wat is het nut hiervan?’, vroeg ik mij af. Waarom praten we niet over hoe super creatief hij was als schrijver, als muzikant, en toch aan die verschrikkelijke ziekte leed? Alsof we niet eens mochten toegeven dat psychische stoornissen überhaupt bestaan. Dat deed pijn, want ik heb zelf ook sinds mijn dertiende last van depressies.”

Ja, artiesten spreken steeds vaker openlijk over hun mentale gezondheid. De dood van artiesten als Chester Bennington (Linkin Park) en Chris Cornell (Soundgarden) wakkerde de discussie bovendien nog eens aan. “Maar het is ook niet voor niets dat Linkin Park zo veel fans heeft. Juist door die muziek weten veel mensen dat ze niet alleen staan in hun gevoelens. Dat kan heel belangrijk zijn, zeker op een bepaalde leeftijd. Muziek kan je echt het gevoel geven dat je ergens thuishoort. Bovendien spelen sociale media een belangrijke rol. Ik heb het idee dat er daardoor juist niets meer is waar níét over wordt gepraat.”

Amen
Toch nog maar even over die Amen Break, dan. Quiet Hollers grijpt er namelijk zelf ook naar op de titeltrack van hun album, zij het zwaar vertraagd. “Het is het perfecte voorbeeld van hoe muziek continu muteert en evolueert. Alsof het een natuurkundig verschijnsel is”, begint Wilde met een glundering in zijn stem. Dan slaat hij weer om. “Weet je trouwens hoe het met de bedenker ervan, Gregory Coleman, is afgelopen? Die stierf uiteindelijk zonder ooit een cent eraan verdiend te hebben, als dakloze in de straten van Atlanta.”