Interview

Interview IDLES: “Ik geef eigenlijk geen moer om punk”


5 september 2018

IDLES lijkt op een snel pad naar wereldoverheersing te zijn. Na vorig jaar de veelgeprezen debuutplaat Brutalism uit te brengen, smeten de Britse rouwdouwers vorige maand alweer opvolger Joy As An Act Of Resistance de wereld in. Die titel is een soort mantra die al een langere tijd rond de band heen hangt. Frontman Joe Talbot benoemde het zelfs in het interview dat wij vorig jaar met hem hadden. Begin deze zomer zochten we hem vlak voor zijn show in Rotown op, om bij te kletsen over de nieuwe plaat, mannelijkheid, worstelen, immigranten en nog veel meer. 

Joy As An Act Of Resistance schiet direct uit de startblokken met het daverende openingsnummer Colossus. Een opvallende afwezige in de huidige live shows van de band, maar dat heeft een goede reden, aldus Talbot: “In het najaar zullen we hem ook als setopener gaan gebruiken. Nu spelen we hem nog niet, we willen zeker weten dat hij helemaal strak is live.” Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat er aardig wat blauwe plekken in het publiek zullen ontstaan wanneer de band het nummer in het najaar uit de kast trekt. Na een zenuwslopende, steeds luider wordende opbouw ontspoort de track volledig rond de vierde minuut, waarna Talbot hysterisch een heel rijtje namen van beroemde mannen afwerkt.

I’m like Stone Cold Steve Austin
I put homophobes in coffins
I’m like Fred Astaire
I dance like I don’t care
I’m like Ted DiBiase
I win no matter what it costs me
I’m like Evel Knievel
I break bones for my people
I’m on my best behaviour
Like Jesus Christ our savior
I’m like Reggie Kray

 

 

Allemaal mannen die op een bijzondere manier omgingen met hun mannelijkheid. Zo spat het testosteron niet bepaald van Fred Astaire’s dansmoves af en ging het gerucht dat Reggie Kray homoseksueel was, net als zijn broer en partner in crime, Ronnie. Maar Talbot lijkt in het bijzonder gefascineerd door worstelaars. In ons gesprek spreekt hij zijn lof uit voor The World Of Wrestling, een essay uit 1957 van de Franse filosoof Roland Barthes. “Een super interessante studie van goed en kwaad in populaire cultuur, populaire media, en waarom dat belangrijk is. Als je kijkt naar boeken en films, zijn de mannelijke mannen bijna altijd een belangrijk element in die strijd, en zijn vrouwen vrijwel altijd secundair. Dat is de norm, maar wat ik interessant vind is dat er niet alleen binnen het worstelen, maar binnen sport in het algemeen, een groot grijs gebied is wat betreft seksualiteit en masculiniteit. Worstelaars als Steve Austin en Ted DiBiase dragen strakke leren broekjes en rennen bezweet rond.”

Foto: Tess Janssen

Masculiniteit is sowieso een thema dat Talbot graag aansnijdt in zijn teksten. Op het nieuwe album komt dit vooral naar voren in de single Samaritans. Een aanklacht tegen het feit dat mannen zich altijd maar als mannen moeten gedragen. Nadat de zanger in de coupletten een heel lijstje aan bevelen afwerkt (don’t cry, drink up, don’t lie, grow some balls), volgt in het refrein de volgende uitbarsting:

I’m a real boy
Boy, and I cry
I like myself
And I want to try
This is why you never see your father cry
This is why you never see your father cry
This is why you never see your father

Waarna Talbot tegen het einde van de nummer, wanneer de rest van de band weer een klassieke IDLES-uitbarsting in werk gesteld heeft, er nog even de volgende uitsmijter bijgooid.

I kissed a boy and I liked it!

Live komt het nummer pas echt tot leven, door het contrast van de progressieve tekst en de haast primitieve uitdrukking hiervan op het podium. Tijdens de show van zijn band op Down The Rabbit Hole dit jaar sloeg Talbot zich tijdens het uitschreeuwen van de laatstgenoemde zin als een waanzinnige gorilla op zijn borst. Een contrast dat hij natuurlijk niet per ongeluk uitzoekt: “De beste manier om mensen uit te dagen is door conventies die ze gewend zijn op een onconventionele manier te gebruiken. Als je iedere mogelijke strikte ideologie voorstelt, in welke cultuur dan ook, dan is dat een soort fort. Ideologieën zijn bakstenen muren, waar decennia, eeuwen aan gebouwd is. Dat kan je proberen te doorbreken door er buiten te gaan staan en er stenen tegenaan te gooien, maar dan sta je stenen naar een muur te gooien. Dat gaat weinig opleveren. Als je jezelf openstelt aan de conventies van die ideologieën en een Trojaans paard van jezelf maakt, kom je vanzelf binnen.”

 

“Wat wij willen doen als een band is gewoon eerlijk zijn en die eerlijkheid brengt meningen met zich mee. Daar zit empathie in”

 

Jezelf als een Trojaans paard zo’n ideologie insmokkelen is makkelijker gezegd dan gedaan. “Als we het over masculiniteit hebben, ik zou gewoon een jurk aan kunnen doen, maar dat zou geen eerlijke daad zijn. Ik draag geen jurken. Maar dat betekent niet dat ik een stereotype man ben. Ik vind masculiniteit bullshit. Dus ik kan me best als een fucking aapmens gedragen soms, maar mijn eigen ideologie, mijn openheid, blijft compleet hetzelfde. Als ik zulke standaard gebaren en lichamelijke uitdrukkingen kan gebruiken en mensen laat denken dat ik een typische man ben, terwijl de dingen die ik zeg, zing of schreeuw iets anders vertellen, dan doet dat iets met ze. Als ik in een jurk op het podium sta, sluit ik mensen al buiten. Dan denken ze, oh, deze man lijkt helemaal niet op mij. Hij draagt een jurk, dat doe ik niet, dus hij spreekt mijn taal niet. Dat wil ik niet, ik wil een Trojaans paard zijn en de gedachten van mensen binnendringen, waardoor ze over conventies na gaan denken. Ik hou ze graag net niet helemaal comfortabel. Ik wil niet dat ze gewoon kunnen denken, oh ja, daar is een heteroseksuele witte man zoals er zoveel zijn, ik wil ze aan het denken zetten.”

Dat allemaal meestal binnen het muzikale kader van de punk. Een genre waar Talbot een duidelijke mening over heeft. “Ik geef eigenlijk geen moer om punk, hoewel we af en toe wel zo klinken. Wat wij willen doen als een band is gewoon eerlijk zijn en die eerlijkheid brengt meningen met zich mee. Daar zit empathie in. Ik voel compassie tegenover mijn medemensen, ik ben geïnteresseerd in de meningen van andere mensen. Dus ik gooi mijn meningen de wereld in, in de hoop dat andere mensen hun meningen delen, en we daardoor elkaar beter kunnen begrijpen. Momenteel is er een hoop desillusie in Europa en in Amerika. Dat betekent dat er behoefte is aan mensen die wat positiviteit verspreiden. En wij doen dat graag op deze manier.” Daarbij komt ook dat hij graag het misverstand uit de wereld wil helpen dat IDLES een boze band zou zijn. “We zijn niet boos, we zijn gewelddadig. Daar zit een groot verschil tussen. We zijn gepassioneerd, en dat uiten we in een gewelddadige tijd. Ik heb wel woedeproblemen, maar ik ben niet boos. Er zit gewoon een hoop geweld in me en ik probeer dat te uiten op verschillende manieren. Maar ja, we zijn gepassioneerd en geopinieerd over een hoop onderwerpen en dat komt dan al snel als boos over. Maar als je ons in het echt ontmoet zijn we erg blij, erg liefdevol.”

Terwijl Talbot en consorten niet altijd reden lijken te hebben om blij te zijn. Niet alleen door de constante stroom van tragische gebeurtenissen die hun albums lijken te achtervolgen (het overlijden van Talbot’s moeder was een belangrijk element in de ontstaansgeschiedenis van Brutalism, in de aanloop naar Joy As An Act Of Resistance verloor hij zijn dochter aan een miskraam), maar ook door het algemene wereldklimaat. “Er gebeuren een heleboel dingen in de wereld waardoor mensen zich gedesillusioneerd of afgezonderd van de rest van de wereld voelen. Alles van tijdschriftadvertenties tot ik weet niet wat, laat mensen voelen alsof ze alleen zijn. Afgezonderd. Omdat ze lelijk, dik, dom, zwart, gay of immigrant zijn.” Een belangrijke oorzaak voor deze trends in Talbots thuisland Groot-Brittanië vindt hij in de vaderlandse tabloidpers, tegen wie album- en concertafsluiter Rottweiler een stomende aanklacht is.

There’s a snake in my boot
There’s a rat in my cage
There’s a shark at my feet
That’s been circling for days
There’s a vulture at my breakfast table

 

Of zoals Talbot het tijdens de aankondiging van dit nummer tijdens zijn Down The Rabbit Hole-show verwoorde: “Don’t read British newspapers, they’ll give you cancer.” Maar de Britse pers en het algemene klimaat is voor Talbot niet alleen maar voer voor snedige oneliners. Hij ziet ook dat het verregaande gevolgen kan hebben: “Eenzaamheid maakt mensen bang en dat zorgt er uiteindelijk voor dat ze in paniek raken. Dus stemmen ze voor verkeerde regeringen en zijn ze reactief en verdedigend in plaats van openminded, inclusief en creatief. Als je comfortabel bent met wie je zelf bent wordt je al snel meer open voor nieuwe ideeën en culturen. Als je niet van jezelf houdt en je het gevoel hebt dat je jezelf moet beschermen, je familie moet beschermen, dan sta je niet open voor nieuwe ideeën en nieuwe culturen. Dan maak je overhaaste beslissingen, en dat leidt tot Brexit en tot een Trump-regering. Maar zelfs in de dagelijkse kleine besluiten ben je dan bozer. Zoals wanneer je in een auto rijdt en wanneer je met een journalist praat, haha. Dus, heb vertrouwen in jezelf en hou van jezelf. Dan hoef je je geen zorgen te maken over wat andere mensen van jou denken, maar ben je juist geïnteresseerd in wat die mensen over zichzelf denken.”

Een boodschap die op het album vooral goed naar voren komt in het prijsnummer Television.

If someone talked to you
The way you do to you
I’d put their teeth through
Love yourself

I go outside and I feel free
‘Cause I smash mirrors and fuck TV
I go outside and I feel free
‘Cause I smash mirrors and fuck TV

Waarbij er niet heel veel fantasie voor nodig is om je voor te stellen dat de mirror die Talbot graag stukslaat er niet eentje is die aan de muur hangt, maar eentje die in de Britse winkelschappen ligt. Television klinkt als een van de vrolijkste IDLES-nummers ooit, maar krijgt op dat gebied van de song Joy As An Act Of Resistance serieuze concurrentie. Of wat te denken van de leadsingle Danny Nedelko, die met zijn “yadda yadda yadda hey hey hey” refrein makkelijk de oorwurm van de zomer had kunnen worden. Al is de tekst van het nummer natuurlijk geen lichte kost. De track is een grote oproep aan sympathie voor immigranten. De jongen uit de titel is geen verzinsel, maar een echt persoon. Danny Nedelko is de frontman van de uit Bristol afkomstige band Heavy Lungs én een goede vriend van Talbot: “Voor mij was het schrijven van Danny Nedelko geen excuus om over mijn goede vriend Danny te praten. Het is mijn doel met onze muziek om altijd te schrijven vanuit heel persoonlijke ervaringen en duidelijke situaties als uitgangspunt gebruiken. Het moet een soort op zichzelf staand vignet worden, wat tegelijkertijd een allegorie is voor een groter onderwerp. De cultuur in Westerse landen, maar waarschijnlijk ook in niet-Westerse landen, lijkt ervoor gemaakt te zijn om mensen klein te laten voelen. De boodschap wat betreft politiek is vaak: het is te moeilijk voor de gewone man, dus denk er maar niet over na. Stem voor ons, dan lossen wij het wel op, klinkt het dan.”

Foto: Tess Janssen

Dus vormt Danny een perfect uithangbord voor Talbot om immigratie een gezicht te geven, om aan te geven dat het helemaal geen thema is waar de gewone man geen verstand van kan hebben. “Alle onderwerpen die aan bod komen in mijn muziek: racisme, xenofobie, nationalisme, immigranten, liefde, haat, zelfvertrouwen, huiselijk geweld, alcoholisme, noem het maar op. Die dingen klinken misschien als grote, gewichtige onderwerpen, maar het helpt als je ze een gezicht geeft. Danny is een Oekraïense immigrant, maar een Britse staatsburger. Hij was dus enorm geschikt voor dit onderwerp. Je kan wikken en wegen over dat het zo’n moeilijk groot onderwerp is, maar je kan ook gewoon kijken naar hoe geweldig mijn vriend Danny is. Ik condenseer dingen graag tot een menselijk aspect. Iets waarover niemand met me in discussie kan gaan. Ik hou van Danny, en hij is een immigrant. Fuck you.”

He’s made of bones, he’s made of blood
He’s made of flesh, he’s made of love
He’s made of you, he’s made of me
Unity!