Interview

INTERVIEW: Holograms


19 september 2013

De Zweedse postpunkers van Holograms hebben deze winter vastgezeten in hun geïsoleerde buitenwijken van Stockholm. Zonder geld en na het verliezen van hun banen hebben ze weinig meer om armen behalve elkaar en hun muziek. Hun zelfgetitelde debuutplaat deed het goed, maar het was tijd voor een grootser en volwassener geluid voor de band. De uitkomst daarvan is het sterke ‘Forever’: een rauwe, duistere en opwindende plaat waarin ambitie, intensiteit en energie dan ook diep doorgalmen.

We spreken met gitarist Anton Spetze via een gruizige Skype-verbinding om meer te weten te komen over hun nieuwe album. Na een lange en slopende tour heeft de band al haar hart en zaligheid gestoken in de tweede plaat, zo waren Anton en zijn broer Filip gedwongen om weer thuis te gaan wonen en woont de andere helft in een verre en niet zo sexy buitenwijk van de stad. Tel daar de donkere en koude Zweedse winter bij op en je ziet steeds meer het plaatje van een geïsoleerde band die zich aan elkaar klampt voor overleving. Gelukkig gaat het alweer iets beter met Spetze: “Ondertussen is het weer gelukkig wat beter geworden en schijnt de zon, dus het gaat wel weer. Binnenkort wordt het weer guur en koud…” Maar dan gaan jullie weer lekker op tour? “Klopt! Daar kijk ik ook wel weer naar uit, zeg. Ik vind het wel leuk hier in Stockholm, maar ik heb wel weer zin om te reizen, nieuwe mensen te ontmoeten en even uit de stad te zijn.”

Heel lang zijn ze waarschijnlijk ook weer niet in de stad geweest, want het zelfgetitelde debuut kwam pas vorig jaar juli uit, gevolgd door een intensieve tour. Het tempo ligt er dus wel lekker in bij deze jongens. Wat is voor hen veranderd tussen de eerste en de tweede plaat? “We hebben vooral minder geld sindsdien, en Zweden is al zo’n duur land… Maar goed, we proberen wel hier en daar baantjes te krijgen en wat dingen te doen, maar het is moeilijk. Zeker omdat we natuurlijk erg inconsequent beschikbaar zijn met al dat toeren en opnemen. We hebben ook allemaal alleen het gymnasium gedaan, we hebben eigenlijk nog geen tijd gehad voor studies”, vertelt de jonge gitarist.

Californië!
Altijd blut en op zoek naar werk, klinkt de plaat als een donkere en uitzichtloze Zweedse winter. Maar wel eentje met een laag van heldere, verse en glinsterende sneeuw, zoals de winter ook zijn leuke kanten heeft. Er schijnt dan ook een sprankje licht door de pikzwarte muziek van Holograms. Heeft de stad of hun cultuur invloed op de donkere muziek die de band maakt? “Ik weet het niet, lastig. Ik denk wel dat de winter een diepe invloed op ons heeft, of dat dan ook zo in onze muziek naar buiten komt, dat vind ik moeilijk om te zeggen. Het is ook gewoon toeval waar je geboren wordt, dat zijn van die dingen waar je geen grip op hebt en die moeilijk te beoordelen zijn.” Had hun muziek anders geklonken als ze in Californië hadden gewoond? “Ja, dat weet ik dan wel weer zeker. Ik zou toch ook wel liever daar wonen eigenlijk, ha ha.”

Hij is zoals hij is. Die plaat: ‘Forever’. Wat voor ideeën had de band van tevoren, wat wilden ze graag doen? “We wilde vooral een grootsere sound creëren in onze nummers. Daar hebben we het voornamelijk over gehad voordat we de studio in zijn gegaan.” Is de gitarist blij met het resultaat? “Ik ben er erg blij mee, vooral met de nummers uiteindelijk, ha ha. Vaak worden we omschreven als post-punk en zo, maar eigenlijk schrijven we popnummers. Donkere popnummers, dat wel. Verder ben ik ook erg blij met de sound, die is echt gegroeid en meer gebalanceerd dan op de eerste plaat. We zijn zo’n twee weken bezig geweest in de studio, maar we hebben gevonden waar we naar zochten”, vertelt Spetze.

Minder synth
Belangrijk verschil met de eerste plaat is ook dat de synthesizer flink terug is geschroefd. “Dat was niet zozeer een directe keuze of iets, dat gebeurde vanzelf in de studio, maar ik denk dat dat wel een goede zet is geweest. Het geeft meer ruimte aan de andere instrumenten.” Neem een nummer als Chasing My Mind of ABC City van het debuut en Flesh & Bone of Meditations van de tweede. Je hoort duidelijk dezelfde band, alleen de nummers en de sound zijn zoveel gegroeid binnen één jaar, dat is tof om te zien. De energie is gelukkig nog hetzelfde gebleven bij deze jonge honden, je hoort nog steeds de woeste en rauwe energie, : “Ja, als je in de studio zit en je speelt die nummers met z’n allen, ik weet niet… Dat gaat vanzelf, we leggen alles van onszelf erin altijd, dit is alles voor ons.”