Interview

INTERVIEW: Cosmonauts


19 september 2013

Bestaand sinds 2009, gevormd in het Californische Orange County en alweer drie albums en een aantal losse EP’s verder, is Cosmonauts geen band die het rustig aan doet. De groovy en fuzzy psych-rockers hebben dit jaar onder andere alweer twee Europese tours achter de rug en namen in de tussentijd ‘Persona Non Grata’ op, die in augustus uit is gekomen via het smakelijke Burger Records. The Daily Indie zoekt de mannen op.

Een blauw en niet al te groot Ford-busje komt aanrijden bij dB’s in Utrecht. De deuren schieten open en de bandleden poppen eruit alsof ze ingeblikt hebben gezeten. Af en toe worden er wat spullen uitgeladen en gaan ze vervolgens even uitpuffen in de opgetogen biergarten, om te wachten op de dikke worsten die liggen te baden en te spetteren in een rijke bodem vet. Twee uur later dan gepland besluiten ze nog eens een showtje te spelen, waarbij we na het optreden een zeldzaam moment hebben waarop de kosmonauten aangetast worden door de zwaartekracht en zich neer laten dalen aan een tafeltje in de bar. Derek Cowart en Alex Ebraham zetten we neer om ons wat meer tekst en uitleg te geven. Hoe vergaat het de heren op hun net gestarte tour? “Goed man! We begonnen in Engeland en België en zijn nu een aantal dagen Nederland, we vermaken ons prima.” Zijn wij Nederlanders een goed voor ze? “Zeker. Vorige tour kwamen we alleen langs Amsterdam en Eindhoven, nu spelen we op meer plekken en het bevalt me goed. We verkochten zelfs nog wat platen tijdens een in-store vanmiddag in Concerto”, vertelt Alex tevreden.

 

 

Sardientjes
Houden ze het nog een beetje met elkaar uit in die, zeker niet arbo-verantwoorde, bandbus: “Ha ha, je moet toch geld besparen als het kan hè.  Maar goed, je komt op een gegeven moment in de tour wel op een punt dat je weet hoe iedereen zich voelt en hoeveel ruimte iedereen, ook figuurlijk, nodig heeft.” Wat wordt er zoal gedraaid tijdens die urenlange ritjes in de bus? “Op het moment veel ‘Teenage Snuff Film’ van Rowland S. Howard, die nieuwe van Moon Duo en we hebben onze klassiekers als Jesus And The Mary Chain, Spaceman 3 en zijprojecten, Velvet Undergroud en de eerste twee platen van The Strokes.” Welke platen hebben ze zelf voor het laatst gekocht? “Laatst in LA hebben we nog platen gekocht bij Origami Vinyl. Elpees uiteraard! Cd’s raken we toch altijd kwijt, of het gaat kapot. Niks voor ons die dingen…. Anyway, ik kocht ‘Spectrum’ van Silver Apples”, vertelt Derek, waar Alex hem direct overneemt: “Ik had de eerste van Suuns meegenomen en ‘Hair’ van Ty Segall en White Fence.” Hoe zit het overigens met hun eigen ‘hair’, want naast een nieuwe plaat hebben de geblondeerde heren ook duidelijk aan hun kapsels gewerkt: “Ja. Weet je. Die dingen gebeuren gewoon, ha ha.”

 

 

De muzikale ‘Hair’-plaat is een goed voorbeeld voor de harde muzikale werklust en geestdrift aan de  Amerikaanse westkust. Hoe val je op in een klimaat waar zo ontzettend veel bandjes zijn, die veel toeren en de ene na de andere plaat uitbrengen? “Ik denk vooral door de nummers en hoe we ze live spelen. En dat zou ook de manier moeten zijn, voor ons, om er tussenuit te springen. En het scheelt ook wel dat we door Burger Records uitgebracht worden, dat is een goede partij om mee samen te werken.” De platenmaatschappij brengt om en nabij de tweehonderd releases per jaar uit, hoe promoten ze al die bandjes? “Ja, dat is echt bizar, maar ze zijn erg goed met social media en zo, en zo weten ze echt veel bandjes out there te krijgen.”

 

 

Respect your songs!
Ook de Cosmonauts zijn lekker out there en zijn bijna non-stop aan het toeren en op aan het nemen, Maar wat is nou het leukste aan het spelen in Cosmonauts? “Dat we erg blij zijn met de platen die we opgenomen hebben. Toeren is cool, maar het betekent toch wel het meeste als mensen je platen tof vinden en kopen. En dat je iets blijvends maakt, iets dat eeuwig zal bestaan. Daarom vind ik het raar dat veel bandjes hun opnames niet zo serieus nemen en denken dat een lo-fi sound het cool maakt en dat de liedjes wel voor zich spreken. Dan verschuil je je achter de opnames. Ik vind het belangrijk dat je je opnames en je nummers respecteert, tenzij het echt niet anders kan, financieel gezien bijvoorbeeld.” Misschien is dat ook wel iets waardoor Cosmonauts er meer uit springt dan andere bands. Toch zeiden ze in een eerder interview dat ze hun eerste plaat in 2,5 uur op hadden genomen. Klinkt ook niet heel erg profi jongens! “Nee, ik denk dat het anderhalf uur was trouwens. Het zou een opname worden die we vlak voor een tour wilde doen. Maar de drummer was al te laat omdat ‘ie pas later van zijn werk weg kon. Hij was pizzabezorger toen. Dus toen zijn we direct op gaan nemen toen hij binnenkwam en we hebben eigenlijk maar één take van de meeste nummers gedaan. Maar we doen de opnames zo goed als we ons kunnen veroorloven.”

‘Persona Non Grata’
Hoe is dat proces, door de albums heen, veranderd? “Deze plaat hebben we in vier dagen opgenomen, dus dat is nog best wel snel. We hebben het in de Spot-On Sound Studio van Patrick Haight opgenomen in Morganville, anderhalf uur onder San Francisco. Hij heeft een paar hectares grond en echt zo’n sixties huis met van dat houten interieur en zo, het was heerlijk om daar te zijn en lekker op te nemen, koffie te drinken en wiet te roken. De hele sfeer is daar perfect, het was echt een bandhoogtepunt voor ons.” Hoeveel invloed heeft Haight op hun als band tijdens het opnemen? “Hij is fantastisch om mee te werken en is erg professioneel. Het gekke is dat het lijkt alsof hij zich verder nergens mee bemoeit tijdens het opnemen, hij neemt het echt op zoals wij klinken. Hij gaat niet telkens aan onze versterkers zitten pielen of de hele boel dicht compressen of kapot editen op de computer. En op die manier weet ‘ie juist echt onze sound vast te leggen. Door zich meer op de achtergrond te houden, doet hij juist meer” En wat is die nieuwe sound van Cosmonauts? “Het klinkt heel organisch en meer zoals we live ook klinken. Dat vind ik ook een meer ‘echte’ manier om te klinken en dat wilde we ook graag. Haight heeft daarvoor gezorgd, op een subtiele en comfortabele manier.”

 

Omschreven als ‘The Beach Boys on downers’ hebben de liefhebbers van vette fuzz, smerige garage en feedback het rustiger aan gedaan op hun nieuwe plaat. De nummers zijn langer, klinken beheerster, psychedelischer en meer out of space. Waren er van tevoren nog bepaalde ideeën bij de plaat? “Niet echt, we wilden vooral de nummers zo goed mogelijk opnemen. Maar het is goed om te horen van anderen dat het anders klinkt dan de vorige. Als we hetzelfde hadden gemaakt zou het zonde zijn geweest van iedereen zijn tijd.” Nu de plaat helemaal klaar en uit is, waar zijn ze het meest tevreden mee? “Toch de liedjes eigenlijk. Alex en ik schrijven het gros van de nummers en ik vind het cool om te zien hoe zich dat ontwikkelt.“

Middelmatigheid
Is er bij de ontwikkeling nog iets opvallend veranderd? Waar denken ze aan, wat inspireert ze door de jaren heen, wat zien ze om zich heen, is hun muziek een reactie op iets? “Goede vraag. Euhm, ik denk het wel inderdaad. De plaat is een aanval op mediocratie, omdat we het daar echt gehad mee hebben. Met mensen, bands, maar ook met onszelf en onze eigen levens. Het wordt tijd dat iedereen iets gaat doen dat weer nut heeft. Weg met de middelmatigheid!”