Interview

INTERVIEW: Hoe Future Islands zich ontpopte van excentriek campusbandje tot roemruchte popgroep


24 april 2017

The Daily Indie duikt met de band uit Baltimore in zijn verleden als Art Lord and The Self Portraits. “Toen we Art Lord begonnen vond men ons een stel grappenmakers, een joke band. Maar wij namen het echter bloedserieus.”

Bands en artiesten zijn niet allemaal even happig om te praten over de muziek die ze in het verleden speelden. Producer SOHN (Toph Taylor) zul je bijvoorbeeld niet snel horen over zijn oude band Trouble Over Tokyo. Toen Amsterdamse garagerockers St. Tropez eenmaal op volle toeren draaiden, leken ze liever afstand te willen nemen van het Go Back To The Zoo-tijdperk. Beide artiesten zullen vast een goede reden hebben hiervoor. Ongelukkigerwijs kan de keuze om als muzikant te ‘breken’ met vorige incarnaties opgevat worden als onzeker, of zelfs ijdel.

Een band in zijn element
Wavepopgroep Future Islands is dat dus bepaald niet. Toegegeven: de band uit Baltimore is doorgebroken met danspasjes die de meeste mensen alleen thuis voor de spiegel wagen, met de gordijnen dicht. Met een podiumbeest als frontman Samuel T. Herring in de gelederen hoeft geen enkele band zich te schamen. Het is mooi om dit gegeven in diverse interviews terug te lezen: Herring en zijn maten waren helemaal niet op extra effectbejag uit tijdens die eerste keer op prime time tv. Future Islands deed gewoon exact wat de band altijd doet, ongeacht of het nu in (wijlen) SUB071 Leiden, Paradiso Grote Zaal of bij David Letterman gebeurt. Een band in zijn element dus, die ten langen leste in het voetlicht walst na tien jaar non-stop op tournee.

Seasons (Waiting On You) is dan ook een pophit uit het boekje: dansbaar en pakkend, terwijl de zang van Herring werkelijk door merg en been zaagt. Zo’n song kan door iedere ziel gehoord worden en nog steeds precies de zere plek raken. Legenden als Engelbert Humperdinck, Neil Diamond of Deborah Harry (die op de nieuwe plaat The Far Field meezingt op Shadows) zouden er een heuse klassieker van maken. Het valt Future Islands moeilijk kwalijk te nemen dat de band de Seasons-formule nu dubbel en dwars omarmt op zijn nieuwste langspeler. Want hoe je het ook wendt of keert: Samuel T. Herring méént het altijd. Bijna alle songs zijn stuk voor stuk voltreffers.

 

 

Geleuter over productie en opnameprocessen
In het Lloyd Hotel in Amsterdam krijgt The Daily Indie twee kernleden, bassist William Cashion en toetsenist Gerrit Welmers, te spreken. Herring, die in groepsinterviews voornamelijk het woord neemt terwijl de anderen twee zwijgzaam erbij zitten, is beneden in gesprek met Tom Engelshoven van OOR. Zowel Cashion als Welmers zijn geen goede praters: het is waarschijnlijk verspilde moeite om het duo te vragen over de teksten van Herring. En dat geleuter over productie en opnameprocessen is stiekem ook best vermoeiend.

Wat nu dus? Eureka: een onderwerp waarover beide heren wél goed kunnen praten, is het verleden van Future Islands, toen de band nog onder de naam Art Lord and The Self Portraits optrad. Art Lord begon in studentenstadje Greenville, North Carolina. Cashion, Welmers en Herring waren opvallend genoeg behoorlijk verschillend van elkaar qua muzieksmaak. Cashion: “Mijn smaak lag toentertijd nog verankerd in nineties alternatieve rock en new wave, bands als Smashing Pumpkins en The Cure, terwijl Sam echt fervent hiphopfan was. Kraftwerk vormde een mooie bemiddelaar tussen ons, omdat die band veel new wave-bands beïnvloedde. Maar de vroegere hiphop samplede Kraftwerk ook regelmatig. Kraftwerk was dus die overlapping tussen wat wij beiden tof vonden. We wilden met ons eerste project ook heel erg als Kraftwerk klinken. We hebben de band in januari 2003 opgericht. Gerrit kwam er ongeveer een maand later bij.”

“Grappig genoeg kon je bij onze allereerste liedjes elementen horen die Future Islands tot vandaag de dag typeren.”

Welmers, een wederzijdse vriend, was destijds een skater die voornamelijk naar hardcore punk en thrashmetal luisterde. Hij zag Art Lord voor het eerst tijdens een van de vele studentenfeestjes die in de woonpanden werden gehouden. “Het was de meest bizarre en ontzagwekkende band die ik tot dusver had meegemaakt. Het is wel interessant, want we zijn alledrie in kleine steden opgegroeid. William woonde in Raleigh, iets dichterbij de grote stad, dus hij zag wel vaker concerten. Maar Sam en ik zagen vrijwel nooit bands. Er kwam niemand langs. Pas na de middelbare school ontdekten we dat mensen feestjes en concerten op campus organiseerden. Ik zag toen voor het eerst deathmetalbands spelen in een huiskamer! William en Sam vonden het waarschijnlijk heel zielig voor mij, dus vroegen ze me uit medelijden om de band te beginnen.”

William: “Ik denk dat Kymia (Nawabi, ex-bandlid van Art Lord) niet de tweede show kon doen, omdat ze destijds in haar afstudeerjaar zat en haar presentatie meer prioriteit kreeg. Toen vroegen we Gerrit erbij.” Welmers speelde toen alleen nog gitaar, of tenminste: zijn eigen versie van gitaarspelen. “Bij de eerste repetitie werkte dat niet bepaald goed. Ik wist totaal niet hoe ik met andere mensen moest spelen. Mijn versie van gitaarspelen was thuis solo’s leren spelen. Dus toen zette ik de gitaar weg en besloot toetsen eens te proberen. En dat werkte stukken beter.”

 

 

Art Lord And The Self Portraits
Art Lord and The Self Portraits klonk aanvankelijk als een hilarische parodie op bands als The Velvet Underground of Talking Heads, die vanuit een kunstzinnige invalshoek muziek maakten. “Onze muziek was aanvankelijk heel noise-georiënteerd”, herinnert Cashion zich helder. “Ik had als tiener zo’n sampler gekocht om drumbeats te maken. En ik speelde een Yahama DJX Keyboard, waarmee je drumgeluiden en patronen kon genereren. Elk nummer had weer een andere drumbeat. Tijdens het spelen kon ik dan op bepaalde punten de hi-hat aanzetten of weglaten. Grappig genoeg kon je bij onze allereerste liedjes elementen horen die Future Islands tot vandaag de dag typeren.”

Bij Art Lord voerde ‘het concept’ of ‘de gimmick’ nog de boventoon. Cashion legt uit: “Sam en ik waren aan het studeren voor een examen aan de kunstacademie. We hadden beiden zowel design als kunstgeschiedenis in ons vakkenpakket tijdens ons eerste semester. Mijn ex-vriendin hielp ons toen met studeren voor een examen. Ik was ontzettend aan het zeuren over de kunst die we tijdens de lessen behandelden. Ik vond het allemaal bullshit. En dat gezeik liet Sam behoorlijk koud. Denk aan die beroemde kunstwerken, aan de redenen waarom ze eigenlijk zo belangrijk zijn. Ik kan me niet precies herinneren op welke kunstwerken ik precies zat te haten. Ik gedroeg me gewoon vervelend, omdat ik de dag ervoor nauwelijks had geslapen. Mijn ex-vriendin zei toen: William gedraagt zich nu als een Art Lord. We grapten toen over het idee van een Art Lord. Sam zijn kamergenoot Ryan was er ook en hij maakte de opmerking: Art Lord zou best wel een coole bandnaam kunnen zijn.”

Celebrity Culture
Zo ontstond de naam Art Lord and The Self Portraits. De charismatische Herring, die toen al een talent voor het podium had, nam de rol van Art Lord op zich. Maar wie is die dekselse Art Lord precies? Cashion: “Het concept was: Art Lord is de zelfbenoemde heer en meester van alle kunstvormen. Een arrogante Duitser die geen enkele muzikant goed genoeg vond om zijn muziek te vertolken. Dus hij wekte daarom drie zelfportretten tot leven om dat te kunnen doen. Wij droegen allemaal zwarte kleding terwijl Sam in het wit gekleed was. Sam maakte toen bijdehante opmerkingen tegen het publiek: ‘We zijn van heel ver gekomen om onszelf te zien spelen vanavond. Zijn we niet prachtig!? Houd je niet van ons!?’ Het was allemaal heel cocky en over the top. Onze muziek was een grappig commentaar op hoe men over het algemeen beroemdheden en rocksterren behandelt. Hoe ze vaak enorm narcistisch kunnen zijn zonder enige kritiek. Het publiek vergeeft dat gedrag altijd. Mensen houden nog steeds van celebrity culture.”

Het klinkt uit de mond van Cashion allemaal heel pretentieus en snobistisch. “Toen we Art Lord begonnen vond men ons een stel grappenmakers: een joke band“, weet hij nog. Cashion meent echter dat de bandleden zelf de optredens van Art Lord bloedserieus namen. Er moest een statement gemaakt worden, verdorie. De ironie was volgens hem niet om alles lacherig in dubbelzinnigheid te laten, maar om mensen écht te confronteren. “Sam speelde de rol van zelfingenomen en smalende frontman, maar dat veranderde denk ik al snel een grappige karikatuur. Het bizarre is dat veel mensen er inderdaad positief op ons reageerden. Althans, zo begon het.” Zoals veel gimmicks en conceptuele aankleding bij bands, is de houdbaarheidsdatum beperkt. Wat was precies die meteoriet die insloeg en zorgde dat Art Lord veranderde in Future Islands?

Welmers en Cashion kijken elkaar éventjes gniffelend aan. “Liefdesverdriet?”, vraagt Cashion laconiekjes. “Liedjes als Little Line Drawing en Art School Dropout waren nog heel ironisch. Maar geleidelijk begon Art Lord liedjes te schrijven over het echte leven. Ik had zelf een enorm zware relatiebreuk achter de rug tijdens de begindagen van Art Lord. Dat liet wel wat littekens achter. Bouncing Away ging daar deels over. Van daaruit kwam Sam met het nummer Skeleton, dat ging over iemand die hij kende. Lang verhaal kort: doordat mijn relatie uitging, kreeg ik de behoefte om nog fanatieker met muziek bezig te zijn, om steeds meer te touren. Jaren later zou Sam op zijn beurt enorme liefdesverdriet krijgen.” Na iedere domper voor dat arme hartje werd de zucht naar avontuur voor het trio groter en groter. Het was bijna een soort brandstof voor creativiteit.

Cashion: “Ik denk dat er een relatie bestaat tussen liefdesverdriet en bands die veel op tournee gaan.”

Welmers: “Maar welke van de twee is precies de oorzaak: het liefdesverdriet of de tournee?”

Cashion: “Uhm…touché?”

Broedplaats Baltimore
In 2005 werd Art Lord dood verklaard. Misschien wel een verstandige keuze, gezien veel van de studenten impressie kregen dat de band zich écht openlijk narcistisch gedroeg. Overtuigend was het in ieder geval. Enfin, in januari 2006 was Future Islands officieel geboren. Een paar jaar daarvoor kwam er eens in de twee maanden een toverfee genaamd Dan Deacon langs het studentencomplex in Greenville. Deacon is een uitermate charismatisch figuur, iemand die al in zijn begindagen hele happenings maakte van zijn shows. Een beetje als Kevin Bacon in Footloose leerde hij de kids, waaronder ook Cashion en Welmers, dansen op allerlei vreemde maatsoorten.

Cashion: “(Dan) had toen nét zijn studie afgemaakt. Tijdens zijn eerste show in Greenville was hij op tournee voor zes dagen. We kwamen er later achter dat die trektocht best een lijdensweg voor hem was, met uitzondering van de laatste show die hij speelde met Art Lord in Baltimore. Het was een groot gestoord dansfeest. Een paar maanden later kwamen we ‘m opnieuw tegen in Virginia… hij blééf Greenville als tussenstop aanvinken voor zijn tours. Dan Deacon was eigenlijk de eerste persoon die ons overtuigde dat touren best haalbaar kon zijn, zolang je het vanuit een doe-het-zelf mentaliteit blijft doen. Vrienden van ons boekten hem, en hij kwam toen elke twee maanden met een nieuwe bezetting of idee spelen in Greenville. Elke keer dat hij langskwam had hij het over hoe geweldig Baltimore was, dat wij daar ook moesten gaan wonen. Je kan in Baltimore getekend worden door een label en deel uitmaken van een hechte scene. En belangrijker nog, op veel plekken spelen.”

 

“Je kunt bijvoorbeeld de hele tourhistorie van The Cure op het internet vinden: het tijdschema, waar de band speelde, welke setlist er was, hoe lang er werd gespeeld. Dat is iets wat ik met Future Islands al vanaf het begin wilde bijhouden.”

Als Cashion vertelt over de tijden dat hij, Welmers en Herring in Baltimore gingen wonen, valt het op dat hij de exacte data uit zijn hoofd kent. Hoe dat kan? Simpel: hij houdt sinds de Art Lord-tijdperk een logboek bij van alle optredens die de band tot heden heeft gegeven. Waarom? “Dat heb ik altijd belangrijk gevonden”, antwoordt Cashion. “Het begon bij Art Lord. Zodra we een show hadden geboekt, stopte ik het in een lijst. Het is leuk om dat allemaal op archief te hebben, om de weg te zien die wij als band hebben afgelegd. Ik denk dat het komt omdat ik vroeger op de middelbare school bootleg-cassettes ruilde met mensen over de hele wereld. Je hebt het overzicht van een hele tourhistorie, de plekken waar een band heeft gespeeld. Je kunt bijvoorbeeld de hele tourhistorie van The Cure op het internet vinden: hun tijdschema, waar ze speelden, welke setlists ze hadden, hoe lang ze speelden. Dat is iets wat ik met Future Islands al vanaf het begin wilde bijhouden.”

Welmers: “Veel liedjes op The Far Field gaan over reizen en onze ervaringen van onderweg. Deze liedjes zijn net zo goed persoonlijk voor Sam, het gaat ook over de verkenningstocht van Future Islands. Als drie personen, en als een band.” Beauty Of The Road, zo luidt een titel. De romantiek van het rijden in een busje door Amerika komt niet altijd overeen met het dagelijkse leven van een muzikant. In Baltimore was het gunstig en goedkoop wonen. Volgens Cashion had de band een zekere vrijheid in de zin dat je geen vaste baan hoefde te onderhouden om rond te komen. Je kon met een tour bij wijze van spreken al de huur betalen. Dat was voor Future Islands aanvankelijk al voldoende motivatie om muziek te maken.

“Ongeveer twee maanden nadat Gerrit bij ons introk, deden we onze eerste toer door de hele VS. Ik boekte de eerste en daarna vroeg onze vriend Adventure om meteen met hem daarna op toer te gaan. Dat was ongeveer een maand na onze tour. Toen hadden we besloten om ons vol op de band te richten. We stopten met onze banen en bleven ‘on the road’ voor vijf volle jaren. We hebben sindsdien eigenlijk nooit meer pauze genomen.”

De theatrale dynamiek van Sam
Eenmaal in Baltimore kon de band veel shows doen in lokale panden en podia. Zonder prestatiedruk: iedereen was fan van elkaar, boekte shows voor elkaar en in zo’n klimaat kun je veel risico’s nemen als liveband. Cashion knikt instemmend: “We hebben over een langere periode kunnen leren om liedjes te schrijven. Bij Art Lord begon het meestal bij schetsmatige ideetjes waarmee we tijdens de show vrij konden improviseren. Sam bedacht gewoon ter plekke de teksten. We hebben veel geleerd van het spelen van zoveel shows, soms voor publiek dat helemáál niet op ons stond te wachten. Sam vocht echt hard om de aandacht van de aanwezigen te trekken, zélfs die twee ongeïnteresseerde bezoekers achterin die aan de bar stonden te ouwehoeren. Hij gebruikte zijn lichaam heel expressief om de inhoud van zijn teksten te benadrukken. Dat moest soms heel theatraal en overdreven. Als er een slechte geluidsinstallatie in de zaal was, moest Sam de boodschap met grote gebaren duidelijk maken aan bezoekers. Op deze manier kwam het toch hard bij hen binnen. Dat soort factoren hebben ons gevormd tot de band die Future Islands vandaag is. Dat is de hoofdreden dat Sam zo’n dynamische frontman is geworden. Het was soms een enorme uitdaging om bepaalde plekken voor ons te winnen. Maar ook bepaalde situaties eromheen.”

We hebben liefdesverdriet tijdens het interview afgevinkt. Maar het duurde behoorlijk lang voordat Future Islands daadwerkelijk winst kon maken. Iedereen in de band heeft flink moeten hosselen. Cashion: “Er waren altijd bepaalde ‘money towns’ waarvan we wisten dat we daar een flink konden cashen. We wisten vroeg van tevoren dat als we een show deden in Greenville of Raleigh, we genoeg winst konden maken om onze huur te betalen. Ik heb wel bijgeklust, als portier bij een club, maar ook als bordenwasser bij een Mexicaans restaurant. Zodra ik klaar was met touren had ik een bijbaantje om meer geld bij elkaar te schrapen.”

 

“Natuurlijk dachten we met regelmaat: misschien moeten we de band maar opdoeken, we verdienden weinig tot geen geld.”

Welmers: “Ik kan me goed herinneren dat ik tijdens een toer nog slechts twaalf dollar in mijn zak had. Dat was alles wat ik bezat. Sam werkte bij een winkel en ik hielp af en toe met het dweilen van de vloeren. Het waren vaak heel willekeurige dingen. Ik had een truck, dus ik werd vaak gevraagd om mensen te helpen verhuizen.” Cashion: “Tijdens onze eerste jaar in Baltimore speelden we vaak in New York en Philly. Er waren tijden dat ik meteen vanuit werk werd opgehaald door Sam en Gerrit en de band vervolgens meteen doorreed naar New York, een show deden en daarna weer teruggingen. En ik de volgende ochtend gewoon netjes op tijd aan het werk was.”

Is er een moment geweest dat Welmers en Cashion geen Future in Future Islands meer zagen? “Ja, maar zodra die gedachten bij ons opkwam, behielden we altijd een optimistische blik”, aldus Cashion. “Dan dachten we: ‘Misschien gaat het morgen wel beter.’ Want elke show is weer een nieuwe ervaring, een situatie die je onmogelijk tot in de puntjes kunt inschatten. Natuurlijk dachten we met regelmaat: misschien moeten we de band maar opdoeken, we verdienden weinig tot geen geld. We hebben onderling altijd een sterke band gehad en we willen elkaar nooit teleurstellen. Het lukte ons in ieder geval om onze huur te betalen in het begin… en daar waren we al trots op.”

Het fundament
Hard werken loont. Toen Future Islands eenmaal bij het indielabel Thrill Jockey tekende, begon het balletje te rollen. De band kreeg uiteindelijk internationaal voet aan wal. Is het misschien omdat Future Islands ondanks de naamsverandering nooit die roots van Art Lord heeft ontkend? Het fundament van Future Islands rust op onderlinge vriendschap en plezier hebben, boven ambitie, roem en succes: misschien ook omdat het trio dat idee met Art Lord al zo scherts wantrouwden. Het siert ze ook om in 2013, voor het tienjarige bestaan van Art Lord and The Self Portraits, dat ouwe materiaal af te stoffen en uit te brengen als compilatie.

Cashion ligt dit toe: “Art Lord’s eerste show was in 2003. We wilden onze favoriete liedjes van die periode samenstellen in een compilatie op vinyl. Er zat ook een downloadcode bij die je toegang bood tot de gehele Art Lord-catalogus. Alles wat we hadden, waren vage mp3-opnamen van onze liedjes. Een goede vriendin van ons heeft alles voor ons gemasterd. Het klonk allemaal verrassend goed! Maar het bronmateriaal was niet bepaald van hoge kwaliteit.”

Future Islands heeft zichzelf tien jaar lang zonder compromis opgebouwd tot volwaardige headline-act. Dat moeten hele zoete karmapunten zijn geweest: in 2013 viert de band het tienjarige bestaan van Art Lord, en het jaar daarop… Goed, dat verhaal kennen we nu inmiddels wel. Punt is: Future Islands heeft het zelf afgedwongen door dapper voor de lange weg te kiezen. Zonder schaamte of loochening voor het verleden. De band wordt nu tijdens elke show juichende ontvangen en krijgt de grillige energie die immer onder de hoekige grooves borrelt terug in meervoud.

Art Lord was voor velen een joke band, maar het grappigste ijkpunt is wellicht dat er sindsdien niet veel wezenlijks is veranderd voor Welmers, Herring en Cashion. Vooral niet als het gaat om hun kijk op showbizz en roem. Roem en erkenning lossen nog steeds niet alle problemen op, beseft ook Welmers nu: “Ik denk dat we er nog steeds op dezelfde manier naar kijken als toen, eerlijk gezegd.” Cashion geeft toe dat hij minder op de hoogte is van de muziekscène in Baltimore, al ontdekte hij laatst weer bandjes in het circuit waardoor hij “helemaal weggeblazen” was. Nieuwe verantwoordelijkheden wachten voor hemzelf. Cashion onthult dat hij sinds kort verloofd is. “We zijn met Future Islands dan vermoedelijk eindelijk toe aan die pauze.”

Welmers: “Hoezo? We kunnen toch een show in Las Vegas spelen?”

Cashion lacht. “Misschien wil Sam wel als Elvis-impersonator optreden!”

The Far Field is nu uit via Beggars/4AD/Merge Records. Future Islands speelt deze zomer op Lowlands (18-20 augustus) en op 13 en 14 november staat de band in Paradiso. 

 

Kaarten plus een plaat winnen?
We mogen twee tickets voor de show verloten inclusief de laatste plaat The Far Field op vinyl! Winnen? Laat dan via ricardo@thedailyindie.nl weten waarom jij echt naar die Paradiso-show wilt in november!

Meer van dit soort verhalen blijven lezen? Steun dan het werk van The Daily Indie door lid te worden!
Voor maar een tientje per jaar.