Interview

INTERVIEW: Broeder Dieleman


10 februari 2015

Als we de weersvoorspelling mogen geloven is het vandaag, als we Broeder Dieleman gaan ontmoeten, de laatste mooie dag van het jaar. We rijden naar Zeeland en kloppen op de deur bij Tonnie ‘broeder’ Dieleman, om te praten over zijn nieuwe album ‘Gloria’, vergeving en zijn Zeeland.

Tonnie neemt afscheid van zijn vrouw en twee kinderen (die toegezongen worden in het lied Voor Janna en Lieve op zijn nieuwe album) en leidt ons naar een schitterend kloosterplein in Middelburg, zijn thuisstad. “Dit is waar ik de vogels heb opgenomen. Ik had mijn dictafoon op het standbeeld daar gelegd en ben koffie gaan drinken. Die opnames heb ik gebruikt op de instrumentale liederen voor Gloria. Het zijn kauwtjes, en ze zingen hier schitterend”, vertelt hij. ‘Gloria’, net als zijn debuutplaat ‘Alles Is IJdelheid’, weerschijnt zijn thuisprovincie. Alle liedjes worden in het Zeeuws gezongen: “Dat is eigenlijk het enige wat echt ‘folk’ is aan mijn muziek. Ik zing, in mijn eigen dialect, liederen over mijn omgeving.”

“Ik denk dat het zo gaat regenen.” Tonnie kijkt naar de lucht. Inderdaad, even later begint het te miezeren en we zoeken beschutting in het Zeeuwse Museum. Waar Broeder Dielemans debuut het overlijden van zijn moeder, depressie en religie bezong, kunnen we ‘Gloria’ als de oudere, iets lichtvoetigere broer beschouwen: “Ik zal nooit de erfenis van religie kwijtraken. Er zijn religieuze concepten die diep in mij zitten die nooit weg gaan. Woorden zoals ‘God’ en ‘genade’ zijn mij ingeprent. Maar wat ik met die concepten nu doe, is voor mijzelf om te beslissen. Ik neem ze nu heel anders waar dan jaren geleden.”

Tonnie lijkt inderdaad relaxed als we het over zijn religieuze achtergrond hebben: “Een tijd geleden, toen ‘Alles Is IJdelheid’ uitkwam, werd ik het soms een beetje zat dat mensen, van allerlei soorten religieuze achtergronden, me continu bevroegen over mijn religieuze ideeën. Dat is soms wel prima, maar er zitten  ook hele andere kanten aan mijn muziek, zoals Zeeland of het overlijden van mijn moeder. Nu heb ik het gevoel dat ik daar meer balans in heb. Ik schrijf en zing in woorden die een religieuze connotatie, zoals genade of uitverkiezing, maar ik kan ze nu meer naar mijn eigen betekenis brengen. Het is mijn interpretatie, mijn taal en mijn gevoelens daarover. Het heeft geen zin om me daarvan te distantiëren, het zit in me en is met mij verweven. ‘Gloria’ is mijn niet-dogmatisch, persoonlijk evangelie. Het is mijn perceptie op hoe de wereld in elkaar zit.”

Illustratie Jenna Arts

Pièce de résistance op ‘Gloria’ lijkt het liedje Adriana, wat de angst bezingt over de onzekerheid of God je wel zal redden. Volgens de leer van sommige kerken moet je een bepaald teken hebben gekregen om te weten dat je gered bent. Het liedje, aldus Tonnie, is gebaseerd op twee oudere familieleden die waren overleden zonder het licht te zien: “Ik heb nog nooit het licht gezien’’, lamenteert Tonnie over sombere gitaarakkoorden, waarna het groots opbouwt met trommels, violen geïmproviseerde zanglijnen. “Dit album is sonisch wat meer divers. Er is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van piano, we hebben wat dingen geïmproviseerd.

Ik heb in de tussentijd ook muziek geschreven voor de documentaire ‘Land Van Verandering’, wat gaat over Zeeuws-Vlaanderen. Hier, in het Zeeuws Museum, staat een werk van de Zeeuwse kunstenaar Jos de Putter, die een beveiligingscamera een jaar lang heeft laten draaien op een Zeeuwse akker. Daarna heeft hij het dat beeldmateriaal omgezet in een vier uur durende film. Dat vind ik echt mooi.”

Het weer klaart op en we maken ons op om te vertrekken. Voordat we gaan komt een medewerkster van het Zeeuws Museum naar ons toe. “Ik hoorde jullie toevallig net praten over het werk van De Putter, als jullie willen, kunnen jullie wel even een kijkje nemen.” Dat doen we graag.

Eenmaal in het museum weet Tonnie duidelijk de weg te vinden. Bij het werk van Jos de Putter blijven we een tijdje kijken naar de film. “Dit is echt een louterende blik op Zeeland. Het is erg hypnotiserend, gewoon naar de aarde kijken, hoe dat veranderd met de seizoenen. De taal zal veranderen, de gebruiken evenzo, tradities zullen komen en gaan. Het enige wat écht Zeeuws zal blijven, is dat waar we nu naar kijken.”