Interview

INTERVIEW: A Place To Bury Strangers


1 december 2012

Als het lastig is om muziek van een band te omschrijven, dan vraag je gewoon of ze dit zelf even doen voor je, maar of je veel wijzer wordt van hun eigen beschrijving: “noisepop-punk-freakout-persoonlijke expressie d.m.v. geluid-muziek.” Precies! A Place To Bury Strangers is moeilijk te definiëren.

Vaak worden optredens van de band beschreven als een ‘wall-of-sound’. En dat is absoluut waar. Wat deze drie mannen aan geluid kunnen produceren en intensiteit is zeker indrukwekkend te noemen. Nerveus voor een optreden zijn ze nooit, “we weten toch dat het slecht is”, lacht Oliver.

Oliver Ackermann (36), frontman van APTBS, begon ooit als drummer van de band, maar na de eerste repetitie heeft hij de drums achter zich gelaten en richtte zich op zang en gitaar. Ackermann groeide op in Virginia, woonde hierna een tijdje in Providence, maar vestigde zich tenslotte negen jaar geleden in The Big Apple waar hij samen met bassist Dion Lunadon en drummer Robi Gonzalez A Place To Bury Strangers vormt.

Thee of koffie? “Koffie!”

Vlees of vegetarisch? “Vegetarisch!”.

Echt? “Nee, ik eet wel vlees, maar ik hou van dieren dus vegetarisch is beter, denk ik.”

Cd of vinyl? “Ohh, dat is een lastige… vinyl denk ik, because cd’s suck shit.”
Toch niet zo moeilijk dus? “Haha nee, eigenlijk helemaal niet, vinyl is veel beter.”

Digitaal of analoog? “Beide.”

Drums of gitaar? “Geen idee, geen van beide. Haha, nee, ik heb geen idee, die is te moeilijk. Toch maar drums.”

Clubshows of festivals? “Alleen de goede shows.”

USA of Europa? “Europa, absoluut!”

Spotify of download? “Illegale download.”

In juli van dit jaar kwam het derde APTBS album ‘Worship’ uit. Wat is er anders? “In het begin deed ik alles zelf. Nu schrijf ik samen met Dion (bassist). De stijl van de nummers is veranderd en zelf verander je als persoon in de loop der jaren, dat maakt ook je muziek anders. Ik ben nu ook beter aangepast aan New York, daarvoor was ik een nieuweling. Mijn leven is gewoon anders nu, dus de nummers gaan over andere dingen.”

Mind Control is één van de nummers op het nieuwe album. Het is een nummer dat de hele dag in je hoofd blijft zitten. Waar gaat het over? “Het gaat over intens verliefd zijn op iemand, tot het punt dat je iemand niet meer uit je hoofd kan krijgen. Dat je de hele tijd iets voor deze persoon wilt doen. Dit nummer gaat over een wederzijds gevoel, dat twee personen die wanhopig verliefd op elkaar zijn alles voor elkaar doen. Het is eigenlijk een heel lief nummer.”
Gaat het over jezelf? “Misschien.”

Welke muziek luister je zelf? “Veel verschillende dingen. Bijvoorbeeld muziek van vrienden zoals The Immaculates. Als we op tour zijn dan luister ik gewoon wat er op mijn iPod staat, veel klassiekers zoals The Rolling Stones. Alleen ska-muziek kan ik echt niet naar luisteren. Sorry voor alle skatalites!”

Kun je leven van je muziek? “Ja, ik denk dat iedereen kan leven van wat hij/zij graag wilt doen. Dat betekent dat je soms je leven daarop aan moet passen, maar in principe kan iedereen het werk doen dat ze leuk vinden. Ik kan van mijn muziek leven en het bedrijfje dat ik thuis heb, Death By Audio, daarvoor maak ik gitaarpedalen met verschillende effecten. Daarnaast investeer ik ook in projecten van bijvoorbeeld vrienden. Ik ben niet goed in sparen, maar geef alles gelijk uit. Zo probeer ik dan bijvoorbeeld albums uit te brengen van bands die ik erg goed vind.”

Waarom ben je deze effectpedalen gaan maken? “Ik ben altijd erg geïnteresseerd hoe geluid wordt geproduceerd en hoe visuals worden gemaakt. En ik wilde toen graag op vakantie naar Europa voor een maand, dus startte ik dit bedrijfje en dat pakte goed uit.”

Welke pedalen gebruiken jullie tijdens deze tour? “Armageddon, Control System, Dead sound, Weaver Pedal… Maar deze zijn allemaal custom made en alleen voor onszelf.”

Bouwen jullie ook zelf jullie instrumenten? “We bouwen ze niet helemaal zelf, maar passen ze wel aan en gebruiken onderdelen van andere instrumenten of maken onze instrumenten steviger, omdat er wel eens iets stuk gaat”. Jullie gooien wel eens wat rond op het podium. “Ja, daarom. Ik heb ooit wel eens een gitaar gebouwd, maar dat was niet zo’n succes. Oh, onze drummer heeft wel zijn eigen drumstel gebouwd. Helaas heeft hij die niet bij zich nu, maar die heeft hij wel helemaal zelf gebouwd.”

Wat vinden jullie van het downloaden van muziek? “Great!”

Dus als ik al jullie albums download is dat geen probleem? “Je moet ze echt downloaden! Via torrentsites of zoiets. Albums kopen helpt kleinere artiesten wel natuurlijk, maar ook het bezoeken van hun concerten en de sfeer ervaren van de muziek. En vooral omdat je tegenwoordig gewoon kán downloaden, de tijden zijn veranderd. Er is een heleboel muziek dat ik niet zou kopenals ik het niet eerst had gedownload.”

Wat doen jullie als jullie in Amsterdam zijn? “We hebben musea bezocht, heel veel kroegen, coffeeshops, nog meer kroegen en coffeeshops. Nu proberen we weer zoveel mogelijk van de stad te zien, omdat sommigen van de crew nog nooit in Amsterdam zijn geweest.”

Tenslotte, hoe is je seksleven als je op tour bent? “Mijn seksleven? Ha ha, die bestaat niet. Ik heb een vriendin, dus als ik op tour ben dan heb ik geen seksleven. Ik kan gerust zonder seks. Maar als ze mee gaat op tour bestaat er wel een seksleven.”

A Place To Bury Strangers is een ervaring. Als je houdt van noisepop-punk-freakout-persoonlijke expressie d.m.v. geluid-muziek, luister dan tenminste hun laatste album ‘Worship’. Downloaden mag. En voor de complete ervaring: bezoek een van hun concerten als ze weer in de buurt zijn, mét oordoppen. De wall-of-sound, visuals en het enthousiasme van het drietal is indrukwekkend en intens.