Interview

Iguana Death Cult: “Ik vind het egocentrisch om het alleen maar over mijn eigen gezeik te hebben”


6 november 2019

Onze worm-koningen van Iguana Death Cult zijn terug met hun tweede album Nude Casino, vorige week uitgebracht op Amerikaans label Innovative Leisure. Genoeg reden om met frontman Jeroen Reek in een van zijn favoriete plekjes: de Wunderbar in Rotterdam, te kletsen over de betekenis achter zijn teksten, depressie en ADHD, en nummers opnemen met apparatuur dat slechts bij elkaar gehouden wordt door pure wilskracht en duct tape.

Als Jeroen aan komt lopen staan zijn nuchtere houding en lieve blik in stark contrast met de reden waarom hij hier is. Iguana Death Cult is namelijk met twee goed ontvangen platen en een breed assortiment aan grote podia achter de kiezen zeker geen beginnende band meer. En dat de band nu internationaal gaat met Nude Casino, is een grote stap in hun carrière. Maar als ik Jeroen vraag of het voelt alsof hij het gemaakt heeft wuift hij dat bijna weg. “Dat gevoel dat we het gemaakt hebben zal ik niet snel krijgen denk ik. We werken hard om proberen zo ver te komen als we kunnen, maar we nemen onszelf nog steeds niet al te serieus”, zegt hij. Maar de rest van de wereld doet dat blijkbaar wel. Zo erg dat we tussen het interview door nog onderbroken worden door een jonge fan die enthousiast vertelt dat hij ze nog live heeft gezien en zelf ook gitaar speelt. “Dat is toch altijd wel schattig”, lacht Jeroen terwijl zijn fan zich weer aansluit bij zijn vrienden. 

Waar debuutplaat The First Stirrings of Hideous Insect Life een zalig consequente reis van wazige rocktunes was, brengt Nude Casino een helderder geluid en veel meer variatie met zich mee. De nummers zijn stuk voor stuk mooie, gekke of verdrietige verhalen die Jeroen van zich af heeft geschreven in een poging meer rust te creëren in de chaos in zijn hoofd. “De ene dag ben ik super vrolijk en schrijf ik een liedje over wiet roken (Liquify). De andere dag wil ik voor de trein springen en dan gaat het daarover”, vertelt hij. Hij blijkt er geen enkel probleem mee te hebben om hier in de Wunderbar de rest van het verhaal achter de plaat met mij te delen.

Hoe is het vandaag?
“Het gaat goed, ik kom net van een schilderklus. Dat doe ik samen met mijn vader.”

Eerst even je day job als schilder afmaken, en dan gelijk door naar je rockster interview. Het is bijna alsof je een dubbelleven aan het leiden bent.
“Dat schoot toevallig net ook door mijn kop heen. Soms voelt het zelfs alsof ik drie levens tegelijk aan het leiden ben. Ik ben van mezelf ook nog eens erg chaotisch dus dat versterkt het gevoel alleen maar.”

Waar iedereen het over heeft, is jullie opvallend nieuwe sound. Zijn jullie daar bewust naar op zoek gegaan?
“Dat is gedeeltelijk ontstaan tijdens het opnemen. We gingen langs bij Niek van Duct Tape Studio in Rotterdam. Hij neemt al op sinds zijn zevende en hij is nu echt een soort mad professor met allemaal rare trucjes. Hij heeft hele mooie tapemachines en versterkers staan, maar ook een heleboel verrotte shit dat met duct tape bij elkaar is geplakt. Hij komt dan aan met een of ander mengpaneel dat half uit elkaar valt, stuurt daar mijn gitaargeluid naartoe en dan komt er ineens een heel tof distorted geluid uit dat super uniek is.”

Er zit nu trouwens ook een vijfde Iguana bij de band: Jimmy de Kok! Hoe is dat ontstaan?
“Voor het zingen en afmixen van de plaat gingen we naar Paf Studio van Marcel Fokkers en Dave von Raven van The Kik. Nou, zoals de jongens van The Kik eruit zien, zo ziet de studio er ook uit. Het is net alsof je de jaren zestig instapt. Oude telefoons, vintage tapijt en mooie apparatuur. Daar stonden allerlei instrumenten zoals klassieke orgeltjes en zelfs een vibraphone. Daar zijn we toen mee gaan kloten en dat vonden we zo vet dat we het hebben toegevoegd aan onze nummers. Dat moesten we natuurlijk wel live kunnen overbrengen, dus vandaar de nieuwe Iguana.”

Jimmy is nu dus de orgel en andere gekke instrumenten-speler?
“Hij is onze multi-instrumentalist inderdaad. Hij doet percussie, akoestisch gitaar, triangel. Een beetje van alles. Hij heeft echt een leuke rol in de band en is een grote aanwinst. We zijn echt een band van vrienden dus we wilden iemand die erbij past. Dat is voor ons belangrijker dan iemand van het conservatorium die met zijn voeten kan spelen, maar waar we geen klik mee hebben.”

Mijn persoonlijke favoriet is Castles In The Sky, ik ga toch even deze kans pakken om je te vragen wat het verhaal daarachter is.
“Castles gaat over dat ik kinderfoto’s aan het terugkijken was. Ik was als tiener best vervelend en agressief thuis. Ruzie zoeken met mijn ouders. Opstandig, zoals veel tieners zijn. Ik heb daar een tijd lang heel veel spijt van gehad. Ik heb hele lieve ouders die alles voor mij gedaan hebben wat ze konden. Toen keek ik naar mezelf als zevenjarig jongetje, een schattig manneke, en mis ik mezelf van die tijd. Toen ik nog achterin de auto zat te doen alsof wolken kastelen waren.”

Ben je nu heel erg veranderd als persoon?
“Jazeker. Ik ben niet meer zo boos, en maak mij minder druk om dingen. Ik heb vooral wat meer ballen gekregen. Dan is het ook niet meer nodig om heel stoer en agressief te doen, dat komt vaak alleen maar voort uit onzekerheid.”

De vorige keer dat ik je sprak hadden we het nog uitgebreid over de liefde. Daar heb ik op Nude Casino eigenlijk niks over gehoord.
“Zeker niet. Het gaat alleen maar over mijn eigen ellende. Ik heb dat allemaal een beetje van me afgeschreven, maar dan zonder er al te veel bij na te denken. Pas toen de plaat af was realiseerde ik mij dat ik het eigenlijk tegen mezelf had. Ik was mezelf aan het kalmeren.”

Heb je dat nodig dan? Wat extra kalmte?
“Toen wel ja. Het is heel lang niet goed gegaan. Ik had last van depressie, piekeren en angsten. Wat bijna iedereen heeft tegenwoordig. Het is heel erg een welvaartsaandoening denk ik. Vroeger had je de tijd helemaal niet om bij dat soort dingen stil te staan. Dan was je gewoon bezig met overleven. Maar nu hebben we zoveel luxe, zelfs als arme student heb je het nog goed. We hebben veel te klagen, en het kan natuurlijk altijd beter, maar het kan ook een stuk slechter.”

Onze samenleving lijkt er inderdaad bijna op gemaakt om ons in een depressie te duwen.
“We leven heel erg in een prestatiecultuur. Iedereen moet van alles bereiken en als je het niet redt word je daar ook down van. Daar heb ik zelf ook last van gehad. Mijn ouders zijn helemaal niet pushy, maar vroeger op school hoorde ik wel altijd: ‘Jeroen, je bent een slimme jongen, maar je moet je gewoon wat meer concentreren.’ Maar daarnaast moet het schoolsysteem je ook liggen. Ik paste daar gewoon niet in.”

Je hebt het wel eens over je hyperactiviteitsstoornis gehad maar daar is nooit heel erg op ingegaan. Is dat waarom je niet in het systeem past?
“Dat vind ik wel interessant. Voorheen wilde ik het er niet over hebben omdat ik niet in ADHD geloof. Of laat ik het zo zeggen, ik geloof wel dat het bestaat, maar ik vind niet dat het een aandoening is. Ik vind het meer een persoonlijkheidsbeschrijving, of zelfs een superkracht. Sommige mensen zijn gewoon snel afgeleid en hebben veel energie of zijn creatief. Ik vind het bizar dat we die kinderen dan een milde vorm van speed gaan geven, want dat is wat Ritalin is, zodat ze in het schoolsysteem passen en later een negen tot vijf-baan kunnen nemen.”

Hoe was het zelf voor je om medicatie te gebruiken hiervoor?
“Ik heb het maar twee maanden geprobeerd. Ik kon mij toen heel goed concentreren maar ik raakte mezelf helemaal kwijt. Voorheen lachte ik en sprak ik heel veel, misschien te veel, maar ik had het in ieder geval naar mijn zin. Die jongen vond ik eigenlijk best een leuke jongen, en toen was ik ineens medicatie aan het nemen om een soort saaie versie van mezelf te worden.”

Dus toen ben je er maar mee gestopt?
“Na een maand medicatie kwam ik terug voor een evaluatiegesprek en vertelde ik dat ik er een beetje angstig van werd. ‘Dan kun je dit erbij nemen’, zeiden ze. ‘Daar word je lekker rustig van.’ Nog een maand later vertelde ik dat ik van die nieuwe medicatie wat neerslachtig werd. ‘Oh, dat is normaal. dan schrijven we je nog even een antidepressiva voor.’ Toen was ik ineens met de ene pil de andere aan het bestrijden. Ik had er zo’n slecht gevoel bij dat ik het nieuwe recept niet eens opgehaald heb. Ik heb alles weg gedonderd en ben gewoon een zakje wiet gaan halen.”

Hoe was het om echt te gaan zitten en in je gevoelens te duiken voor de nieuwe plaat?
“Het was heel therapeutisch. Het heeft vooral een proces in werking gezet waarin ik beter voor mezelf ging zorgen. Depressie is vaak ook wel een kwestie van je schouders eronder zetten. Die werkethiek heb ik van mijn pa meegekregen. Ik kom uit zo’n Rotterdams ‘hard werken en niet zeiken’-mentaliteit. Zo deed ik dat met schrijven bijvoorbeeld ook. Op mijn vrije dagen zet ik de wekker evengoed om zes uur s ’ochtends. En dan meteen een schrift pakken en alles uitkotsen wat er in mijn hoofd zit. Schrijven is ondertussen echt een passie van mij geworden.”

Had je het eerst niet zo met schrijven?
“Ik vond het in het begin super moeilijk, maar ik ging destijds de teksten schrijven omdat ik nou eenmaal de zanger was. Op onze eerste plaat is de zang ook overstuurd en vol galm, dat versta je eigenlijk niet.”

Inderdaad. Ik heb super vaak naar jullie eerste plaat geluisterd, maar ik heb eigenlijk geen idee waar het over gaat.
“Ik ook niet. Maar nu dat ik tevreden ben over mijn teksten heb ik er ook voor gezorgd dat je die kunt horen. Vandaar dat de zang nu veel helderder klinkt.”

Nou, we hebben het ondertussen uitgebreid over al je issues gehad. Hoe vind je dat?
“Ja ik vind het bijna een beetje egocentrisch om het altijd over je eigen gezeik te hebben, maar omdat ik er nu per ongeluk een heleboel nummers over heb geschreven moet ik wel.”

Waar zou je het naast je eigen gezeik over willen hebben dan?
“Op de volgende plaat bijvoorbeeld? We gaan het zeker niet eeuwenlang over mijn depressie hebben. Ik voel mij nu ook niet meer depressief. Ik heb me de laatste drie maanden nog nooit zo sterk of gelukkig gevoeld.”

Wat fijn! Je bent nu ook al met de nieuwe plaat bezig toch?
“Hoe weet je dat?”

Telepathie.
“We hebben al een half album aan potentieel nieuw materiaal liggen inderdaad. Dat gaat net als Nude Casino weer een hele andere plaat dan de vorige worden. We blijven groeien en onszelf uitdagen. Maar verder ga ik daar nog niet te veel over zeggen.”

Gelukkig hebben wij nu nog een splinternieuwe plaat om ons tot die tijd bezig te houden. Luister hem hieronder!