Interview

Hoe Grizzly Bear symbool staat voor de indie-comebacks van 2017: “Het was tijd om te resetten”


24 december 2017

Het Hart & Ziel-festival is in volle gang als we halverwege oktober arriveren in TivoliVredenburg. Binnen bediscussiëren hoogbejaarden wat het allermooiste stukje klassieke muziek ooit gemaakt is. En toch past het collectief waarvoor we hier gekomen zijn eigenlijk prima in die context. Het oeuvre van Grizzly Bear is de afgelopen vijftien jaar immers – samen met dat van ‘groepsgenoten’ Fleet Foxes, Bon Iver en Broken Social Scene bijvoorbeeld – opgenomen in het canon der indie. Opvallend genoeg keerde een groot deel van de bands die dat genre aan het begin van deze eeuw groot maakte, in 2017 terug naar de muziekwereld. Bij Grizzly Bear duurde de pauze tussen Shields en het dit jaar verschenen Painted Ruins liefst vijf jaar. Vlak voor de uitverkochte show van de band in Utrecht spreken we erover met bassist Chris Taylor (rechts op de foto).

Al snel blijkt dat we het daarmee treffen. Taylor was degene die min of meer zorgde voor de ‘reünie’ van Grizzly Bear. “Volgens mij is iedereen het daar wel over eens”, lacht de jongensachtige Amerikaan in z’n kleedkamer. “Om de zoveel maanden stuurde ik iedereen een e-mail: ‘Hey, waar ben je mee bezig? Wil je binnenkort wat muziek maken?’” Het had in eerste instantie niet het effect waar Taylor op hoopte. De band schreef een aantal demo’s, maar daarna gebeurde er lang niets. Het had alles te maken met de veranderingen die het viertal in de voorgaande jaren had doorgemaakt. Het creatieve proces van Shields verliep stroef en de daarop volgende tour was vermoeiend: in negentig dagen reisde Grizzly Bear non-stop de wereld rond. Toen daar nog bij kwam dat de band zijn platencontract bij Warp Records had voldaan, was het duidelijk: “Het was tijd om op de resetknop te drukken.”

In de jaren die volgden kregen de bandleden kinderen, trouwden ze en scheidden ze in sommige gevallen juist weer. Ed Droste reisde de VS door met de campagne van Bernie Sanders. Strijdend voor de rechten van homo’s in Amerika sprak hij in grote auditoriums en kleine gaybars. Daarnaast verhuisde het viertal, immer mythische muziekstad en thuishaven New York achterlatend. Chris Taylor woonde een jaar in Berlijn, werkte een tijdje in het prestigieuze Deense twee-Michelinsterren restaurant Noma en streek uiteindelijk neer in Los Angeles. Daar begon hij een label, bouwde hij een studio en produceerde hij andermans albums. “Het was fijn om normaal te kunnen zijn, thuis te zijn en elk weekend te hiken of surfen. Meestal werk ik van maandag tot vrijdag aan muziek en speel ik in het weekend buiten.” De behoefte daaraan is volgens Taylor iets dat Grizzly Bear deelt met veel vergelijkbare bands. “Een groot deel van die bands had lange tijd hard gewerkt en bijna onophoudelijk getoerd. They needed a break.” Voor Interview Magazine hadden de vier leden van Grizzly Bear daar eerder dit jaar nog een uiterst interessant gesprek over met Fleet Foxes-frontman Robin Pecknold.

 

“Ik was er niet zeker van dat we ooit nog een album zouden maken”
Ook uit dat gesprek bleek bij eenieder van hen de behoefte om muziek te maken uiteindelijk te groot om te weerstaan. Bij Grizzly Bear en Fleet Foxes leek die mogelijkheid altijd open te liggen, LCD Soundsystem sprak zichzelf zelfs tegen door terug te keren na een gigantische ‘final’ show. Wel had Chris Taylor zijn twijfels bij de terugkeer van zijn band. “Ik was er echt niet zeker van dat we ooit nog een album zouden maken. Dat vond ik jammer, want ik was ervan overtuigd dat we dat zouden moeten doen. Waarschijnlijk heb ik daarom zo m’n best gedaan de rest van de band te overtuigen.” Maar de rest van de band, die woonde inmiddels dus niet meer om de hoek. Drummer Christopher Bear, die een tijdje getoerd had met Beach House, woonde in Long Island, gitarist Daniel Rossen aan de andere kant van New York. Tijdens een soloshow in 2014 zei hij nog dat er “no clear plan” was voor de band. Zanger Ed Droste woonde wél in Los Angeles, maar die schrijft dan weer nauwelijks muziek. “Dus kocht ik een gitaar, leerde ik hoe ik die moest bespelen en vertrok ik voor een week naar Big Sur, een groot natuurgebied aan de Californische kust. Daar schreef ik elf of twaalf nummers. Toen ik ze terugbracht zei ik tegen de rest: ‘Oké, tijd om te beginnen.’”

 

“Het was een beetje pijnlijk toen we doorkregen dat er vijf jaar tussen onze albums zouden zitten”

 

Het is maart 2015 als Grizzly Bear begint toe te werken naar wat later Painted Ruins zal worden. Een jaar later is het album al af. “Ik produceer alles zelf en heb alle spullen die we nodig hebben, dus het kost ons niets om een album te maken”, legt Taylor uit. “We kunnen een heel album maken zonder tussenkomst van een label, dus dat hebben we gedaan.” Dat de band daarna pas begon met zoeken naar een geschikte partij om de plaat uit te brengen, zorgde ervoor dat Painted Ruins pas een jaar later verscheen. “Het was een beetje pijnlijk toen we doorkregen dat er vijf jaar tussen onze albums zouden zitten.” Dat die pauze zo lang zou duren, was dus helemaal niet de bedoeling. Taylor & co. doen er dan ook alles aan om te voorkomen dat het nog een keer zou gebeuren. “Ik schrijf nu al muziek, zodat we straks iets hebben om op terug te vallen. Anders ben ik straks 41 als ons volgende album uitkomt. What the fuck, dat zie ik niet zitten.” De reden daarvoor is onder meer hoe leuk de bandleden het bleken te vinden om weer samen muziek te maken. Painted Ruins is een stuk opener en luchtiger dan zijn vrij volle en zware voorganger Shields.

 

“We voelen ons geen one hit wonder
Toch is er ook een andere reden waarom Grizzly Bear ineens weer haast heeft: de leeftijd zit de band en zijn consorten op de hielen. De bandleden lijken het zelf des te meer te voelen omdat Painted Ruins, Crack-Up, American Dream en alle andere indie-comebacks dit jaar uitkwamen in een volledig veranderde (muziek)wereld. Plots voelde het alsof een nieuw album moest reageren op het compleet ontwrichte politieke klimaat. En streamingservices? Nee, daar was nog niet of nauwelijks sprake van toen Grizzly Bear, Fleet Foxes en LCD Soundsystem voor het laatst te zien waren op de wereldwijde festivalweides. De volledige blogosphere die de bands op het schild gehesen had, was ingestort en had ruimte gemaakt voor een free for all waarin iedereen ineens muziekcriticus geworden was. “Waarschijnlijk zou het slim van ons zijn daar op een of andere manier op te reageren, maar het lijkt erop dat we geen goede manier kunnen vinden om om te gaan met het hele idee van streaming. Onze plaat kwam gewoon op de traditionele manier uit.” Nee, Grizzly Bear voelt zich niet écht thuis in het huidige klimaat. “Ik weet niet eens hoe thuis zou voelen op dit moment”, legt Taylor uit. “Vroeger was er een soort cirkel van vrienden die allemaal in andere bands speelden. Dat bestaat nu niet meer.”

 

“Ik kan mij niet voorstellen hoe je zou moeten doorbreken vandaag de dag”

 

Op een bepaalde manier lijkt Taylor zich schuldig te voelen over de bevoorrechte positie die een band als Grizzly Bear inneemt in het indielandschap. “Het is zo moeilijk voor jonge bands om door te breken tegenwoordig. Niemand betaalt meer voor je muziek, dus platenmaatschappijen hebben geen geld en zijn niet meer geïnteresseerd in nieuw talent. Ze kunnen toch geen geld in je investeren. Dat maakt het idee van alle reünies die plaats lijken te vinden zo vreemd. Mensen denken niet na over de consequenties van streaming tot je op een gegeven moment om je heen kijkt en ziet dat de enige bands die kunnen overleven de bands zijn die al een tienjarige carrière achter zich hebben liggen. Ik kan mij niet voorstellen hoe je zou moeten doorbreken vandaag de dag.”

Dat kracht van Grizzly Bear en zijn generatiegenoten ligt in gelaagdheid, al helpt de complexiteit niet. De Amerikanen weten zelf ook wel dat ze niet per se de meest ‘playlistbare’ muziek maken. “Dat heeft het altijd moeilijker voor ons gemaakt denk ik, zelfs voor streamingservices bestonden. We hebben één nummer dat iedereen kent, maar alle andere liedjes zijn eigenlijk onze favorieten”, legt Chris Taylor uit over Two Weeks, het nummer van derde plaat Veckatimest dat Grizzly Bear in 2009 naar sterrendom schoot. “Ik ben heel trots op Two Weeks, maar het verschil tussen hoeveel mensen naar dat nummer luisteren en hoeveel ze naar de rest van onze muziek luisteren is heel vreemd. Als we meer nummers als Two Weeks hadden geschreven, waren we nu op een heel andere plek geweest, maar dat kunnen we gewoon niet. Ik weet niet wat daar gebeurde. Toch voelen we ons geen one hit wonder. Ik ben blij met de langzame groei die onze gekkere nummers ons hebben geboden.”

 

“Mensen hebben maar een halve milliseconde tijd voor alles”
Taylor en zijn bandgenoten denken over hun collectief na als de albums die ze samen hebben gemaakt de afgelopen jaren. Dat overzicht over hun oeuvre helpt om te volharden in hun voorkeur voor bepaalde geluiden, ook al zijn die misschien niet het meest populair in popmuziek anno 2017. “Natuurlijk wil je altijd muziek maken die zo veel mogelijk mensen willen horen, maar ik heb niet de behoefte om een beroemdheid te zijn. Eén nummer werd beroemd, maar dat betekent niet dat de rest van onze carrière saai was. Ik ben heel trots op ons.” Die notie van ons is heel belangrijk binnen Grizzly Bear, en een ander element dat de Amerikaanse band onderscheidt van veel popsterren die anno 2017 populair zijn.

Grizzly Bear is namelijk een democratie waarin de verschillende meningen van vier mensen even zwaar wegen. Het is niet altijd makkelijk dat model te onderhouden, zeker niet in een tijd die meer en meer toe lijkt te werken naar sterk geïsoleerde kant-en-klaar pakketjes, popsterren die achter de schermen worden samengesteld om zo makkelijk verteerbaar mogelijk te zijn. “Het internet is bij uitstek een plaats geworden voor merken en memes, balletjes content met een enorm hoge dichtheid van informatie. Een popster is één stem, het is makkelijker om je daarmee te identificeren”, verklaart Taylor. “Hun muziek ligt ook vaak dicht bij iets dat je al herkent, dat is een kwaliteit van popmuziek geweest door de jaren heen. Mensen hebben nou eenmaal niet meer de aandacht om iets dat complex is wat langer te bestuderen. Ze hebben maar een halve milliseconde de tijd voor alles.”

Toch blijft Taylor hoop koesteren dat er mensen zijn die dit jaar nog steeds zaten te wachten op de terugkeer van Grizzly Bear. Lachend komt hij met een voorbeeld, dat hij vaker tevoorschijn zegt te toveren. “De cheeseburgers van McDonald’s zijn belachelijk populair, over de hele wereld. Maar je hebt ook nog talloze restaurantjes die écht goede cheeseburgers bakken, ook al wordt die van McDonald’s veel vaker verkocht. Er zijn altijd mensen die geen rotzooi van 99 cent willen eten. They want the good ones. Er is dus hoop.”