Eigenzinnig en ongeremd: een blik in de wereld van Willie Darktrousers
15 november 2017
Het is woensdagmiddag als ik, iets na de afgesproken tijd, arriveer bij het pas geopende ouder-kindcafé dat Willie Darktrousers de dag ervoor had voorgesteld als ontmoetingsplaats. Ik zie hem ijsberen op de stoep voor het met speelgoed bezaaide café. Hij draagt zwart en op zijn deels geblondeerde bos krullen rust een hoed. Als hij mij ook ziet moet hij lachen. “Ik was wel benieuwd naar dit nieuwe café, maar het is misschien toch een beetje raar om hier te gaan zitten, of niet?” We lopen naar een ander café, een meter of honderd verderop, en installeren onszelf op het zonovergoten terras.
We hebben dezelfde muziekopleiding gevolgd in Leeuwarden. Hij viel mij daar een jaar of zes geleden al vrij snel op, met zijn eigenzinnige voorkomen en sympathieke uitstraling. Zeker een halfjaar lang heb ik gedacht dat hij echt Willie heette en hem waarschijnlijk ook meerdere malen zo aangesproken. Hij heeft me nooit gecorrigeerd. Uiteindelijk kwam ik erachter dat zijn naam eigenlijk Emiel Joormann luidt en leerde ik hem kennen als een creatieve duizendpoot met een grenzeloze fantasie. Muzikant, stripboekmaker, medeoprichter van kunstcollectief Heksenhamer… Een druk baasje, vol ideeën, maar desondanks altijd relaxed. Iets wat ik bewonder, want ik ken weinig mensen die zo productief zijn. Als ik dat aan hem vertel lijkt hij verbaasd te zijn. “Dat is fijn om te horen”, zegt hij. “Voor mijn gevoel ben ik vaak vooral veel aan het regelen en maak ik bijna niks. Ik voel mij niet zo productief. Goed dat dat op jou wel zo overkomt”.
Glibberburen
Kort geleden brachten Willie Darktrousers en zijn band De Splinters het album Glibberburen uit. Wie bekend is met eerder werk van Darktrousers zal hij daarmee ongetwijfeld hebben verrast. Want waar de Fries eerst zweefde tussen troubadour en punk en zijn muziek vooral rauw en onbewerkt klonk, is het eerste dat in de nieuwe single opvalt het gebruik van een niet al te zuinige portie autotune over de leadvocalen. Als ik hem vraag naar die opvallende keuze moet hij lachen. “Ik luister de laatste tijd veel naar trap en artiesten als Kanye West, Rae Sremmurd en Future”, vertelt hij. “In die muziek wordt ook autotune gebruikt. Het heeft iets duisters en daar houd ik van.” Hij drinkt van zijn sinaasappelsap en zwaait naar twee voorbijgangers. “Zelfs Neil Young heeft op zijn laatste album een liedje staan met autotune, wist je dat? Dat vond ik overigens niet zo geslaagd. Wel mooi dat hij zoiets nog uitprobeert, op die leeftijd.”
Creatieve vrijheid
Het willen uitproberen herkent hij. Creatieve vrijheid en voorliefde voor experiment zijn wat de muziek van Willie Darktrousers & De Splinters maakt tot wat het is. Dat, en de drang om vernieuwend te willen zijn. Glibberburen staat van begin tot eind bol van de effecten. Wat men er ook van vindt, vernieuwend is het zeker. Ruige gitaarmuziek met autotune. “Bepaalde artistieke keuzes voer ik graag door in een heel nummer, of een heel album”, legt hij uit. “Laatst noemde iemand het woord ‘gimmick’ na een optreden, doelend op de autotune. Maar dat dat effect een bewuste leidraad vormt in het album, maakt het naar mijn idee juist geen gimmick.”
Sprookjesachtige cult-vorm
Naast muziek en effecten besteedt Darktrousers ook veel aandacht aan zijn Nederlandstalige songteksten. Daaruit valt direct te herleiden dat er aan fantasie geen gebrek is. Dieren, personages, niet bestaande dorpen en surrealistische situaties, niets is te gek en alles vormt een metafoor voor emoties en situaties die in zijn eigen leven spelen. Zo vormen frustratie en irritatie met name de rode draad door de teksten en verhaallijnen in zijn album. “Ja, blijkbaar moest ik daar veel van kwijt”, zucht hij, zonder verder in te willen gaan op waar die frustraties dan vandaan komen. Als ik zeg dat zijn abstracte teksten me vaak doen denken aan de boeken van Toon Tellegen knikt hij instemmend. “Dat begrijp ik. Al zijn mijn teksten wel een stuk duisterder dan die van hem. Ik haal persoonlijk vooral inspiratie uit folklore en oude sprookjes. Er zijn ook veel dingen die ik zou willen uitspreken, maar niet mag die gewoonweg niet door de beugel kunnen. Op deze manier kan ik die wel zeggen. Het zij in een sprookjesachtige cult-vorm en door middel van veel metaforen.”
In de excentrieke muzikale keuzes en fantasierijke teksten komen de veelzijdigheid en ongeremdheid van Willie Darktrousers goed tot zijn recht. Want al ligt Glibberburen sinds half oktober pas in de schappen en loopt Popronde op zijn einde; hij zit met zijn hoofd allang bij allerlei nieuwe ideeën en plannen. Een ander muzikaal project en de wens om kleding en kostuums te maken, bijvoorbeeld. Hij lijkt zelf niet zo onder de indruk te zijn van zijn bedrijvigheid. “Dat ik veel tegelijkertijd doe komt vooral voort uit heel veel inspiratie.” Wanneer hij een moment van inspiratie ervaart, vindt hij het zonde om dat te verspillen en er niets mee te doen. Als ik hem vraag of dat geen rusteloosheid of hoge druk oplevert, twijfelt hij even. “Misschien, maar in zulke momenten zit toch ook het meest waardevolle spul? Ik houd zelf van kunst die er gewoon écht uit moest bij de kunstenaar. Waarom zou ik er anders naar luisteren of kijken? Daarom vind ik professionele artiesten doorgaans niet interessant. Een overtuigde artiest, dát is interessant.”