Feature

Een nacht meetouren met Jagd tijdens de Popronde: knallen door het hoge noorden


21 oktober 2017

“Hoe moet je jezelf in hemelsnaam voorbereiden op meetouren met een band?” Dat is de vraag die ik mijzelf meermaals gesteld heb. Vorige week vrijdag ging ik mee met de Amsterdamse band Jagd op zijn Popronde-avontuur richting Leeuwarden. En dat was een nachtje bestaande uit collectief plassen langs de Afsluitdijk, een ANWB’er voor de deur, de nodige lokale pers én een show in De Neushoorn in Leeuwarden.

We reizen eerst af naar Amsterdam Nieuw-West, naar de oefenruimte van Jagd welteverstaan. Na ongeveer een half uur ploeteren door een bedrijventerrein kom ik uiteindelijk Nanne, de frontvrouw van de band, tegen. De andere mannen – Jos (gitarist), Luuk (bassist) en Timo (drummer) – waren iets later vanwege startissues van de bus.

 

 

De dag begon goed, want Nanne bleek ook al struggles te hebben gehad in de supermarkt die middag. “Ik heb gewoon anderhalf uur lang in de supermarkt staan wachten om te kunnen betalen!”, vertelt zij aan ons als we langzaam het benodigde proviand en de slaaptassen op de achterbank mikken. Helaas ook geen bier, waardoor we met zijn allen besloten om naar De Keet (een onafhankelijke supermarkt in Amsterdam-Oost) te gaan om de nodige blikjes te mee te nemen terwijl de jongens op zoek gaan naar een brandstofdrukregelaar voor de bus bij een kennis.

 

Terwijl we teruglopen vanuit De Keet, vertelt Nanne een beetje over de verstandhoudingen in de band. Zo hebben we het ook over het drukke schema. Jagd is immers inmiddels tegen de dertig keer geboekt voor de Popronde. “Het is best gek, want het toeren en vele optreden voelt inmiddels wel een beetje ‘normaal’. En dat al na vier optredens”, zegt Nanne. Vier van de dertig dus. Het beloven drukke weken te worden en dat lost de band perfect op met het naadloos plannen van activiteiten in het weekend. Draaiboeken, verzamelzakje voor bonnetjes én een constante drive om alles geregeld te hebben, is iets dat direct opvalt. Maar eerst op naar Leeuwarden.

De eindeloze snelwegen
Tijdens het rijden bespreekt de band de nodige huishoudelijke mededelingen en is het voor mij meteen duidelijk dat ik mij ook ga inzetten als waterdrager annex roadie deze avond. Promotie van ‘Persparkiet’ naar ‘halve roadie’, yes! Onderweg is er de nodige onderbroekenlol en de discussie over welke plaat er nu echt per se opgezet moet worden. Zo schalt Pennywise bijvoorbeeld vól over de boxen en hebben we het met z’n allen over onze inspiraties in muziek. Zo vindt de hele band Interpol vet, luistert iedereen graag naar The Growlers en heb ik een gedeelde liefde met Jos voor de Red Hot Chili Peppers. Zo karren we gemoedelijk verder door het rustige landschap van West-Friesland.

 

Dit doen we tot blijkt dat de zijdeur van het busje niet lekker dicht zit en in feite steeds verder open gaat. Paniek! Potentiële autopech is niet gewenst. Ik probeer de deur flink hard dicht te doen terwijl we aan het rijden zijn (goed bezig Kramert) en uiteindelijk stoppen we in de buurt van Hoorn om de deur even te repareren. Timo, die een buurman-en-buurman-ingeving kreeg en de deur vervolgens nóg harder dicht deed dan ik zelf al had geprobeerd, repareerde de bus al lallend over drukregelaars en deurhendels. Maar alles deed het weer: score. Zo schieten we alweer snel over de A7.

De Neushoorn
Na een goede twee uur rijden komen we aan in Leeuwarden. De stad lijkt vrij leeg als wij binnenrijden, waarop Jos zegt: “Jezus, wat een dooie stad is dit dan.” Uiteindelijk rijden we het centrum binnen en lijkt de hoofdstad van Friesland tot leven te komen. Naarmate we dichter bij De Neushoorn komen, zien we kleine vlokjes mensen door de stad lopen. Voor de rest is het café vrij leeg, wat zonde is voor een avondje gratis goede bands kijken.

 

 

We parkeren de bus na wat gepruts in het laadhok van de venue, wandelen we rustig naar de kleedkamer en wordt er een wodkafles geopend. Jos begint vervolgens lachend: “weet je wat het is. Je kan voor een show beter één flinke shot wodka doen in plaats van dat je twee bier naar binnen knalt.” En zo gaat de wodkafles langs iedereen, tot een lieve hospitality-dame de fles inneemt. Wodkafles weg, focus-face op bij de band. Het showtje kan los.

 

De show
En los gaat het bij de band. Jagd gaat vlammend uit de startblokken en de nummers Ritalin, Amber, Do Something en Parlay voelen – ondanks het prille stadium waar de band zich nog in bevindt – al helemaal vertrouwd en knallen ontzettend hard door het kleine café. De show is intens en het Friese publiek wordt langzaam opgezogen door de luide, fijne en harde stofzuiger die Jagd heet. Het samenspel is vlekkeloos, gefocust maar toch spat het plezier ervan af.

 

 

De band is echter erg zelfkritisch. Meteen na de show wordt er gefilosofeerd over één foutje in de show die ik zelf als toeschouwer zijnde niet had opgemerkt. Het ging om een klein foutje bij de bridge van het nummer Airlock. De band heeft het uiteindelijk opgelost met een jam en freewheelde zo feilloos om het probleem heen. Toch zit juist in dit perfectionisme de kracht en het potentieel van de band. Jagd is een band om serieus rekening mee te houden.