Live

De zondag van Best Kept Secret heeft veel parels te bieden met onder meer Gus Dapperton, Khruangbin, Let’s Eat Grandma en John Maus


11 juni 2018

De tijd vliegt als je het naar je zin hebt. Zo ook op Best Kept Secret. Het is zondag en de laatste festivaldag is alweer aangebroken. Dacht je alle parels al wel gehoord te hebben op de eerste twee dagen, heb je het toch goed mis. Zo worden redacteurs Bram en Bente vandaag verrast door onder andere Gus Dapperton, Khruangbin en John Maus, en overdonderd door Father John Misty.

Lees hier het verslag van de vrijdag en de zaterdag.

Tekst Bente Hout & Bram van Duinen
Foto’s Xanne Wijkamp

Zo rond half 1 stroomt de Three vol met Asos-modellen gekleed in hippe tweedehandskleding. Ze zijn hier maar voor één ding: om opperhipster Gus Dapperton te eren, met z’n groene bloempotkapsel. Een golf van lo-fi new wave glijdt door de zaal heen en neemt iedereen mee naar een paradijs van pastelkleuren onder leiding van Dappertons zachte stem, totdat alles samenkomt en iedereen meebrult met het geniale I’m Just Snacking. Een tijdelijke ontsnapping naar een schoolfeest in de jaren tachtig om de dag mee te beginnen. (BvD)

Met de zomervakantie in het vooruitzicht ben ik wel in voor een potje reizen. Bij Khruangbin ben ik aan het juiste adres. De band komt uit Houston, Texas, maar klinkt alsof ze eerst een reis door de Mongoolse woestijn en langs de Thaise monniken hebben afgelegd, alvorens ze in Hilvarenbeek aan zijn gekomen. Gitarist Mark Speer speelt de mooiste solo’s en is niet bang om zijn virtuositeit te laten zien, terwijl z’n haren wapperen als Hans Klok door de ventilator op het podium. Zo halverwege de set dreigt het geheel een beetje eentonig te worden en verliest het publiek bijna de aandacht. Gelukkig heeft het trio veel ervaring met optreden en weten ze het publiek op precies het juiste moment op te zwepen met een mashup, afgetrapt door Dr. Dre’s The Next Episode. Dankzij Khruangbin voelt Best Kept Secret nu meer dan ooit als het voorprogramma van een heerlijke, eindeloze zomer. (BvD)

Brits duo Let’s Eat Grandma, bestaande uit jeugdvriendinnen Rosa Walton en Jenny Hollingworth, doet me de wenkbrauwen optrekken bij opkomst in de Three. Twee piepjonge meiden nemen ieder plaats achter een synthesizer en microfoon en na een verlegen glimlach en ‘Hi!’ richting het publiek, knalt een flink luide backingtrack de tent in. In het half uur wat daarna volgt weet ik niet wat ik meemaak. Het is alsof ik naar de bonte avond van mijn jongere zusjes sta te kijken, ter afsluiting van hun schoolkamp in groep 8. De meiden zingen de liedjes vrijwel allemaal samen, op dezelfde toonhoogte, waardoor de muziek een kinderlijke laag krijgt. Daarnaast kunnen ze beiden best een flink staaltje dansen, zo blijkt, maar laten ze dat zien middels herhalende danspasjes die doen vermoeden dat ze nogal wat uren voor de met roze stickers beplakte spiegel hebben staan oefenen thuis. Al zitten er heus wat interessante elementen in de muziek (catchy synthlijnen, een pompende bass, een onverwachte solo op saxofoon en strakke beats), ik voel ‘m niet. (BH)

Een doorsnee ogende man met een lichtblauwe blouse loopt naar wat lijkt nogal gedesoriënteerd het podium van de Three op. Als je niet beter weet zou je denken dat het je collega is van het telecombedrijf. Maar dan wel ‘die ene’, waarvan je je soms afvraagt wat ‘ie zo lang op de wc doet. Echter, zodra hij de microfoon beetpakt en zijn mond opent, besef je: verrek, het is John Maus. De ene galmende kreet na de andere vliegt door de Three terwijl Maus als een bezetene van links naar rechts over het podium dendert en met zijn hoofd schudt. Dit alles onder begeleiding van een fenomenale band, dat mag gezegd worden. Na een minuut of twintig verdwijnt Maus ineens van het podium. Gaat ‘ie nou echt naar de wc? Zijn band lijkt nergens van op te kijken en speelt onverstoord door. De term ‘wachtmuziek’ doet onder aan wat we nu horen, want kolere, wat is het goed. En ja hoor, doordrenkt van het zweet verschijnt Maus weer op de bühne om af te maken waarvoor hij kwam: een parel van een show. (BH)

Na een kort, akoestisch voorspel tijdens de 3FM-sessie is Unknown Mortal Orchestra nu te vinden in de grote tent ernaast voor een volledige set. Het plan was volgens zanger Ruban Nielson ‘just to get drunk enough to forget te plan’. Nu heb ik geen blaastest meegenomen, maar aan z’n enthousiasme te zien zou het goed mogelijk zijn dat zijn promillage te hoog is om in een auto te stappen. Nielsons spel en zang klinkt echter alsof ‘ie de hele dag water dronk: retestrak en wonderschoon. De psychedelische rock met funk-invloeden swingt als nooit tevoren, zo observeert Nielson ook wanneer hij al tijdens zijn tweede nummer een hele kruistocht door de zaal maakt, gewapend met zijn gitaar. Hoogtepuntje op het begin van de laatste avond van BKS. (BvD)

Het moment waarop velen al het hele weekend wachten is aangebroken: Father John Misty verschijnt wuivend op het podium van de One, in de warme middagzon. Hij is niet alleen: maar liefst negen muzikanten vergezellen hem op de planken. Een grote golf aan klanken overspoelt het afgeladen veld en wordt met open armen ontvangen door het publiek. Alles klopt, van de subtiele opbouw in de set, die leidt naar een bombastische tweede helft, tot de blazers die de al zo sterke arrangementen van Josh Tillman nóg meer diepte geven. Al wat rest is genieten en meedeinen, zoals de meerderheid van het publiek dan ook doet. Met het laatste nummer toont Tillman zich echt The Ideal Husband, tenminste voor degenen die geen genoeg kunnen krijgen van zijn prachtige muziek. En zo te zien zijn dat er een heleboel, hier in Hilvarenbeek. (BH)

We besluiten Best Kept Secret natuurlijk met LCD Soundsystem op de One. Het is alles wat we nodig hebben: de ene klapper na de andere. We wagen een laatste dansje op de vlonders, langs de waterkant, terwijl de avond valt en een gigantische discobal het podium siert. Best Kept Secret 2018 stond in het teken van variatie, powervrouwen en natuurlijk de nodige ontdekkingen. Tot volgend jaar.