Live

De vrijdag van Fuzz Club Eindhoven 2019: dronken Britten, glibberige relingen en korte doch intense sets


24 augustus 2019

De tweede editie van Fuzz Club Eindhoven heeft een stralende zon boven zijn bolletje hangen, een goede kaartverkoop en een programmering om uit je pan op te kunnen gaan. Binnen treffen we een gezellige kakofonie van drumbeats die doordreunen uit de kleine zaal, mensen die hun vrienden met geschreeuw en wilde armgebaren proberen te wenken en vooral een heleboel geroezemoes tussen gelijkgestemden. Wij wandelden rond en nemen je mee in een dagje fuzz, distortion, visuals, bier en feedback.

Tekst Ricardo Jupijn & Jort van Meeteren
Foto’s Tineke Klamer

 

Na buiten in de tuin een patatje en een veggy-burger naar binnen te hebben gepropt en wat te hebben high-fiven met de psychscene, is het een prettige aanslag op de zintuigen als we voor het eerst de kleine zaal binnenlopen bij Medicine Boy. Een groot scherm achter het podium, twee aan de zijkanten en allemaal vol overweldigende livevisuals. Het geeft ongelooflijk veel stimulans aan de deinende en dreigende show van de in Berlijn wonende Zuid-Afrikanen. Gehuld in een strak zwart pak, een glitterpak, met een retedik geluid uit de speakers en een volle zaal voor hun neus. Ja kijk, zo komt dronende psychrock pas echt tot leven. (RJ)

 

Bij The Warlocks loopt de zaal rap vol. De Amerikanen openen meteen met Shake The Dope Out – hun bekendste nummer – en frontman Bobby Hecksher is goedgeluimd. Hij keuvelt wat met zijn bandmaten, maar laat vooral niet teveel ruimte tussen de nummers vallen. Er zijn een hoop belangstellenden, maar het grootste deel van het publiek staat er nogal passief bij. Hier en daar gooit iemand de heupen los, maar zo vroeg in de avond heeft duidelijk nog niet iedereen de vibes te pakken en zijn veel mensen vooral bezig met bier halen en hun telefoon checken. Halverwege de show komt er een in zwart en leer uitgedost kwartet naast ons staan. Het zijn de leden van The Underground Youth, die hierna spelen en, blik bier in de hand, alvast even van de sfeer komen proeven. (JvM)

Bij de merch gebeurt ondertussen van alles. Er staan bakken vol platen van Fuzz Club-gerelateerde artiesten en vooral de totebags zijn niet aan te slepen. Kleine tegenvaller is dat er enkel met contant geld betaald kan worden, waar niet iedereen rekening mee had gehouden. Er zijn pinautomaten in de buurt van de Effenaar, maar het voelt enigszins omslachtig.

 

We stellen ons strategisch op om een goede blik op de show van Froth te krijgen. De band uit Los Angeles die een veel te goede plaat uitbracht voor de response die het kreeg. Wat mooi om te horen is tijdens de show van de band, is dat de strakke en soms ijskoude liedjes op Duress een blos op de wangen krijgen in hun rinkelende liveversie. Het drietal bewijst opnieuw wat voor vernuftige muziek ze wel niet in huis hebben.

Het zijn gelukkig de liedjes die kleur brengen in de set van Froth, want van de onsamenhangende praatjes hoeft de band het niet te hebben. Gezwam over de gado gado die iemand in het Stroomhuis schijnt te maken, een continu ironisch klinkend ‘Thank you so much‘, de opmerking dat de oude liedjes allemaal een beetje stroef gaan (oefen dan gewoon even eer je aan een tour begint) en nog een verhaal zonder conclusie over het feit dat ze met KLM hebben gevlogen, ofzo. Ach, gelukkig knispert en ritselt de band door met zijn zilverfolie-sound. (RJ)

 

The Underground Youth heeft fraaie visuals in zwart-wit die meteen de ambiance vatten en hoewel de band sterk opent, begint na een tijdje tegen te staan dat er zoveel abrupte tempowisselingen in de set zitten. Dat is op zichzelf niet negatief, maar waar The Warlocks ons meevoerden in een hypnotiserende maalstroom van geluid, is er bij The Underground Youth duidelijk een buzzkill voelbaar tussen de nummers door. Wel moet gezegd worden dat dit uitstekend gecompenseerd wordt door hun stage presence: de bassist doet denken aan een figurant uit The Wild One, de drummer gaat à la Moe Tucker los op haar drumkit en frontman Craig Dyer mengt zich tegen het einde van de set – inclusief gitaar – in het publiek, hetgeen enthousiast ontvangen wordt door een aantal hardcore-fans. (JvM)

 

Met een tas vol nieuwe nummers en ‘gouwe ouwe’s’ trekt Iguana Death Cult van leer in de kleine zaal. Ondertussen zijn er twee singles van het in oktober te verschijnen Nude Casino uitgebracht en die klonken ons al bijzonder verfrissend in de oren, maar wat blijkt: er is meer! In het muzikale leven van de Rotterdammers is namelijk een stuk meer funk gekomen, onder meer met de toevoeging van een vijfde bandlid Jimmy De Kok die percussie, toetsen en alles wat nodig is (we zagen zelfs nog een triangel voorbijkomen) om de sound van de band nog net wat meer variatie te geven. Als je dat allemaal combineert met het stuiterende snelle-riffjes-garage-werk, heeft de band een piekfijne show in handen om weer een lekker rondje mee te gaan maken. (RJ)

 

Night Beats: het trio uit de lange vlaktes van Amerika is terug met een nieuwe sound en een nieuwe band. Met het door Dan Auerbach geproduceerde Myth Of A Man – dat op werd genomen met oud-bandleden van Aretha Franklin en Elvis Presley – zet de band een stap in een stuk groovier richting. Al wordt er vanavond echter weer goed gezaagd en geramd. Technisch loopt het allemaal lekker in de soep met een basgitaar die er na 1,5 maat mee uitscheidt en een bassist die pas bij het tweede nummer op het toneel verschijnt. Na de tweede song is er een mankement met de gitaar van frontman Danny Rajan Billingsley, die met een ‘We’re gonna make it’ de sfeer erin probeert te houden. Naarmate de show vordert, komen de lijven en de vingers meer los en komt de kenmerkende woestijnsound van de band broeierig naar boven gesidderd. 

Tijdens Night Beats lijkt het publiek wat meer opgewarmd en gaat het voorzichtig een beetje los. De band, getooid met cowboyhoeden, speelt een prima set, vergezeld van visuals die op zijn zachtst gezegd eigenaardig zijn. We zien mensen van allerlei pluimage maar vooral ook van alle leeftijden: voor ons staan twee oudere dames gefascineerd naar het schouwspel te kijken en er komt zelfs een jongetje van hooguit tien jaar oud voorbij, op sleeptouw genomen door zijn vader en beschermd met een grote koptelefoon. (RJ & JvM)

 

 

De vloer van de grote zaal ligt inmiddels bezaaid met plastic bekers waar tot voor kort nog bier, gin-tonic of cider in zat, en wanneer tegen twaalven The KVB begint, lijken de eerste mensen rijp voor een goede portie nachtrust. De zaal loopt wat leger, maar de mensen die er nog zijn, hebben er duidelijk zin in, getuige de dansmoves die ze uit hun mouw schudden. YMCA-toestanden, pogo, zelfs het befaamde/beruchte Fortnite-dansje zien we uitgevoerd worden door een jongeman met een man bun die duidelijk erg lekker in de avond zit.

De Britse band, privé eveneens een koppel, lijkt in het begin wat verlegen, maar raakt naarmate de tijd verstrijkt steeds losser en werkt toe naar een zinderende climax vol fuzz en feedback. Het laatste kwartier van zijn set is ijzersterk en we verliezen ons even volledig in de soundscapes die het duo uit hun gitaren en synthesizers persen. Wanneer de twee het podium aflopen is de zaal lichtelijk in mineur: niet uit teleurstelling, maar simpelweg omdat ze er net zo lekker in zaten. The KVB laat een ruimte vol dansende mensen achter die zojuist misschien wel het beste optreden van deze vrijdag hebben gezien.

Beneden kuieren we wat rond, kopen een totebag en zien hoe sommige die hards van het ene feestje gelijk headfirst de volgende gig in duiken. Wij besluiten het voor vanavond voor gezien te houden en begeven ons door een horde rokende, veelal zwartgeklede liefhebbers richting het hotel. We worden nog bijna van onze sokken gereden, maar afgezien daarvan kijken we terug op een mooie avond die voor de liefhebber van het genre als een warm bad voelt.