Feature

COLUMN: ‘Voor ik vergeet’, van Harm de Kleine


15 september 2016

Een bekentenis: ik ben al over de dertig en heb geen rijbewijs. In onze welvaartsmaatschappij is dat een dingetje, regelmatig hoor ik verbazing. Helemaal als duidelijk wordt dat ik anderhalf uur onderweg ben met het openbaar vervoer om op kantoor te komen, en dat terwijl ik woon én werk in Amsterdam.

Nog een bekentenis: deze forens-in-eigen-stad ervaart het elke werkdag reizen met de tram en bus als prettig. Het geeft me de kans om tweemaal daags een tijdlang bezig te zijn met drie van mijn favoriete dingen in het leven: lezen, mijmeren en aandachtig muziek luisteren. Wil je me echt gelukkig hebben, dan graag alle drie in één: luisteren naar een mooi liedje, de songtekst meelezen en mijmeren over wat het betekent, voor de artiest en voor mijzelf.

En zo kwam het dat ik op een vroege dinsdagochtend in bus 35 richting Molenwijk ineens aan mijn overleden oma dacht.

Die avond leerde ik dat je in Schotland de Auld Wives Lifts hebt. Drie grote rotspartijen aan het water, met drie gezichten erin geslagen. Niemand weet waar ze vandaan komen, niemand kent hun namen. In de buurt van die rotsen woonde de grootvader van Bear’s Den-zanger Andrew Davie. Hij kwam er vaak en de stenen gezichten zijn de gezichten uit zijn jeugd. Jaren later werd grootvader gediagnosticeerd met Alzheimer en waren er ineens overal mysterieuze gezichten. In het prachtige, nieuwe liedje Auld Wives zingt Davie: ‘I see his face, carved deep in the stone. Another mind you have taken away.’

Een gezicht van steen en het afbrokkelen, ik zag het ook bij mijn oma. Ze was Alzheimerpatiënt en overleed zeven jaar geleden. Ik kende haar als een sterke vrouw. Nog voor mijn geboorte overleed haar man (zijn voornaam is mijn voornaam) en daardoor was ze al snel op zichzelf aangewezen. Rond haar vijftigste haalde ze haar rijbewijs en reed ze van kleinkind naar kleinkind, van verjaardag naar verjaardag.

Ik zag mijn oma voor het laatst op haar allerlaatste verjaardag. Kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen: we waren allemaal gekomen naar het klinische zaaltje in het grote verzorgingstehuis, enkele honderden meters van haar oude woning waar ik zo vaak te vinden was. Taart van de Hema, slingers aan de muur, uitgepakte cadeautjes en vrolijk spelende kinderen in die lange, witte gangen. Oma glimlachte, soms, heel even.

Het zijn herinneringen die opgesloten zitten in mijn hoofd en eens in de zoveel tijd is er gelukkig een sleutel. Al vrij snel na het overlijden van mijn oma steeg Voor Ik Vergeet van Spinvis met stip in mijn top 100 van dierbare liedjes. Een liedje met bijzonder mooie regels die ik kan dromen, maar toch hieronder opschrijf. Ik denk voor de zekerheid.

Voor ik vergeet en later alles anders heet

Voor ik vergeet en ik de feiten en de cijfers en de namen van de schrijvers niet meer weet

De hele dag en alle woorden en elk uur de hele dag

En ook de nacht en de zomers en de handen van mijn vader

Vergeet ik op den duur