Album Review

De trilogie van Balthazar-soloprojecten eindigt met een onbetwist hoogtepunt in de vorm van J. Bernardt’s heerlijk zwoele Running Days 


20 juni 2017

We zijn al weer bijna vergeten hoe teleurgesteld we waren toen onze favoriete zuiderburen Balthazar bekend maakten even op hiatus te gaan. Sindsdien zijn we namelijk enorm verwend met allemaal fijne zijprojecten. Frontman Maarten Devoldere ging de barokke kant op met Warhaus, bassist Simon Casier de lo-fi gitaarkant met Zimmerman en nu is daar dan J. Bernardt, het soloproject van de andere frontman, Jinte Deprez.  

Welke kant hij daar precies mee opging bleef lang onduidelijk, de vooruitgeschoven singles wezen afwisselend op triphop, white soul en R&B. Al deze stijlen (en meer!) zitten inderdaad in zijn debuutalbum Running Days verwerkt, maar het voelt geen moment als een samengeraapt zooitje. Een van de eerste tekenen dat we hier met een heel bijzondere plaat te maken hebben.

Running Days schiet dan wel alle kanten op, maar door de koele productie en Deprez zijn kenmerkende stem voelt het toch aan als een uiterst smaakvol geheel. Zo zou de naar dancehall (!) neigende instrumentatie van The Question in de handen van een mindere artiest makkelijk wanstaltig kunnen uitpakken, maar J. Bernardt maakt er een heerlijk zwoel en meeslepend popnummer van. ‘Zwoel en meeslepend’ is in feite een accurate beschrijving van de hele plaat, reken er bijvoorbeeld maar op dat On Fire de soundtrack van heel wat warme zomernachten gaat vormen.

 

 

Op papier is J. Bernardt zonder twijfel het album wat het meest van de formule van Balthazar afwijkt, het bevat in ieder geval stukken minder gitaar, maar in praktijk blijkt vaak toch wel waar Deprez ook al weer zijn sporen heeft verdiend. Sterker nog, het met onweerstaanbare blazers aangeklede The Other Man, het onbetwiste hoogtepunt van deze plaat, had niet misstaan op Balthazar’s debuut Applause (2010). Dat kan je een zwaktebod vinden, maar wat ons betreft is deze mix van verkend en onverkend terrein juist precies wat Running Days zo spannend maakt.

Zo worden de elektronische en R&B elementen moeiteloos afgewisseld met poprefreintjes waar je u tegen zegt, zoals bijvoorbeeld in het heerlijke The Direction. Grootste kritiekpunt is de speelduur, met slechts tien nummers smaakt Running Days uiteindelijk vooral naar meer. Idealiter horen we van alle drie de soloprojecten meer in de toekomst, maar als er maar een van de drie een vervolg moet krijgen, weten wij na deze plaat wel wie we zouden kiezen.