Live

Dag 1 Eurosonic: met een stilgelegd optreden, gefrustreerde Britten en sprankelende Duitsers


13 januari 2017

Door André Rozendaal en Bart Breman
Foto’s: Oscar Anjewierden

Met meer dan driehonderd bands in vier dagen tijd is Groningen dit lange weekend weer voor even het epicentrum van de Europese muziek. De 31ste editie van Eurosonic/Noorderslag is uitverkocht. In praktisch elk kroegje of zaaltje in het centrum van de stad is wel een band geprogrammeerd, die zich in de kijker van het grote publiek wil spelen. De woensdag is zo’n beetje een ‘opwarmdag’, waarop het speuren naar nieuwe muziek nog enigszins overzichtelijk is. Op de eerste avond zijn er ‘maar’ dertien podia open, waar in totaal 49 bands spelen.

In de voormalig jazzcafé De Spieghel wordt afgetrapt door de The Courettes, een Deens duo met gitaar, drums en sixties-georienteerde garageliedjes. Het duo heeft niet alleen de gitaarriffjes, maar ook de branie en de maniertjes van The Hives overgenomen. Hoogtepunt is de tongzoen die de twee uitwisselen tijdens het laatste nummer over – uiteraard – de liefde. Het is het soort gekte dat je even aan The Cramps doet denken, iets waar de garagepunkliedjes van de Denen natuurlijk ook al volop naar knipogen. Dat de muziek verder niet heel veel nieuws biedt mag de pret niet drukken. (BB)

Hoewel de shoegazerevival alweer over het hoogtepunt heen is, gaat een vijftal introverte Belgen genaamd Newmoon aan de haal met de muzikale erfenis van My Bloody Valentine en Slowdive. Zoals dat hoort bij shoegaze, staat het volume oorverdovend hoog. Het geeft de drie gitaristen de kans om indruk te maken met fraai verweven en melodieuze gitaarlijnen, vooral wanneer ze samen naar een climax toewerken. Volledig wegzweven op de dromerige klanken lukt echter niet, daarvoor blijft de zang te veel in het degelijke hangen. (AR)

Alleen al de soundcheck van Gli Sportivi uit Venetië is al een feest om naar te luisteren. In zangerig Italiaans worden de geluidstechnische zaken afgestemd. Als dat gedaan is, kan het duo muzikaal om zich heen schoppen. Bij de opgejaagde garageblues gaat het niet zozeer om het liedje maar om de groove. Je krijgt hamerende drums, gebroken ritmes en een overstuurde gitaar. Ook is er een zelfgebouwd slide-instrument, dat voor een extra bak herrie zorgt. Vooral in het begin is rommelig, maar hoe langer de twee spelen, des te meer krijgen ze het te pakken. Sterker nog, tegen einde is stomende bluespunk zo enorm meeslepend en overtuigend dat je er niet stil bij kunt blijven staan. (BB)

Dat het altijd harder kan, bewijst het zevental geschifte Finnen van Teksti-TV 666. De band speelt een combinatie van powerpop en bubblegumpunk, maar dan met vijf gitaristen en motorikdrums. Het gevolg is een verzengende maalstroom van repetitief gitaarlawaai, waarin liedjes met meezingrefreinen toch gewoon overeind blijven. Rock-‘n-roll-poses, flessen drank die van hand tot hand gaan en samenzang in het Fins verhogen de feestvreugde. Het geluid staat zo hard dat het wettelijk toegestane aantal decibellen meermaals overschreden wordt. De band weigert in te dammen en moet het concert op last van de organisatie halverwege afbreken. Dát is een uniek moment op Eurosonic. (AR)

Wat bedeesder gaat het er aan toe bij Exmagician uit Belfast. Het bier in Groningen smaakt een stuk beter dan thuis, vindt gitarist James Smith, en hij neemt een flink slok. De prop- en propvolle zaal kan er wel om lachen. De band speelt galmende britpop met de nodige sixties- en surf-invloeden. Op zijn best levert dat een paar catchy liedjes op, die leentjebuur spelen bij The Shins. Maar niet alles is even sterk, het is soms wat langdradig en liedjes kabbelen te makkelijk voort (BB).

Ook Beach Beach is nog geen hoogvlieger. De vier studentikoos ogende Spanjaarden spelen jangy gitaarpop zoals je die in de jaren 80 hoorde. Als ze even het gas intrappen doen ze wel wat aan Parquet Courts denken, maar hoe sympathiek het ook is, echt indruk maken doet het niet. Daarvoor zijn de liedjes te standaard, te onaf en te weinig onderscheidend. (BB)

Giunglia is een jonge muzikante uit Italië. Ze maakt electropop met disco- en waveinvloeden. Gewapend met gitaar en omringd door loop- en sample-apparatuur staat ze moederziel alleen op het podium. De bas staat te hard afgesteld en werkt al gauw op de zenuwen. Ze doet haar best met kekke danspasjes en de nummers zijn in aanzet best aardig. Toch is de quasi-sexy zang zeurderig en blijft het geheel vaak in muzikaal gekeutel hangen.

Ook solo op het podium zit Mario Batkovic. Hij groeide op in Bosnië waar hij accordeon leerde spelen. Nu is hij woonachtig in Zwitserland, waar hij zich ontwikkelde tot een veelzijdig componist. In de Der Aa-kerk, een oase van rust en experimentele muziek, tovert hij prachtige geluiden uit zijn instrument. Soms zwaar aangezet, soms lichtvoetig, maar altijd beeldend en onderhuids. Met fladderende melodielijnen doet het bij momenten denken aan de muziek van Philip Glass. De dynamiek in het spel maakt grote indruk. (AR)

Eind jaren zeventig stikt het in Engeland van de punk- en wavebands die maatschappelijk onbehagen in muziek omzetten, zoals The Fall en Gang of Four. Een stel snotapen uit Londen noemt zich Shame en de band neemt je op niet mis te verstane wijze mee terug naar die dagen. Zanger Steen overgiet zich met bier, kijkt verwilderd, hangt aan lichtbalken en schreeuwt alle frustraties van zich af. Vergezeld van dreinende zaaggitaarriffs en hamerdrums is elk nummer een adrenalineshot zonder weerga. Shame maakt muziek omdat het moet en veegt op rauwe wijze de vloer aan met alle bands van de woensdag.
(AR)

Goat Girl is een jonge band uit Engeland en speelt een soort van slackerpop met quasi-verveelde zang, waarin de jaren 90 weer tot leven komen. Een soort van PJ Harvey meets Pavement. Hoe leuk dat ook klinkt, live komt er niet helemaal uit. De vier dames spelen erg veel van hetzelfde en dat gaat wat vervelen. (BB)

Nee, dan Gurr uit Berlijn. Niet dat die nou iets nieuws doen, maar de liedjes zijn een heel stuk levendiger. De drie dames en heer klinken alsof The Bangles hebben besloten om garagerock te spelen. Je krijgt enthousiaste, zoetige popliedjes in een punkjasje, met af en toe een uitstapje naar de postpunk. Het viertal heeft de grootste lol en vooral de twee zingende en gitaarspelende frontvrouwen zijn blikvangers van jewelste. Hun afwisselende zang maakt het spannend en het gedreven spel doet de rest. Met een serie sprankelende popliedjes en een grote dosis plezier zorgt Gurr sowieso voor het vrolijkste, maar ook voor één van de beste optredens van de avond. (BB)