Live

Op de zaterdag van Best Kept Secret renden we ons een slag in de rondte en zagen een van de beste festivaloptredens aller tijden


18 juni 2017

The Daily Indie laat het gebeuren op Best Kept Secret dit weekend! Maar de zaterdag had zo veel moois te bieden dat we stiekem best wel onszelf een slag in de rondte aan het rennen waren. Op zich geen straf op een evenement waarvan we wel durven te beweren dat het over de allerfijnste locatie van festivalland beschikt. Het lommerrijke (ja, dat woord gebruikten we echt) terrein zit stampvol hoekjes en gaatjes waar je fijn in de schaduw kunt chillen. Daarbij heeft de organisatie werkelijk iedere uithoek volgepropt met foodtrucks en barretjes, waar je ook nog eens gewoon met grotemensengeld kan betalen. Ook op gebied van primaire levensbehoeften (lees: bier) kom je niks tekort op Best Kept.

Tekst Jente Lammerts & Robin van Essel
Foto’s Rudy Sablerolle

 

 

We wilden de zaterdag even rustig beginnen, met een kopje koffie en de  Londense schone Ella Walker. Of Wildes, de naam waaronder je haar waarschijnlijk ook niet kent. Het verloren gewaande zusje van het eveneens Londense Daugher speelt namelijk pas haar tweede show ooit op Best Kept Secret, en de allereerste keer op een festival. Wellicht klinkt Walker daarom zo breekbaar, en het is inderdaad geen muziek voor anabooltjes met een te hoge testosteronspiegel en die blikken Red Bull in hun keel leegknijpen. Maar als je je tanden in de fraaie arrangementen zet, is Wildes best wel bijzonder.

 

 

Verderop op stage FIVE staan de versterkers wel aan bij de Canadese too-cool-for-school meiden van The Courtneys, en aansluitend hun Californische vrienden van Froth. Beide bands sluiten hun gezamenlijke, lange Europese tour af op het Best Kept Secret. Bij The Courtneys doet die ervaring de show alleen maar goed. De rammelende garagepopsongs werken de katers van menig festivalbezoeker binnen een mum van tijd weg. Het bubblegummy nummer Tour,  het eind van de set, sluit mooi aan op de positieve boodschap die de band meegeeft.

 

 

Froth heeft een moeilijker genre voor dit tijdstip: de shoegaze met black metalinvloeden komt op de vroege middag nog niet over. Ondanks dat speelt de band uit Los Angeles superstrak, dus die komt bij ons gewoon wel hoog in de lijstjes te staan. Want sinds we een videosessie met de band opnamen heeft Froth heeft een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt, die ons alleen maar doet snakken naar meer.

 

 

Op naar Chris Cohen, een labelgenoot van Mac DeMarco, die in de steeds toenemende hitte stage THREE aandoet. Helaas hadden de geluidsmannen aldaar ook een beetje het zonnetje in hun bol. De dynamische, interessante nummers van de bands laatste plaat As If Apart zeker interessant maakt, komen niet lekker over door het afgevlakte geluid.

 

 

Dan maar naar Whitney in TWO, waar hetzelfde probleem zich voordoet. Euvel hier is niet de knopperdraaier, maar zanger en drummer Julien Ehrlich. De beste man beschikt normaliter al over een dun stemgeluid, maar hier klinkt het alsof ‘ie een pakje zware shag uit een uitlaatpijp heeft gezogen. Tijdens de song Golden Days kijken wij muziekschrijvers elkaar met een pijnlijke grimas aan. Oeh, dat klonk kut, en wij schrijven over muziek, dus we zullen het wel weten, toch? Gelukkig heeft Whitney met de blazerssectie, die ook op plaat Light Upon The Lake zo aanwezig is, een sterke troef in handen. De band speelt dus alsnog een solide festivalshow voor een publiek dat vooral na lang, lang wachten toch beloond wordt met No Woman als afsluiter.

 

 

Op stage FIVE speelt de lieflijke Mitski. De Amerikaanse bracht vorig jaar de goed ontvangen plaat Puberty 2 uit, die na drie albums, eindelijk voor haar wereldwijde doorbraak zorgde. De klassieke indierock klinkt kraakhelder, rockend en melodieus.

 

 

Wij zijn blij verrast dat we hiervoor Cloud Nothings op stage TWO laten schieten, maar zoals dit zinnetje impliceert, hebben we er stiekem toch even gekeken. Cloud Nothings was vanavond vooral heel erg Cloud Nothings. Niks nieuws onder de zon, maar dat maakt Wasted Days niet ineens een kutnummer. Dus.

 

 

De hardste band van de dag is The Wytches. Vlak voor het grootse Arcade Fire weet het viertal uit Brighton het publiek in FIVE nog even flink uit te putten met keiharde in your face surfpunkgrunge, die na een half uur wel enorm inwisselbaar wordt.

 

 

Het veld voor de main stage staat dan al rammetjevol voor de band uit Montreal. We willen niet de indruk wekken dat we de twee uur durende show, waarin Arcade Fire putte uit de gehele discografie, hier in een paar zinnetjes kunnen vatten. Want: de. tering. wat. verbluffend. goed. Als we weer een beetje zijn bijgekomen van met ons bek open tot tranen geroerd zijn, wagen we ons misschien nog aan enige duiding over de bijna sacraal aandoende show die het Canadese gezelschap onder leiding van opperpriester Win Butler over ons uitstortte. Voor nu zijn we nog even te druk met sprakeloos zijn.

Als de show van Arcade Fire iets aantoonde, is dat we ook wel eens ongelijk hebben bij The Daily Indie. Dat we wel kunnen roepen dat de daadwerkelijk interessante bands zich aan de onderkant van het festival-affiche bevinden, maar Arcade Fire liet op Best Kept Secret gisterenavond even zien hoe hoog het échte eredivisie-niveau van de indie ligt. Radiohead al bij voorbaat gebombardeerd tot hét festivalhoogtepunt? Wij moeten het nog maar bezien.