De zomer is officieel begonnen, dus dat betekent natuurlijk dat het nu écht tijd is voor festivals. Dat zullen we weten ook, want op de allereerste editie van Loose Ends was het meteen kokend heet. Nu willen we natuurlijk niet klagen over mooi weer, maar voor een festival als Loose Ends waren deze omstandigheden misschien niet ideaal. Want in de brandende zon heb je toch minder snel zin om te moshen, toch?

Tekst Renier van der Zouw
Foto’s Michael Kattenbeld

Dat er toch vrij veel moshpits ontstonden, is bewijs dat er duidelijk nog een behoefte is aan een dag vol herrieschoppers als deze. Laten we beginnen met de feiten: Loose Ends is dus een spiksplinternieuw festival op de NDSM-werf in Amsterdam, dat ze delen met Strange Sounds From Beyond de dag ervoor, komt uit de koker van Friendly Fire en staat geheel in het teken van de betere (gitaar)herrie. Deze eerste editie heeft genoeg klinkende namen op de line-up: relatief oudgedienden als Sleaford Mods en Metz vullen nieuwe beloftes in de scene als Sports Team en Fontaines D.C. goed aan.

Het terrein is erg klein en biedt naast een pop-up winkel waar concertposters en ander artwork gekocht kan worden geen randzaken, dus het is duidelijk; op Loose Ends gaat het om de muziek. Met die muziek zit het gelukkig wel snor. De verhouding Nederlandse en buitenlandse bands is precies fifty-fifty en het aanbod is breed genoeg dat iedereen wel aan zijn trekken moet kunnen komen. Tenzij je fan bent van het écht harde werk, heel veel hoger dan bij Metz of Ploegendienst sloeg de decibellenmeter niet uit vandaag.

Indiefeestje
Nadat we het terrein verkend hebben – wat je dus in een minuut of vijf kan doen – beginnen we bij Personal Trainer. Deze Canshaker Pi-afsplitsing was ook al te zien op Best Kept Secret, dus de formule is bekend: Willem Smit en een hele hoop vrienden zorgen voor een ongeremd indiefeestje, waarbij de muziek net iets minder hard schuurt dan bij de grote broer. Ook vandaag op het kleine podium aan het water waar de band speelt is het weer een gezellige bedoening. Op het podium wordt er dermate veel gesprongen dat het af en toe lijkt alsof we bij een sessie ochtendgymnastiek zijn terechtgekomen. Vooral de toetsenist weet van geen ophouden. Het speelplezier is op zich aanstekelijk, maar slaat nog niet echt over op het publiek, daarvoor is het waarschijnlijk nog wat te vroeg en bovenal te heet. De springende toetsenist eindigt overigens bovenop een van de speakers, dus aan hem heeft het niet gelegen.

Ploegendienst

Daarna gaan we naar de tent voor Ploegendienst. Even geen zon dus, maar dat betekent niet dat er niet gezweet gaat worden. Ray Fuego’s punkband raast als een malle over het podium en zorgt vanaf de eerste minuten al voor de eerste pit die wij op Loose Ends zagen. Wij zijn overigens niet de enige die het heet hebben: Fuego komt al op zonder shirt, maar trekt ongeveer halverwege zelfs zijn broek uit, waarna hij ook het eerste heldenapplaus van de dag in ontvangst mag nemen. Maakt het dan uit dat zijn teksten niet te verstaan zijn en vrijwel ieder nummer hetzelfde klinkt? Mwah. Er zijn veel technisch verfijndere bands te vinden, maar er zijn er maar weinig die het publiek zo makkelijk mee krijgen als Fuego en zijn mannen.

Ploegendienst

Want dat dat niet altijd makkelijk gaat, bewijst Mozes and the Fistborn even later op het hoofdpodium. De band speelt prima, maar lijkt in de eerste helft niet helemaal hittebestendig. “Ik zie echt niks in de zon”, verzucht frontman Melle Dielesen als hij zijn gitaar probeert te stemmen en de uitroepen van ‘spéleuh!’ die daarop volgen lijken daadwerkelijk voor wat irritatie te zorgen. De sfeer is dus soms wat ongemakkelijk, wat misschien ook verklaart waarom hit Sad Supermarket Song enigszins doodslaat. In de tweede helft komt de band gelukkig meer op stoom. Vanaf een fijn meeslepend Scotch Tape/Stick With Me is het publiek mee. De aanhouder wint.

Mozes and the Firstborn

Vermakelijk
Hoewel er dus op zich genoeg verschillende bands te vinden zijn, ligt de boventoon toch duidelijk op indierock met een punk- en garagerandje. Dat is geen probleem, maar dat zorgt er soms wel voor dat het lijkt alsof je keer op keer naar dezelfde show staat te kijken. Zo kunnen we over Sports Team eigenlijk hetzelfde zeggen als over Mozes: prima band, maar het wil niet helemaal vlotten, totdat het dat uiteindelijk wel doet. Afsluiter Stanton mag zich zelfs tot de hoogtepunten van het festival rekenen. Overigens is het zelfs als de show nog niet helemaal los komt wel heel vermakelijk om naar te kijken, want Sports Team heeft met Alex Rice een frontman waar je je ogen niet vanaf kan houden. Zijn capriolen zijn ook een goed contrast met de zeer stoïcijnse toetsenist annex tamboerijn-speler Ben Mac, die op het podium staat alsof hij voor iedere beweging die hij maakt belasting moet betalen. Als het met de band niks wordt, kunnen ze altijd nog als komisch duo op tour gaan.

Yak

Yak in de tent heeft vervolgens alle in zich om een kolkend hoogtepunt te worden. De live-reputatie van deze Britten is met recht ijzersterk en hun nieuwe album Pursuit of Momentary Happiness behoort tot de fijnste herrieplaten van dit jaar (lees hier het interview dat we onlangs met de band deden terug). Helaas blijkt de tent een maatje te groot voor Yak. In de zaal van een poppodium is het heerlijk zweten op de schurende riffs en slepende zang van Oli Burslem, maar hier komt het niet helemaal over. Het is ook jammer dat prijsnummer Harbour The Feeling wordt overgeslagen. Een band hoeft natuurlijk niet te pleasen, maar Yak heeft nou ook weer niet zó’n geweldige discografie dat de grootste hit niet gemist wordt als die niet voorbij komt. Een heerlijk venijnig Victorious (National Anthem) in de slotfase maakt een hoop goed, maar gezien de hoge verwachtingen mag dit optreden toch de boeken in als een gemiste kans.

Als de middag op zijn einde begint te lopen, beginnen er toch wat kinderziektes op te vallen. Dat het terrein vrij kleinschalig is, is op zich lekker knus, maar zorgt er wel voor dat het gedeelte waar je eten kan halen rond etenstijd volledig volloopt, waardoor je makkelijk een half uur in de rij staat en er voor de langste rijen niet eens echt ruimte is. Daar komt dan ook nog bij dat het aanbod qua eten vrij beperkt is, al zijn we misschien gewoon verwend door de Best Kept Secrets en Down The Rabbit Holes van deze wereld.

(De tekst gaat door onder de afbeeldingen)

Dead on arrival
Niet dat wie in de rij staat heel veel mist, want precies op dit punt begint het programma wat in te kakken. Indian Askin en Iguana Death Cult spelen gelijktijdig degelijke shows, maar wel shows die we van beide bands al wel vaker hebben gezien, zonder dat er echt iets aan opvalt in positieve of negatieve zin. Dat geeft tijd om na te denken, waarna we tot de conclusie komen dat de line-up toch wel iets avontuurlijker had mogen zijn. Op een paar nieuwe talenten na, zien we toch vooral veel namen die al váák in ons land te zien geweest zijn.

Indian Askin

Dat de shows van Nederlandse bands niet echt uniek zijn is natuurlijk onvermijdelijk, maar je kan je bijvoorbeeld best afvragen wat precies de toegevoegde waarde is van deze show van Sunflower Bean. Diens album Twentytwo in Blue stamt alweer uit maart 2018 en de band was sindsdien al twee keer te zien in ons land. Daar komt dan nog eens bij dat het drietal qua sound hier niet enorm op zijn plek is en frontvrouw Julia Cummings er vocaal wel eens naast zit en je hebt een show die eigenlijk dead on arrival is.

Sunflower Bean

Gelukkig is daarna Iceage de optater die we wel konden gebruiken. Oké, de laatste worp van deze Denen is ook al weer meer dan een jaar oud en ook hebben we ze sindsdien al wel een paar keer kunnen bewonderen, maar muzikaal gezien past hun theatrale postpunk Loose Ends als een handschoen. Frontman Elias Bender Rønnenfelt struint over het podium alsof de duivel hem op de hielen zit en sleurt de tent moeiteloos mee in het duistere universum die de band met zijn muziek creëert, waar het een klein uur lang goed toeven is. Al kan dat blijkbaar niet iedereen goed smaken: de tent loopt al vrij snel leeg, maar voor de liefhebber is dit onvervalst genieten.  

Iceage

Aan METZ vervolgens de taak om het publiek klaar te maken voor de eindsprint. Dat lukt redelijk, maar toch zien we ook deze band veel liever in pak hem beet de bovenzaal van Paradiso, dan op een open veld in de zon. Aan de Canadezen ligt het niet. Zoals we van ze gewend zijn voeren ze hun stuwende noise-rock met enorm veel passie op. Je voelt het zweet bijna op het podium druppelen, maar vanaf een afstandje is het toch minder meeslepend dan in een setting waar je echt up close and personal met de band mee kan zweten.

METZ

Beste rockshow in tijden
Op het dipje rond het avondeten na hebben we ons prima vermaakt hoor, maar een echt hoogtepunt zijn we nog niet tegengekomen. Enter Fontaines D.C. Dit Ierse vijftal dat we onlangs interviewden heeft waarschijnlijk ook wel de meeste buzz rond zich hangen van alle bands vandaag, met name dankzij het ijzersterke debuutalbum Dogrel. In april zagen we ze nog op Motel Mozaique, waar de show helaas niet helemaal uit de verf kwam. Vanavond gaat gelukkig wel alles goed. Sterker nog, de band geeft een van de beste rockshows die ondergetekende in tijden gezien heeft.

Fontaines D.C.

Fontaines D.C. is simpelweg de juiste band op de juiste plaats. Frontman Grian Chatten is een bijzondere podiumpersoonlijkheid,  heeft dankzij zijn Ierse accent een stem uit duizenden en wordt bijgestaan door een band in bloedvorm. Heel Dogrel komt voorbij, waardoor duidelijk wordt dat die plaat eigenlijk geen zwak nummer kent. Tranentrekkende meezingers voor in de pub (Roy’s Tune, Dublin City Sky) worden afgewisseld met krakers (Chequeless Reckless, Liberty Belle, Boys In The Better Land) die zorgen voor de grootste moshpit van heel Loose Ends. Maar bovenal is Fontaines D.C. vanavond een band die verbroedert. Grote, zweterige mannen vallen elkaar zingend in de armen en pinken bij de ballads misschien zelfs stiekem een traantje weg. Soms zagen we vandaag een bewijs dat de moderne gitaarmuziek een beetje saaiig aan het worden is, maar dit was rock op zijn mooist.

Helaas is na dit zinderende hoogtepunt headliner Sleaford Mods juist de verkeerde band op de verkeerde plaats, want wat geeft dit dynamische duo een strontvervelende show. De formule – Jason Williamson spuwt in zijn zware Britse accent venijnige teksten uit in een gedesinteresseerd toontje, terwijl zijn kompaan rustig de beats op het publiek afvuurt – kan best leuk zijn, maar op Loose Ends slaat het in als een lul op een drumstel. Nummer na nummer komt voorbij zonder dat er maar een enkele klik met het publiek ontstaat. Na een minuut of veertig begint het geheel eindelijk een beetje tot leven te komen, maar dan is voor Sleaford Mods de wedstrijd al lang verloren.

Als afsluiter is dat dus een beetje een domper, maar verder beleefde Loose Ends een degelijke eerste editie. Een echte identiteit heeft het festival nog niet gevonden – geen van deze bands had misstaan op een Best Kept Secret of Down The Rabbit Hole – maar het was aangenaam om even een dag lang ondergedompeld te worden in, meestal, de betere herrie. Een tip van ons: zowel in de aankleding als in de programmering mag het allemaal best wat meer schuren. We waanden ons maar op een paar selecte momenten echt op een ode aan de betere herrie, nog iets te vaak was het een wat brave bedoening. Om de wijze woorden van Fontaines D.C. maar even te citeren: ‘you’re not alive until you start kicking‘.


YAK + Niko + Petersburg Orderer
Vrijdag 19 april

De band gaat inmiddels al een half decennium mee en is een wandelende verpersoonlijking van de rock-‘n-roll-lifestyle. We hebben het over niemand minder dan het Britse trio Yak. Een tijdje geleden verscheen het tweede album: Pursuit of Momentary Happiness, dat komt de band op 19 april in Eindhoven namelijk voorstellen tijdens een Lichting-avond. En nog meer goed nieuws: wij mogen kaartjes weggeven!

The Shadow Puppets, die andere band van Arctic Monkeys-zanger Alex Turner, nam Yak in 2016 mee op tour. Dat bleek geen overdonderend succes, zo beweerde de band dat hij niet mocht soundchecken bij de show in Berlijn. Mocht je denken dat het rock-‘n-roll-gehalte van de band hier op zijn hoogtepunt was, dan heb je het goed mis. Frontman Oliver Henry Burslem offerde alles op voor zijn artistieke visie. En met alles bedoelen we ook echt alles: financiële zekerheid en geestelijke gezondheid inbegrepen.

Experiment
De band experimenteerde met zichzelf, zijn eigen sound en met succes! Debuutplaat Alas Salvation was een schot in de roos, een veelbelovende start, maar met het nieuwe album maakt de band duidelijk gigantische stappen. De trukendoos werd ondersteboven gehaald en dat resulteerde in een plaat die, ondanks invloeden die overal vandaan lijken te komen, een gigantische samenhang kent.

Yak is en blijft een rasechte gitaarband en houdt het tempo er goed in op de nieuwe plaat. Een occasionele tussenkomst van wat blazers geeft het geheel nog even een extra adrenaline-shot. Verder zit het album vol tegenstellingen. Het klinkt lief, Pursuit Of Momentary Happiness, maar als je even naar het nummer luistert verandert die perceptie meteen. ‘Are you tired of being pissed and confused, vaguely amused?’, zingt Burslem. Toch niet zo lief, maar dan rest alleen de vraag of we nou echt zitten te wachten op een lieflijke gitaarband?

Kaarten winnen?
Wil jij heel graag die tickets voor de show van Yak (plus Niko én Petersburg Orderer) in Altstadt innen? Stuur dan vóór 17 april een e-mail naar ricardo@thedailyindie.nl en leg daarin uit waarom jij er absoluut bij moet zijn.


In de twee jaar die verstreken sinds de Britse rouwdouwers van YAK hun debuutplaat Alas Salvation op de wereld loslieten is er een hoop veranderd. Niet alleen werd bassist Andy Jones verruild voor Vincent Davis, ook muzikaal gezien heeft het er een en ander plaatsgevonden, zo blijkt uit nieuwe single Bellyache. Weg zijn de stuwende en compacte riffs van krakers als Victorious (National Anthem).

In plaats daarvan klinkt de riff van Bellyache alsof frontman Oliver Henry Burslem hem uit zijn gitaar moet persen. En horen we daar aan het einde nou echt een triomfantelijke blazersectie invallen?! Wat niét verandert, is dat YAK nog steeds ongelofelijk smerig klinkt. Misschien nog wel smeriger. Bellyache doet zijn naam in ieder geval eer aan, het nummer klinkt alsof het is opgenomen in een ranzige snackbar waar het drietal net om drie uur ’s nachts wat bakken kapsalon naar binnen heeft geschoven. Gelukkig weet de band die smerigheid nog altijd enorm lekker te laten klinken. De heren strooien nu al enige tijd met losse singles, maar hopelijk laat een volwaardige opvolger van Alas Salvation niet te lang meer op zich wachten.

De normale Nederlander – je weet wel, dat fictieve figuur dat voor zoveel politieke problemen zorgt – kijkt met dank aan Netflix meer series dan ooit. Maar we kijken niet alleen. Wie Netflix even minimaliseert en zich richt op Facebook, Instagram of Twitter, hoort slechts nog stemmen en muziek. Helemaal niet erg, want muziek kan net zo belangrijk zijn als beeld.

Dat bewees Graham Coxon van Blur onlangs nog met zijn soundtrack voor The End Of The F***ing World, terwijl de Stranger Things-soundtrack van Kyle Dixon en Michael Stein een ware jaren tachtig-revival teweegbracht. Een andere serie die de aandacht trekt met zijn soundtrack is de Britse maffiaproductie Peaky Blinders. Nick Cave, Arctic Monkeys en Iggy Pop leverden de afgelopen seizoenen muziek voor de serie. Ook het Nijmeegse Foxlane spint echter garen bij het Britse programma.

Het is december 2017 als ik Guus Timmermans voor het eerst ontmoet, op de kerstborrel van The Daily Indie. Hij vertelt mij enthousiast over zijn band: Foxlane. Ze waren genomineerd voor de Beste EP van Gelderland en doen mee aan de Grote Prijs van Nederland. Nu bevat mijn playlist doorgaans weinig winnaars van beide competities, maar ik besluit bij thuiskomst toch een bezoek te brengen aan de Spotify-pagina van het viertal. Daar valt mij al snel op dat hun populairste single (Birmingham) 300.000 keer gestreamd is, bijna tien keer zoveel als de tweede track op de Foxlane-pagina. De band koestert bovendien bijna 40.000 maandelijkse luisteraars, die voor het grootste deel afkomstig zijn uit Londen, Parijs, Madrid, Istanbul en Barcelona. Ter vergelijking: Amber Arcades heeft er bijna 20.000, Pip Blom bijna 30.000.

 

Mazzel-royalties
Hoe dat kan, is niet moeilijk te ontdekken. Birmingham blijkt namelijk een prominente plek veroverd te hebben in veel playlists die gewijd zijn aan Peaky Blinders. De track prijkt in veel gevallen bijna bovenaan zulke afspeellijsten, ergens tussen eerdergenoemde grootheden. Veel websites vermelden daarnaast dat het nummer van het jonge kwartet deel uitmaakt van de muzikale begeleiding van The Noose, de loeispannende eerste aflevering van Peaky Blinders’ recente vierde seizoen. Als ik de aflevering meerdere malen gekeken heb, heb ik de andere vermelde nummers (van onder meer Savages, Yak en FIDLAR) wél gehoord, maar kan ik geen spoor ontdekken van Foxlane’s Birmingham.

Een paar dagen later besluit ik Guus ernaar te vragen. “Nee, we zitten niet in de serie zelf, alleen in de playlist”, lacht hij. “We hebben ooit een keer contact gezocht met een beheerder van zo’n playlist en veel geluk gehad.” Birmingham, zo vertelt hij, is niets meer of minder dan een ode aan Peaky Blinders. ‘We own Birmingham’, zingen de Nijmegenaren. ‘We’re the Peaky Blinders!’ Een mailtje van de seriemakers heeft Foxlane nog niet ontvangen, wat royalties wél: “Van de plays uit die playlist hebben we tegenwoordig een aardig zakcentje.” En die websites waarop vermeld staat dat Birmingham wel degelijk in de soundtrack zit, dat is gewoon ‘slechte journalistiek’, al zorgde het er wel voor dat de track soms vierduizend keer per dag gestreamd werd. Inmiddels is dat wat afgenomen, maar het maakt de tribute niet minder waardevol, weet Guus, die de serie nog maar eens tipt. “Ik zou het echt eens kijken, alleen om de muziek al!” Kortom, we voegen Peaky Blinders toe aan onze kijklijst en voegen nog een tip van onszelf toe aan die van Guus: luister Foxlane!

Wij reiken geen awards uit. Deden we dat wel, dan ging de TDI Award voor Beste Video ongetwijfeld naar Abdomen dit jaar. Voor video’s als deze hebben de Duitsers een mooi woord uitgevonden: unheimlich. Beklemmend, griezelig en onbehaaglijk. Je zag ‘m het eerst bij ons! 

Het Friese garagegenootschap Abdomen maakt muziek die het daglicht niet kan verdragen. Ook op nieuwe single Wrong vloeien bloed, zweet en bier rijkelijk. Genregenoten Thee Oh Sees, Yak en Metz drukten muzikaal hun stempel op deze track die verhaalt over ‘de rare dingen die je doet als je in een neergaande periode zit en de mensen die je daardoor niet goed begrijpen,’ aldus frontman Peter van Beets.

Om de video bij Wrong begrijpt volstaat één keer kijken niet. Daarvoor gebeurt er simpelweg te veel en is het werk van Alpaca Animations té mooi.

De release van deze nieuwe single luidt voor Abdomen een druk najaar in met veel optredens en opnames. Tussen de Popronde-shows duiken de Leeuwardenaren namelijk in Leeds de studio in met producer Matt Peel, die eerder al produceerde voor Eagulls, Bad Breeding en Pulled Apart By Horses. Meer muziek van Abdomen is dus onderweg!

NME schreeuwde eind vorig jaar moord en brand toen, schijnbaar vanuit het niets, de track Plastic People van Yak online verscheen. Nu doet NME dat wel vaker, maar de overtuigende opvolger Hungry Heart bewees dat het enthousiasme over de Wulfrunians terecht was.

En nu is er Smile, dat zich na een psychy intro ontpopt tot een heerlijk bluesrockende en occult duistere track. Ook frontman Oli Burslem werkt zich door een geheel register, door via fluisteren en grommend croonen te eindigen in manische schreeuwzang. Benieuwd? Debuut-EP ‘Plastic People’ komt 24 mei uit via Fat Possum en de band staat op Best Kept Secret.

Luister Smile hier!