Jungle
Woensdag 21 november

 

This sounds like a therapy session, mate.” Josh Lloyd-Watson gaat languit op de stijlvolle marineblauwe bank van het labelkantoor in Amsterdam liggen. De ingelaste Nederlandse persdag van Jungle loopt tegen z’n einde, de vliegtickets liggen al voor hem op tafel. Hij nestelt zijn hoofd op een kussen en vouwt zijn handen achter zijn hoofd. “Say it again, go on.” Mooi. Kunnen we gaan beginnen.

Alle gekheid op een stokje: een therapiesessie is dit interview moeilijk te noemen. Eigenlijk is de term interview hier al niet op zijn plek. Boezemvrienden Josh Lloyd-Watson en Tom McFarland hebben na een lange dag wel genoeg van interviews en hebben net buiten een paar hijsjes mary jane gerookt. Lekker keten willen ze. Ik doe een moedige poging, maar uiteindelijk verzand ook ik in oeverloos geouwehoer en is van een lijn in het gesprek weinig sprake meer. Leuke gasten zijn het wel, die Engelsen. Hun tweede album For Ever is ook gewoon een erg sterk album, vol met de neo-soul die we al kenden van het ijzersterke debuut uit 2014.

 

For Ever is een break-up album. Deels opgenomen in Los Angeles, deels in Londen. Of hoe zit het nou toch?
Let me break it down for you, mate.” Josh komt met grootse armgebaren overeind van de bank. Hij is gehuld in een classy jaren vijftig outfit. Een lange donkerblauwe stoffen jas, zijn broek is okergoud. Een zonnebril met ronde glazen op. Zijn voorkomen doet iets denken aan hoe Alex Turner zijn laatste Arctic Monkeys-plaat live speelde. “Ik denk dat het inderdaad zo in het persbericht stond, ja.” Overdreven deftig zegt hij: “De locatie waar de evenementen hebben plaatsgevonden, Los Angeles, was altijd een grote inspiratie voor ons sinds dat we GTA speelden. We maakten het eerste album met in ons achterhoofd hoe L.A. zou moeten zijn, nu kwam het zo uit dat ik er ging wonen.”

En zo ging het. Josh vertrok uit zijn slaapkamerstudio in Londen en volgde zijn hart naar Los Angeles, waar hij een meisje had leren kennen. Tom bleef in Londen wonen, juist omdat hij daar een vriendinnetje had. Boezemvrienden en buren sinds hun negende, leden van een succesvolle band sinds 2014. Nu dankzij de liefde bijna negenduizend kilometer uit elkaar. “We hebben allebei hetzelfde gedaan, maar de manier waarop ík het deed was meer exciting”, grinnikt Josh. Even waren ze de ‘happy man’. Succesvolle band en een liefdevolle nieuwe relatie, maar het duurde niet lang of beide jongens donderden van de net beklommen roze wolk. Josh pakte z’n koffertje en woont nu weer met zijn maatje samen in Londen, in dezelfde straat als altijd.

 

Schrijven als het aloude recept voor gebroken illusies
Josh is bijna niet te verstaan. Vlak voor het begin van het gesprek kwamen er bakjes met verschillende nootjes en een fruitschaaltje druiven op tafel. Tijdens het praten propt Josh, honger gekregen, de ene na de andere druif zijn mond in. Zijn maat Tom, qua uiterlijk een klassieke Engelse skinhead, is beter te verstaan.

Tom: “Los Angeles wordt heel erg geromantiseerd. Over de hele wereld hebben artiesten een geromantiseerd beeld van wat het is en wat het kan zijn. Er wordt een soort droom aan vastgeplakt, die is er levend aanwezig, net als The American Dream.” Klinkt wellicht wat zweverig, maar een touw valt er nog wel aan vast te knopen. Het belangrijkste punt is dat het wel degelijk voor inspiratie zorgde, niet zo zeer de locatie maar wel wat er op die locatie gebeurde. Josh: “We zijn allebei door break-ups gegaan. En dan werkt schrijven als een helend proces. Je hebt niet echt meer dingen om over te schrijven als je dolgelukkig bent.”

 

“Het is veel makkelijker om eerlijk te zijn. Misschien wel dankzij het album kunnen we ook makkelijker over onze gevoelens praten”

 

De mannen van Jungle zien For Ever daarom ook als een behoorlijk persoonlijk album. Tom: “Het maakt ons niet uit wat de rest ervan denkt of dat de rest onze teksten kan horen. Het was voor ons belangrijk om te maken, zodat we over onze break-up konden groeien. Als andere mensen het ook leuk vinden, dan is dat mooi meegenomen.” Josh: “Open zijn in mijn teksten gaf mij een enorme vrijheid. Liever dit dan dat ik iets schrijf waar ik totaal niet achter sta. Al nagel je mij nu aan het kruis, dan zal ik nog achter deze lyrics staan.” Tom: “Mensen voelen het ook als het niet echt is. Ze ruiken oneerlijkheid. Als je liegt, moet je dat steeds weer maskeren. Het is veel makkelijker om eerlijk te zijn. Misschien wel dankzij het album kunnen we ook makkelijker over onze gevoelens praten.”

 

‘Kun je voor eeuwig van mij houden?’
Josh ligt er nog steeds bij als in de inleiding beschreven en de vijftig euro die hij als grap wilde geven voor ‘de sessie’, branden nog steeds in zijn zak. En dus neem ik, als de ware relatietherapeut die ik ben de proef op de som: waarom werkten de relaties niet?
Tom: “Omdat de meiden met wie we waren bindingsangst hadden. Wij waren er klaar voor om misschien wel de rest van onze levens te geven. En laat dat nou ook net de albumtitel zijn: For Ever. We moesten allebei de vraag stellen: kun je voor eeuwig van mij houden? Wij konden dat wel, maar zij niet. Dan moet je met klappen leren omgaan en weer doorgaan.”

Het is een vreemd gezicht. Twee stoere, keet schoppende mannen, die het hebben over eeuwig liefhebben van hun meisjes. Het zijn dan wel geen Satudarah-achtige persoonlijkheden, maar toch: het oogt onnatuurlijk. Stoere, hippe jongens met een klein hartje. Ze vonden troost in elkaars vriendschap, die nog sterker werd. Huilend met een fles wijn zaten ze in de auto, aldus het duo. Josh: “Het is heel belangrijk om te huilen.”

 

“We zijn er oprecht trots op dat we deze situatie nog naar iets positiefs hebben kunnen draaien”

 

Tom: “Al helemaal tijdens een zielige film. Heb je de film Lion gezien? Gaat over een klein jongetje uit India die gescheiden wordt van zijn moeder. Hij wordt op de trein gezet en raakt helemaal verdwaald. Wordt geadopteerd en leeft daarna op straat. Het is echt een hele emotionele film. Ik jank tranen met tuiten. De film Up ook, dat begin. Zo emotioneel, come on…”

Even los van alle geintjes die over de tafel vliegen. Natuurlijk moet je sterk in je schoenen staan om voor de liefde helemaal naar de andere kant van de wereld te verhuizen en om vervolgens weer met hangende pootjes terug en een gebroken hart thuis te komen.
Josh: “Iedereen dacht dat ik gek was”, vertelt hij licht gefrustreerd.
Tom: “Dat dacht ik ook! Haha, maar we zijn er oprecht trots op dat we deze situatie nog naar iets positiefs hebben kunnen draaien.”
Josh: “Het gaat mij niet om gelijk bewijzen, ik probeer gewoon zo zen mogelijk te zijn. Binnenkort verhuis ik naar Amsterdam.”

Het album is meer volwassen, maar of dat een goed iets is?
We ouwehoeren nog even verder over de break-ups. ‘Ze moesten gebeuren om plaats te maken voor betere dingen’ aldus de heren. We lullen zelfs over het type meisjes waar ze op vallen: ‘onafhankelijk en ambitieus’. Werd er in die auto nog geluisterd naar break-upsongs?
Josh: “Nee. We maakten ze. Ik heb wel een goede break-upsong voor je”, grinnikt hij. “Fix You van Coldplay”. Tom en Josh komen niet meer bij van het lachen, duidelijk een inside-joke.

Ik wil ingaan op het album en hoe het volwassener het klinkt dan het debuut. Maar direct is daar de counterstrike van Josh. “Is het nu goed of slecht dat je het album volwassener vindt? Ik denk dat het een of het ander kan zijn. Als we een ander minder volwassen album maken, dan had je nu gezegd dat het een jeugdiger en speelser album had gevonden.” Ja, misschien is het ook wel een waardeloze uitdrukking en heeft Josh nog gelijk ook. Ach, het is ook gewoon op. De fruitschaal en het bakje met nootjes zijn allebei leeg. De blikken dwalen steeds meer af in de richting van de vliegtickets, die daar zo naast mijn dichtgeklapte laptop op tafel liggen. Ik rond af, schud handen en terug vliegen ze. Terug naar de slaapkamers in London. De stranden, palmbomen en de naakte vrouwen in Los Angeles nog op het netvlies gebrand. Hadden we het ook nog over muziek moeten hebben of ging het daar nou juist over?


 

Jungle live zien? De band speelt dinsdag 20 november in Doornroosje en woensdag 21 november in TivoliVredenburg.

Tot voor kort hield Richard Russell zich vooral schuil op de achtergrond. Van achter de schermen vormde de Brit het brein achter gevierde albums van supersterren als Adele, Frank Ocean en Thom Yorke. Al decennia geeft Russell leiding aan XL Recordings, een van de meest eigenzinnige doch succesvolle platenlabels ter wereld. Een ernstige ziekte zette de veertiger er echter toe terug te keren naar zijn roots: hij ging weer zelf muziek maken. Onder de toepasselijke naam Everything Is Recorded verzamelde Russell zijn muzikale vrienden en vormde hij in zijn studio een bijzonder veelzijdig en verrassend album. Onder de special guests zijn onder meer Brian Eno, Peter Gabriel en Damon Albarn, maar de show wordt gestolen door jonge, zwarte muzikanten van het XL-label die bingo spelen met Britse stadsmuziek. Op de achtergrond bewijst Russell terloops net zoveel muzikaal talent te hebben als de artiesten die hij normaal gesproken begeleidt.

Van liefhebber tot labelbaas
Het is de ochtend van 9 juni 2013 als Richard Russell wakker wordt in Londen en zijn ledematen niet meer kan bewegen. Hij wordt meteen opgenomen in het ziekenhuis en brengt bijna twee weken door op de intensive care. Dan blijkt waarom de lichtste aanrakingen zo verschrikkelijk veel pijn doen: Russell lijdt aan een zeldzame spierziekte, het Syndroom van Guillain-Barré. Tijdens het herstel, dat tergend langzaam verloopt, kijkt de Brit series met zijn vrouw Esta: zij vindt Breaking Bad saai, hij valt in slaap bij Game of Thrones. Gelukkig is het aan Russells bed een komen en gaan van bekenden. Adele huilt tranen met tuiten, maar verzekert haar vriend er daarna van dat alles goed komt. Damon Albarn brengt een stoofpot langs en Geoff Barrow van Portishead stuurt Russell een piano op zakformaat om ervoor te zorgen dat Russell iets te doen heeft.

Waarom al die bekende muzikanten gebruik maken van het bezoekuurtje van het universiteitsziekenhuis? Omdat Richard Russell sinds de jaren negentig een van de meest invloedrijke figuren in de Britse muziekwereld is. In 1989 richt Russell samen met Nick Halkes en Tim Palmer het onafhankelijke label XL Recordings op om dancemuziek uit te kunnen brengen. In zijn beginjaren brengt XL, in eerste instantie onderdeel van het commerciëlere Citybeat, onder meer Belgische techno en breakbeat hardcore uit. Het duurt daarentegen niet lang voor XL zelf doorbreekt naar de mainstream. Dat gebeurt met dank aan The Prodigy, dat in 1992 zijn debuutplaat Experience via het label uitbrengt. Het album weet het bijna tot de Britse top tien te schoppen en stijgt in Nederland tot de twintigste plaats op de hitlijsten.

Toch staat Richard Russell er een paar jaar later plotseling alleen voor. Tim Palmer verlaat de muziekwereld, terwijl Nick Halkes zijn geluk gaat beproeven bij Positiva, het dancelabel van major EMI. Het biedt Russell de gelegenheid de horizon van XL Recordings te verbreden. Het komt daarbij goed uit dat de Brit een rijke geschiedenis heeft om op terug te grijpen. Russell luistert al op een bijna rituele manier naar muziek sinds hij opgroeide in Edgware, een joodse wijk in Noord-Londen waar de metro nog nét komt. Hoewel zijn ouders dan nog hopen dat hun zoon ‘gewoon’ dokter of advocaat wordt, mag de jonge Richard wanneer hij maar wil naar harde muziek luisteren. Aan de ene kant van het huis loopt de snelweg, aan de andere kant woont de stokdove mevrouw Margolis. Zijn platen haalt Russell in het hippe Soho, bij het inmiddels gesloten Groove Records aan Greek Street. Russell begint rapvinyl uit New York te importeren, start zijn eigen piratenzender en presenteert onder de naam Housequake (naar het Prince-nummer) allerhande feesten en partijen. Uiteindelijk scoort hij in 1990 als lid van Kicks Like A Mule met The Bouncer zelfs een undergroundhit die uit zal groeien tot klassieker in het bloeiende Britse ravecircuit, dat jongeren in de tijd van Thatcher een uitlaatklep had gegeven in de vorm van zwarte house uit Detroit en Chicago.

Van plaatmagnaat tot producent
Niet veel later stopt Russell met muziek maken en richt hij zich volledig op het groeiende XL Recordings. Twee jaar na Experience brengt het label de tweede plaat van The Prodigy uit: Music For The Jilted Generation debuteert op nummer één in de Britse albumlijsten en vormt de definitieve doorbraak van zowel The Prodigy als de platenmaatschappij waarbij Liam Howlett & co. onder contract staan. Drie jaar later is het weer raak: The Fat Of The Land wordt het eerste elektronische album dat in de VS de eerste plaats verovert. Ook in Groot-Brittannië en vijfentwintig andere landen behaalt de derde van The Prodigy de hoogste positie. Russell is succesvol geworden op zijn eigen voorwaarden.

In de jaren die volgen brengt XL albums uit van The White Stripes, M.I.A. en The xx en schrijft het label zodoende meerdere Mercury Prizes en Grammy’s op zijn naam. Ook Vampire Weekend, Tyler, The Creator en Adele, die door Russell getekend werd toen ze nog maar een tiener was, danken hun doorbraak aan de maatschappij. De rode draad is hoe XL volledig vertrouwd op de instincten van die muzikanten en daarmee de perfecte thuisbasis vormt voor artiesten als Thom Yorke, Jai Paul en Frank Ocean, die aan niets meer waarde hechten dan hun creatieve vrijheid en daarbij niet altijd commercieel succes nastreven. Met een slimme constructie en visueel album Endless verlaat Ocean in 2016 nog zijn vorige label, Def Jam, om vervolgens zijn échte tweede album, Blonde, uit te brengen bij XL. Natuurlijk leggen zulke bezigheden – hoewel artistiek van intentie – Russell geen windeieren: de London Times schat in 2015 dat zijn aandelen in XL Recordings meer dan 100 miljoen pond waard zijn.

Het stelt XL Recordings in staat bijzondere releases uit te brengen, die door grotere platenmaatschappijen misschien niet rendabel genoeg geacht zouden worden. Bij de beste voorbeelden daarvan zit Russell zelf achter de knoppen. Vanaf 2010 is de platenbaas namelijk ook actief als producent en raakt hij betrokken bij het beladen afscheid van twee grootheden. Samen met Damon Albarn werkt Russell in 2011 en 2012 aan het laatste album van de Amerikaanse soullegende Bobby Womack, The Bravest Man In The Universe. Twee jaar later overlijdt Womack, een dag voordat Albarn de eerste headliner ooit van Down The Rabbit Hole is. In Beuningen bewijst de Blur-frontman zijn goede vriend, die ook meewerkte met Gorillaz, een ontroerende laatste eer. Van nóg grotere invloed op Richard Russell is zijn samenwerking met de onvolprezen Gil Scott-Heron. Met het door Russell geproduceerde I’m New Here brengt Scott-Heron in 2010 zijn eerste album in zestien jaar uit. Russell werkt ruim drie jaar aan het album en bedenkt uiteindelijk het idee om I’m New Here te laten remixen door de dan al op XL getekende Jamie xx. Een paar maanden nadat We’re New Here in 2011 verschijnt, overlijdt Scott-Heron in New York.

Van stermaker tot studiobaas
De samenwerking met zijn iconen wakkert Russels liefde voor muziek maken aan én doet hem beseffen waaraan de perfecte studio moet voldoen. Met het bouwen van zo’n studio heeft Russell al een beetje ervaring: samen met de jonge producer Rodaidh McDonald verbouwt hij in 2008 een deel van het XL-hoofdkwartier aan Ladbroke Grove tot een studio. De studio wordt speciaal voor The xx gebouwd, maar vormt ook nu nog het kloppende hart van XL. Immers, een label zonder studio is niet meer dan een marketingbedrijf, meent Russell. Als zijn gezondheid het in 2015 toestaat en de Brit nog steeds de nood voelt een nieuw album te maken, gaat de veertiger dan ook als eerst op zoek naar een geschikte studiolocatie. Hij vindt de perfecte plek op vijf minuten lopen van het XL-kantoor, in het West-Londense Copper House.

Vanaf dat moment houdt Russell elke vrijdag open avond. Iedereen die aan wil sluiten, is welkom. Al snel hangt de ‘woonkamer’ van het gebouw vol met zwart-witfoto’s van de gasten. Peter Gabriel, Mark Ronson en Kamasi Washington komen langs, net als Brian Eno en – daar is ‘ie weer – Damon Albarn, die allebei een studio op de hoek hebben. Alsof dat nog niet genoeg is leveren ook Arcade Fire en The Last Shadow Puppets-arrangeur Owen Pallet en Nick Cave-compagnon Warren Ellis een bijdrage. Net als Russell zelf – die wel beats maakt en allerlei instrumenten ter hand neemt – houden de grootheden zich echter gedeisd. Centraal staan jonge, zwarte muzikanten die in veel gevallen onder contract staan bij XL: de Mercury Prize-winnende Sampha en Syd van The Internet bijvoorbeeld, of de Frans-Cubaanse zusjes van Ibeyi. Ze krijgen bijval van rappers Giggs en Wiki, terwijl met jazztalent Nubya Garcia en de Nigeriaanse poëet Obongjayar nog twee talenten aansluiten. Ook opvallend is de aanwezigheid van Infinite Coles, zoon van Wu-Tang Clan-legende Ghostface Killah.

De enige voorwaarde die Russell stelt aan ieder samenzijn is simpel: everything is recorded, zoals drie zachte piepjes aan het begin van het eindresultaat bevestigen. Dat eindresultaat is een album, vanzelfsprekend uitgebracht via XL. Op dat album maken de muzikanten er – een beetje alsof ze hun slaapkamer aan het opruimen zijn – eerst een soort teringzooi van, om die vervolgens terug te brengen tot een even nostalgisch als moderne bingokaart van Britse stadsmuziek. Everything Is Recorded doet denken aan de soundsystemen van Soul II Soul, Massive Attack en Damon Albarns Gorillaz, al echoot tussen de regels door ook een verder verleden door.

Dat komt vooral door de samples waar Everything Is Recorded omheen is gebouwd. Sampha doet op Close But Not Quite bijna een duet met Curtis Mayfield, terwijl Giggs rapt op Wet Looking Road over een Keith Hudson-sample en Mountains Of Gold dankbaar gebruikt maakt van Grace Jones’ Iggy Pop-cover Nightclubbing. Tegen het eind van de plaat doet Ibeyi daarnaast een cover van Gil Scott-Herons Cane, een fraai eerbetoon waarin wederom de hand van Richard Russell te herkennen is. De belangrijkste sample van Everything Is Recorded is er een die meerdere malen terugkeert en toebehoort aan de Amerikaanse priester T.D. Jakes. “There are moments in our lives that we feel completely alone”, bezweert hij als alle beats even weg zijn geëbd. “We feel as though no one knows what we’re going through.” Dan zwelt de muziek weer aan, tot de opname oplost en Jakes de luisteraar op het hart drukt: “You’re not alone in the battle, you’re not alone in the struggle.”

Everything Is Recorded By Richard Russell is uit via XL Recordings.

the-horrors-so-now-you-know

 

Zoiets ging ‘ie in prèmiere, de opvolger van het eerdere deze maand uitgekomen I See You heet So Now You Know, en klinkt net zo wonderbaarlijk. Wel anders dan we gewend zijn van The Horrors; de single klinkt licht, open en bijna zelfs opgewekt.

 

Luminous
Op 6 mei verschijnt de vierde plaat ‘Luminous’ van de Londense band op XL Recordings. Luister voor nu naar So Now You Know! It’s huge! And we know you’ll love it.