Dat wij fan zijn van Wolf Alice is geen geheim. We hebben de band al verschillende keren voor onze snufferd gehad voor een interview, laatst nog over hun nieuwe album. Begin deze maand stond Wolf Alice in de Melkweg, Amsterdam. Onze fotografe Tess Janssen waande zich in de wereld van de Britse band voor, tijdens en na het concert toen de zaal door een scala aan moshpits nog net niet met de grond gelijk was gemaakt. Scroll snel naar beneden voor een zeldzaam kijkje achter de schermen.

 

“Dit is het beste debuutalbum van de eeuw!” De Engelse collega’s van NME schreeuwden het twee jaar geleden weer eens van de daken. Ervaring leert dat we dit soort uitspraken altijd met kilo zout moeten nemen, maar toch: het zegt iets over de hype rond het debuut My Love Is Cool. Wolf Alice zette daarmee zichzelf stevig op de indiekaart, waar het ons met verschillende EP’s daarvoor al in de goede richting had gewezen. Dat was toen. Nu spreken we de jonge Londenaren op een zonovergoten Amsterdams dakterras. Het is halverwege juni en volop zomer, want het promotiecircus rondom Wolf Alice’ tweede Visions Of A Life begint al vroeg. Met het Leidseplein onder ons spreken we met de schuchtere frontvrouw Ellie Rowsell en de praatgrage bassist Theo Ellis.

Een nieuwe band vliegt uit de startblokken met een weergaloos debuutalbum, maar valt hard terug wanneer het niet bestand is tegen de druk van verwachtingen. Een klassiek voorbeeld van de in de muziekwereld zo gevreesde Moeilijke Tweede – er komt nu vast wel een voorbeeld bij je naar boven borrelen. Laten we die zorgen wat betreft Wolf Alice maar direct wegnemen: Visions Of A Life is een prima album, en misschien nog wel beter dan haar voorganger.

Op dit album verbreedt de band – zoals dat hoort bij de tweede plaat – haar horizon. Extremen die op album één al aanwezig waren, zijn een tikje vergroot. De ingrediënten zijn wel hetzelfde gebleven: shoegaze, grunge, folk, gitaarrock, avant-garde. Niet dat er geen popmuziek meer gemaakt wordt: single Beautifully Unconventional, met een typisch popstructuur, doet het al aardig op de radio. De andere tracks verschillen weer behoorlijk van elkaar, waardoor Wolf Alice een minder aanwijsbare sound heeft dan vele anderen. Wanneer hebben de bandleden zelf idee dat ze een klassieke Wolf Alice track geschreven hebben?

Theo: “De mengeling van songs en genres ís classic Wolf Alice.”

Ellie: “Iemand vertelde ons dat Sad Boy als een Wolf Alice-classic klinkt. Een nummer met een wat lossere structuur en een  combinatie van genres en invloeden.”

Zelf dacht ik aan de titeltrack.
Theo: “Dat snap ik zeker. Het is de langste track die we ooit schreven. It’s pretty fucking long! We wilden iets wat vet zou zijn om live te spelen en schreven het met dat in het achterhoofd. Dit moet echt de crowdpleaser worden, al duurde het lang voordat we zelf tevreden waren. Het is nog een hele uitdaging om zelf niet verveeld te raken als je een nummer van acht minuten speelt.”

Volgens sommige media is de verscheidenheid van Wolf Alice zowel de kracht als de zwakte, hoe staan jullie daar zelf in?
Theo: “Ik zie niet echt in wat de zwakte zou moeten zijn, tenzij je echt opzoek bent naar een bepaalde sound. Persoonlijk heb ik nooit willen luisteren naar een album waarop alles hetzelfde klinkt. Daar zit geen spanning in.”

Ellie: “Ik hou van dingen die zich moeilijk in hokjes laten stoppen. Ook als het aankomt op mensen.”

Theo: “Hetzelfde geldt voor kunst. Alles wat heel helder is, is saai. Ik wil graag geestelijk gestimuleerd worden.”

Over welke kunstenaars praten we dan?
Theo: “Ik ben vernoemd naar Van Gogh’s broer: Theodore van Gogh. Ik hou van Van Gogh.”

Ellie: “Ik hou heel erg Kiki Smith, ik weet niet of ze nog leeft. Haar schilderijen lijken op een donker sprookje. Creepy, maar wel heel cool. Ergens klinken wij ook zo.”


Een van de schilderijen van Kiki Smith die het artwork van Visions Of A Life beïnvloedde.

De groei van Wolf Alice laat zich misschien het best uitleggen aan de hand van Fluffy, de uitlaatklep van plaat één. Een weliswaar iets puntiger liedje – Ellie schreeuwt the f-word in het refrein – maar de rest was nog vrij braaf. Uitrazen doet de zangeres op Visions Of A Life met Yuk Foo, waar alle registers opengaan. Het resulteert in een furieuze punkknaller van de bovenste plank – de lading van de tekst laat zich raden. Op de plaat speelt Ellie, zoals ze het zelf zegt, met twee uitersten van emoties, waarvan boosheid de een is en verliefdheid (Don’t Delete My Kisses) de ander is.

De kunst van verscheidenheid heb je aardig in de vingers. Wat kunnen we op een volgend album verwachten?
Ellie: “Ik zou ooit nog een conceptalbum willen maken, maar meer op de manier waarop PJ Harvey het doet. Ik hou van Let England Shake. Het vertellen van een verhaal is daarop een ambacht. Maar ik zou het alleen doen als we echt een goed idee hadden. Niet het conceptalbum maken om het conceptalbum. We moeten wel wat te vertellen hebben.”

De twee komen in Amsterdam over als een zelfverzekerde band die hun plek in de muziekwereld al gevonden heeft. Je zou bijna vergeten dat het voor de twee twintigers ineens zo gigantisch hard ging. Ze zijn bekend met de gevaren van een tweede plaat en lijken amper van slag te raken van de alsmaar grotere zalen. In het afgelopen jaar speelde de band zo’n 150 gigs en zag het zichzelf in zowel vorm als grote groeien.

Het is allemaal erg hard gegaan en het lijkt weinig moeite te hebben gekost. Zijn er nog dingen waar je aan moet wennen?
Theo: “Het is een rare sensatie dat je over straat loopt en mensen iets over je weten, terwijl dat andersom niet zo is. Dat is heel erg gek. Je wordt er onzeker van en begint je zorgen te maken over hoe je eruitziet. Een keer werd ik in de metro herkend waar mijn moeder bij was. Dat vond ze fan-tas-tisch. Volgens mij probeerde ze een foto te maken van het moment.”

“Ook had ik heel veel moeite om de klik met mijn vrienden weer te vinden na de tour. Je stapt uit een zelf creëerde wereld waar je anderhalf jaar in hebt geleefd. Doordat je geen schema en routines had creëer je een raar soort mechanisme voor jezelf dat je altijd bezig bent. Toen ik thuis was, wist ik niet meer hoe ik moest relaxen en vond ik het vreselijk moeilijk om te switchen. Ik zoek eigenlijk nog steeds naar de uitknop, dus ben ik blij dat we weer mogen!”

Als één Britse rockband zich de doorbraak van vorig jaar mag noemen, dan is het Wolf Alice. Deze Daily Indie-darlings hadden vanaf het begin al veel aandacht te pakken met de ‘Blush’ en ‘Creature Songs’ EP’s, maar na de release van debuutalbums ‘My Love Is Cool’ begon de zegetocht pas echt. Nog geen drie maanden geleden bleek Bitterzoet vele malen te klein. Gisteren was het viertal terug voor het grootste eigen optreden in Nederland tot nu toe: Paradiso. 

Uitverkocht is de avond niet, maar al bij voorprogramma Sundara Karma blijkt al snel dat het niet rustig zal blijven in de Grote Zaal. Wanneer de vier heren uit Reading aftikken met meest recente single A Young Understanding staan er al genoeg mensen voorin. Afsluiter Loveblood vormt een tweede hoogtepunt in een overall sterke, consistent en solide optreden. Goed geluid, goede songs, genoeg energie: strik er omheen en niks meer aan doen!

‘Amsterdam, what the fuck! Last time we played here it was for about 300 people!’  Het enthousiasme met een vleugje verbazing bij bassist Theo Ellis vat de bevlogenheid en energie van Wolf Alice op het podium goed samen. Met name gitarist Joff Oddie pakt alle momenten die er zijn om de voorste rijen op te zoeken, zijn gitaar alle kanten op te laten vliegen en daarmee Paradiso op te jutten. Dit lukt vooral goed bij de eerste drie à vijf meter aan publiek, die vanaf Bros (vanavond als derde track op de setlist) geen songs meer stil zullen staan.

De setlist, die naast nummers van ‘My Love Is Cool’ in totaal vier nummers van de eerder uitgebrachte EP’s bevat, is door het vele touren zo goed als perfect afgesteld. De beste nummers worden bewust verspreid over de avond gespeeld, en de rustige nummers worden precies zo geplaatst dat het er nooit meer dan twee achter elkaar zijn. Moaning Lisa Smile en Giant Peach bewijzen ook nu perfecte afsluiters te zijn van de reguliere set en het toegift.

De drie bewegingvolle meters vooraan zijn in een uur zeker verdubbeld. Wolf Alice heeft zich nadat de doorbraak een feit was ontpopt tot niet alleen een Daily Indie-darling, maar ook een lieveling van een publiek groot genoeg om Paradiso zo goed als uit te verkopen. Het zou zomaar kunnen dat ze bij een een succesvolle tweede plaat door kunnen stoten naar een hoger niveau. Als in Paradiso één ding duidelijk is geworden, is dat ze dat nog aan zouden kunnen ook.

Wolf Alice heeft door de jaren heen talloze transformaties ondergaan. Ellie Rowsell begon  in 2010 een folkduo met Joff Oddie. Dit groeide op wonderbaarlijke wijze uit tot een vierkoppige band die een grungebutton opspeldde. Toch krijgt de band de term ‘pop’ ook vaak naar de koppies geslingerd. Inmiddels zijn wij, samen met de wereld, tot de conclusie gekomen dat genres maar stom zijn. Wolf Alice is gewoon goed en gewoon lekker, debuutalbum ‘My Love Is Cool’ is het bewijs.

De titels die de hoes van het album sieren zijn al een lust voor het oog en de songs sluiten hier naadloos bij aan. ‘My Love Is Cool’ varieert tussen kalme meewiegmuziek, zoals Turn To Dust en Soapy Water, tot ruige haarwappersounds, op Giant Peach en Fluffy. En alles daar tussenin. Ook voor een viool, shaker en synthesizer is er plaats. In The Wonderwhy en Freazy laat Rowsell zelfs even haar rapskills horen.

‘My Love Is Cool’ is als een regenboog van sounds en inspiraties, die Wolf Alice langzaam maar zeker naar een eigen auditieve goudpot aan het einde leidt. Maar als deze niet gevonden wordt, geen probleem. Want zoals we al zeiden: Wolf Alice is gewoon goed en gewoon lekker en dit debuutalbum is genieten geblazen.

Volgens mij is er nog geen issue van TDI MAG uitgekomen zonder dat we links of rechts over een band uit Brighton hebben geschreven. Met The Magic Gang is het opnieuw raak. Deze Britse kustmuzikanten brengen al een tijdje puike singles uit, tourden met Courtney Barnett en Wolf Alice, en weten met Alright de juiste snaar te raken.

De band heeft een ambitieuze instelling door te claimen dat zij muziek maken voor ‘mind, body, spirit en soul’. Dat is misschien wat hoog gegrepen, maar lekker is het in ieder geval wel. De licht grungy sound met Weezer-achtige melodieën, laten een frisse bries door je hoofd waaien.

 

Ein-de-lijk is daar de aankondiging van het debuutalbum, ‘My Love Is Cool’, van Wolf Alice, al moeten we nog wel even wachten tot eind juni. Ze hebben ons gelukkig alvast een Giant Peach toegeworpen als voorproefje, en het is heerlijk. Rauw en ongepolijst met een dik, krachtige riffje. Rockmuziek zoals het hoort. Wij zijn hen dan ook eeuwig dankbaar dat zij afscheid hebben genomen van hun folkie verleden en het vol op de garagerock hebben gegooid. Het album wordt geproduceerd door Mike Crossey, die in het verleden ook Arctic Monkeys, Foals en Blood Red Shoes een handje heeft geholpen. Wij hebben al een afscheurkalendertje gemaakt voor eind juni.
 

In de nieuwe video bij deze track wordt het leven van een band op tour eens even flink onder de loep genomen. Een monstermanager met een kauwgumpje in z’n mond en een oortje in leert de band alle Kiss-Clichés (inclusief tongen die de snaren strelen en moeilijke rock-’n-rollhoudingen) en maakt Wolf Alice het leven zuur. De videoclip wordt afgesloten met een stukje videoclipilluminati wanneer er een video wordt opgenomen in een Robin Hood-thema in de video van Giant Peach, gevolgd door een onverwacht, maar bijzonder fijn einde.

 

london calling

 

Daily Indie schrijvers Ronald van Berkel en Yoram van Hees trekken op 9 & 10 mei naar Paradiso om verslag te doen van de eerste London Calling van 2014. Het duo doet allerlei ontdekkingen, welke je hier kunt lezen in hun verslag! De foto’s zijn afkomstig van Remco Brinkhuis. Enjoy!

 

London Calling, het halfjaarlijkse festival voor nieuw –voornamelijk Brits- talent is weer begonnen. Na twee avonden in de Tolhuistuin gaat het reguliere festival vanavond in Paradiso van start. Geen betere manier om te beginnen dan met een piepjong, Londens bandje. Happyness oogt vooral heel erg groen: de band speelt een ratjetoe van stijlen waarbij vooral de britpop van de laatste tien jaar en de grote alternatieve bands uit de jaren ’90 als inspiratie hebben gediend. Niks nieuws onder de zon dus, alhoewel de voorzichtige, door jazz geïnspireerde solo’s wel een frisse toon brengen. De koortjes lijken een wanhopige poging om pakkender te klinken, maar dit bewijst eens te meer dat dit een band is die vooral nog erg zoekende is. (YvH)

 

 

01 - Happyness

Happyness

 

 

De volledige tegenpool hiervan opent het Grote Podium van Paradiso. San Fermin is een Amerikaans achttal dat van alle kanten juist té doordacht overkomt: tot de vaste posities van de bandleden op het podium en de de quasi-nonchalante kledingstijl aan toe. Groot, groter, groots lijkt de insteek te zijn, maar eigenlijk is het net alsof je naar een aflevering van ‘Glee’ kijkt. Iedere noot, stap of slag –elk element- lijkt onderdeel te zijn van een grondige choreografie en iedere spontaniteit of chemie ontbreekt. (YvH)

 

 

02 - San Fermin

San Fermin

 

 

Dit doet Kins gelukkig beter. Deze band uit Brighton komt over als een stel informaticastudenten, maar hun muziek houdt het midden tussen alt-J, Wild Beasts en Radiohead: start-stop ritmes, een aardige dosis gitaargepingel, forse lagen synthesizers en een nerveus trillende, indringende stem. Toch is het niet zozeer zanger/gitarist Thomas Savage die de show steelt, zelfs niet als hij in het laatste nummer zijn gitaar afneemt en het publiek probeert te bezweren als ware hij Thom Yorke zelf. Drummer Alex Knight slaat zo hard, precies en meedogenloos op zijn drumset dat deze op een gegeven moment zelfs een klein beetje van de voorkant van het podium lijkt te willen opeisen. (YvH)

 

Na dit eerste hoogtepunt van London Calling #1 2014 volgen Trouble With Templeton en Folly And The Hunter. De één is Australisch, de ander Canadees, maar beide bands bevinden zich ergens op de rand van de behoorlijk verzadigde scene van folkbands. Trouble With Templeton heeft wat meer pop-attitude, maar komt op het podium vooral heel degelijk en saai over. Folly And The Hunter pakt het wellicht harmonieuzer aan (dit zijn de beste koortjes die we vanavond hebben gehoord), maar is vooral eigenlijk meer van hetzelfde. (YvH)

 

 

03 - The Trouble With Templeton

Trouble With Templeton

 

 

Deze dip in het programma van de eerste avond wordt doorgepakt door Teleman, de band die het magistrale Pete & The Pirates moet opvolgen. Drie van de vijf piraten zitten namelijk in deze band, waaronder zanger Thomas Sanders. Teleman klinkt dan ook onherroepelijk als zijn voorganger, maar ze hanteren wel een andere insteek. Pete & The Pirates wist altijd jong, frivool en rammelend te klinken, Teleman houdt de boel strakker. De gitaren hebben nog nagenoeg dezelfde sound, maar worden veel meer in het gelid gehouden door de motorik-ritmes van drummer Hiro Amayima (de enige nieuwkomer binnen de groep). Hoewel de bandopzet in essentie niet eens heel slecht is past Sanders’ lichtelijk nerveuze, doch nooit onvaste, zang veel beter bij een lossere stijl van musiceren. (YvH)

 

 

04 - Teleman

Teleman

 

 

Hospitality is een trio uit Brooklyn, dat bestaat uit Amber Papini, Brian Betancourt en Nathan Michel en live wordt bijgestaan door een extra gitarist/ keyboardist. De New Yorkers maken indie-pop pur sang. Na twee albums (Hospitality uit 2012 en Trouble uit 2013) weet Papini, die de meeste nummers heeft geschreven, hoe een pakkend liedje te maken. Hospitality klinkt catchy, bescheiden ingenieus en soms aandoenlijk. Er wordt her en der wat gegoocheld met maatsoorten, zoals in Rockets And Jets, waardoor de liedjes interessant blijven en niet simpel weg zijn te schrijven als pop. Echter, alle nummers worden gespeeld met een pretentieloze terughoudendheid, wat soms de band siert, maar waardoor het vaak net niet overkomt zoals het zou moeten. Misschien ligt het aan de jetlag, waaraan de New Yorkers volgens Betancourt momenteel lijden. Hospitality bestaat al sinds 2007, maar op sommige momenten lijkt het alsof ze nog steeds niet gewend zijn om voor een zaal mensen te spelen. Zoals bijvoorbeeld bij Friends of Friends, het tweede nummer van de set. In theorie zou dit nummer ervoor gezorgd kunnen hebben dat de kleine zaal van de Paradiso in een grote dampende dansmassa zou veranderen, maar Hospitality mist helaas dat beetje pit waarvoor dat nodig is. Toegegeven, als dit een examen geweest zou zijn, is Hospitality wel geslaagd. Zelfs als Papini een paar noten net niet weet te halen, vergeven wij het haar. Bij dit kaliber indie-pop mag het allemaal wel een beetje rammelen. (RvB)

 

Het uit Londen afkomstige Wolf Alice laat een ideale set horen voor een showcase-festival als London Calling. Direct vanaf de set-opener Moaning Lise Smile beukt Wolf Alice vol gas door elf steengoede nummers heen. Zo krijgen we nieuw werk voorgeschoteld, dat 26 mei op de EP ‘Creature Songs’. Dat nieuwe werk klinkt rauw, punky en pompeus en past perfect in het straatje dat Wolf Alice is begonnen te leggen met stenen als Bros, Fluffy en She. Deze laatstgenoemde nummers, afkomstig van de drie releases die Wolf Alice vorig jaar heeft uitgebracht, worden live bijna twee keer zo snel gespeeld, maar nergens verliest de band de controle. Het kwartet verbaast als uit het gitaargeweld opeens Wicked Game van Chris Isaak te herkennen is, dezelfde cover die London Grammar een half jaar geleden ook op London Calling heeft vertolkt. Wolf Alice concludeert haar show met Blush en Fluffy en bewijst daarmee ook prima gas terug te kunnen nemen om vervolgens weer alle registers open te gooien voor de grand finale. Niet voor niets dat de eerste pit en de eerste crowdsurfer van de avond op naam van Wolf Alice komen te staan. Meer van dit! (RvB)

 

 

05 - Wolf Alice

Wolf Alice

 

 

Als na middennacht, als het normaliter bij London Calling alweer wat rustiger is,  de grote zaal nog propvol staat durven we wel te zeggen dat er een flinke buzz rondom Jungle hangt. Jungle is altijd heel strategisch geweest in hun positionering in het hedendaagse muzieklandschap, want lang was onduidelijk wie of wat er nou achter deze groovy en hypnotiserende funk-outlet zat. Vlak voor het optreden wordt dit mysterie verwezenlijkt door het dikke mistgordijn dat de lichttechnicus in de grote zaal opwerpt. Een paar minuten later verschijnt er tussen dat rookgeweld een zevenkoppige band, bestaande uit een bassist, drummer, percussionist, twee achtergrondzangers en ‘frontmannen’ J. en T., die verantwoordelijk zijn voor het opzetten van Jungle. Frontmannen is trouwens niet de juiste term om de twee Londenaren mee aan te duiden, want nergens eist een één van de twee te veel aandacht op. Dat Jungle een bizar strakke en goed op elkaar ingespeelde live band is, wisten we al door hun optredens op Eurosonic, Motel Mozaique en als voorprogramma van Haim, maar wederom bewijs Jungle dit. Sterker nog, het is sindsdien alleen maar beter geworden. Elk nummer wordt vierstemmig gezongen door J., T. en de twee achtergrondzangers en elk nummer is loepzuiver. Het feit dat er tussen de nummers door amper gepraat wordt draagt ook bij aan het feit dat Jungle hier alleen maar is om met en voor ons een heerlijk dansfeestje te bouwen. In het refrein van afsluiter Platoon zingen ze “I knock you down, brother” en dat is precies wat er in dit kleine uur is gebeurd. Wij zijn omver geblazen. (RvB)

 

 

 

Deze week staat London Calling gelukkig alweer voor de deur, het festival begint al op woensdag en donderdag in de Tolhuistuin en trekt hem door tot en met vrijdag en zaterdag in Paradiso. Daily Indie-schrijvers Yoram van Hees en Ronald van Berkel doen verslag en geven alvast hun tips voor het festival!

 

Tips van Yoram van Hees.

Gambles
Het verhaal klinkt al triest: jonge ontwerper wordt verliefd op zijn muze. Ze verloven zich als zij zwanger blijkt te zijn, maar zij krijgt een miskraam en het versgetrouwde stel moet samen het leed zien te verwerken, maar gelooft er niet meer in, richt zich ten gronde en scheidt uiteindelijk. Hij, Matthew Daniel Siskin, vertaalde dit leed naar intens sobere liedjes en bracht vorig jaar de wonderschone plaat ‘Trust’ uit. De muziek past geheel binnen de traditie van de beste singer-songwriters van lang geleden. Klagen heeft lang niet zo mooi geklonken.

Zaterdag 19:15  in de Kleine Zaal van Paradiso.

 

Solids
Bij London Calling weten ze allang dat je soms even wat verder moet kijken dan slechts over het Kanaal. Solids komt uit Montreal en passen binnen de Canadese traditie van hardst rockende garageduo’s. Evenals Death From Above 1979 en Japandroids voor hen, heeft dit tweetal een hardcore-verleden in de vingers en de jaren ’90 tussen de oren. Naast dit alles speelt de band op London Calling een late show in de Kleine Zaal; waar ze het in Canada hebben over ‘a recipe for disaster’ is dit toch wel het mooiste recept!

Zaterdag 1:15 in de Kleine zaal van Paradiso

 

Arthur Beatrice
Arthur Beatrice is zo’n band dat alles in eigen handen houdt. Op de foto’s zie je al een viertal dat met een kalme zelfverzekerheid de wereld gaat veroveren. Vier jaar geleden introduceerden zij zich al, maar nu zijn ze pas echt uit hun studio gekropen. Uit de muziek, waarin R’n’B wordt gemixt met klassieke piano op een manier die wij vorig jaar al van London Grammar hoorden, klinkt een ingetogen euforie.

Zaterdag 23:15 in de Grote Zaal van Paradiso

 

Teleman
Pete & The Pirates, wie kent ze nog? Helden van London Calling #1, 2008. Toch ging de band eind 2012 uit elkaar. De twee succesvolle albums mochten niet baten, evenals het frisse zijproject Tap Tap. Drie van de vier bandleden besloten echter door te pakken en richtten Teleman op, en dat klinkt – tja – als Pete & The Pirates: nerdy en een tikkeltje nerveus. Waar de piraten echter voorheen nogal de neiging hadden om alle kanten uit te schieten, houdt Teleman de groove recht en gestaag. Gaat dat horen.

Vrijdag 22:00 in de Grote Zaal van Paradiso

 

The Bohicas
Domino Records heeft The Bohicas opgepikt. Moeten we nog meer zeggen? Hapklare rock ‘n roll in de beste Britse traditie, en het is dus ook niet gek dat ze door de grootste Britse bands van het moment op sleeptouw worden genomen. De ambities en de opwinding spat ervan af, en bovendien brengen zij Londen naar London Calling.

Zaterdag 20:20 in de Kleine Zaal van Paradiso

 

 

 

 

Tips van Ronald van Berkel.

East India Youth
Stel je voor: je speelt al een tijdje in een gitaarband en besluit het in de elektronische hoek te proberen. Je maakt een demo en die komt terecht bij het gerenommeerde Engelse muziekblog The Quietus, waar ze je werk vervolgens zo verdomd goed vinden dat ze besluiten een label op te zetten om het uit te geven. Het overkwam William Doyle, beter bekend als East India Youth.

Na een EP in 2012  brengt The Quietus in 2013 de langspeler ‘Total Strife Forever’ uit. Het album vol experimentele, krautrock-achtige en soms enkel instrumentale ambient-tracks wordt flink opgepakt door de verschillende muziekblogs die het internet rijp is. Uit interviews blijkt dat Doyle er vooral erg nuchter onder blijft en hoopt níet een hype-act te zijn, omdat hij met East India Youth grootste plannen heeft.

Hoe ambitieus dat ook is, er is altijd een volgende stap en voor Doyle is dat London Calling. Dat het een boeiende en uiteenlopende set wordt staat vast. Luister maar alvast naar de Total Strife Forever I, Dripping Down of Heaven, How Long en je zult begrijpen waarom wij ook in hem geloven.

Woensdag 20:00 uur in de THT-Zaal van de Tolhuistuin

 

Kins
Een band die zichzelf neerzet als specialist van twijfel, afstandelijkheid en opgekropte woede. Fans van Local Natives, The Dodos en Other Lives zullen in hun handen wrijven als de eerste noten van Kins vrijdag langzaam de grote zaal vullen. Die eerste noten zullen resulteren in uitgerekte, timide en vernuftige liedjes. Want liedjes is wat Kins maakt: elk nummer op het in 2013 uitgebrachte ‘Kins’ heeft een stiekeme hook, waar je goed op moet letten wil je hem niet missen, maar die er zeker in zit. Mockasin’s of Aimless zijn hier sublieme voorbeelden van, mocht je je afvragen waar we het over hebben.

Vrijdag 20:20 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Wolf Alice
Het Londense Wolf Alice ontleent haar naam uit een stuk van schrijfster Angele Carter, waarin een kind wordt opgevoed door wolven. Het fictieve karakter moet op zoek naar haar bestaansrecht en daarbij contrasteert Carter voortdurend tussen het menselijke en beestachtig en sijpelt door dat een gelukkig wezen hierin balans moet zien te vinden.

Deze thematiek is mooi door te voeren  naar de name sake van Wolf Alice. Tussen de nummers die vorig jaar in single en EP-vorm zijn uitgebracht is een heerlijke dynamiek te ontdekken. Wolf Alice is breekbaar en atmosferisch in Blush en Every Cloud en laat het bloed sneller stomen door nummers als Fluffy en Bros. Het ultieme wapenfeit is She, waarmee Wolf Alice bewijst dat ze vanuit de vijfde versnelling heel soepel terug kunnen schakelen naar de tweede.

Vrijdag 23:15 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Jungle
Jungle is één van die namen op het affiche van deze London Calling die je misschien al een keer voorbij hebt zien komen. Ze staan prominent op de BBC Sound of 2014 lijst, hebben twee singles die allebei viral gingen en hebben Nederland al aangedaan met een showcase op Eurosonic, een voorprogramma voor Haim in Paradiso en een ijzersterke show op Motel Mozaïque. Mede hierdoor heeft Jungle al een grote fanbase, terwijl ze niet eens officieel hun namen of gezichten openbaar hebben gemaakt. We weten eigenlijk alleen dat Jungle oorspronkelijk een duo is dat elkaar kent sinds ze elf jaar zijn en dat we ze mogen aanspreken met J. en T.

Eén ding dat we wel zeker weten over Jungle is dat ze een bizar goede live-show neer kunnen zetten. J. en T. zijn duidelijk de blikvangers en zingen loep- en loepzuiver, maar met vijf andere bandleden erbij is Jungle live onmenselijk goed. Dat betekent dat als je deze London Calling wilt dansen je sowieso hierbij moet zijn. Maak je maar op voor een heerlijk potje Funky Elektro Swing van het kaliber Metronomy, TV on the Radio en The Invincable.

Vrijdag 0:35 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Telegram
Nee, we hebben het niet over die nieuwe social media app, of haar offline, fysieke en ouderwetse voorganger, maar over die lichtelijk psychedelisch shoegaze-band uit London. Uit hetzelfde nest waarin The Horrors en TOY zijn opgegroeid is Telegram een band die prima meelift op die heerlijke nostalgische en gruizige sound die je ook hoort bij Charlie Boyer, Temples en Splashh, en waar wij bij The Daily Indien ontzettend fan van zijn. Begin dit jaar hebben ze een live-sessie op BBC 6 te pakken gekregen nadat ze in een dronken bui het radioprogramma van Marc Riley plat hebben gesmst. De live-ervaring die ze voor dat moment met Telegram hadden was één show in een vintage-shop en de demo die ze hebben laten horen was opgenomen op een iPhone. Ondertussen heeft Telegram getoerd met Palma Violets en Temples en staat een tour als voorprogramma van Miles Kane in de planning.

Zaterdag 19:45 in de Grote zaal van Paradiso

 

 

 

Poster-1e namen

 

Het was even rustig de laatste paar weken, maar de goede nieuwtjes over het festivalseizoen komen weer van alle kanten binnen! Zo zijn de data van de mei-editie van London Calling in Paradiso bekend: vrijdag 9 en zaterdag 10 mei . En zijn ook de eerste zeven namen bekend gemaakt voor deze editie: Desperate Journalist, Wolf Alice, Arthur Beatrice, Ice Choir, Proper Ornaments, Hospitality en The Delta Riggs komen optreden. 

 

Desperate Journalist uit Londen heeft misschien nog geen langspeler uit, maar de vier nummers die online zijn uitgebracht werden wel meteen opgemerkt door de Britse en Amerikaanse muziekblogs. Spannende post-punk met pittige vrouwelijke vocalen, denk Siouxsie and the Banshees, Savages, Bleached. Overtuigend, krachtig en live ongetwijfeld een sensatie.

 

 

Wolf Alice was dé Britse hype van 2013. Geen blog dat er niet over schreef. Het Nederlands livedebuut beleefde Wolf Alice op London Calling in de Tolhuistuin, waar de reacties lovend waren. De muziek van Wolf Alice is sprankelend, spannend en gruizig. Ergens tussen het fluisterwerk van Mazzy Star en de lo-fi klanken van Pavement en The Fall in.

 

Arthur Beatrice uit Londen maakt mysterieuze, minimale popmuziek – een beetje zoals The xx, maar meer indie dan electronisch – en ze staan op het punt om internationaal door te breken. De band heeft een frontman en frontvrouw: Orlando Leopard en de sierlijke Ella Girardot. De ritmesectie wordt bezet door de broers Elliot en Hamish Barnes.

 

 

Elliott Hammond, toetsenist van Wolfmother, is de frontman van The Delta Riggs. Deze band uit Sydney maakt pure rock ’n roll, met invloeden uit 70’s psychedelica en hardrock. Het nummer ‘Hex.Lover.Killer.’ is een heerlijk aanstekelijk rock ’n roll anthem voor fans van Wolfmother, Jet, Cage The Elephant, The Hives.

 

Ice Choir. Pet Shop Boys, Erasure, Spandau Ballet,  Visage, Johnny Hates Jazz, Tears for Fears en dat dan door de drummer van Pains Of Being Pure At Heart dan heb je Ice Choir. Het project van Kurt Feldman -want zo heet hij  – is een ode aan de jaren  tachtig. Gladde Synths, barokke vocalen, romantische teksten en een hitsige drumbeat.

 

De muziek van Proper Ornaments is te omschrijven als perfecte indiepopmuziek, minimalistisch en klassiek, aanstekelijk en tijdloos. The Velvet Underground en Jesus & Mary Chain, maar dan iets meer gepolijst en moderner, zoals ook Jacco Gardner dat aanpakt. Proper Ornaments tourde in 2013 met Crystal Stilts en is op dit moment bezig met het eerste studioalbum.

 

 

Amber Papini is de spil van de New Yorkse indieband Hospitality. Ze is een eigenaardige zangeres en songschrijver met een typisch Brits accent, maar dan met een Texaans tintje en haar liedjes getuigen van een enorme muzikale verbeeldingskracht. Tegendraadse indie. Vrolijk met een scherp toontje. Ze zou zo het derde zusje van Kim en Kelley Deal kunnen zijn. Het debuutalbum ‘Trouble’ komt binnenkort uit.

 

——————————————————————————-

 

Datum: vrijdag 9 en zaterdag 10 mei 2014
Prijs: €20,00 dagkaart en €35,00 passe-partout excl. lidm. (€3,50 p.maand / €25 p.jaar)
Open: 18:00
Aanvang: 18:30
Meer info: www.londoncalling.nl
www.paradiso.nl

 

B1_HitTheCity_2013_typo_fa

 

Ja hoor, daar is ‘ie dan: de winactie voor Hit The City! Op 3 november is het weer feest in Eindhoven, met een potje toffe bands die je zeker niet wilt missen! Een eerder bericht over de line-up, activiteiten en bijbehorende clips/geluiden kun je hier lezen, onderaan deze pagina vind je de speciale Spotify Playlist om je goed in te luisteren.

 

Line-up
Met artiesten als METZ, Temples, Yuck, Wolf Alice, Eagulls, Nadine Shah, Glass Animals, Föllakzoid, Adam & The Relevants, The Afterpartees, Schultz and Forever, Natural Child en Killer View wordt ’t een mooie dag in Eindhoven, dat staat vast. En er is niet alleen maar op het gebied van muziek, zo is er ook een literatuurprogramma en een expo. Een compleet dagje uit dus.

 

 

Kaartjes winnen
Wat je daar allemaal voor doen? Nou, wat je doet is: je stuurt een mailtje naar prijsvraag@thedailyindie.nl (mailen kan tot en met zondagavond 23.59) met jouw naam en de reden dat jij naar Hit The City wil en misschien ga jij 3 november dan gezellig naar Eindhoven. Heuj!

 

 

 

 

 

hit the city

 

In totaal presenteert Hit The City vandaag acht nieuwe namen voor het festival op 3 november, en dat zijn acht extra redenen om naar de Lichtstad af te reizen! Te weten dat Temples, Broken Twin, Wolf Alice, Nadine Shah, Empress Of, Schultz & Forever, Killer View en Adam & The Relevants er allemaal bij zullen zijn! Naast de namen die natuurlijk eerder al bekend werden gemaakt door het festival. Om iedereen zijn geheugen even op te frissen, bij te vullen en blij te maken met deze artiesten, hebben we onderaan een rijtje YouTube-clips neergezet voor je. Eén van de tofste nieuwe bands dit jaar en de maakster van één van de mooiste nummers in 2013 staan er in ieder geval tussen…!

 

Kijkje in de Deense keuken
Het Deense muziekexport programma ‘Spot on Denmark’ presenteert tijdens Hit The City verschillende opkomende Deense acts, waaronder Broken Twin, Killer View en Schultz & Forever. De Deense muziekscene is één van de meest interessante en vooruitstrevende van het moment. Die wil je dus zeker niet missen!

 

Literatuurprogramma  + Expo
Onder curatorschap van de Eindhovense schrijver Henk van Straten zal er ook dit jaar een literatuurprogramma plaatsvinden in het gebouw van Kelderman en van Noort op het NRE terrein, nabij de Studentenkapel. Naast Van Straten zelf, komen er weer enkele (inter)nationale schrijvers en dichters langs. Hierover wordt snel meer bekend gemaakt. Datzelfde geldt voor de expositie die er te bewonderen zal zijn.

 

Hit The City presents: Elephant Stone op nieuwe locatie NRE-terrein | 8 september
Niet alleen maar nieuwe namen, er komt ook een nieuwe locatie bij dit jaar. Deze venue op het NRE-terrein is zo vers dat er nog niet eens een officiële naam voor is! Om het publiek alvast te laten wennen is er daarom op zondag 8 september een bijzondere show van de Britse psych-pop band Elephant Stone (luister hier Love The Sinner, Hate The Sinmet als voorprogramma The Silhouettes dat om 20.00 uur opent. De schade voor deze uiterst vermakelijke avond bedraagt € 7,50. Hit it!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hit The City | Effenaar | The Rambler | Studentenkapel | Kelderman en van Noort | Zo. 03 nov |
Aanvang: 15.30 u. open 15.00 uur | € 17,50


De voorverkoop voor Hit The City loopt  via
www.hitthecity.nlwww.effenaar.nl en Ticketservice Nederland.

 

 

image003