Van origine komt surfrock regelrecht van de Zuid-Californische stranden en niet uit de veel noordelijker gelegen mainport Seattle. Dat zou een zomaar eens de verklaring kunnen zijn voor de melancholische sound die de dames van La Luz hebben aangehouden voor hun tweede langspeler. Zelfs de immer zwoele surfgitaartjes kunnen niet verhullen dat de band een ander klimaat en een andere scene (grunge, hallo!) gewend is.

Dat betekent echter niet dat ‘Weirdo Shrine’ kunstmatig aanvoelt, wat dat doet het allerminst. Dankzij het productiewerk van knoppenkunstenaar Ty Segall en frontvrouw Shana Cleveland is er een weemoedige, filmische ambiance ontstaan, waardoor tracks als I’ll Be True en True Love Knows in een neo-noire niet zouden misstaan. Kortom, een piekfijn plaatje en een verademing in de vloedgolf die de surfrock-revival heet.

 

De bassist en longtime amigo van Ty Segall heeft een nieuw album: ‘MCIII’; een niet al te originele naam voor het vervolg van ‘MCII’ (2013). Maar dat nemen we voor lief. Cronin is op ‘MCIII’ een virtuoze duizendpoot. Noem het op en Cronin speelt het: trompet, saxofoon, whatever. Het maakt hem niets uit.

Het valt allereerst op dat ‘MCIII’ een album is in twee duidelijke delen: de eerste vijf songs zijn popnummers, gemaakt met een handjevol instrumenten dat Cronin tot zijn beschikking had. Vooral in dit gedeelte lijkt Cronin ietwat gereserveerd en legt hij meer en meer het accent op zijn popgeluid. De overige zes songs zijn rauwer en doen meer denken aan het werk op ‘MCII’. Daar worden we al vrolijker van.

 

 

Al met al is ‘MCIII’ nauwelijks een garagerockplaat vergeleken met Cronins eerdere werk. ‘MCIII’ is een album dat je rustig opzet, afluistert en je verder niet het gevoel geeft dat het een nieuw album is van Cronin. Daarmee heeft de voormalige garagerocker een risico genomen. Wellicht wint hij zieltjes met deze plaat, maar het is twijfelachtig of dit de fans van het eerste uur aanspreekt. Ben je fan van de poppy sound van Cronin? Great, dan is dit het album voor jou. Hou je meer van zijn oude garagesound, dan adviseer ik je om ‘MCII’ en het debuutalbum nog eens af te stoffen en op repeat te knallen.

Wand komt met het zand nog aan de slippers naar Vera, Groningen! De band komt  uit Los Angeles, waar de palmbomen slechts een weerspiegeling zijn van wat er daadwerkelijk telt in het leven: muziek. Ongeveer een jaar geleden bracht de band zijn debuutpareltje ‘Ganglion Reef’ uit op God? Records, het label van Ty Segall. Nu is de band alweer terug met opvolger ‘Golem’, (die review lees je in ons nieuwe magazine!) die opnieuw een felgekleurde en heerlijk psychedelische toverbal is. Wand is een muzikale kameleon, die zowel kleurrijk als duister uit de hoek kan komen.

Wij mogen 2×2 kaarten weggeven voor de gig in Groningen op 25 mei! Deel de status op Facebook of retweet op Twitter om kans te maken op de tickets.

 

De geschiedenis van London Calling is er eentje die al neigt naar de status van een legende. Programmeur Ben Kamsma is al sinds het eerste uur de man achter dit voorheen Britse showcase-festival. Sindsdien heeft London Calling een imago ontwikkeld waar je ‘U’ tegen zegt, onder andere door de artiesten die de line-up sierden en inmiddels de wereld hebben veroverd, maar zeker ook om de bijzondere sfeer. Maar dat weet je al en anders kom je er vanzelf achter dit weekend!

Het begon in 1992 met slechts vier bands: Bardots, Some Have Fins, Jennifers (die de naam omdoopte tot Supergrass) en Swervedriver. Lastig voor te stellen met een line-up die nu al enige jaren zo’n 24 artiesten over twee avonden verspreid kent. Er is een hoop veranderd sinds de allereerste editie. De poster groeide met het jaar en in het legendarische jaar 1994 – het jaar met Blur – kwam er zelfs al een verlegen tweede editie om de hoek gluren. In 1995 werd er weer teruggedeinsd, maar vanaf 1996 was London Calling definitief twee weekenden keer per jaar.

 

Langzamerhand werd de line-up van London naar de rest van Engeland gesleept. Hier is de verbijsterende lijst met Kaiser Chiefs, The Darkness, Franz Ferdinand, Editors, Bloc Party, Suede, The Libertines, Placebo, The Veils, The Maccabees, Ash, Metronomy, Foals,  Bombay Bicycle Club, The xx, Florence and the Machine, Wild Beasts,  Two Door Cinema Club, Snow Patrol, Peace, Temples en Klaxons het gevolg van. Vervolgens werd de rest van de UK uitgepluisd, maar tegenwoordig staan er bands vanuit de hele wereld op London Calling.  Want waarom zou je je beperken tot één specifieke regio als er zoveel moois voor het oprapen ligt? Dankzij deze omslag zijn de posters naast Britse beauty’s ook gevuld met bands als Wavves, Grimes, Warpaint, Tame Impala, Jagwar Ma, TOPS, METZ, Japandroids, Foster The People, Ty Segall, Haim en Unknown Mortal Orchestra.

Tame Impala – London Calling 2010 – Foto: Atze de Vrieze

Doordat de kans groot is dat tenminste één van de aanwezige artiesten de wereld verovert, is de naam London Calling inmiddels een begrip geworden. Een begrip van een festival dat steevast geheel of grotendeels is uitverkocht. London Calling is dan ook onmisbaar in de Nederlandse festivalwereld. Alle bands moeten ergens beginnen; maar vele begonnen op London Calling. Wie weet welke bands van deze editie volgend jaar het voorbeeld hebben gevolgd van de honderden acts voor hen? Daarover speculeren we verder aan de bar dit weekend!

 

 London Calling 2007 met The Maccabees, Klaxons, Foals, The Wombats, Blood Red Shoes, Friendly Fires e.v.a.

Los Angeles is geen Groningen. Wuivende palmen tegenover hangende treurwilgen, witte stranden en een blauwe zee tegenover een stadsstrand aan een verontreinigd kanaal. Santa Fé weet op hun nieuwe EP ‘Maneki Neko’, uitgegeven door Purple Noise Records Club, in vier fantastische nummers beide knap te combineren tot een sterk zonnig-ellendig garagepop geluid.

Muzikaal leunt het zestal naar bands uit de zonnige westkust van Amerika, als Thee Oh Sees en Ty Segall, maar voegt daar vooral qua sfeer en tekstueel een diepere, laten we het een Groningse dimensie noemen, aan toe. Waar de vorige EP redelijk upbeat garagerock was, is hier het tempo in de meeste nummers omlaag geschroefd en nemen de toetsen en monotone drums veel meer ruimte in. De teksten zijn daarbij bovendien behoorlijk mistroostig. “La la la la, the world is a lonely place” in Apneu en “found myself inside a well, crawling out again” in The Well bijvoorbeeld: geen vrolijke zaken maar wel ‘het echte leven’ en resulterend in een zeer sterk sfeerbeeld.

Het psychedelische en licht optimistisch Jellybean, die niet zou misstaan op Ty Segalls ‘Manipulator’, is wat sneller dan de andere nummers en valt daardoor het eerst op. Meer luisteren levert echter gelijke waardering voor alle vier de nummers op, vandaar ook dat ze alle vier een eigen clip krijgen de komende weken. Stuk voor stuk zitten ze knap in elkaar en elk nummer heeft zijn eigen aantrekkingskracht. Als het geen bas-, synth- of gitaarlijntje is, is het wel een fantastisch refrein of heerlijke break. Eigenlijk is er maar één ding kut aan deze EP: hij duurt maar 12 minuten.

 

Op een reguliere maandagavond scheurde Ty Segall afgelopen week Paradiso compleet door tweeën met zijn mini-All-Star-Band. Na een wat moeizame start met slecht afgesteld geluid en rommelig gespeelde nummers ging het halverwege compleet los. De ene helft van het publiek was aan het crowdsurfen op de andere helft v/h publiek en het feest was compleet toen Ty er zelf ook nog even indook. The Daily Indie was erbij en legde het allemaal vast, check hieronder de foto’s van Rudy Sablerolle!

Ty Segall












meatbodies

 

Vorig jaar opereerden ze nog onder de naam Chad & The Meatbodies, maar inmiddels is het Chad & The gedeelte komen te vervallen. Voormalig naamgever Chad Ubovich is er nog wel gewoon bij, en maar goed ook, want door zijn ruime ervaring in de tourband van Mikal Cronin en sporadische invalbeurten bij Ty Segall is hij met name de reden waarom de band scherp in de gaten wordt gehouden door alle blogs en liefhebbers.

Garagepopper
Op het fameuze In The Red Records (oa Fuzz, Tyvek, Dirtbombs) is recentelijk een nieuwe 7” van Meatbodies verschenen met daarop twee nummers die al eerder op cassette zijn uitgebracht. Geen nieuw materiaal dus, maar wel weer een plekje in de spotlight met de recht-toe-recht-aan garagepopper Wahoo. Het is nummer is te snel voorbij om echt een voldaan gevoel te geven. Na een kort, voornamelijk akoestisch, intro is het een paar keer een refreintje en dan al snel de veelbelovende afsluitende solo.  Slim gedaan door het label dus, want nu zijn alle blikken weer gericht op het moment later dit jaar wanneer dan eindelijk de LP van Meatbodies uit komt. Wij hebben er in ieder geval zin in!

Luister het nummer exclusief via Pitchfork.

Morgan Delt album

 

In het uitbrengen van glinsterende psych-pareltjes is Morgan Delt heer en meester, en dat hoorde Trouble In Mind Records (o.a. Jacco Gardner, Maston, The Limiñanas) ook. Meer dan een jaar geleden hebben we hem wel eens zwevend voorbij zien komen met zijn ‘Psychic Death Hole’ cassette, sinds eind januari laat hij met zijn zelfgetitelde debuutplaat nog eens zien wat voor zaligmakende psych deze caleidoscopische tovenaar in zich heeft.

 

Kleurrijke draaikolk
Je stort jezelf in een kleurrijke draaikolk vol invloeden van Wilson, Boettcher en Barrett, waar je niet snel meer uitkomt. Je wordt opgezogen door de obscure schoonheid die zich voor het eerst laat horen op de opener Make My Grey Brain Green. Te omschrijven als ‘flowerdelia’ wordt Barbarian Kings gelijk afgeschoten als opvolger; een nummer waarin eigenlijk alles achterstevoren afgespeeld lijkt te worden. Mr Carbon Copy heeft zelfs iets van The Strokes in zich, waarna je helemaal niet meer weet waar je belandt bent.

 

In de bizarre luisterervaring hoor je dingen die je waarschijnlijk nog niet eerder hebt gehoord. ‘Morgan Delt’ is een behoorlijke natte droom voor psych-rockers die niet vies zijn van een potje experiment. Maar het is niet alleen maar moeilijke, rare, niet vol te houden en in LSD ondergedompelde muziek dat de klok slaat. Onder al die geflipte, door elkaar heen wurmende lagen, zitten fonkelende nummers verstopt die uit een ver en  niet bestaand land lijken te komen. Dromerig, pulserend en hallucinerend zijn de drie kernwoorden die op de muziek van Delt van toepassing zijn. Tel daar een analoog en stoffig klinkende tape-sound bij op en je hebt een nieuwe, favoriete artiest.

 

Unieke, psychedelische stijl
Het tempo houdt hij erin met het, voor zijn doen, catchy Chakra Sharks en het stompende Backwards Bird Inc. Afsluitend met Tropicana en Main Title Sequence, die de hele plaat opsommen, kom je tot een prachtig einde van een luisterervaring waarbij je al het gevoel van tijd en plaats kwijt bent geraakt. Een unieke, psychedelische stijl die 2014 gelijk goed open weet te breken. Laat je zintuigen de vrije gang  en de krankzinnig fijne nummers alles overnemen.

 

 

 

fuzz artwork loose sutres

 

Op 20 augustus en 1 oktober is het weer zo ver, dan brengt Ty Segall eindelijk weer eens een plaat uit. Vorig jaar bracht ‘ie er alleen al drie in één jaar uit, dus we hadden al het idee dat we iets gemist hadden. Maar niets is minder waar, in augustus komt zijn nieuwe solo-plaat ‘SLEEPER’, maar  in oktober komt er dus ook eentje met zijn nieuwe formatie Fuzz.  Begin januari verscheen al het nummer This Time I Got A Reason en toen kwam ook Fuzz’s Fourth Dream nog voorbij. Twee zware en heerlijk psychedelische rocknummers die je los op zal moeten blijven zoeken als je ze tof vindt, want die nummers zullen  niet op het zelfgetitelde album komen. Wel staan er acht nummers op, die je live kunt horen op 26 september in Bitterzoet! Hieronder check je het nieuwe nummer Loose Sutres.

 

artworks-000038437844-lv12w5-large

 

Vandaag gaan we keihard aan de slag om de derde editie van The Daily Indie helemaal af te ronden. Maar voordat ‘ie naar onze digitale drukker gaat om vervolgens richting de App Store te gaan, willen we je natuurlijk nog wel even met een paar fijne nummers de week insturen.


Girls Names – Pittura Infamante




Beach Fossils – Generational Synthetic




Youth Lagoon – Dropla




Pien Feith – Oh Radical Me




Childhood – Bond Girls




SUUNS – Edie’s Dream




Ty Segall – Thank God For Sinners




Unknown Mortal Orchestra – So Good At Being In Trouble



Work Drugs – Delta

 

ty segall

Het schijnt dat Ty Segall alweer een nieuwe band heeft gevormd in de tussentijd: Fuzz. Het is een samenwerking tussen Segall’s gitarist Charles Moothart en Ty (die de gitaar overlaat aan Charles en drumt en zingt in dit project). Er wordt een 7-inch uitgebracht (die al uitverkocht is) met daarop This Time I Got A Reason en Fuzz’s Fourth Dream. Hieronder kun je de twee nummers beluisteren.