John Dywer is een bezig baasje. Als hij geen platen uitbrengt als Damaged Bug doet hij dat wel met Oh Sees. Dat lees je goed, voortaan zonder Thee. Waarom zullen we waarschijnlijk nooit weten, maar het is in ieder geval niet de eerste keer dat de naam van de band gewijzigd is: eerder ging de groep al door het leven als onder andere OCS en The Ohsees.

Dat deze naamswijziging geen voorbode is van een grote koerswijziging op muzikale gebied maakt nieuwe single The Static God meteen duidelijk. Dywer zet namelijk weer gewoon een gek stemmetje op, de gitaar- en baslijntjes zijn nog steeds lekker vreemd en het nummer zit ook weer vol met aanstekelijke uitroepen: whoo! In augustus volgt het nieuwe album Orc, maar gezien de vlammende show die de band vorige maand in de Maassilo in Rotterdam gaf, hopen we vooral dat we Dywer en consorten weer snel op een van de podia van het land kunnen zien.

Wát een naam dropte Rotown in januari. Thee Oh Sees kwam voor een exclusieve show naar Nederland, en dan ook nog eens in de Rotterdamse Maassilo: een onverwachte en spannende plek voor livemuziek. Alsof dat allemaal nog niet feestwaardig genoeg was, bombardeerde het podium de avond tot een heus minifestival. Met vijf Nederlandse acts als voorprogramma, een platenmarkt, burgers en genoeg speciaalbier bij de bar, kon het niet anders dan dat het een goed gevulde avond zou worden.

 

Harry Merry

De deuren van de Maassilo openen vroeg: om half 8 staan de eerste bands van de avond al in de startblokken. De aftrappers zijn twee acts van uitersten. Cultheld van Rotterdamse bodem Harry Merry is met zijn weirdo-keyboard pop al vanaf de eerste toon heerlijk vervreemdend. Misschien lijkt het allemaal wel een geïmproviseerd optreden, en zeker met nog een fel schijnend daglicht op het podium is de setting niet helemaal ideaal. Maar wie echt goed luistert naar wat Harry Merry ten gehore brengt, snapt dat deze man een genie is. Ariel Pink heeft al gezegd groot fan te zijn van deze Rotterdammert, we geven hem geen ongelijk.

Charlie & The Lesbians

Aan de andere kant van het doolhof van een pand is Charlie & the Lesbians, vanzelfsprekend, het rookhok van de Maassilo compleet aan het afbreken. De punkers vallen duidelijk in de smaak: als de show voorbij is racet menig bezoeker naar de labelmarkt om bij de stand van het nieuwe label Osso Crosso een cassettebandje van de band op te kop te tikken. Niet veel later wordt er een streep door de prijslijst gezet: uitverkocht!

Op de labelmarkt valt er tussen de shows door ook lekker te cratediggen. De platen speciaalzaak Grey uit Breda heeft een collectie meegenomen, De befaamde Rotterdammer Hans Tweedehands bracht zijn koffer mee, waar Thee Oh Sees frontman John Dwyer ook van lijkt te genieten. Met zo’n vijf platen onder zijn arm verdwijnt hij naar de backstage. Ook zijn naast het label Osso Crosso Mink Records (the Stangs, the Mighty Breaks, the Hazzah) en Coaster Records (Mountain States, Bounty Island, Goodnight Moonlight) aanwezig om hun releases te promoten.

Korfbal

Na een galmende zZz op het hoofdpodium is het de beurt aan Korfbal en J.C. Thomaz & the Missing Slippers. Minpuntje: de supportacts beginnen telkens op hetzelfde tijdstip. Voor veel mensen heen-en-weren dus. De band Korfbal was daar ineens. De band die als een ‘grap’ ontstond uit o.a Yuko Yuko en Creepy Karpis doet het toch beter dan zij in eerste instantie verwacht hadden. De eerste EP getiteld Hitkrant verschijnt dit najaar op cassette bij Subroutine Records, en is de band ook nog eens terecht geselecteerd voor de Popronde dit jaar. De band vult een dik half uur met catchy tunes die van pop naar garage schieten en met veel riffjes uit onverwachte hoeken.

Thee Oh Sees

Rond half tien lijkt men genoeg gewacht te hebben: vooraan bij het podium beginnen zich al flinke rijen te vormen om zo veel mogelijk van de de legendes Thee Oh Sees mee te kunnen krijgen. Wanneer om tien uur de drummers Dan Rincon en Paul Quattrone aftikken lijkt die moeite gelijk tevergeefs te zijn: bier vliegt binnen no-time in het rond en een kolkende moshpit weet Rotterdam flink te laten dansen. Thee Oh Sees zegeviert vanavond: met een discografie van bijna twintig(!) studio-albums weet de band rondom John Dwyer wel hoe ze een concert zonder dieptepunten in elkaar moeten zetten. Met bekende nummers als the Dream en Web is het bijna een hitjes-set. Maar nadat de band pakweg anderhalf uur speelt en het publiek anderhalf uur danst kunnen wij wel concluderen dat Thee Oh Sees bij elke show wel zegeviert, maar vanavond heeft het met de industriële setting van de Maassilo nét een tikkie extra.

 

 

Het angstaanjagend hoge tempo waarmee onze garagefuzzheld Ty Segall muziek de wereld injaagt, vinden we ook bij diens kompaan John Dwyer. Nog maar een maandje geleden bracht de frontman van Thee Oh Sees single Bog Dash  van zijn project Damaged Bug uit. Nu slingert hij alweer de volgende psychpunksong de wereld in, precies rond de tijd dat Damaged Bugs plaat Bunker Funk uitkomt. En direct maakt Dwyer van die gelegenheid gebruik om zijn boek aan te kondigen.

Met een hypnotiserend ritme marcheert single Unmanned Scanner als een niet te stoppen machine de ether in. De radertjes van die machine zijn geolied met het zo geniepig en buitenaards klinkende geluid dat we inmiddels het handelsmerk van Dwyers werk uit afgelopen jaren kunnen noemen.

Dat de muzikale duizendpoot zelf het artwork verzorgt voor veel van de posters van zijn eigen optredens, zal voor sommigen minder bekend zijn. Een greep uit de posters die hij sinds 1999 maakte, bundelde Dwyer in het boek Exploded Globes, dat op 24 maart uitkomt. Verwacht daarin een flinke dosis psychisch gestoorde fratsen die over de grenzen van de bekrompen normen heen kukelen. Dat boek zal evenals de muziek natuurlijk verschijnen via Dwyers eigen label Castle Face Records.

Het angstaanjagende tempo waarmee John Dwyer surfpunkrock de ether in jaagt, staat onverminderd op standje maximaal. Schreven we twee happen lucht geleden nog over zijn project Damaged Bug, nu is het meteen weer de beurt aan zijn bekendste wapenfeit: Thee Oh Sees. Met de nieuwe video bij Gelatinous Cube slaat de band uit Californië ons met een kleurrijke tekenfilm om de oren.   

Afgelopen jaar brachten Thee Oh Sees maar liefst twee platen uit. Op een van die platen, A Weird Exits, vinden we de grandioos-razende-maar-retelekker-in-het-gehoor-liggende song Gelatinous Cube terug. Nu komt daarbij de video: vol met kindvriendelijke kleurtjes vinden we daarin mannetjes die op een agressieve manier extreme vormen van hebzucht en bijkomende slavernij uitbeelden. Een vorm van mind control die tot het verleden behoort? Awel, laat uw zachte droom in dat geval niet verstoren door Thee Oh Sees.

Op 7 mei staat de band in de Maassilo, Rotterdam.

Wie nog niet zo goed bekend is met het werk van psych-punkbaas John Dwyer raden we aan op te passen alvorens deze single een draaibeurt te geven na een rustgevende yoga-sessie!   

De opzwepende ritmesectie van single Bog Dash die Dwyer met Damaged Bug lanceert, dwingt de luisteraar de dansvloer te willen betreden. Maar eenmaal daar aangekomen, is er al snel geen ontsnappen meer aan. Daar bekruipt de niet-wetende luisteraar het griezelige gevoel achterna gezeten te worden door aliens, en zich over te moeten geven aan orde-verstorend gespuis (waaronder Biesmegoggels en Vloombalen, red.). Zoals het ook wel vaker niet helemaal pluis is in songs van zijn garage-band Thee Oh Sees. Verder nog te weten: meer van dit soort songs zullen te vinden zijn op het album Bunker Funk, dat in maart verschijnt op zijn eigen label Castle Face Records.

 

Wij reiken geen awards uit. Deden we dat wel, dan ging de TDI Award voor Beste Video ongetwijfeld naar Abdomen dit jaar. Voor video’s als deze hebben de Duitsers een mooi woord uitgevonden: unheimlich. Beklemmend, griezelig en onbehaaglijk. Je zag ‘m het eerst bij ons! 

Het Friese garagegenootschap Abdomen maakt muziek die het daglicht niet kan verdragen. Ook op nieuwe single Wrong vloeien bloed, zweet en bier rijkelijk. Genregenoten Thee Oh Sees, Yak en Metz drukten muzikaal hun stempel op deze track die verhaalt over ‘de rare dingen die je doet als je in een neergaande periode zit en de mensen die je daardoor niet goed begrijpen,’ aldus frontman Peter van Beets.

Om de video bij Wrong begrijpt volstaat één keer kijken niet. Daarvoor gebeurt er simpelweg te veel en is het werk van Alpaca Animations té mooi.

De release van deze nieuwe single luidt voor Abdomen een druk najaar in met veel optredens en opnames. Tussen de Popronde-shows duiken de Leeuwardenaren namelijk in Leeds de studio in met producer Matt Peel, die eerder al produceerde voor Eagulls, Bad Breeding en Pulled Apart By Horses. Meer muziek van Abdomen is dus onderweg!

Garagerock met psychedelische tintjes is hot. Over de hele wereld staan er nieuwe no-nonsense rammelrockbandjes op die een ware sixtiesrevival in gang hebben gezet. Veel bands verdwijnen echter net zo snel van de podia als ze erop geklommen zijn, met slechts een handjevol juggernauts die op regelmatige basis platen blijft maken.

Thee Oh Sees is er daar één van. De chaotische Californiërs zijn met A Weird Exits toe aan hun elfde(!) studioalbum onder deze naam (eerder werden vier platen uitgebracht onder de naam OCS, en nog eens twee als The Oh Sees) en de typische freakout-sound is weer volop aanwezig op deze nieuwe verzameling van doorgesnoven psychedelia.

A Weird Exits staat bol van de hoekige grooves, omineuze teksten en ADHD-solo’s (let vooral op de laatste minuut van Plastic Plant) die zo kenmerkend zijn voor Thee Oh Sees, maar geen moment het idee geven dat je deze plaat al eerder hebt gehoord. De band weet elk nummer spannend te houden en kakt eigenlijk nergens in, ook al wordt er hier en daar flink gespeeld met tempowisselingen.

Van de fuzzed-out speedsound van Gelatinous Cube komen we bij het in midtempo stampvoetende Unwrap The Fiend Pt. 2 en het laat eens te meer zien hoe Thee Oh Sees ogenschijnlijk zonder moeite stijlen, invloeden en arsenaal afwisselen. En nergens wekken ze de indruk – hoewel Unwrap The Fiend halverwege wat monotoon begint aan te voelen – zonder inspiratie te zitten. Knap, voor een band die platen uit blijft spuwen alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

 

What a time to be alive! De meesters der psychedelische garagerock, Thee Oh Sees, komen deze zomer naar Europa met maar liefst twéé nieuwe langspelers op zak! En dat is niet eens alles, want bij de eerste van die twee, Live In San Francisco, verschijnt ook nog een live-dvd, opgenomen in een omgebouwd lijkenhuis. Van het in augustus te verschijnen zestiende album van de band, A Weird Exits, is er alvast de single Plastic Plant en man o man…

Voor wie inmiddels volledig de draad kwijt is in de waanzinnige warboel die het werk van Thee Oh Sees na bijna twintig jaar is geworden, is Plastic Plant een uitstekend moment om die draad weer op te pakken. Dit is vooral een dreigende track met slechts enkele furieuze uitbarstingen van groots gitaargeweld: de gekte die op de gemiddelde Thee Oh Sees-track al snel wordt ontketend blijft redelijk binnen de perken. Voor eenieder die al jaren tot de enorme schare fans behoort, is dit het zoveelste cadeautje, want hoewel een stuk minder grillig, laat deze track nog maar eens zien hoe fantastisch de Amerikanen hun eigen sound iedere keer weer opnieuw vorm kunnen geven.

 

Inmiddels zijn we wel aan het idee gewend: geen Le Guess Who? Mayday dit jaar. Gelukkig hoeven we niet met lege handen de zomer door tot het in november weer tijd is voor Le Guess Who? dankzij One Night In Pandora! De naam zegt het al: gedurende één avond zullen zes bands met een veelzijdigheid zoals alleen dit festival kan flikken onze oren verblijden. Lees hieronder wanneer je beter niet naar de rookruimte kunt gaan!

Tekst Ricardo Jupijn & Mabel Zwaan

 

 

 

Morgan Delt – 19:00

De psychedelische muziekstroming is niet meer weg te denken uit het muzieklandschap. Daarbinnen is Morgan Delt een uitblinker om bij stil te staan. Zijn impressionistische psychpop staat garant voor aangename droomvluchten naar erogene zones in je brein waarvan je het bestaan nog niet kende. Dat het talent uit Californië zijn debuutcassette ‘Psychic Death Trip’ noemde en geweldige songs op zijn vorig jaar uitgebrachte plaat (via Trouble In Mind Records) voorzag van titels als Make My Grey Brain Green en Beneath The Black And Purple zegt genoeg. Delt zweeft lekker rond in de underground, maar bleef niet lang onopgemerkt, want hij brengt zijn tweede plaat namelijk uit bij het legendarische Sub Pop Records. Een frisse, geestverruimende tip en begrijpelijke naam in de line-up van deze Le Guess Who?!

Kevin Morby – 19:50

Misschien is Kevin Morby nog geen heel bekende naam, hij is wel een bekend muzikant. Als liefhebber van indie is de kans vrij groot dat u wel eens – op een blauwe maandag – muziek van hem in uw oren heeft gehad. Morby is namelijk de voormalige bassist van Woods en frontman van the Babies samen met Cassie Ramone, bekend van Vivian Girls. Zijn debuutplaat ‘Harlem River’ is een ode aan New York, zijn laatste plaat ‘Still Life’ is een album over verloren liefde, over verloren tijden die niet meer bereikt kunnen worden. Een prachtig album voor het hier en nu, dus dat wordt wegdromen en genieten op 23 mei!

Noura Mint Seymali – 21:10

Le Guess Who? zou Le Guess Who? niet zijn zonder een flinke wereldmuziek-duit in het zakje. Hier was de uit Mauritius afkomstige Noura Mint Seymali de perfecte kandidate voor. Dit wonderkind begon haar carrière al op haar dertiende als ondersteundende zangeres van haar stiefmoeder Dimi Mint Abba. De transitieve cultuur waar geluiden vanuit de Sahara, de Magreb en de West-Afrikaanse Griot werden haar dan ook letterlijk met de paplepel ingegoten. Begeleid door psychedelische gitaarlijnen een ritmesectie waar je ‘U’ tegen zegt neemt ze deze traditie van de Griot – een rondreizende, muzikale verhalenverteller – mee naar TivoliVredenburg.

Pallbearer – 22:30

Nadat miss Mint Seymali de zaal in extase heeft achtergelaten zal er ook ruimte zijn voor de headbangers en moshende monsters onder ons. De Amerikaanse doom metal band uit Arkansas zal dan namelijk het podium tot zich nemen. De band bestaat inmiddels zeven jaar, maar heeft zich voornamelijk in de befaamde metal-underground bewogen. Dat de muziek bovengronds ook perfect tot zijn recht komt heeft Pallbearer al diverse keren in Nederland mogen bewijzen; maar nooit in een zaal met formaatje Pandora. Dit belooft dan ook een gig te worden die je niet snel zal vergeten.

Wand – 23:50

Zoveel bands. Zoveel heerlijkheid. Maar af en toe wordt het je te veel. Wie zijn er nu echt relevant? Wees niet getreurd, Wand maakt het leven enigszins makkelijker voor je, want daar komen ze al aan met het zand nog onder hun slippers. Waar anders dan in Los Angeles, waar de palmbomen slechts een weerspiegeling zijn van wat er daadwerkelijk telt in het leven: muziek. Ongeveer een jaar geleden bracht de band zijn debuutpareltje ‘Ganglion Reef’ uit op God? Records, het label van Ty Segall. Nu is de band alweer terug met opvolger ‘Golem’, (die review lees je in ons nieuwe magazine!) die opnieuw een felgekleurde en heerlijk psychedelische toverbal is. Wand is een muzikale kameleon, die zowel kleurrijk als duister uit de hoek kan komen.

Thee Oh Sees – 01:20

Het lekkerste voor het laatst bewaren: zo gaat dat. De hyperactieve garagerockband Thee Oh Sees draait al een tijdje mee in het circuit en werken zichzelf steeds meer toe naar een legendarische status. Dit komt onder meer doordat het schrijven, opnemen en optreden de mannen  en vrouw nooit is gaan vervelen. Zo hebben zij

– alleen al onder de naam Thee Oh Sees – acht albums, negen EP’s en tien singles onze oren de afgelopen achttien jaar laten verwennen. Twee jaar geleden stond Thee Oh Sees al op Le Guess Who? Mayday, een mooiere manier om de allereerste (en hopelijk niet de laatste) Le Guess Who? One Night In Pandora is dan ook haast niet voor te stellen.

Los Angeles is geen Groningen. Wuivende palmen tegenover hangende treurwilgen, witte stranden en een blauwe zee tegenover een stadsstrand aan een verontreinigd kanaal. Santa Fé weet op hun nieuwe EP ‘Maneki Neko’, uitgegeven door Purple Noise Records Club, in vier fantastische nummers beide knap te combineren tot een sterk zonnig-ellendig garagepop geluid.

Muzikaal leunt het zestal naar bands uit de zonnige westkust van Amerika, als Thee Oh Sees en Ty Segall, maar voegt daar vooral qua sfeer en tekstueel een diepere, laten we het een Groningse dimensie noemen, aan toe. Waar de vorige EP redelijk upbeat garagerock was, is hier het tempo in de meeste nummers omlaag geschroefd en nemen de toetsen en monotone drums veel meer ruimte in. De teksten zijn daarbij bovendien behoorlijk mistroostig. “La la la la, the world is a lonely place” in Apneu en “found myself inside a well, crawling out again” in The Well bijvoorbeeld: geen vrolijke zaken maar wel ‘het echte leven’ en resulterend in een zeer sterk sfeerbeeld.

Het psychedelische en licht optimistisch Jellybean, die niet zou misstaan op Ty Segalls ‘Manipulator’, is wat sneller dan de andere nummers en valt daardoor het eerst op. Meer luisteren levert echter gelijke waardering voor alle vier de nummers op, vandaar ook dat ze alle vier een eigen clip krijgen de komende weken. Stuk voor stuk zitten ze knap in elkaar en elk nummer heeft zijn eigen aantrekkingskracht. Als het geen bas-, synth- of gitaarlijntje is, is het wel een fantastisch refrein of heerlijke break. Eigenlijk is er maar één ding kut aan deze EP: hij duurt maar 12 minuten.

 

Aha, garagerocker John Dwyer en zijn bandmaten blijven lekker bezig! Via Dwyer’s eigen platenlabel Castle Face Records brengt Thee Oh Sees na een jaartje alweer een nieuwe elpee uit, waarvan het lekker lome en onrust stokende Web de opener is.

In de wat psychisch gestoorde song komen van alle kanten dreigende vleutschepen, sluimerende vloombalen, slapeloze biesmegroggels, een toeterend ruimteschip en ander vreemd gespuis voorbij. De band uit San Francisco was twee jaar geleden dé sensatie van het Utrechtse Le Guess Who? May Day. Vlak voordat ze weer het podium onveilig gaan maken tijdens de aanstaande mei-editie van dit festival brengen ze hun nieuwe plaat ‘Mutilator Defeated At Last’ uit.