Al twee jaar glibberen en glijden Lias Saoudi en Saul Adamczewski zich – bij voorkeur ingevet met olijfolie – onder de naam Fat White Family een weg door de muziekwereld. Een pauze zou na psychedelische punkplaten als Champagne Holocaust (2014) en Songs for Our Mothers (2016) op zijn plaats zijn, maar het duivelse duo neemt geen gas terug. In plaats daarvan schiet het zich door middel van de schizofrene samenwerking The Moonlandingz richting de rock-‘n-roll-ruimte.

Niemand minder dan Sean Lennon – precies, de zoon van – drukt op de lanceerknop. Hij ziet Fat White Family ongeveer een jaar geleden op South by Southwest en wordt naast fan ook goede vrienden met de Britse branieschoppers. Hij helpt al een handje bij de productie van tweede plaat Songs For Our Mothers, maar werkt met name aan een ander project: Johnny Rocket, Narcissist & Music Machine… I’m Your Biggest Fan. De onderneming is een album met spoken word dat ontstaat als samenwerking tussen Fat White Family en Adrian Flanagan en Dean Honer van The Eccentronic Research Council uit Sheffield. De plaat is een soort Sgt. Pepper’s dat gaat over een fictieve band, The Moonlandingz, en een van hun obsessieve fans. Nu wordt The Moonlandingz écht tot leven gewekt met Interplanetary Class Classics, dat uitkomt op Lennons label Chimera Music.

 

 

Op dat album is niet alleen een gastrol weggelegd voor Lennon zelf, maar ook voor zijn The Ghost of a Saber Tooth Tiger-bandgenoot Charlotte Kemp Muhl, zijn moeder Yoko Ono (This Cities Undone). Dat zij niet de vreemdste gast is, dat is de verdienste van The Village People’s cowboy Randy Jones, die een bijdrage levert aan Glory Hole, naast vooruitgesnelde singles als Black Hanz en The Strangle of Anna een van de hoogtepunten van de plaat.

Op dat album klinkt The Moonlandingz precies als de fictieve band die het ooit was. De synthesizercollectie van The Eccentronic Research Council zorgt voor psychedelische elementen die aan Pink Floyd doen denken, maar tegelijkertijd zijn de melodieën zo poppy dat het haast geloofwaardig wordt dat The Moonlandingz inderdaad bestaat uit popsterren met obsessieve fans. Het allergekste aan Interplanetary Class Classics? Dat is dat het – hoewel het album geen concept heeft als Johnny Rocket – een gebalanceerd geheel is dat niet alleen als gekkenwerk, maar ook als album zonder moeite op zichzelf kan staan. Op naar de sterren, en daar voorbij!

 

 

Aryan ‘Admiraal’ Oosterbroek is al jaren een vertrouwd gezicht tijdens ESNS. Als host van poppodium Vera maakt hij de dingen mee die als nietsvermoedende bezoeker aan je voorbij gaan. Voor The Daily Indie gunt hij ons een inkijk in zijn avonturen.

Muziek is muziek
Eerder deze week publiceerde het Dagblad van het Noorden een voortreffelijk interview met De Rooie Jager. Vrolijk echoën zijn woorden door mijn hoofd en ik dans stiekem door de koude straten. Per ongeluk trap ik op een hondje.

 

 

In Vera speelt Drangsal. “They put the ’t’ back in misery”, aldus de presentator. The Moonlandingz doet knettergek. Wanneer ik vraag naar hun wensen voor de aankondiging, wil de band vooral dat ik het publiek vraag om ketamine. Al snel blijkt dat niet meer nodig. J.C. Satan wil geen introductie, want ze zijn altijd bang dat presentatoren per ongeluk ‘J.C. Sunshine’ zeggen. Dat gebeurde namelijk eens. Toetsenist Dorian probeert me te tongen, maar hij is te lang.

De ramen van The Music and Tech Hideout zijn beslagen. De hand van Kate Winslet tekent een hartje op het raam en daardoor zie ik het feest binnen: The Broken Brass Ensemble hoempapaat I’ll Fly Away. Ik wil sterven van geluk, maar moet De Rooie Jager Roodshow nog aankondigen. Die is zich in de backstage al grondig aan ’t voorbereiden met mindfulnessoefeningen en het bespreken van Pek van Andels boekje Serendipiteit. (Wat overigens een enorme aanrader is.)

 

 

God houdt van de mensen in Klazienaveen. Dat weet ik van Meindert Talma. De Rooie Jager is daar het bewijs van. In dat leuke interview zegt De Rooie ook nog: “Wat voor andere mensen David Bowie is, is Henk Wijngaard voor mij.” Met die filosofische vlam in de pijp is het feest in Vera weergaloos.

Onderin De Spieghel draait en danst Hilversum 3. Boven vertel ik Jeroen en Lars dat ik, na vijf weken beheersing, weer sigaretjes heb gerookt. Ik schaam me en zij lachen me honend uit. Omdat ze nog moeten draaien met Singlefeestje besluit ik hun vingers niet te breken.

Laatste show van de vrijdag is van een zatte man op de fiets, zwalkend tussen vrachtwagens en taxi’s. Ik roep om een toegift; de dronkaard kotst vriendelijk mijn kant op.

Zaterdag
Op ESNS mis je altijd veel, maar net als bij de trein vergeet je dat vaak op voorhand. Ik mis de show van Willie Darktrousers. Gelukkig krijg ik wel eindelijk zijn prachtige stripalbum Wortels in handen, een bundel verbluffende tekeningen. Alvast mijn favoriete voorleesboek van dit jaar.

 

 

In de wandelgangen verneem ik dat Nachtburgemeesteres Oelinda vindt dat Eurosonic eigenlijk gratis moet worden. Goed idee. Meteen begin ik aan een briefje voor de dagburgemeester van Groningen om restaurantbezoek, OV en auto-onderdelen ook voor niets aan het volk te geven.

Wat vandaag alvast wél gratis is, is Jagersonic in Vera. “Ik heb muziek nooit gezien als genre of zo, muziek is muziek,” aldus De Rooie Jager, klankfilosoof en curator van dit kleurrijke feest.
Onder het mom van ‘even nieuwe bladmuziek aan het Metropole Orkest geven omdat de volgende band nog niet Di-rect kan beginnen’ start Danny Panadero de backing track in. Grapjes; ik hou ervan.

In een platenzaak blipt Rachel Green bassen die zwaarder zijn dan de laatste depressie van Kurt Cobain. Even later is de beurt aan Ramses 3000. Het geluid staat veel te hard, maar mijn oren gaan akkoord omdat het zo belachelijk goed is. Beiden volgend jaar graag een eigen set op Noorderslag.

 

 

In de Oosterpoort fladderen vlinders door het gebouw. Het worden er steeds meer. Ik volg ze, richting Binnenzaal. Daar speelt Kim Janssen. Beeldschoon. De oplettende bezoeker kan zien dat de band na twee liedjes langzaam opstijgt – tot enkele centimeters boven de planken. Of dat een eerbiedig gebaar van het podium is of komt door de grootsheid van Kim en zijn club blijft in het ongewisse.

Op slag vergeet ik wat schorseneren ook al weer zijn, wanneer Aafke Romeijn losgaat in de Bovenzaal. O, wat leuk is dit. De kostuums zijn bovendien zo geniaal dat Bas Kosters ze gemaakt zou kunnen hebben.

Later in diezelfde zaal ligt een flinke berg bovenkleding naast de ingang. Het voltallige publiek staat in ondergoed te bouncen. Het komt door Fata Boom. Ook ik werp mijn trui af en meng me in het gedruis. Voor me springt een man uit zijn rolstoel en op de grond zie ik alleen nog maar dansvloer.

Michelle David toont met haar Gospel Sessions overtuigend aan dat rock ’n roll-credo ‘Yeah’ simpelweg afstamt van ‘Hallelujah’. Wanneer het licht even dooft, zie ik boven ieders hoofd een heldere vlam branden.

 

 

Dat we allemaal een beetje moeten huilen omdat het bijna voorbij is, verhullen we door heel hard te dansen bij Koffie; zweet vermengt zich met oognat. Ik probeer de Afrikaanse wiskunde van de percussie bij te houden, maar raak gelukkig snel de tel kwijt.
Wat voor andere mensen de Dalai Lama is, is De Rooie Jager voor mij. Muziek is muziek. En wijsheid ligt in het oor van de luisteraar.
Een willekeurig aquarium