Na drie dagen Eurosonic zijn de meeste internationale gasten uit Groningen verdwenen en is er alleen nog Noorderslag. In de als altijd stijf uitverkochte Oosterpoort krijg je traditiegetrouw een totaaloverzicht van wat er op dit moment aan Nederlandse muziek te vinden is en uiteraard wordt de Popprijs uitgereikt.

Een nieuwe traditie op Noorderslag zijn all star-formaties met eerbetonen. Vorig jaar werd de Surinaamse muziek in het zonnetje gezet en dit jaar zijn het de Parels uit de Jordaan. In de Kleine Zaal staat een koor, er is een piano en een mooie accordeon. Om de beurt komen artiesten liedjes uit de Amsterdamse volkswijk zingen. Natuurlijk is het kneuterig, maar de smartlappen en volksmuziek zitten zo diep het DNA verankerd dat iedereen voor de bijl gaat. Je kunt niet anders dan breeduit lachen als je de theatrale Wende Sneijders hoort zingen en hard applaudisseren als Willeke Alberti zegevierend het podium opkomt. (BB)

In de Kelderzaal is het druk bij Linde Schöne. Ze maakt Nederlandstalige R&B, maar speelt tevens nummers begeleid door akoestische gitaar. Ze heeft een zwoele stem vol soul en een snik op zijn tijd. Helaas zijn de teksten niet altijd even goed te verstaan. Haar Nederlandstalige cover van een nummer van Etta James maakt de meeste indruk en dat geeft te denken over het niveau van de rest van haar nummers. Er gebeurt te weinig op het podium. Een band erbij zou zowel de muziek als de presentatie een stuk interessanter maken. (AR)

Welk effect een dergelijke toevoeging kan hebben, bewijst Kim Janssen. Hij speelt nummers van zijn nieuw te verschijnen plaat en zijn band pakt flink uit met cello, viool, trompet en lapsteel. De dromerige folkrocknummers krijgen een prachtige opbouw en diepgang, die bij momenten leidt tot emotioneel beladen climaxen. Janssen zingt afwisselend uitbundig en berustend en maakt zowel in het hoge als het lage vocale spectrum indruk. Het is de eerste keer dat de band samen optreedt, waardoor het soms zoeken is naar ontspanning in het spel. Kim Janssen geeft een fraai optreden, met uitstekende, beeldende songs. (AR)

Pip Blom is een Amsterdamse die haar gitaarliedjes in eigen beheer uitbrengt. Negentien is ze en dat zou je niet zeggen als je haar en haar band hoort spelen. De wrakke popliedjes zijn enorm catchy en zitten meer dan goed in elkaar. Er zijn dreinerige gitaarlijntjes en een plompe bas, die bij elkaar worden gehouden door uitgekiende zanglijnen. Bloms wens is om ooit op Glastonbury te spelen. Als ze zulke leuke garagepop blijft maken is het geen onrealistische gedachte dat dat ook gaat gebeuren. (BB)

Jeangu Macrooy begint zijn concert met a capella zang tussen het publiek, waarbij zijn prachtige soulvolle stem al meteen tot volle wasdom komt. Maar het is allerminst zoetgevooisde soul wat hij en zijn band ten gehore brengen: in zijn liedjes komen jazz, reggae, blues en folk langs. De ontspannen ogende Macrooy heeft het duidelijk naar zijn zin en het publiek eet uit zijn hand. Hoogtepunt is een geheimzinnig darkfolknummer, waarin hij doeltreffend op het gemoed inwerkt. De grote variatie in zijn set kan echter niet verhullen dat niet elk nummer even sterk is. (AR)

Even later in de Bovenzaal heeft Aafke Romeijn ruzie met het geluid. “Nou, dan moeten we maar met een brom spelen,” zegt ze. Romeijn en band laten zich er niet teveel door afleiden. De popliedjes komen bijna rechtstreeks uit de jaren ’80, met veel synths en electro. Soms springerig en bij momenten best vermakelijk. De meerwaarde zit in de knap geschreven teksten. Vaak humoristisch, soms beschouwend maar altijd intelligent en intrigerend. Over Jörg Haider gaat het en in Alles Went neemt ze de de hipstergeneratie en misschien ook zichzelf wel op de hak. (BB)

The Kinks zijn een grote inspiratiebron voor het Rotterdamse The Jerry Hormone Ego Trip. Ondersteund door een in kekke streepjesshirts gestoken band, gaat de frontman aan de haal met beat uit de jaren zestig. De muzikale begeleiding staat duidelijk in dienst van de teksten van de soms recalcitrant acterende frontman, zodat met name de gitaren wat betreft rauwheid te veel laten liggen. Het neemt niet weg dat The Jerry Hormone Ego Trip een onderhoudend en bij vlagen enerverend optreden geeft, dat gaandeweg het concert steeds beter wordt. En die soms absurde teksten, die zijn prachtig. (AR)

Het uitreiken van de Popprijs is het grote moment van de avond. 3FM-dj Frank van der Lende mag de prijs uitreiken en als hij het podium oploopt giet hij een biertje over zijn hoofd. “Dan is het ook klaar met dat gedoe over die bierdouche.” De winnaar is Martin Garrix en daar kun je het moeilijk mee oneens zijn. Uit de zaal volgt na een opvallend tam applaus een videofilmpje waarin Garrix vertelt hoe trots hij is. Hij vindt het jammer dat hij er niet bij kan zijn. Maar ja, hij zit in Schotland om een videoclip op te nemen. (BB)

Jett Rebel mag het vrijgekomen plekje invullen en dat doet hij prima. Jett Rebel presenteert zich als een rockster, hij gedraagt zich als een rockster en daarmee ís hij er ook één. Jelte Tuinstra -zo heet ‘ie in het echt- hunkert naar de aandacht van een groot publiek en vice versa: de fans gaan uit hun dak. De echt niet ongetalenteerde muzikant maakt trouwens wel heel obligate muziek. Het mengelmoesje van pop, rock en soul bestaat uit kleur- en karakterloze liflafjes. Dat doet verder niet ter zake natuurlijk: bij een echte rockster gaat het niet om wat er gebeurt, maar om hoe het er uit ziet. (BB)

Bastiaan Bosma kennen we nog van de gabberpunkformatie Aux Raus, de band die een spoor van muzikale vernieling trok over de vaderlandse podia. Tegenwoordig waagt hij zich met MICH aan postpunk en het oogt nogal onwennig wat de band laat horen, mede door de wrakkige geluidsafstelling. Bosma blijkt geen bijzonder getalenteerd zanger en ondersteunt de nummers met dezelfde maniertjes die hij bij Aux Raus al etaleerde. Het optreden wordt gered door de uitstekende gitariste, die prachtige wavelijnen uit haar instrument tovert. (AR)

Mozes and the Firstborn stond in 2013 ook op Noorderslag en is sinds die tijd behoorlijk gegroeid. Op tweede plaat Great Pile of Nothing wordt de garagerock ingewisseld voor een jaren negentig-rockgeluid. Mooie, herstige gitaarpop met het hart op de tong. In de Binnenzaal worden die mooie liedjes een beetje ontsierd als een gitaarversterker het begeeft en de band moet improviseren terwijl het ding gerepareerd wordt. Als alles weer werkt gooien ze de schroom van zich af en zetten met het oudere werk op een raggen. (BB)

Klangstof gooit het, naar analogie van Radiohead, muzikaal over de droomboeg met fraaie jarentachtigsynthtonen, postrock- en shoegazegitaarklanken en zweverige zang. Het levert één van de beste optredens van Noorderslag op, waarin gitaren, drums, elektronica en zang worden verweven tot prachtig uitdijende composities. Ook ritmisch zit de muziek van Klangstof prima in elkaar en het flirt zelfs met R&B. Om te voorkomen dat het geheel voortkabbelt, gooit de band er bij momenten een gitaarcrescendo uit. Een deel van het publiek heeft kennelijk niet het geduld om die zalvende klanken te ondergaan, want de zaal loopt langzaam leeg. Wie blijft, droomt heerlijk weg. (AR)

Het Amsterdamse duo Weval bewijst op Noorderslag dat het de fase van de zolderkamer definitief ontstegen is. Met de toevoeging van een live-drummer en psychedelische beeldprojecties is het genieten geblazen in de ramvolle Kleine Zaal. Met een kraakhelder maar ook massief afgesteld geluid maakt het trio prachtig gelaagde elektronische muziek. Het is zowel dansen als trippen geblazen, doordat vocale samples, slepende beats, tribale ritmes en sfeervolle synthlijnen bij momenten magistraal stuivertje wisselen. De melodielijnen zijn zowel stroperig als lichtvoetig en roepen bij momenten een melancholiek gevoel op. Weval geeft een weergaloos optreden. (AR)

Vooraan bij Orange Skyline staart een meisje van een jaar of zestien naar zanger Stefan van der Wielen. Het meisje naast haar kreeg een high five en knipoog op de koop toe. Wie weet krijgt zij dat ook nog. De Groningse band maakt tegenwoordig muziek voor een heel ander publiek dan toen ze nog garage speelden. Nu is het gelikte pop, met gebroken ritmes en falsetzang. Best goed gedaan, maar zeker niet origineel en het komt wel heel bedacht over. Het zal het meisje vooraan verder een zorg zijn. Ze hoopt alleen maar op contact met Stefan.  (BB)

Van donderdag 11 tot en met zaterdag 14 januari is Groningen het muzikale epicentrum van Europa. Tijdens het jaarlijkse Eurosonic Noorderslag verandert de stad in een open podium. In bijna elk café en op ongeveer elke straathoek is muziek te horen. Het is dé plek om de nieuwste muziek te horen en dat ene bandje te vinden dat het gaat maken. The Daily Indie is erbij en doet volgende week bovendien vier dagen verslag uit Groningen!

 

 

Eurosonic Noorderslag ontstaat in 1986, als Nederlandse en Belgische bandjes een muzikale wedstijd tegen elkaar besluiten te spelen. Het festival groeit uit tot een vierdaags festival waarop vandaag de dag tussen de driehonderd en vierhonderd bands geprogrammeerd staan. Het weekend bestaat feitelijk uit twee festivals (Eurosonic en Noorderslag), een conferentieprogramma en talloze randprogramma’s. Het is een ideale plek waar bands zich in de kijker spelen voor een groot (inter)nationaal publiek.

 

Eurosonic is een internationaal showcasefestival. Europese bands presenteren zich aan boekers, media, programmeurs en platenbonzen, die in grote aantallen door de stad zwerven. Van woensdag tot en met vrijdag speelt in bijna elk zaaltje een band in de hoop te worden opgepikt. Alles kun je zien; grote hypes en exotische verrassingen buitelen over elkaar heen. Vanzelfsprekend zijn kaartjes snel uitverkocht. Daarom is er de uitgebreide randprogrammering, waar je gratis naar binnen kunt. Muzikaal echt interessant wordt het bij het jaarlijkse feestje van label Subroutine in Café de Kult, maar een kijkje bij Grunnsonic, Jagersonic, Pleuropsonic of Euromoney is ook zeer de moeite waard.

 

Noorderslag, op de zaterdag, is traditiegetrouw in cultuurcentrum De Oosterpoort. Daar zie je een dwarsdoorsnede van de Nederlandse muziek. In het hele zalencomplex spelen tot diep in de nacht Nederlandse bands en artiesten. Min of meer centraal staat het uitreiken van de Popprijs, aan de band of artiest die het afgelopen jaar de belangrijkste bijdrage aan de Nederlandse muziek heeft geleverd. Vorig jaar won – het voor het oudere publiek in de zaal volledig onbekende – New Wave. Kanshebbers dit jaar? Martin Garrix? Of toch Kensington? Eén ding is zeker: de traditionele bierdouche is sinds vorig jaar afgeschaft. Dus de winnaar blijft droog.

 

Met honderden bands verspreid over vier dagen is het een flinke opgave om te kiezen waar je heen wilt. Welke acts mag je écht niet missen? We vissen alvast een paar krenten uit de pap, voor zowel Eurosonic als Noorderslag.

 

Eurosonic-tips

Rauwe synthwave dien je met een vergrootglas te zoeken op een festival dat zich niet richt op een vleermuizenpubliek. Toch staat de Zweedse Joanna Reinikainen, alias Rein, prominent geprogrammeerd. Laverend tussen klanken die het aloude Deutsch Amerikanische Feundschaft en het latere Atari Teenage Riot oproepen, schraapt ze haar stembanden om de opruiende en bij tijden maatschappijkritische teksten dubbel en dwars te laten aankomen. De beats en bassen zijn minimalistisch, stroperig en altijd dansbaar. Hoewel de teksten af en toe wat naïef overkomen, is de kans groot dat dit een verpletterend optreden gaat worden.

Maarten Devoldere ken je als zanger van de stekelige Vlaamse indiepopband Balthazar. Zijn soloproject Warhaus liegt er ook niet om. Samen met drie andere muzikanten maakt hij avontuurlijke nachtmuziek met een hoofdrol voor zijn eigen quasi-verveelde, eikenhouten zangstem, die steun krijgt van de zwoele vocalen van Sylvie Kreusch. Warhaus heeft duidelijk goed geluisterd naar In a Bar, Under the Sea van landgenoten dEUS, maar het songmateriaal is eigenwijs genoeg. Live komen de subtiele en onderhuidse toevoegingen van trompet, samples en toetsen prima uit de verf. Warhaus is een sterke nieuwe loot aan de Belgenpopboom en heeft het in zich om veel meer te worden dan een zijproject.

White Wine is een stel geschifte Duitsers uit Leipzig. Zanger Joe Haege staat meer tussen het publiek dan op het podium en hij gaat de aanwezigen op een vriendelijke manier te lijf. De muziek van het trio is tevens onvoorspelbaar: slepende, kille geluiden uit keyboards worden voortgestuwd door struikelritmes van drummer Christian Kuhr. Gitarist Fritz Brückner verwisselt zijn instrument net zo makkelijk voor een fagot. Een prettige muzikale chaos is het gevolg, dit stel rare vogels kan een elektropopnummer zomaar laten omslaan in verzengende bluestrash. Kortom: saai gaat dit niet worden.

Portugal is dit jaar het focusland van Eurosonic. Naast indierock en traditionele fado levert het land ook boeiende elektronische muziek. Uit de Afro-Portugese clubs van Lissabon komt DJ Firmeza. De jonge Portugees smeedt verschillende stijlen zoals batida, kuduro en Afrohouse aaneen tot een tribaal maar bovenal dwingend en een trance veroorzakend geheel. Soms minimalistisch, soms uitbundig en ritmisch altijd ijzersterk, weet DJ Firmeza door de kunst van het weglaten een geheimzinnige en zeer dansbare set neer te zetten.

Een van de meest ongrijpbare artiesten dit jaar is Mario Batkovic. Hij groeide op in Bosnië, leerde daar accordeon spelen en is nu woonachtig in Zwitserland, waar hij zich heeft ontwikkeld tot een veelzijdig componist en songwriter. Met als invloeden jazz, minimal music, traditionele Balkanmuziek en experimentele klanken, maakt hij fragmentarische muziek die in de statige Der AA-kerk uitstekend op zijn plek is. Wie het onverwachte verwacht, zit bij Mario Batkovic goed.

Weer uit België komt Cocaine Piss. Net als hun naam laat ook de muziek niets aan duidelijkheid te wensen over. Het drietal uit Luik raast over het podium en door de zaal. De band combineert snoeiharde punk met gierende noise en koppelt dat aan een agressieve en maniakale podiumuitstraling. Of ze hun drie kwartier speeltijd volledig gaan benutten is een beetje de vraag. Hun door Steve Albini geproduceerde album The Pool duurt welgeteld dertien minuten.

 

Noorderslag-tips

Voor wie haar niet kent: de piepjonge Pip Blom is goed te vergelijken met Courtney Barnett en het rauwe Parquet Courts. De Amsterdamse schrijft intelligente en rammelende gitaarpopliedjes, met slimme teksten en een aanstekelijke sfeer. Ze gooit veel van haar liedjes direct op Spotify en brengt her en der wat singletjes op vinyl uit. Die ongedwongen aanpak werkt prima: haar muziek wordt in binnen- en buitenland al volop opgepikt. En terecht.

In 2013 kwam Mozes and The Firstborn uit Eindhoven met hun debuutplaat waar een bak lekkere garagerock op te vinden is. Gitaarhits, die je meebrult met een biertje in de hand en een vuistje in de lucht. Maar daarna werd het wat stil. Een nieuwe plaat werd geannuleerd. Dit jaar was er opeens A Great Pile of Nothing, een werkelijk prachtige tweede plaat. De Eindhovenaren laten de garage voor wat het is en duiken de jaren negentig in. De herfstige powerpop doet sterk denken aan een band als Buffalo Tom.

 

Klangstof is de band van Koen van der Wardt, de oud-bassist van Moss. Klangstof richtte hij op om meer creatieve vrijheid te hebben en het resultaat van die zoektocht is Close Eyes to Exit. Een serie liedjes, die een middenweg zoeken tussen soundscape en pop. Dromerige muziek, met knisperende elektronica, gitaarcrescendo’s en Van der Wardts ijle zang.

Over de debuutplaat van de Rotterdamse alleskunner Jerry Hormone en zijn The Jerry Hormone Ego Trip schreven we vorig jaar al een paar lovende woorden. Aan de zijkant van het podium zie je waarschijnlijk onze hoofdredacteur staan, die het hele weekend op pad is met de band voor een uitgebreide reportage. Voor een live-verslag: volg ook onze Instagram!