Vandaag stellen we je voor aan Woezels, de band met een van de origineelste websites: een openbare Google Drive Spreadsheet. Dan voel je hem direct al een beetje aankomen, want de Nederlandstalige elektropop van Woezels is inderdaad behoorlijk absurdistisch en houdt wel van een vette knipoog. Aan ons vandaag de eer om de nieuwe single plus video van Zijn Spullen Plekken Tijd uit te brengen.

‘Wij zijn Woezels, we komen uit Amsterdam en we maken Nederlandstalige elektropop met humor, absurdisme en af en toe een snik. Klinkt als Fakkelbrigade, Lucky Fonz III en de JVT in de blender, wij noemen het ‘dansbare Nederlandse levensliederen’, aldus het bericht dat wij ontvingen van de Amsterdamse band. Bovendien vertelden ze ons dat ze een heel album gemaakt hebben waar ze ‘rete-trots’ op zijn en speelde Woezels onder meer op festivals als Noorderlicht, MadNes en Jazz in de Gracht. Ondertussen werd de band door de VPRO omschreven als de hedendaagse J.J. Voskuil, maakt Woezels intro-tunes voor podcasts van diezelfde omroep en schreef frontman Wisse Beets de Hard//hoofd-zomerhit.

Dat zijn behoorlijk wat wapenfeiten, maar laten we voor nu eens inzoomen op die nieuwe single. Normaal ratelen we altijd door over klankkleuren, instrumentarium, vergelijkingen en overgangetjes, maar dit is een single waar wij ook even met open mond naar hebben zitten luisteren (en kijken). Een goed teken wat ons betreft, maar als we het in één zin moeten proberen: ‘Het muzikale voorvochtkindje van Lucky Fonz en Kenji Minogue‘. Om toch nog wat meer over de band te weten te komen, besloten we een paar vragen de kant van zanger Beets op te sturen.

Waar zijn jullie allemaal mee bezig op het moment?
“We zijn de afgelopen twee jaar vooral bezig geweest om toffe elektronische muziek te maken die we ook live kunnen spelen en waarin ruimte is voor leuke teksten, chaos, vrolijkheid, twijfel, hiphop, electro, synths, keytars en ballads. Daar is nu een album uit ontstaan. Het is een fijne en aparte mix geworden waar we erg blij mee zijn. Ook live is het een feestje nu. Het is ook echt een leuke band om in te zitten.”

Hoe is die VPRO x Woezels-link eigenlijk ontstaan?
“De VPRO plaatste drie jaar terug een oproep. De omroep was namelijk op zoek naar makers voor reisprogramma’s. We ontdekten dit pas een dag voor de deadline, dus knutselden we in een dag een vreemd reisfilmpje in elkaar met Google Streetview en Paint. Het gaat over wonen in Huancabamba, Peru. Dat landde goed: we hebben sindsdien verschillende animatiefilmpjes, interviews en intro tunes mogen doen. Via-via leidde het ook nog tot een vaste wekelijkse taalpuzzel (het Woordgraptogram) in de Volkskrant. Huancabamba heeft de televisie trouwens nooit gehaald, we zijn verslagen door iets professionelere reisprogramma’s zoals Langs de oevers van de Yangtze. Gelukkig maken we liever muziek dan reisprogramma’s, dus dat is oké.”

Waar gaat de single over voor jou?
“Het lied begon in eerste instantie een stuk aardser. Ik wilde eigenlijk eens flink wat levensdilemma’s en wereldproblemen aankaarten in het lied. Maar dat werkte in eerste instantie echt heel matig, het werd nogal ongepast belerend, cliché en in ieder geval kuttig. Ik merkte dat ik het veel fijner vond als ik het abstracter maakte. Toen ik met toetsenist Bart uit de oefenruimte naar huis fietste, hadden we een lekkere vibe te pakken, waarbij we om beurten een soort grootse oerwoorden riepen: Zijn! Bestaan! Alles! Zooi! Leven! Momenten! Het voelde echt alsof we het lied der liederen aan het bedenken waren. Een alleslied, bijna religieus. Met de rest van de band – Herman en Gertjan – hebben we daar toen Zijn Spullen Plekken Tijd van gemaakt.”

Hoe is de video tot stand gekomen?
“We wilden er een allesomvattende video bij maken: botsende planeten, ontploffende zonnestelsels, het ontstaan van tijd, zijn, dat soort dingen. Omdat het te duur is om echt de ruimte in te gaan hebben we alles voor een groen scherm opgenomen en die beelden erachter geprojecteerd. Net echt, toch? Door te suggereren dat het hele bestaan ook maar een museumruimte is, relativeren we ook nog onze eigen grootheidswaanzin.”

Wat zijn de plannen met de band voor de komende tijd?
“We hebben twaalf nummers opgenomen. We gaan hierna nog een clip opnemen voor de volgende single en dan in het voorjaar een presentatie-tour voor het hele album doen. Dat zijn we nu met een agency aan het bedenken allemaal. Dat is ook nieuw voor ons en echt heel leuk. Deze winter gaan we veel repeteren en wat kleine shows doen tussendoor om dingen uit te kunnen proberen. In maart is in ieder geval de albumpresentatie in Amsterdam.”


 

Wat heb je nodig om door te breken als band? Future Islands had in feite genoeg aan één televisieoptreden en een goed nummer. Na een optreden bij David Letterman in 2014 veranderde de band, mede door de danspasjes van de fascinerende frontman Samuel Herring en de uitstekende single Seasons (Waiting On You) in één dag in een sensatie. Een paar jaar later is The Far Field, het nieuwe album van de band, dan ook een van de meest gehypte releases van dit (voor)jaar.

De Future Islands-formule mag inmiddels bekend zijn: Herring stort op een warm bedje van synthesizers en soepele bassen zijn hart uit over de luisteraar, wat leidt tot nummers die vaak even dansbaar als hartverscheurend zijn. De twee prachtige singles Ran en Cave zijn daar uitstekende voorbeelden van. Mede door die twee tracks en een nummer als Time On Her Side, met een van de beste refreinen die Herring ooit schreef, is de eerste helft van The Far Field een aaneenschakeling van hoogtepunten. Als de band de lijn van de eerste zes, zeven nummers had doorgezet, hadden we met een gedoodverfde kandidaat voor de eindejaarslijstjes te maken gehad, maar halverwege raakt de sleur er een beetje in.

 

 

In de tweede helft van het album wordt namelijk pijnlijk duidelijk dat The Far Field geen heel gevarieerde plaat is. De band doet drie kwartier lang voortdurend een beroep op hetzelfde klankenpalet en ook qua structuur liggen alle nummers dicht bij elkaar. Veelal zijn de songs zo sterk dat dat niet echt een probleem is, maar niemendalletjes als Day Glow Fire en Black Rose zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Shadows, een fijn duet met Debbie Harry aka Blondie, zorgt toch nog voor wat leven in de brouwerij, maar verder gaat het album als een nachtkaars uit. Een slechte plaat is The Far Field absoluut niet, daarvoor is de eerste helft te mooi, maar het voelt toch een beetje als een stap terug na de groei die Future Islands de afgelopen jaren heeft doorgemaakt.

Future Islands speelt dit jaar op Lowlands en op 13 november in Paradiso. 

 

Pillar Point

 

Pillar Point is niet de eerste act die de synthesizergeluiden uit de jaren tachtig weer van stal haalt, maar overtuigend doet deze act uit Seattle het zeker. Denk aan early Depeche Mode in de mix met Nintendo-synthesizers en een warme ritmesectie. Alles schreeuwt vintage! De zanglijn in de bridge klinkt ook nog eens heel erg Sting’s Fields Of Gold.

 

Melancholische electronica
Ondanks dat de sounds bij vlagen redelijk somber kunnen klinken en de band zelf hun muziek typeert als melancholisch, klinkt single Eyeballs vooral vrolijk en opzwepend. Met uitzondering van de bridge, die opvallend genoeg na refrein één al langskomt. Dat illustreert ook wel het tegendraadse wat door heel het nummer subtiel aanwezig lijkt te zijn, de ogenschijnlijk lichte sound en hoge tempo staan flink in contrast met het thema ‘eenzaamheid veroorzaakt door sociale netwerken’. Een bitterzoete combinatie die naar meer smaakt.

 

Pillar Point’s titelloze debuutalbum komt 25 februari uit op Polyvinyl Records.