london calling

 

Daily Indie-schrijvers Ronald van Berkel en Yoram van Hees trekken op 9 & 10 mei naar Paradiso om verslag te doen van de eerste London Calling van 2014. Het duo doet allerlei ontdekkingen, waarvan je die van de eerste dag hier kunt lezen! Het verslag van de tweede dag vind je hieronder, waarbij de foto’s wederom afkomstig zijn van Remco Brinkhuis. Enjoy!

 

Dag twee van London Calling begint vroeg. Zo vroeg zelfs dat sommige mensen nog liggen te slapen. Matthew Daniel Siskin komt de kleine zaal namelijk ingesnelt in een versgekreukt pak en met de semi-akoestische gitaar in de hand. Hij verontschuldigt zich voor zijn chaotische opkomst want tot vijf minuten geleden lag hij nog te slapen. Met zijn warrige haar, gekreukte colbert en innemende voorkomen steekt de veelgemaakte vergelijking met Bob Dylan de kop op. Gelukkig weet hij dit zelf ook en om het commentaar maar voor te zijn, doet hij tussen neus en lippen door een kleine imitatie van zijn grote voorganger. Ook hij maakt gebruik van een pseudoniem, want waar Siskin in real life een behoorlijk succesvol, New Yorks marketingmannetje is, schreef hij onder de naam Gambles een intens ontroerend album (‘Trust’) over het verlies van een ongeboren kind en de vernietiging die het verdriet daarover met zich meebrengt. Zwaar? Absoluut, maar Siskin laat tussen de nummers door gelukkig wel de gesjeesde yup zien en weet er voor te zorgen de boel met zijn vlotte babbel aan elkaar te lijmen. Het leeuwendeel van het publiek is echter nog niet helemaal klaar voor het festival en Siskin verspilt de sfeer van zijn eigen optreden een beetje door steeds te vervallen in licht geïrriteerde opmerkingen over het gebabbel achter in de zaal. (YvH)

 

Aan Telegram de eer om de grote zaal op de zaterdag te openen. De vier heren uit Londen en Caerphilly komen lichtelijk nonchalant op en rommelen nog wat met hun instrumenten. Frontman Matt Saunders heet ons welkom met een dikke tongval besmeerde “Hello. Hello. We’re Telegram” en vanaf dat moment is het 35 minuten lang rocken geblazen. Telegram zwaait van shoegaze naar krautrock en dan weer naar psychedelica en dat alles met een vette flanger op de gitaar van Matt Wood en een dikke chorus op de zang van Matt Saunders. Ook in de ritmesectie gaat het voor de wind. Bassist Oli Paget-Moon (die soms doet denken aan Joey Ramone) en drummer Jordan Cook lijsten de gitarenmuren van Saunders en Wood perfect in. Cook is trouwens fantastisch om naar te kijken. De diameter van de Brit zijn polsen is haast gelijk aan die van zijn drumstokken, maar wat komt een kracht uit dat fragile lichaam. Hoogtepunten zijn Under The Night Time, Follow en het twee maanden geleden uitgebrachte Rule Number One.

We begrepen van Paradiso ingewijden dat ze weer snel weg moesten, dus vandaar deze vroege speelpositie voor een band die de zaal kapot had gespeeld als ze iets later op de affiche stonden. Hoe dan ook, Telegram maakt alle verwachtingen meer dan waar. Met deze band zit het helemaal snor (pun intended). (RvB)

 

 

Telegram

Telegram

 

 

Mocht je je ergeren aan de theatrale rocksterposes van Telegram, dan is er voor jou The Bohicas. Gewone gasten uit Noord-Engeland, benaderbaar, down to earth, ja ook wel een leren jackie aan. Oh, en ook is dit (samen met Telegram) de meest typische London-Calling-hitband van deze festivaleditie. The Bohicas klinkt opzwepend en opwindend. Alsof de Arctic Monkeys van nu hun songs schrijven met de energie van de Arctic Monkeys van eerst. Vanaf de eerste noot wordt het gaspedaal vol ingedrukt, heerlijk smerige gitaarsolo’s worden eruit geperst en nergens gaat de energie ook maar even omlaag. In tegenstelling tot Telegram is wel ieder nummer een schot in de roos; stuk voor stuk festivalstampers voor de komende maanden. (YvH)

 

 

Een set openen met je eerste en meest succesvolle single? Childhood is niet bang en doet het gewoon met Blue Velvet. Deze strategische keuze is wel link in de zin dat na zo’n groot wapenfeit de rest ook nog wel moet blijven boeien. Childhood is druk bezig geweest met het opnemen van hun debuutalbum, dat deze zomer ergens uit moet komen, en is vast besloten om ons er van te overtuigen dat hun nieuwe nummers net zo goed zijn als eerder werk uit 2010. We wisten al dat Chilhood goed was in dromerige surf pop, waarbij de verslavende melodieën je om de oren vliegen. Deze lijn is adequaat doorgezet met nummers als Falls Away, waarin weer zo’n sterk muzikaal thema zit en waarin heerlijk repetitief wordt gegrooved door drummer Chris O’Driscoll. Of Pinballs, een zes minuten durend epos dat ergens zweeft tussen surf en shoegaze en waarbinnen zes keer op de gekste plekken van tempo wordt verwisseld. Door dit soort trucjes blijft Childhood verrassen en komt het live ook goed uit de verf. (RvB)

 

 

Childhood

Childhood

 

 

Desperate Journalist op het podium van de kleine zaal doet denken aan de jaren tachtig. Zangeres Jo Bevan met kort blond haar en opgeknoopte blouse, bassist Simon Drowner met zwarte oogschaduw en blazer inclusief een paar oude punk-buttons, gitarist Rob Hardly compleet in het zwart en drumster Caz Hellbent in een blauw-wit gestipte polka dress. Ook muzikaal past dit goed in het einde van de jaren tachtig. Het werk van Desperate Journalist is muzikaal niet bijzonder ingewikkeld, maar is door de vele scherpe randjes, een flinke bak pit en het hoekige drumspel van Hellbent wel bijzonder interessant. Drowner staart het hele optreden – de reus die hij is – onafgebroken de zaal in, Hardly laat zien waar de term shoegaze vandaan komt en Bevan is de ideale frontvrouw. Ze zingt alsof haar leven ervan af hangt, maar schiet nergens uit de bocht. Tussen beukplaten Chrisina, Kitten en Organ zoekt Desperate Journalist even de rust op in de vorm van Wait. Bevan zingt bijna het hele nummer met haar ogen dicht en de verleiding is groot om niet hetzelfde te doen; even onszelf laten hypnotiseren. “We all make mistakes”, verkondigt Bevan dan in afsluiter Mistakes, maar wat ons betreft is Desperate Journalist de uitzondering op de regel. (RvB)

 

 

03 - Desperate Journalist

 

 

Samen met Jungle gisteren is de grootste naam van deze editie van London Calling waarschijnlijk wel Royal Blood. Dat niet alleen, het is ook de hardste band van het festival. Drummer Ben Thatcher en zanger/bassist Mike Kerr zijn maar met z’n tweeën, maar maken herrie voor tien. Sinds het optreden van Blood Red Shoes in de kleine zaal is een duo hier niet meer zo’n meedogenloos vette bak herrie over het publiek uitgestort. Waar Kerr’s stem nogal eens te wensen overlaat in de eerder uitgebrachte nummers, wordt dit live volkomen gecompenseerd door de moddervette sound van dit tweekoppig monster. Kerr wurgt liefkozend allerlei gitaarakkoorden én baspartijen uit zijn basgitaar en met bij ieder contact tussen drumstok en –vel lijkt Paradiso op zijn grondvesten te schudden. Royal Blood biedt even een luid momentje om je oergevoelens te uiten. De fysiotherapeut gaat het morgen druk krijgen met alle nekklachten. (YvH)

 

 

Solids

Solids

 

 

Is Solids dan de Royal Blood van de toekomst? Of misschien de nieuwe Japandroids of Death From Above 1979? Dit Canadese duo speelt namelijk ook een gruizig potje noiserock, maar waar Royal Blood zwaar leunt op blues en groove, ontbreekt het bij Solids aan dynamiek. Misschien is het publiek verwend of simpelweg murw gebeukt, maar Solids weet op een tijdstip dat de meeste mensen wel te porren zijn voor een feestje, de kleine zaal haast leeg te spelen. Iets wat The Fat White Family doet in de grote zaal. Zij hebben de twijfelachtige eer om het livegebeuren hier af te sluiten, maar een gedeelte van het publiek dat lijkt te zijn gekomen voor de afterparty, kan overduidelijk niks met de muziek van deze jongens. Het is psychedelische punk met Horror-orgeltjes en western elementen. Schreeuwerig en lelijk. En heerlijk. Het is altijd fijn om nieuwe bands te zien die de missie van Sex Pistols voortzetten: verschillende nummers lijken een variatie op ‘Boredom’, maar vooral de presentatie van halfnaakt over het podium paraderende straatschoffies is een lust voor het oog. Het zal hun dus ook in de laatste plaats een rotzorg wezen dat Shaniqa en haar vriendinnen niks met de muziek kunnen. (YvH)

 

Fat White Family

Fat White Family

 

 

Deze week staat London Calling gelukkig alweer voor de deur, het festival begint al op woensdag en donderdag in de Tolhuistuin en trekt hem door tot en met vrijdag en zaterdag in Paradiso. Daily Indie-schrijvers Yoram van Hees en Ronald van Berkel doen verslag en geven alvast hun tips voor het festival!

 

Tips van Yoram van Hees.

Gambles
Het verhaal klinkt al triest: jonge ontwerper wordt verliefd op zijn muze. Ze verloven zich als zij zwanger blijkt te zijn, maar zij krijgt een miskraam en het versgetrouwde stel moet samen het leed zien te verwerken, maar gelooft er niet meer in, richt zich ten gronde en scheidt uiteindelijk. Hij, Matthew Daniel Siskin, vertaalde dit leed naar intens sobere liedjes en bracht vorig jaar de wonderschone plaat ‘Trust’ uit. De muziek past geheel binnen de traditie van de beste singer-songwriters van lang geleden. Klagen heeft lang niet zo mooi geklonken.

Zaterdag 19:15  in de Kleine Zaal van Paradiso.

 

Solids
Bij London Calling weten ze allang dat je soms even wat verder moet kijken dan slechts over het Kanaal. Solids komt uit Montreal en passen binnen de Canadese traditie van hardst rockende garageduo’s. Evenals Death From Above 1979 en Japandroids voor hen, heeft dit tweetal een hardcore-verleden in de vingers en de jaren ’90 tussen de oren. Naast dit alles speelt de band op London Calling een late show in de Kleine Zaal; waar ze het in Canada hebben over ‘a recipe for disaster’ is dit toch wel het mooiste recept!

Zaterdag 1:15 in de Kleine zaal van Paradiso

 

Arthur Beatrice
Arthur Beatrice is zo’n band dat alles in eigen handen houdt. Op de foto’s zie je al een viertal dat met een kalme zelfverzekerheid de wereld gaat veroveren. Vier jaar geleden introduceerden zij zich al, maar nu zijn ze pas echt uit hun studio gekropen. Uit de muziek, waarin R’n’B wordt gemixt met klassieke piano op een manier die wij vorig jaar al van London Grammar hoorden, klinkt een ingetogen euforie.

Zaterdag 23:15 in de Grote Zaal van Paradiso

 

Teleman
Pete & The Pirates, wie kent ze nog? Helden van London Calling #1, 2008. Toch ging de band eind 2012 uit elkaar. De twee succesvolle albums mochten niet baten, evenals het frisse zijproject Tap Tap. Drie van de vier bandleden besloten echter door te pakken en richtten Teleman op, en dat klinkt – tja – als Pete & The Pirates: nerdy en een tikkeltje nerveus. Waar de piraten echter voorheen nogal de neiging hadden om alle kanten uit te schieten, houdt Teleman de groove recht en gestaag. Gaat dat horen.

Vrijdag 22:00 in de Grote Zaal van Paradiso

 

The Bohicas
Domino Records heeft The Bohicas opgepikt. Moeten we nog meer zeggen? Hapklare rock ‘n roll in de beste Britse traditie, en het is dus ook niet gek dat ze door de grootste Britse bands van het moment op sleeptouw worden genomen. De ambities en de opwinding spat ervan af, en bovendien brengen zij Londen naar London Calling.

Zaterdag 20:20 in de Kleine Zaal van Paradiso

 

 

 

 

Tips van Ronald van Berkel.

East India Youth
Stel je voor: je speelt al een tijdje in een gitaarband en besluit het in de elektronische hoek te proberen. Je maakt een demo en die komt terecht bij het gerenommeerde Engelse muziekblog The Quietus, waar ze je werk vervolgens zo verdomd goed vinden dat ze besluiten een label op te zetten om het uit te geven. Het overkwam William Doyle, beter bekend als East India Youth.

Na een EP in 2012  brengt The Quietus in 2013 de langspeler ‘Total Strife Forever’ uit. Het album vol experimentele, krautrock-achtige en soms enkel instrumentale ambient-tracks wordt flink opgepakt door de verschillende muziekblogs die het internet rijp is. Uit interviews blijkt dat Doyle er vooral erg nuchter onder blijft en hoopt níet een hype-act te zijn, omdat hij met East India Youth grootste plannen heeft.

Hoe ambitieus dat ook is, er is altijd een volgende stap en voor Doyle is dat London Calling. Dat het een boeiende en uiteenlopende set wordt staat vast. Luister maar alvast naar de Total Strife Forever I, Dripping Down of Heaven, How Long en je zult begrijpen waarom wij ook in hem geloven.

Woensdag 20:00 uur in de THT-Zaal van de Tolhuistuin

 

Kins
Een band die zichzelf neerzet als specialist van twijfel, afstandelijkheid en opgekropte woede. Fans van Local Natives, The Dodos en Other Lives zullen in hun handen wrijven als de eerste noten van Kins vrijdag langzaam de grote zaal vullen. Die eerste noten zullen resulteren in uitgerekte, timide en vernuftige liedjes. Want liedjes is wat Kins maakt: elk nummer op het in 2013 uitgebrachte ‘Kins’ heeft een stiekeme hook, waar je goed op moet letten wil je hem niet missen, maar die er zeker in zit. Mockasin’s of Aimless zijn hier sublieme voorbeelden van, mocht je je afvragen waar we het over hebben.

Vrijdag 20:20 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Wolf Alice
Het Londense Wolf Alice ontleent haar naam uit een stuk van schrijfster Angele Carter, waarin een kind wordt opgevoed door wolven. Het fictieve karakter moet op zoek naar haar bestaansrecht en daarbij contrasteert Carter voortdurend tussen het menselijke en beestachtig en sijpelt door dat een gelukkig wezen hierin balans moet zien te vinden.

Deze thematiek is mooi door te voeren  naar de name sake van Wolf Alice. Tussen de nummers die vorig jaar in single en EP-vorm zijn uitgebracht is een heerlijke dynamiek te ontdekken. Wolf Alice is breekbaar en atmosferisch in Blush en Every Cloud en laat het bloed sneller stomen door nummers als Fluffy en Bros. Het ultieme wapenfeit is She, waarmee Wolf Alice bewijst dat ze vanuit de vijfde versnelling heel soepel terug kunnen schakelen naar de tweede.

Vrijdag 23:15 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Jungle
Jungle is één van die namen op het affiche van deze London Calling die je misschien al een keer voorbij hebt zien komen. Ze staan prominent op de BBC Sound of 2014 lijst, hebben twee singles die allebei viral gingen en hebben Nederland al aangedaan met een showcase op Eurosonic, een voorprogramma voor Haim in Paradiso en een ijzersterke show op Motel Mozaïque. Mede hierdoor heeft Jungle al een grote fanbase, terwijl ze niet eens officieel hun namen of gezichten openbaar hebben gemaakt. We weten eigenlijk alleen dat Jungle oorspronkelijk een duo is dat elkaar kent sinds ze elf jaar zijn en dat we ze mogen aanspreken met J. en T.

Eén ding dat we wel zeker weten over Jungle is dat ze een bizar goede live-show neer kunnen zetten. J. en T. zijn duidelijk de blikvangers en zingen loep- en loepzuiver, maar met vijf andere bandleden erbij is Jungle live onmenselijk goed. Dat betekent dat als je deze London Calling wilt dansen je sowieso hierbij moet zijn. Maak je maar op voor een heerlijk potje Funky Elektro Swing van het kaliber Metronomy, TV on the Radio en The Invincable.

Vrijdag 0:35 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Telegram
Nee, we hebben het niet over die nieuwe social media app, of haar offline, fysieke en ouderwetse voorganger, maar over die lichtelijk psychedelisch shoegaze-band uit London. Uit hetzelfde nest waarin The Horrors en TOY zijn opgegroeid is Telegram een band die prima meelift op die heerlijke nostalgische en gruizige sound die je ook hoort bij Charlie Boyer, Temples en Splashh, en waar wij bij The Daily Indien ontzettend fan van zijn. Begin dit jaar hebben ze een live-sessie op BBC 6 te pakken gekregen nadat ze in een dronken bui het radioprogramma van Marc Riley plat hebben gesmst. De live-ervaring die ze voor dat moment met Telegram hadden was één show in een vintage-shop en de demo die ze hebben laten horen was opgenomen op een iPhone. Ondertussen heeft Telegram getoerd met Palma Violets en Temples en staat een tour als voorprogramma van Miles Kane in de planning.

Zaterdag 19:45 in de Grote zaal van Paradiso