Slachtoffer worden van een hype is zelden een garantie voor succes in de muziekindustrie – of het nu gaat om een explosieve alarmschijf of een indiehitje. Met slechts één single op zak – No Woman – stond het Amerikaanse bandje Whitney opeens fel op de radar van menig muziekliefhebber.  Het is aan opvolger Golden Days om de positieve trend voort te zetten.

Zowel No Woman, inmiddels een half miljoen keer beluisterd op Spotify, als Golden Days luisteren als een hartgrondige ode aan de West Coast-popmuziek van ver vervlogen tijden. Melancholie regeert ook hier, al heeft het orkestrale plaatsgemaakt voor een groter, laid-back bandgevoel. Het instrumentarium is enigszins geslonken, maar met hoofdzakelijk gitaren staan Max Kakacek, Julian Ehrlich (voorheen van Smith Westerns) en compagnons evenwel hun mannetje. Als tóch tegen het einde de blazers weer opduiken en Ehrlich een kampvuurwaardig nanana-refreintje inzet, mag de voorzichtige balans worden opgemaakt. Whitney is een blijvertje en als begin juni het debuut Light Upon The Lake verschijnt kun je geen vakantie meer zonder.

 

De droompop die Cullen Omori tegenwoordig maakt is een stap vooruit op het muzikale pad dat de zanger betreedt na het opbreken van zijn indierockband Smith Westerns in 2014.

Sindsdien werkt Omori aan solomateriaal, haalde het beroemde indielabel Sub Pop hem binnen en kondigt hij het verschijnen van zijn debuutalbum ‘New Misery’ aan. Van dat album – geïnspireerd door Roxy Music, Spiritualized en Kate Bush – brengt hij de tweede veelbelovende single Sour Silk naar buiten. Dit bitterzoete nummer glijdt probleemloos de oren in als een dromerige mix van aanstekelijke zanglijnen die gedragen worden door onmiskenbare keyboardgeluiden en galmende gitaarpartijen.

 

 

Het invullen van het blokje ‘voor fans van’ is zelden zo makkelijk geweest. Maar dat is het toevoegen van de band aan deze rubriek ook. Heat weet namelijk als geen ander hoe je een album volschrijft met puike, coole en sloom rockende nummers waar de damp vanaf komt.

 

 

Het nonchalante gevoel en de lome, ongeïnteresseerde vocalen laten er absoluut geen twijfel over bestaan waar deze band de mosterd vandaan haalt. Maar het is ze allemaal vergeven, zeker tijdens hun overtuigende optreden op London Calling Loves Concerto in mei. De tunes zijn goed, het zit strak in elkaar en het ouderwets catchy. Dus so what? Check snel de EP ‘Rooms’, die afgelopen voorjaar via het hipper-dan-hippe-label Kitsuné uitkwam.

Voor fans van:
Howler, Smith Westerns, The Strokes, Velvet Underground

Smith-Westerns-Soft-Will

 

Nog niet zo lang geleden verraste het piepjonge Smith Westerns met een aanstekelijke plaat vol glamrock-invloeden (‘Dye It Blonde’ uit 2011). Tieners met meeslepende tienerproblemen, gegoten in een lekker vettig jaren ‘70 jasje. Zo kan het dus gebeuren dat het drietal uit Chicago, dat ooit debuteerde met onstuimige lo-fi niemandalletjes, de volle aandacht van het muziekjournaille op zich gevestigd ziet voor hun derde album ‘Soft Will’.

Bij eerste beluistering wordt al meteen duidelijk dat we met een totaal andere plaat te maken hebben dan zijn voorganger. De gitaren zijn een heel eind in volume en intensiteit teruggeschroefd en ook zanger Cullen Omori laat zich van een totaal andere kant zien: Die van de bedachtzame twintiger. Omori is de pathos voorbij, en schotelt ons hier een reeks afgemeten popliedjes voor die nergens verdrinken in Weltschmerz. Deze ingetogenheid is een volstrekt nieuw concept in het werk van Smith Westerns, maar voelt nergens geforceerd.

Geen purisme
De truc is om deze liedjes niet te overschatten. Verwacht van deze jongelingen (nog) geen diepgravende overpeinzingen of hemelstormende lyriek. ‘Soft Will’ is vooral een geslaagde poging in het creëren van een popalbum dat al te gemakkelijke vergelijkingen met soortgenoten overstijgt. Het idee om de jaren ’70 invloeden te verpakken in jaren ’80 synths is een geslaagde productionele greep, die tracks als afsluiter Varsity precies de juiste dosis eigen smoel meegeven. Het purisme dat bij veel retro-acts de kop opsteekt, staat niet hoog in het vaandel.

 

 

Je kunt als band prima je invloeden eer aandoen zonder je klakkeloos te conformeren aan andermans gedachtegoed. Smith Westerns doen er hun voordeel mee door een plaat te maken die muzikaal en thematisch luchtiger en ingetogener is dan voorheen, en daardoor des te beter te behappen. Dat ze daarbij hebben nagelaten om briljante singles als Weekend (van Dye It Blonde) in te blikken, is niet meer dan een klein smetje op het succes van deze plaat. Soft Will is een nieuwe piek in de ontwikkeling van deze jonge band. Daar gaan we nog veel plezier aan beleven, de komende jaren.

Jasper van der Put

 

 

 

avatars-000028854148-ve4j0o-large


Hoppa! Ons nieuwe magazine is verstuurd naar onze publisher en we hebben ook nog een hoop nieuwe liedjes en video’s om je een prachtige soundtrack te geven voor deze frisse dinsdag. Wat denk je van de nieuwe Smith Westerns, wel eens gehoord van Criminal Hygiene, Gap Dream en Coves? Nu wel! Ook bekendere namen als METZ en een prachtige, werkelijk schitterende nieuwe videoclip van Beach House! (En de nieuwe plaat van Bowie, we konden het niet laten. Held!)


Smith Westerns – Varsity




Criminal Hygiene – Alan, I’m In Love




Gap Dream – 58th St. Fingers




Coves – Last Desire




Beach House – Wishes




Warm Soda – Busy Lizzy




METZ – Wasted




David Bowie – The Next Day