Best Kept Secret 2015 was weer een hell of a ride. Drie dagen lang hebben we ons vermaakt tot we niet meer konden. Dag 1 kon je hier al vinden, net als dag 2 hier. En hieronder is het tijd voor de allerlaatste dag die het festival ons te bieden had. Een perfecte afsluiter van een weekend vol ontdekkingen. 

Alvvays

Black Mountain

First Aid Kit

Future Islands

Royal Blood

Sunset Sons

Waxahatchee

Het was weer geniet dit weekend. Hier nog wat sfeerfoto’s om mee af te sluiten, tot volgend jaar weer!

Even een quiz-vraagje: wat heeft ervoor gezorgd dat Pearl Jam bekend is geworden? Juist, Kurt Cobain van Nirvana, die shirts van de band ging dragen tijdens gigs. Deze poples brengt ons naar de hardrock van het duo Royal Blood uit Brighton. Sinds Arctic Monkeys-drummer Matt Helders namelijk een shirt van die band droeg is het behoorlijk snel gegaan met Royal Blood. The Daily Indie spreekt zanger/bassist Mike Kerr en drummer Ben Thatcher in de kleedruimte van Paradiso voor hun optreden op London Calling.

Het verhaal van Royal Blood is er een van one in a million. Terwijl de band nog maar een dik jaar bestaat, werd het nu al genomineerd voor de BBC Sound of 2014, gaf het een show op SXSW en staat het deze zomer op het programma van zowel Lowlands als Glastonbury. Het laatstgenoemde popfestival was precies waar Kerr en Thatcher zich bevonden toen ze hoorden dat de Arctic Monkeys-drummer met een shirt van hen rondliep. “We waren daar gewoon als bezoeker”, vertelt Kerr. “En we kunnen je vertellen dat we enorm dronken zijn geworden toen we dat nieuws te horen kregen.”

De vraag is natuurlijk: hoe heeft het zo snel kunnen komen? Kerr legt het bestaan van de band uit: “Ben en ik speelden eigenlijk al samen sinds we zestien zijn, maar telkens in andere bands. Ik ben vervolgens een jaar weggegaan om te gaan reizen naar Australië.” Thatcher vult hem op ironische toon aan: “Ik bleef thuis en wachtte de dagen af tot Mike terug zou komen. Toen hij kwam, haalde ik hem van het vliegveld en besloten we een band te beginnen.” Het was hun idee om iets fris en nieuws te beginnen en ze besloten dat in eerste instantie als duo te doen, met het idee om later misschien nog meer bandleden toe te kunnen voegen.

Niet dat dat er ooit van gekomen is: “Onze muziek klonk als duo al zo groots dat we de bezetting zo hebben gehouden”, legt Kerr uit. In plaats van de elektrische gitaar koos Kerr er in Royal Blood voor om basgitaar te gaan spelen: “Ik was benieuwd hoe ik de bas zo groots mogelijk kon laten klinken. Naar de top, als het ware. Slechts met een basgitaar werken vind ik een goede toevoeging. Zo geven we onze muziek een eigen handtekening.”

Zodra het duo vijf tracks geschreven had, besloot het de studio in te duiken: “Het koste ons vijfhonderd euro voor een paar dagen opnemen bij een vriend en geld om onze nummers te masteren hadden we niet,” illustreert Kerr de do it yourself-begindagen van de band. Nadat de band zijn muziek online had gezet, duurde het slechts een maand voordat de muziekindustrie de nummers opmerkte en kregen de leden een droomaanbod om fulltime met deze band bezig te gaan. Royal Blood staat nu getekend bij Warner Bros. Records: “Het was echt een uitkomst,” blikt Kerr terug. “Als je een gewone baan hebt, ben je erg beperkt in de tijd die je in een band kunt stoppen. Dit gaf ons dus de mogelijkheid om in alle rust songs te schrijven. Deze recorddeal is eigenlijk wat ons heeft gebracht tot waar we nu zijn.”

In een rommelige studio een paar tracks opnemen, een bekende rockster die je T-shirt draagt en opgemerkt worden door een grote platenmaatschappij: eigenlijk is het allemaal erg klassiek rock-‘n-roll. Net zo klassiek als de seventies-hardrock van het duo in feite klinkt. Over hun invloeden zijn de bandleden het snel eens: “Led Zeppelin, Queens of the Stone Age”, begint Thatcher. “Maar ook Jeff Buckley en alle zijprojecten van Jack White”, vult Kerr hem aan. Zie je de personen van Kerr en Thatcher als vaste bezoeker van de lokale classic rockbar in Brighton voor, dan ben je niet alleen. Niets is echter minder waar: “We gaan eigenlijk alleen naar discotheken”, begint Thatcher meteen. “Als we bandjes gaan kijken, gaan die op een gegeven moment namelijk teveel op elkaar lijken,” vult Kerr aan.

Het zegt iets over hun kritische houding tegenover Britse rockbands anno 2014. Als we Kerr vragen naar zijn mening hierover, antwoordt hij dan ook: “do you know any?” Dat andere duo uit Brighton, Blood Red Shoes, kenden ze bovendien niet eens. “Ik had wel van ze gehoord”, vertelt Thatcher. “Maar ik wist simpelweg niet wat voor muziek ze maakten en dat zij überhaupt ook een band met twee leden waren.” Kerr concludeert: “Weet je, het duo-element is bij ons ook eigenlijk vrij irrelevant, want wij willen klinken als een vierkoppige band.”

 

london calling

 

Daily Indie-schrijvers Ronald van Berkel en Yoram van Hees trekken op 9 & 10 mei naar Paradiso om verslag te doen van de eerste London Calling van 2014. Het duo doet allerlei ontdekkingen, waarvan je die van de eerste dag hier kunt lezen! Het verslag van de tweede dag vind je hieronder, waarbij de foto’s wederom afkomstig zijn van Remco Brinkhuis. Enjoy!

 

Dag twee van London Calling begint vroeg. Zo vroeg zelfs dat sommige mensen nog liggen te slapen. Matthew Daniel Siskin komt de kleine zaal namelijk ingesnelt in een versgekreukt pak en met de semi-akoestische gitaar in de hand. Hij verontschuldigt zich voor zijn chaotische opkomst want tot vijf minuten geleden lag hij nog te slapen. Met zijn warrige haar, gekreukte colbert en innemende voorkomen steekt de veelgemaakte vergelijking met Bob Dylan de kop op. Gelukkig weet hij dit zelf ook en om het commentaar maar voor te zijn, doet hij tussen neus en lippen door een kleine imitatie van zijn grote voorganger. Ook hij maakt gebruik van een pseudoniem, want waar Siskin in real life een behoorlijk succesvol, New Yorks marketingmannetje is, schreef hij onder de naam Gambles een intens ontroerend album (‘Trust’) over het verlies van een ongeboren kind en de vernietiging die het verdriet daarover met zich meebrengt. Zwaar? Absoluut, maar Siskin laat tussen de nummers door gelukkig wel de gesjeesde yup zien en weet er voor te zorgen de boel met zijn vlotte babbel aan elkaar te lijmen. Het leeuwendeel van het publiek is echter nog niet helemaal klaar voor het festival en Siskin verspilt de sfeer van zijn eigen optreden een beetje door steeds te vervallen in licht geïrriteerde opmerkingen over het gebabbel achter in de zaal. (YvH)

 

Aan Telegram de eer om de grote zaal op de zaterdag te openen. De vier heren uit Londen en Caerphilly komen lichtelijk nonchalant op en rommelen nog wat met hun instrumenten. Frontman Matt Saunders heet ons welkom met een dikke tongval besmeerde “Hello. Hello. We’re Telegram” en vanaf dat moment is het 35 minuten lang rocken geblazen. Telegram zwaait van shoegaze naar krautrock en dan weer naar psychedelica en dat alles met een vette flanger op de gitaar van Matt Wood en een dikke chorus op de zang van Matt Saunders. Ook in de ritmesectie gaat het voor de wind. Bassist Oli Paget-Moon (die soms doet denken aan Joey Ramone) en drummer Jordan Cook lijsten de gitarenmuren van Saunders en Wood perfect in. Cook is trouwens fantastisch om naar te kijken. De diameter van de Brit zijn polsen is haast gelijk aan die van zijn drumstokken, maar wat komt een kracht uit dat fragile lichaam. Hoogtepunten zijn Under The Night Time, Follow en het twee maanden geleden uitgebrachte Rule Number One.

We begrepen van Paradiso ingewijden dat ze weer snel weg moesten, dus vandaar deze vroege speelpositie voor een band die de zaal kapot had gespeeld als ze iets later op de affiche stonden. Hoe dan ook, Telegram maakt alle verwachtingen meer dan waar. Met deze band zit het helemaal snor (pun intended). (RvB)

 

 

Telegram

Telegram

 

 

Mocht je je ergeren aan de theatrale rocksterposes van Telegram, dan is er voor jou The Bohicas. Gewone gasten uit Noord-Engeland, benaderbaar, down to earth, ja ook wel een leren jackie aan. Oh, en ook is dit (samen met Telegram) de meest typische London-Calling-hitband van deze festivaleditie. The Bohicas klinkt opzwepend en opwindend. Alsof de Arctic Monkeys van nu hun songs schrijven met de energie van de Arctic Monkeys van eerst. Vanaf de eerste noot wordt het gaspedaal vol ingedrukt, heerlijk smerige gitaarsolo’s worden eruit geperst en nergens gaat de energie ook maar even omlaag. In tegenstelling tot Telegram is wel ieder nummer een schot in de roos; stuk voor stuk festivalstampers voor de komende maanden. (YvH)

 

 

Een set openen met je eerste en meest succesvolle single? Childhood is niet bang en doet het gewoon met Blue Velvet. Deze strategische keuze is wel link in de zin dat na zo’n groot wapenfeit de rest ook nog wel moet blijven boeien. Childhood is druk bezig geweest met het opnemen van hun debuutalbum, dat deze zomer ergens uit moet komen, en is vast besloten om ons er van te overtuigen dat hun nieuwe nummers net zo goed zijn als eerder werk uit 2010. We wisten al dat Chilhood goed was in dromerige surf pop, waarbij de verslavende melodieën je om de oren vliegen. Deze lijn is adequaat doorgezet met nummers als Falls Away, waarin weer zo’n sterk muzikaal thema zit en waarin heerlijk repetitief wordt gegrooved door drummer Chris O’Driscoll. Of Pinballs, een zes minuten durend epos dat ergens zweeft tussen surf en shoegaze en waarbinnen zes keer op de gekste plekken van tempo wordt verwisseld. Door dit soort trucjes blijft Childhood verrassen en komt het live ook goed uit de verf. (RvB)

 

 

Childhood

Childhood

 

 

Desperate Journalist op het podium van de kleine zaal doet denken aan de jaren tachtig. Zangeres Jo Bevan met kort blond haar en opgeknoopte blouse, bassist Simon Drowner met zwarte oogschaduw en blazer inclusief een paar oude punk-buttons, gitarist Rob Hardly compleet in het zwart en drumster Caz Hellbent in een blauw-wit gestipte polka dress. Ook muzikaal past dit goed in het einde van de jaren tachtig. Het werk van Desperate Journalist is muzikaal niet bijzonder ingewikkeld, maar is door de vele scherpe randjes, een flinke bak pit en het hoekige drumspel van Hellbent wel bijzonder interessant. Drowner staart het hele optreden – de reus die hij is – onafgebroken de zaal in, Hardly laat zien waar de term shoegaze vandaan komt en Bevan is de ideale frontvrouw. Ze zingt alsof haar leven ervan af hangt, maar schiet nergens uit de bocht. Tussen beukplaten Chrisina, Kitten en Organ zoekt Desperate Journalist even de rust op in de vorm van Wait. Bevan zingt bijna het hele nummer met haar ogen dicht en de verleiding is groot om niet hetzelfde te doen; even onszelf laten hypnotiseren. “We all make mistakes”, verkondigt Bevan dan in afsluiter Mistakes, maar wat ons betreft is Desperate Journalist de uitzondering op de regel. (RvB)

 

 

03 - Desperate Journalist

 

 

Samen met Jungle gisteren is de grootste naam van deze editie van London Calling waarschijnlijk wel Royal Blood. Dat niet alleen, het is ook de hardste band van het festival. Drummer Ben Thatcher en zanger/bassist Mike Kerr zijn maar met z’n tweeën, maar maken herrie voor tien. Sinds het optreden van Blood Red Shoes in de kleine zaal is een duo hier niet meer zo’n meedogenloos vette bak herrie over het publiek uitgestort. Waar Kerr’s stem nogal eens te wensen overlaat in de eerder uitgebrachte nummers, wordt dit live volkomen gecompenseerd door de moddervette sound van dit tweekoppig monster. Kerr wurgt liefkozend allerlei gitaarakkoorden én baspartijen uit zijn basgitaar en met bij ieder contact tussen drumstok en –vel lijkt Paradiso op zijn grondvesten te schudden. Royal Blood biedt even een luid momentje om je oergevoelens te uiten. De fysiotherapeut gaat het morgen druk krijgen met alle nekklachten. (YvH)

 

 

Solids

Solids

 

 

Is Solids dan de Royal Blood van de toekomst? Of misschien de nieuwe Japandroids of Death From Above 1979? Dit Canadese duo speelt namelijk ook een gruizig potje noiserock, maar waar Royal Blood zwaar leunt op blues en groove, ontbreekt het bij Solids aan dynamiek. Misschien is het publiek verwend of simpelweg murw gebeukt, maar Solids weet op een tijdstip dat de meeste mensen wel te porren zijn voor een feestje, de kleine zaal haast leeg te spelen. Iets wat The Fat White Family doet in de grote zaal. Zij hebben de twijfelachtige eer om het livegebeuren hier af te sluiten, maar een gedeelte van het publiek dat lijkt te zijn gekomen voor de afterparty, kan overduidelijk niks met de muziek van deze jongens. Het is psychedelische punk met Horror-orgeltjes en western elementen. Schreeuwerig en lelijk. En heerlijk. Het is altijd fijn om nieuwe bands te zien die de missie van Sex Pistols voortzetten: verschillende nummers lijken een variatie op ‘Boredom’, maar vooral de presentatie van halfnaakt over het podium paraderende straatschoffies is een lust voor het oog. Het zal hun dus ook in de laatste plaats een rotzorg wezen dat Shaniqa en haar vriendinnen niks met de muziek kunnen. (YvH)

 

Fat White Family

Fat White Family

royal-blood-2

 

De beste rockband van Eurosonic 2014 is alweer toe aan zijn derde single. En met Come On Over levert het Britse Royal Blood opnieuw, alsof het niets is, een ijzersterke song af.

 

Al het goede van harde rock ineen
Kleine flashback naar Eurosonic 2014: Royal Blood opent hun set met Hole en zet daarmee iedereen meteen op scherp. Mike Kerr en Ben Thatcher spelen strakker dan alle bands die avond bij elkaar. Tweede song van de avond was de nu tot single gebombardeerde Come On Over, en ik kan me nog goed herinneren dat ik tijdens deze song hardop in mezelf dacht: “Fuck, wat is deze band goed!”

 

Natuurlijk is zo’n gedachte volledig subjectief, maar het is vaak wel een teken dat de act in kwestie niet een typisch dertien in een dozijn-geval is. En dat terwijl Royal Blood op papier verre van origineel is. Gooi The White Stripes en Nirvana in de mix, voeg de machinale strakheid van Queens Of The Stone Age aan toe en je hebt een vrij duidelijke beschrijving wat Royal Blood is. Dat zowel de bass als de leidende gitaarpartij simultaan door dezelfde persoon gespeeld worden (misschien wel hét wapen van de band) komt in Come On Over beter dan op eerdere songs naar voren. Na al die singles is het nu hopen dat het album er snel aan komt.

 

 

 

#05 TDI :: LC

 

Speciaal voor London Calling (9 & 10 mei) in Paradiso, hebben we een mixtape gemaakt vanuit The Daily Indie! In een klein half uur hoor je al snel waarom je het tweede weekend toch echt geen andere keuze hebt dan richting Amsterdam te gaan. Met bands als Royal Blood, Telegram, Eyedress, Hospitality, Childhood, The Neighbourhood en The Proper Ornaments zit je twee dagen compleet geramd.

 

En dan hebben we het niet eens over London Calling in de Tolhuistuin gehad, waar het festival zich ook steeds lekkerder uit aan het breiden is. En dan geeft The Daily Indie ook nog eens een pre-London Calling feestje op 8 mei (daarover later meer). Het kan allemaal niet op. Indie-feest!

 

 

Artwork by: Red Suitcase

*Je kunt ons ook volgen via The Daily Indie Radio Tumblr

 

 

 

slaves band

 

Where’s Your Car Debbie maakt duidelijk dat Slaves geen koffie meer moet drinken voor het slapen gaan. Halverwege december had het duo met de opgeschoren haren, Isaac Holman en Laurie Vincent, een duistere droom en kregen het voor elkaar een camera mee te lozen in hun hoofd. 

 

Big Foot 
Holman en Vincent besluiten in een zekere donkere nacht samen met een chick Debbie op jacht te gaan naar Big Foot. Debbie legt al snel het loodje. Begeleid door bizar simpele lyrics en dreunende gitaren sluipen de mannen door het duistere bos, op de vlucht voor het monster. De panische angst straalt van de video af en klinkt door het nummer.  ‘Something’s in the shadows, I think it’s gonna get me, where is your car Debbie?!’ Met een onthoofde Big Foot als afsluiter schieten we wakker uit deze nachtmerrie, en ontwaken we met een nieuw, hard, vet, scheurend, duo in het rijtje Drenge, Blood Red Shoes, Royal Blood en Blackboxred om keihard fan van te zijn.

 

 

Royal Blood

 

De line-up van London Calling op 9 en 10 mei was al lekker, maar er zijn weer twee bands aan de line-up toegevoegd waar je sowieso al een kaartje voor zou willen kopen. De veelbesproken rockband Royal Blood en “New York’s Hottest New Band” Public Access TV. Eerder werd de komst van onder meer Wolf Alice, Childhood, Jungle, Telegram, Arthur Beatrice en Gambles bevestigd.

 

 

Royal Blood klinkt als een grote gitaarrockband maar is een hip duo zonder gitaar. Onvoorstelbaar  maar waar. Zanger-bassist Mike Kerr en drummer Ben Thatcher uit Brighton zorgen samen voor dit kunststukje. Bikkelhard, onverwoestbaar, met een muur van geluid en zonder enige concessie overstuurde de band reeds twee singles de wereld in die beiden insloegen als een bom.

 

 

“New York’s Hottest New Band”, aldus NME: Public Access T.V. heeft met de single ‘Monaco’ de hype flink aangewakkerd. De band maakt springerige, strakke indierock die direct doet denken aan The Strokes. Afgelopen januari speelde zij pas de allereerste show; vers van de pers dus. Veel is er over Public Acces TV nog niet bekend, maar dat maakt de buzz rondom het jonge drietal des te groter. Absoluut niet te missen op London Calling.

 

 

 

London Calling line-up tot nu toe:

Royal Blood, Public Access T.V., Jungle, Solids, Desperate Journalist, Wolf Alice, Arthur Beatrice, Ice Choir, The Proper Ornaments, Hospitality, The Delta Riggs, Gambles, San Fermin, Childhood, Telegram en Menace Beach.

Facebook: www.facebook.com/londoncalling
Instagram: www.instagram.com/londoncallingnl

Locatie: Paradiso, Amsterdam
Datum: vrijdag 9 en zaterdag 10 mei 2014
€20,00 dagkaart / €35,00 passe-partout 9 & 10 mei excl. lidm. (€3,50 p.mnd / €25 p.jaar)
Open: 18:00 / Aanvang: 18:30

Royal Blood

 

De enige rockband in de BBC Sound Of 2014-lijst zijn was al een goed teken aan de wand. Na het horen van eerste single Out Of The Black wisten we het vrijwel zeker. Maar na de show die de band gaf op Eurosonic was er geen enkele twijfel meer over mogelijk: Royal Blood is de beste nieuwe rockband die er is. Nu is de vervolgsingle hier. En ook deze blaast je omver!

 

Al het goede van harde rock ineen
Vrijwel iedere band binnen het genre kan niet om de groten binnen genre heen, inspiratie van de grote jongens is er altijd. En het niveau komt zelden in de buurt van degene waar het op geïnspireerd is. En komt Royal Blood de hoek om, gooit de stevigheid van Queens Of The Stone Age, de coolness van Jack White en de grootsheid van Muse op een grote hoop.

 

En komt er nog mee weg ook. De sleutel hiertoe is het ijzersterke liedje die schuilgaat onder de enorme gitaarmuur en strakke drums. Het strakke geheel staat als een huis en wordt met overtuiging gebracht. Scoren op originaliteit doet Royal Blood niet of nauwelijks, maar wanneer je een song schrijft waar alle grote acts een hit mee in handen zouden hebben maakt dat helemaal niet uit.