De laatste dag van het festival London Calling is geschiedenis en veel is ontdekt met onze ontredderde oren. Het festival dat al sinds begin jaren negentig in Paradiso schuilt heeft dit jaar wederom wat verassingen aan ons cadeau gegeven, waaronder onverwachte successen en bands die nét niet de hype waarmaken.
Tekst: Domenico Mangione
Foto’s: Remco Brinkhuis
Outfit
Outfit is een band geboren in het Mekka der muziek, Liverpool. Toch ontbreekt de duidelijk vergelijking met de grote bloempotkapsel dragers uit deze Britse stad. Sterker nog: er is zelfs geen enkele gelijkenis, behalve het gebruik van gitaren en een drumstel. De onlangs uitgebrachte debuutplaat ‘Performance’ van het zelfbenoemde psychedelische popkwintet laat ons ronddwarrelen in het rijk van dance-beats en gelaagde synths.
Hoewel de debuutplaat ons enige diepgang geeft, blijft deze zeer zeker weg in Paradiso’s Main Hall. Bij het inzetten van het eerste nummer, het dromerige beat geladen House on Fire, probeert Outfit het publiek warm te maken voor de show. Bij het derde nummer Spray Paint begint de set eindelijk op gang te komen, er wordt echter geen climax bereikt. Alhoewel de nummers stuk voor stuk strak worden gespeeld, mist er een zekere intentie achter de muziek. Ondanks het vollopen van de zaal lukt het Outfit niet als opener de massa in beweging te krijgen.
Torres
Torres is de band van de uit Nashville, Tennessee afkomstige Mackenzie Scott die in januari een gelijknamige debuutplaat uitbracht. Haar geëlektrificeerde folk rock doet denken aan PJ Harvey en de eerste keer dat je ‘Horses’ van Patti Smith hoorde. Veelgeprezen kan je deze plaat wel noemen, zeker als je de bekroning van een acht komma één door Pitchfork meerekent.
De zaal begint langzamerhand vol te lopen met nieuwsgierige bezoekers wanneer Torres hard, sterk, krachtig én intiem begint aan hun set. Grove gitaarlijnen staan in fel contrast met Mackenzie’s glooiende zang en de woede wordt er gelijk uitgejaagd onder leiding van een felle solo. Welverdiend luid gejuich vervolgt in de volgestroomde bovenzaal. De krachtig verhalende nummers worden in goed evenwicht gebracht met intiemere nummers zoals Jealousy and I. Zelfs mensen die niet fan zijn van haar snerpend geluid moeten madame Mackenzie waarderen.
Jagwar Ma
Bestaande uit drie vrienden is Jagwar Ma een bijzondere Australische band die met hun brouwsel van psychedelische rock en dance prima verwekt had kunnen zijn in The Haçienda, het epicentrum van de Madchester-scene. Het debuut van deze knapen, ‘Howlin’’, is vol lof omarmt met zelfs een negen van NME.
Bewapend met een Kangol-hoedje bevestigt frontman Gabriel Winterfield hun Madchester-invloeden met een flinke knipoog naar Stone Roses drummer Reni, die vrijwel altijd zo’n emmerachtige hoed droeg. Dit mag ook wel, want het is ernstig lang geleden dat de combinatie tussen psychedelische rock en dance zo goed uit is gevoerd. Al vanaf de eerste beat is het publiek ‘hooked’ en de glimlach waarmee Winterfield het tweede nummer Uncertainty aangekondigd is representatief voor de dansende menigte. De zweverige en oscillerende zang moet wel in ieders hoofd blijven rondzingen na dit fatamorgasmisch optreden. Met deze dansbaarder dan dansbare gig is het zonder twijfel duidelijk dat Jagwar Ma het hoogtepunt van London Calling is.
Bleached
Verrukt na een goede set van Jagwar Ma klommen we de treden naar de bovenzaal op. Na ruim tien minuten vertraging beginnen de dames van Bleached toch in het halflege bovenzaaltje. Veelbelovend zijn deze drie meisjes en een getatoeëerde meneer uit de stad der sterren en glamour: Los Angeles. Veel van die glamour is gelukkig niet te merken bij deze, zoals de naam doet vermoeden, sporadisch geblondeerde dames. De twee leden met het gebleekte haar zijn de zusjes Clavin bekend als voormalig leden van Mika Miko, befaamd om hun verwoede live-optredens. Garagerockend toveren de babes, met grotendeels drie akkoorden, powerpop riffjes teweeg en brachten begin dit jaar hun debuut ‘Ride Your Heart’ uit.
Bij het inzetten van een goed uptempo garagepop liedje is het duidelijk dat ze met hun ‘bangs’ headbangen wel heel letterlijk nemen. Hoe energiek frontgirl Jennifer ook rondspringt op het podium, het publiek blijft letterlijk onbewogen. Gedurende de set komt er steeds meer beweging in en bereikt dan haar matige hoogtepunt tijdens Love Spells met een versufte pit, jammer. Wanneer de pit bedaard is, wordt het wel heel duidelijk dat de zaal in twee delen is gesplitst. De ene helft kan genieten van de zoetige oproerstokertjes, de andere helft laat het zo koud als ketchup bij de pasta.