De nieuwe roman Na Mattias van journalist en schrijver Peter Zantingh is een ode aan de muziek. De lezer krijgt bij aankoop niet alleen een intrigerend boek maar ook een playlist aangereikt met nummers die specifiek aansluiten op de verschillende hoofdstukken. Zantingh: “Mijn boeken zijn eigenlijk distributiekanalen voor het delen van muziek die ik goed vind.” Let wel op, boekenwurm: dit artikel kan spoilers bevatten.

Muziek en literatuur, het zijn twee kunstvormen die lastig te combineren zijn en daarom ook zelden samen voorkomen. Hoeveel echt goede romans zijn er nou geschreven waarin de liefde voor muziek de boventoon voert? Nick Hornby’s High Fidelity is misschien nog wel het beste voorbeeld. Toch gaat Peter Zantingh (1983) met zijn derde boek Na Mattias nog een stap verder. Hij reikt de lezer niet alleen een boek vol leuke muzikale verwijzingen aan, maar ook nog eens een playlist met nummers die de hoofdstukken moeten versterken.

De roman neemt een interessant gedachte-experiment als uitgangspunt. Wat zou er gebeuren als je ineens van deze wereld zou verdwijnen? Op welke manier zou dat de levens van anderen beïnvloeden? Aan de hand van acht portretten blijkt hoe het leven van familieleden, vrienden en vage kennissen verandert door de dood van hoofdpersoon Mattias. Wat er met hem gebeurd is, leert de lezer vervolgens door de ogen van deze mensen.

“Ik stond in oktober 2015 op de luchthaven van Dublin en vroeg me af: wat zou er gebeuren als mijn vliegtuig neerstort? Wie zouden, los van de directe familie, vrienden en mijn vriendin, mijn afwezigheid merken?”, vertelt Zantingh in het Amsterdamse eetcafé De Brakke Grond. “De huisarts, waar ik de volgende dag een afspraak had en die dan pas zou merken dat ik er niet ben. Mijn voetbalteam zou het ineens met een speler minder moeten doe. En het aantal verhuurde OV-fietsen zou zeker afnemen.”

 

“Wie zou mijn afwezigheid merken als mijn vliegtuig neerstort?”

 

Hij werkte het idee uit tot een verhaal. Een verhaal over negen mensen die in ieder geval twee dingen gemeen hebben: ze kenden Mattias en ze hebben allen op hun eigen manier iets met muziek. Zo is zijn vriendin Amber celliste, is Quentin een fervent hardloper die tijdens zijn rondjes luistert naar The National en werkt Mattias zelf voor een boekingskantoor en begeleidt hij bands.

Bovendien wil Mattias samen met Quentin een koffiebar beginnen waar ze bezoekers achterop hun bonnetje aanreiken welke muziek ze hoorden tijdens hun bezoek. Ter inspiratie. Om de liefde voor muziek door te geven. Het is precies wat Zantingh ook doet met zijn roman. Wie het boek koopt, krijgt er een playlist bij. Eén nummer per hoofdstuk, passend bij het beschreven personage. Denk aan artiesten als: Death Cab For Cutie, Songs:Ohia, Spinvis en Wir Sind Helden.

Sommige nummers of platen sluiten naadloos aan bij de thematiek van het boek, zoals de twee songs van Carrie & Lowell, het album waarmee Sufjan Stevens de dood van zijn moeder verwerkte. Ze zijn gekoppeld aan Amber. “Het mooie aan die plaat en Amber is dat ze de dood zien als iets dat gebeurd is maar ook alweer voorzichtig kijken naar een leven daarna. Het is niet gitzwart, er glinstert ergens weer een nieuwe toekomst. Stevens weet dat op zijn plaat prachtig in muziek en tekst te vatten.”

 

Want, zo zegt Zantingh, er spreekt uit de personages ook iets van hoop. “Ze zijn aan het eind van elk hoofdstuk verder dan aan het begin.” Zo krijgt Tirra Distant Sky van Nick Cave mee. Zoals de Australische zanger de dood van zijn zoontje verwerkte, moet Tirra dealen met het handelen van haar zoon, die in het boek iets verschrikkelijks doet. “Het is niet de bedoeling dat we onze kinderen en onze dromen overleven. Maar dat gebeurt wel bij Cave en Tirra.” Toch gloort er ook in haar leven ergens een toekomst, of zoals de zanger het bezingt: ‘Let us go now/ my only companion/ set out for the distant skies/ Soon the children will be rising, will be rising.’

Niet elk nummer leende zich overigens voor een personage, hoe mooi het qua thematiek ook leek te passen. “Mount Eerie maakte vorig jaar een prachtige plaat over rouwverwerking. Die zat echter nog zo dicht op de dood van zijn vrouw dat elk woord wanhoop ademt. Mijn personages zijn net een stap verder.”

Inspiratie uit muzikale voorbeelden
Voor het verhaal zelf haalde Zantingh veel inspiratie uit concrete voorbeelden uit de muziekwereld.  Het gesprek komt bijvoorbeeld op Overcome, het nummer van Live dat na 11 september een hit werd. “U2 trad na de aanslag in de Bataclan op in Parijs. Dat kwam toen heel sentimenteel over, maar na zo’n aanslag mag dat ook. Bono is heel goed in het zeggen dat we elkaar moeten liefhebben. Als je dat niet kan zeggen zo kort na zoiets verschrikkelijks, wanneer dan wel?”

In het boek komt de fictieve, wat ingekakte popband Lamentors met het nummer Black Feathers, dat op dezelfde manier omarmd wordt. Black Feathers vormt standaard de afsluiter bij de concerten van de formatie.  Het zorgt bij de fans voor een mengeling van extase en collectieve rouw. Zantingh had bij het schrijven van zijn ‘troostnummer’ vooral het Belgische Balthazar in gedachte.  “Die sluiten hun concerten altijd af met Blood Like Wine, wat muzikaal dan helemaal wordt uitgesponnen.  Het is een collectief moment van ontlading, een nummer dat een verandering in het gemoed teweegbrengt. Dat is wat een goed concert met je kan doen. Je kunt het niet uitleggen, het is iets ongrijpbaars.”

 

“Als je na iets verschrikkelijks niet mag zeggen dat we elkaar moeten liefhebben, wanneer dan wel?”

 

Na Mattias is daarmee een ode aan de muziek, voornamelijk aan de bands die Zantingh zelf erg kan waarderen. “Ik heb weleens het idee dat ik boeken schrijf zodat ik aan mensen kan laten zien welke muziek ik goed vind en waarom. Zo speelden The Beatles een prominente rol in mijn tweede roman. Boeken zijn eigenlijk distributiekanalen voor het verspreiden van muziek. Daarnaast heb ik er gewoon heel veel lol in gehad om bijvoorbeeld albumtitels te verzinnen voor de Lamentors.”

De liefde voor muziek kan hij daarbij naar eigen zeggen veel beter kwijt in een roman dan in een artikel of recensie. Zelf had Zantingh de website Lowlove, over Lowlands, en schreef hij voor Festivalinfo en 8weekly. Nu is hij redacteur bij NRC, maar schrijft hij zelden nog over muziek. “Fulltime muziekjournalist zijn zou me te eenzijdig worden. Schrijven over muziek is als dansen op een schilderij: je legt twee kunstvormen over elkaar. Muziek is vaak iets dat je moet beleven. Daarom ben ik zo blij met dit boek: daarin kun je er veel meer het gevoel kwijt dat muziek kan oproepen zonder dat je het direct hoeft te benoemen.”

Na Mattias van Peter Zantingh is woensdag 7 maart verschenen bij uitgeverij Das Mag. Mocht je dit boek willen lezen? Goed nieuws: we hebben een actie voor nieuwe leden online staan! 

De normale Nederlander – je weet wel, dat fictieve figuur dat voor zoveel politieke problemen zorgt – kijkt met dank aan Netflix meer series dan ooit. Maar we kijken niet alleen. Wie Netflix even minimaliseert en zich richt op Facebook, Instagram of Twitter, hoort slechts nog stemmen en muziek. Helemaal niet erg, want muziek kan net zo belangrijk zijn als beeld.

Dat bewees Graham Coxon van Blur onlangs nog met zijn soundtrack voor The End Of The F***ing World, terwijl de Stranger Things-soundtrack van Kyle Dixon en Michael Stein een ware jaren tachtig-revival teweegbracht. Een andere serie die de aandacht trekt met zijn soundtrack is de Britse maffiaproductie Peaky Blinders. Nick Cave, Arctic Monkeys en Iggy Pop leverden de afgelopen seizoenen muziek voor de serie. Ook het Nijmeegse Foxlane spint echter garen bij het Britse programma.

Het is december 2017 als ik Guus Timmermans voor het eerst ontmoet, op de kerstborrel van The Daily Indie. Hij vertelt mij enthousiast over zijn band: Foxlane. Ze waren genomineerd voor de Beste EP van Gelderland en doen mee aan de Grote Prijs van Nederland. Nu bevat mijn playlist doorgaans weinig winnaars van beide competities, maar ik besluit bij thuiskomst toch een bezoek te brengen aan de Spotify-pagina van het viertal. Daar valt mij al snel op dat hun populairste single (Birmingham) 300.000 keer gestreamd is, bijna tien keer zoveel als de tweede track op de Foxlane-pagina. De band koestert bovendien bijna 40.000 maandelijkse luisteraars, die voor het grootste deel afkomstig zijn uit Londen, Parijs, Madrid, Istanbul en Barcelona. Ter vergelijking: Amber Arcades heeft er bijna 20.000, Pip Blom bijna 30.000.

 

Mazzel-royalties
Hoe dat kan, is niet moeilijk te ontdekken. Birmingham blijkt namelijk een prominente plek veroverd te hebben in veel playlists die gewijd zijn aan Peaky Blinders. De track prijkt in veel gevallen bijna bovenaan zulke afspeellijsten, ergens tussen eerdergenoemde grootheden. Veel websites vermelden daarnaast dat het nummer van het jonge kwartet deel uitmaakt van de muzikale begeleiding van The Noose, de loeispannende eerste aflevering van Peaky Blinders’ recente vierde seizoen. Als ik de aflevering meerdere malen gekeken heb, heb ik de andere vermelde nummers (van onder meer Savages, Yak en FIDLAR) wél gehoord, maar kan ik geen spoor ontdekken van Foxlane’s Birmingham.

Een paar dagen later besluit ik Guus ernaar te vragen. “Nee, we zitten niet in de serie zelf, alleen in de playlist”, lacht hij. “We hebben ooit een keer contact gezocht met een beheerder van zo’n playlist en veel geluk gehad.” Birmingham, zo vertelt hij, is niets meer of minder dan een ode aan Peaky Blinders. ‘We own Birmingham’, zingen de Nijmegenaren. ‘We’re the Peaky Blinders!’ Een mailtje van de seriemakers heeft Foxlane nog niet ontvangen, wat royalties wél: “Van de plays uit die playlist hebben we tegenwoordig een aardig zakcentje.” En die websites waarop vermeld staat dat Birmingham wel degelijk in de soundtrack zit, dat is gewoon ‘slechte journalistiek’, al zorgde het er wel voor dat de track soms vierduizend keer per dag gestreamd werd. Inmiddels is dat wat afgenomen, maar het maakt de tribute niet minder waardevol, weet Guus, die de serie nog maar eens tipt. “Ik zou het echt eens kijken, alleen om de muziek al!” Kortom, we voegen Peaky Blinders toe aan onze kijklijst en voegen nog een tip van onszelf toe aan die van Guus: luister Foxlane!