De zomer is officieel begonnen, dus dat betekent natuurlijk dat het nu écht tijd is voor festivals. Dat zullen we weten ook, want op de allereerste editie van Loose Ends was het meteen kokend heet. Nu willen we natuurlijk niet klagen over mooi weer, maar voor een festival als Loose Ends waren deze omstandigheden misschien niet ideaal. Want in de brandende zon heb je toch minder snel zin om te moshen, toch?

Tekst Renier van der Zouw
Foto’s Michael Kattenbeld

Dat er toch vrij veel moshpits ontstonden, is bewijs dat er duidelijk nog een behoefte is aan een dag vol herrieschoppers als deze. Laten we beginnen met de feiten: Loose Ends is dus een spiksplinternieuw festival op de NDSM-werf in Amsterdam, dat ze delen met Strange Sounds From Beyond de dag ervoor, komt uit de koker van Friendly Fire en staat geheel in het teken van de betere (gitaar)herrie. Deze eerste editie heeft genoeg klinkende namen op de line-up: relatief oudgedienden als Sleaford Mods en Metz vullen nieuwe beloftes in de scene als Sports Team en Fontaines D.C. goed aan.

Het terrein is erg klein en biedt naast een pop-up winkel waar concertposters en ander artwork gekocht kan worden geen randzaken, dus het is duidelijk; op Loose Ends gaat het om de muziek. Met die muziek zit het gelukkig wel snor. De verhouding Nederlandse en buitenlandse bands is precies fifty-fifty en het aanbod is breed genoeg dat iedereen wel aan zijn trekken moet kunnen komen. Tenzij je fan bent van het écht harde werk, heel veel hoger dan bij Metz of Ploegendienst sloeg de decibellenmeter niet uit vandaag.

Indiefeestje
Nadat we het terrein verkend hebben – wat je dus in een minuut of vijf kan doen – beginnen we bij Personal Trainer. Deze Canshaker Pi-afsplitsing was ook al te zien op Best Kept Secret, dus de formule is bekend: Willem Smit en een hele hoop vrienden zorgen voor een ongeremd indiefeestje, waarbij de muziek net iets minder hard schuurt dan bij de grote broer. Ook vandaag op het kleine podium aan het water waar de band speelt is het weer een gezellige bedoening. Op het podium wordt er dermate veel gesprongen dat het af en toe lijkt alsof we bij een sessie ochtendgymnastiek zijn terechtgekomen. Vooral de toetsenist weet van geen ophouden. Het speelplezier is op zich aanstekelijk, maar slaat nog niet echt over op het publiek, daarvoor is het waarschijnlijk nog wat te vroeg en bovenal te heet. De springende toetsenist eindigt overigens bovenop een van de speakers, dus aan hem heeft het niet gelegen.

Ploegendienst

Daarna gaan we naar de tent voor Ploegendienst. Even geen zon dus, maar dat betekent niet dat er niet gezweet gaat worden. Ray Fuego’s punkband raast als een malle over het podium en zorgt vanaf de eerste minuten al voor de eerste pit die wij op Loose Ends zagen. Wij zijn overigens niet de enige die het heet hebben: Fuego komt al op zonder shirt, maar trekt ongeveer halverwege zelfs zijn broek uit, waarna hij ook het eerste heldenapplaus van de dag in ontvangst mag nemen. Maakt het dan uit dat zijn teksten niet te verstaan zijn en vrijwel ieder nummer hetzelfde klinkt? Mwah. Er zijn veel technisch verfijndere bands te vinden, maar er zijn er maar weinig die het publiek zo makkelijk mee krijgen als Fuego en zijn mannen.

Ploegendienst

Want dat dat niet altijd makkelijk gaat, bewijst Mozes and the Fistborn even later op het hoofdpodium. De band speelt prima, maar lijkt in de eerste helft niet helemaal hittebestendig. “Ik zie echt niks in de zon”, verzucht frontman Melle Dielesen als hij zijn gitaar probeert te stemmen en de uitroepen van ‘spéleuh!’ die daarop volgen lijken daadwerkelijk voor wat irritatie te zorgen. De sfeer is dus soms wat ongemakkelijk, wat misschien ook verklaart waarom hit Sad Supermarket Song enigszins doodslaat. In de tweede helft komt de band gelukkig meer op stoom. Vanaf een fijn meeslepend Scotch Tape/Stick With Me is het publiek mee. De aanhouder wint.

Mozes and the Firstborn

Vermakelijk
Hoewel er dus op zich genoeg verschillende bands te vinden zijn, ligt de boventoon toch duidelijk op indierock met een punk- en garagerandje. Dat is geen probleem, maar dat zorgt er soms wel voor dat het lijkt alsof je keer op keer naar dezelfde show staat te kijken. Zo kunnen we over Sports Team eigenlijk hetzelfde zeggen als over Mozes: prima band, maar het wil niet helemaal vlotten, totdat het dat uiteindelijk wel doet. Afsluiter Stanton mag zich zelfs tot de hoogtepunten van het festival rekenen. Overigens is het zelfs als de show nog niet helemaal los komt wel heel vermakelijk om naar te kijken, want Sports Team heeft met Alex Rice een frontman waar je je ogen niet vanaf kan houden. Zijn capriolen zijn ook een goed contrast met de zeer stoïcijnse toetsenist annex tamboerijn-speler Ben Mac, die op het podium staat alsof hij voor iedere beweging die hij maakt belasting moet betalen. Als het met de band niks wordt, kunnen ze altijd nog als komisch duo op tour gaan.

Yak

Yak in de tent heeft vervolgens alle in zich om een kolkend hoogtepunt te worden. De live-reputatie van deze Britten is met recht ijzersterk en hun nieuwe album Pursuit of Momentary Happiness behoort tot de fijnste herrieplaten van dit jaar (lees hier het interview dat we onlangs met de band deden terug). Helaas blijkt de tent een maatje te groot voor Yak. In de zaal van een poppodium is het heerlijk zweten op de schurende riffs en slepende zang van Oli Burslem, maar hier komt het niet helemaal over. Het is ook jammer dat prijsnummer Harbour The Feeling wordt overgeslagen. Een band hoeft natuurlijk niet te pleasen, maar Yak heeft nou ook weer niet zó’n geweldige discografie dat de grootste hit niet gemist wordt als die niet voorbij komt. Een heerlijk venijnig Victorious (National Anthem) in de slotfase maakt een hoop goed, maar gezien de hoge verwachtingen mag dit optreden toch de boeken in als een gemiste kans.

Als de middag op zijn einde begint te lopen, beginnen er toch wat kinderziektes op te vallen. Dat het terrein vrij kleinschalig is, is op zich lekker knus, maar zorgt er wel voor dat het gedeelte waar je eten kan halen rond etenstijd volledig volloopt, waardoor je makkelijk een half uur in de rij staat en er voor de langste rijen niet eens echt ruimte is. Daar komt dan ook nog bij dat het aanbod qua eten vrij beperkt is, al zijn we misschien gewoon verwend door de Best Kept Secrets en Down The Rabbit Holes van deze wereld.

(De tekst gaat door onder de afbeeldingen)

Dead on arrival
Niet dat wie in de rij staat heel veel mist, want precies op dit punt begint het programma wat in te kakken. Indian Askin en Iguana Death Cult spelen gelijktijdig degelijke shows, maar wel shows die we van beide bands al wel vaker hebben gezien, zonder dat er echt iets aan opvalt in positieve of negatieve zin. Dat geeft tijd om na te denken, waarna we tot de conclusie komen dat de line-up toch wel iets avontuurlijker had mogen zijn. Op een paar nieuwe talenten na, zien we toch vooral veel namen die al váák in ons land te zien geweest zijn.

Indian Askin

Dat de shows van Nederlandse bands niet echt uniek zijn is natuurlijk onvermijdelijk, maar je kan je bijvoorbeeld best afvragen wat precies de toegevoegde waarde is van deze show van Sunflower Bean. Diens album Twentytwo in Blue stamt alweer uit maart 2018 en de band was sindsdien al twee keer te zien in ons land. Daar komt dan nog eens bij dat het drietal qua sound hier niet enorm op zijn plek is en frontvrouw Julia Cummings er vocaal wel eens naast zit en je hebt een show die eigenlijk dead on arrival is.

Sunflower Bean

Gelukkig is daarna Iceage de optater die we wel konden gebruiken. Oké, de laatste worp van deze Denen is ook al weer meer dan een jaar oud en ook hebben we ze sindsdien al wel een paar keer kunnen bewonderen, maar muzikaal gezien past hun theatrale postpunk Loose Ends als een handschoen. Frontman Elias Bender Rønnenfelt struint over het podium alsof de duivel hem op de hielen zit en sleurt de tent moeiteloos mee in het duistere universum die de band met zijn muziek creëert, waar het een klein uur lang goed toeven is. Al kan dat blijkbaar niet iedereen goed smaken: de tent loopt al vrij snel leeg, maar voor de liefhebber is dit onvervalst genieten.  

Iceage

Aan METZ vervolgens de taak om het publiek klaar te maken voor de eindsprint. Dat lukt redelijk, maar toch zien we ook deze band veel liever in pak hem beet de bovenzaal van Paradiso, dan op een open veld in de zon. Aan de Canadezen ligt het niet. Zoals we van ze gewend zijn voeren ze hun stuwende noise-rock met enorm veel passie op. Je voelt het zweet bijna op het podium druppelen, maar vanaf een afstandje is het toch minder meeslepend dan in een setting waar je echt up close and personal met de band mee kan zweten.

METZ

Beste rockshow in tijden
Op het dipje rond het avondeten na hebben we ons prima vermaakt hoor, maar een echt hoogtepunt zijn we nog niet tegengekomen. Enter Fontaines D.C. Dit Ierse vijftal dat we onlangs interviewden heeft waarschijnlijk ook wel de meeste buzz rond zich hangen van alle bands vandaag, met name dankzij het ijzersterke debuutalbum Dogrel. In april zagen we ze nog op Motel Mozaique, waar de show helaas niet helemaal uit de verf kwam. Vanavond gaat gelukkig wel alles goed. Sterker nog, de band geeft een van de beste rockshows die ondergetekende in tijden gezien heeft.

Fontaines D.C.

Fontaines D.C. is simpelweg de juiste band op de juiste plaats. Frontman Grian Chatten is een bijzondere podiumpersoonlijkheid,  heeft dankzij zijn Ierse accent een stem uit duizenden en wordt bijgestaan door een band in bloedvorm. Heel Dogrel komt voorbij, waardoor duidelijk wordt dat die plaat eigenlijk geen zwak nummer kent. Tranentrekkende meezingers voor in de pub (Roy’s Tune, Dublin City Sky) worden afgewisseld met krakers (Chequeless Reckless, Liberty Belle, Boys In The Better Land) die zorgen voor de grootste moshpit van heel Loose Ends. Maar bovenal is Fontaines D.C. vanavond een band die verbroedert. Grote, zweterige mannen vallen elkaar zingend in de armen en pinken bij de ballads misschien zelfs stiekem een traantje weg. Soms zagen we vandaag een bewijs dat de moderne gitaarmuziek een beetje saaiig aan het worden is, maar dit was rock op zijn mooist.

Helaas is na dit zinderende hoogtepunt headliner Sleaford Mods juist de verkeerde band op de verkeerde plaats, want wat geeft dit dynamische duo een strontvervelende show. De formule – Jason Williamson spuwt in zijn zware Britse accent venijnige teksten uit in een gedesinteresseerd toontje, terwijl zijn kompaan rustig de beats op het publiek afvuurt – kan best leuk zijn, maar op Loose Ends slaat het in als een lul op een drumstel. Nummer na nummer komt voorbij zonder dat er maar een enkele klik met het publiek ontstaat. Na een minuut of veertig begint het geheel eindelijk een beetje tot leven te komen, maar dan is voor Sleaford Mods de wedstrijd al lang verloren.

Als afsluiter is dat dus een beetje een domper, maar verder beleefde Loose Ends een degelijke eerste editie. Een echte identiteit heeft het festival nog niet gevonden – geen van deze bands had misstaan op een Best Kept Secret of Down The Rabbit Hole – maar het was aangenaam om even een dag lang ondergedompeld te worden in, meestal, de betere herrie. Een tip van ons: zowel in de aankleding als in de programmering mag het allemaal best wat meer schuren. We waanden ons maar op een paar selecte momenten echt op een ode aan de betere herrie, nog iets te vaak was het een wat brave bedoening. Om de wijze woorden van Fontaines D.C. maar even te citeren: ‘you’re not alive until you start kicking‘.


Na drie dagen Eurosonic zijn de meeste internationale gasten uit Groningen verdwenen en is er alleen nog Noorderslag. In de als altijd stijf uitverkochte Oosterpoort krijg je traditiegetrouw een totaaloverzicht van wat er op dit moment aan Nederlandse muziek te vinden is en uiteraard wordt de Popprijs uitgereikt.

Een nieuwe traditie op Noorderslag zijn all star-formaties met eerbetonen. Vorig jaar werd de Surinaamse muziek in het zonnetje gezet en dit jaar zijn het de Parels uit de Jordaan. In de Kleine Zaal staat een koor, er is een piano en een mooie accordeon. Om de beurt komen artiesten liedjes uit de Amsterdamse volkswijk zingen. Natuurlijk is het kneuterig, maar de smartlappen en volksmuziek zitten zo diep het DNA verankerd dat iedereen voor de bijl gaat. Je kunt niet anders dan breeduit lachen als je de theatrale Wende Sneijders hoort zingen en hard applaudisseren als Willeke Alberti zegevierend het podium opkomt. (BB)

In de Kelderzaal is het druk bij Linde Schöne. Ze maakt Nederlandstalige R&B, maar speelt tevens nummers begeleid door akoestische gitaar. Ze heeft een zwoele stem vol soul en een snik op zijn tijd. Helaas zijn de teksten niet altijd even goed te verstaan. Haar Nederlandstalige cover van een nummer van Etta James maakt de meeste indruk en dat geeft te denken over het niveau van de rest van haar nummers. Er gebeurt te weinig op het podium. Een band erbij zou zowel de muziek als de presentatie een stuk interessanter maken. (AR)

Welk effect een dergelijke toevoeging kan hebben, bewijst Kim Janssen. Hij speelt nummers van zijn nieuw te verschijnen plaat en zijn band pakt flink uit met cello, viool, trompet en lapsteel. De dromerige folkrocknummers krijgen een prachtige opbouw en diepgang, die bij momenten leidt tot emotioneel beladen climaxen. Janssen zingt afwisselend uitbundig en berustend en maakt zowel in het hoge als het lage vocale spectrum indruk. Het is de eerste keer dat de band samen optreedt, waardoor het soms zoeken is naar ontspanning in het spel. Kim Janssen geeft een fraai optreden, met uitstekende, beeldende songs. (AR)

Pip Blom is een Amsterdamse die haar gitaarliedjes in eigen beheer uitbrengt. Negentien is ze en dat zou je niet zeggen als je haar en haar band hoort spelen. De wrakke popliedjes zijn enorm catchy en zitten meer dan goed in elkaar. Er zijn dreinerige gitaarlijntjes en een plompe bas, die bij elkaar worden gehouden door uitgekiende zanglijnen. Bloms wens is om ooit op Glastonbury te spelen. Als ze zulke leuke garagepop blijft maken is het geen onrealistische gedachte dat dat ook gaat gebeuren. (BB)

Jeangu Macrooy begint zijn concert met a capella zang tussen het publiek, waarbij zijn prachtige soulvolle stem al meteen tot volle wasdom komt. Maar het is allerminst zoetgevooisde soul wat hij en zijn band ten gehore brengen: in zijn liedjes komen jazz, reggae, blues en folk langs. De ontspannen ogende Macrooy heeft het duidelijk naar zijn zin en het publiek eet uit zijn hand. Hoogtepunt is een geheimzinnig darkfolknummer, waarin hij doeltreffend op het gemoed inwerkt. De grote variatie in zijn set kan echter niet verhullen dat niet elk nummer even sterk is. (AR)

Even later in de Bovenzaal heeft Aafke Romeijn ruzie met het geluid. “Nou, dan moeten we maar met een brom spelen,” zegt ze. Romeijn en band laten zich er niet teveel door afleiden. De popliedjes komen bijna rechtstreeks uit de jaren ’80, met veel synths en electro. Soms springerig en bij momenten best vermakelijk. De meerwaarde zit in de knap geschreven teksten. Vaak humoristisch, soms beschouwend maar altijd intelligent en intrigerend. Over Jörg Haider gaat het en in Alles Went neemt ze de de hipstergeneratie en misschien ook zichzelf wel op de hak. (BB)

The Kinks zijn een grote inspiratiebron voor het Rotterdamse The Jerry Hormone Ego Trip. Ondersteund door een in kekke streepjesshirts gestoken band, gaat de frontman aan de haal met beat uit de jaren zestig. De muzikale begeleiding staat duidelijk in dienst van de teksten van de soms recalcitrant acterende frontman, zodat met name de gitaren wat betreft rauwheid te veel laten liggen. Het neemt niet weg dat The Jerry Hormone Ego Trip een onderhoudend en bij vlagen enerverend optreden geeft, dat gaandeweg het concert steeds beter wordt. En die soms absurde teksten, die zijn prachtig. (AR)

Het uitreiken van de Popprijs is het grote moment van de avond. 3FM-dj Frank van der Lende mag de prijs uitreiken en als hij het podium oploopt giet hij een biertje over zijn hoofd. “Dan is het ook klaar met dat gedoe over die bierdouche.” De winnaar is Martin Garrix en daar kun je het moeilijk mee oneens zijn. Uit de zaal volgt na een opvallend tam applaus een videofilmpje waarin Garrix vertelt hoe trots hij is. Hij vindt het jammer dat hij er niet bij kan zijn. Maar ja, hij zit in Schotland om een videoclip op te nemen. (BB)

Jett Rebel mag het vrijgekomen plekje invullen en dat doet hij prima. Jett Rebel presenteert zich als een rockster, hij gedraagt zich als een rockster en daarmee ís hij er ook één. Jelte Tuinstra -zo heet ‘ie in het echt- hunkert naar de aandacht van een groot publiek en vice versa: de fans gaan uit hun dak. De echt niet ongetalenteerde muzikant maakt trouwens wel heel obligate muziek. Het mengelmoesje van pop, rock en soul bestaat uit kleur- en karakterloze liflafjes. Dat doet verder niet ter zake natuurlijk: bij een echte rockster gaat het niet om wat er gebeurt, maar om hoe het er uit ziet. (BB)

Bastiaan Bosma kennen we nog van de gabberpunkformatie Aux Raus, de band die een spoor van muzikale vernieling trok over de vaderlandse podia. Tegenwoordig waagt hij zich met MICH aan postpunk en het oogt nogal onwennig wat de band laat horen, mede door de wrakkige geluidsafstelling. Bosma blijkt geen bijzonder getalenteerd zanger en ondersteunt de nummers met dezelfde maniertjes die hij bij Aux Raus al etaleerde. Het optreden wordt gered door de uitstekende gitariste, die prachtige wavelijnen uit haar instrument tovert. (AR)

Mozes and the Firstborn stond in 2013 ook op Noorderslag en is sinds die tijd behoorlijk gegroeid. Op tweede plaat Great Pile of Nothing wordt de garagerock ingewisseld voor een jaren negentig-rockgeluid. Mooie, herstige gitaarpop met het hart op de tong. In de Binnenzaal worden die mooie liedjes een beetje ontsierd als een gitaarversterker het begeeft en de band moet improviseren terwijl het ding gerepareerd wordt. Als alles weer werkt gooien ze de schroom van zich af en zetten met het oudere werk op een raggen. (BB)

Klangstof gooit het, naar analogie van Radiohead, muzikaal over de droomboeg met fraaie jarentachtigsynthtonen, postrock- en shoegazegitaarklanken en zweverige zang. Het levert één van de beste optredens van Noorderslag op, waarin gitaren, drums, elektronica en zang worden verweven tot prachtig uitdijende composities. Ook ritmisch zit de muziek van Klangstof prima in elkaar en het flirt zelfs met R&B. Om te voorkomen dat het geheel voortkabbelt, gooit de band er bij momenten een gitaarcrescendo uit. Een deel van het publiek heeft kennelijk niet het geduld om die zalvende klanken te ondergaan, want de zaal loopt langzaam leeg. Wie blijft, droomt heerlijk weg. (AR)

Het Amsterdamse duo Weval bewijst op Noorderslag dat het de fase van de zolderkamer definitief ontstegen is. Met de toevoeging van een live-drummer en psychedelische beeldprojecties is het genieten geblazen in de ramvolle Kleine Zaal. Met een kraakhelder maar ook massief afgesteld geluid maakt het trio prachtig gelaagde elektronische muziek. Het is zowel dansen als trippen geblazen, doordat vocale samples, slepende beats, tribale ritmes en sfeervolle synthlijnen bij momenten magistraal stuivertje wisselen. De melodielijnen zijn zowel stroperig als lichtvoetig en roepen bij momenten een melancholiek gevoel op. Weval geeft een weergaloos optreden. (AR)

Vooraan bij Orange Skyline staart een meisje van een jaar of zestien naar zanger Stefan van der Wielen. Het meisje naast haar kreeg een high five en knipoog op de koop toe. Wie weet krijgt zij dat ook nog. De Groningse band maakt tegenwoordig muziek voor een heel ander publiek dan toen ze nog garage speelden. Nu is het gelikte pop, met gebroken ritmes en falsetzang. Best goed gedaan, maar zeker niet origineel en het komt wel heel bedacht over. Het zal het meisje vooraan verder een zorg zijn. Ze hoopt alleen maar op contact met Stefan.  (BB)

Van donderdag 11 tot en met zaterdag 14 januari is Groningen het muzikale epicentrum van Europa. Tijdens het jaarlijkse Eurosonic Noorderslag verandert de stad in een open podium. In bijna elk café en op ongeveer elke straathoek is muziek te horen. Het is dé plek om de nieuwste muziek te horen en dat ene bandje te vinden dat het gaat maken. The Daily Indie is erbij en doet volgende week bovendien vier dagen verslag uit Groningen!

 

 

Eurosonic Noorderslag ontstaat in 1986, als Nederlandse en Belgische bandjes een muzikale wedstijd tegen elkaar besluiten te spelen. Het festival groeit uit tot een vierdaags festival waarop vandaag de dag tussen de driehonderd en vierhonderd bands geprogrammeerd staan. Het weekend bestaat feitelijk uit twee festivals (Eurosonic en Noorderslag), een conferentieprogramma en talloze randprogramma’s. Het is een ideale plek waar bands zich in de kijker spelen voor een groot (inter)nationaal publiek.

 

Eurosonic is een internationaal showcasefestival. Europese bands presenteren zich aan boekers, media, programmeurs en platenbonzen, die in grote aantallen door de stad zwerven. Van woensdag tot en met vrijdag speelt in bijna elk zaaltje een band in de hoop te worden opgepikt. Alles kun je zien; grote hypes en exotische verrassingen buitelen over elkaar heen. Vanzelfsprekend zijn kaartjes snel uitverkocht. Daarom is er de uitgebreide randprogrammering, waar je gratis naar binnen kunt. Muzikaal echt interessant wordt het bij het jaarlijkse feestje van label Subroutine in Café de Kult, maar een kijkje bij Grunnsonic, Jagersonic, Pleuropsonic of Euromoney is ook zeer de moeite waard.

 

Noorderslag, op de zaterdag, is traditiegetrouw in cultuurcentrum De Oosterpoort. Daar zie je een dwarsdoorsnede van de Nederlandse muziek. In het hele zalencomplex spelen tot diep in de nacht Nederlandse bands en artiesten. Min of meer centraal staat het uitreiken van de Popprijs, aan de band of artiest die het afgelopen jaar de belangrijkste bijdrage aan de Nederlandse muziek heeft geleverd. Vorig jaar won – het voor het oudere publiek in de zaal volledig onbekende – New Wave. Kanshebbers dit jaar? Martin Garrix? Of toch Kensington? Eén ding is zeker: de traditionele bierdouche is sinds vorig jaar afgeschaft. Dus de winnaar blijft droog.

 

Met honderden bands verspreid over vier dagen is het een flinke opgave om te kiezen waar je heen wilt. Welke acts mag je écht niet missen? We vissen alvast een paar krenten uit de pap, voor zowel Eurosonic als Noorderslag.

 

Eurosonic-tips

Rauwe synthwave dien je met een vergrootglas te zoeken op een festival dat zich niet richt op een vleermuizenpubliek. Toch staat de Zweedse Joanna Reinikainen, alias Rein, prominent geprogrammeerd. Laverend tussen klanken die het aloude Deutsch Amerikanische Feundschaft en het latere Atari Teenage Riot oproepen, schraapt ze haar stembanden om de opruiende en bij tijden maatschappijkritische teksten dubbel en dwars te laten aankomen. De beats en bassen zijn minimalistisch, stroperig en altijd dansbaar. Hoewel de teksten af en toe wat naïef overkomen, is de kans groot dat dit een verpletterend optreden gaat worden.

Maarten Devoldere ken je als zanger van de stekelige Vlaamse indiepopband Balthazar. Zijn soloproject Warhaus liegt er ook niet om. Samen met drie andere muzikanten maakt hij avontuurlijke nachtmuziek met een hoofdrol voor zijn eigen quasi-verveelde, eikenhouten zangstem, die steun krijgt van de zwoele vocalen van Sylvie Kreusch. Warhaus heeft duidelijk goed geluisterd naar In a Bar, Under the Sea van landgenoten dEUS, maar het songmateriaal is eigenwijs genoeg. Live komen de subtiele en onderhuidse toevoegingen van trompet, samples en toetsen prima uit de verf. Warhaus is een sterke nieuwe loot aan de Belgenpopboom en heeft het in zich om veel meer te worden dan een zijproject.

White Wine is een stel geschifte Duitsers uit Leipzig. Zanger Joe Haege staat meer tussen het publiek dan op het podium en hij gaat de aanwezigen op een vriendelijke manier te lijf. De muziek van het trio is tevens onvoorspelbaar: slepende, kille geluiden uit keyboards worden voortgestuwd door struikelritmes van drummer Christian Kuhr. Gitarist Fritz Brückner verwisselt zijn instrument net zo makkelijk voor een fagot. Een prettige muzikale chaos is het gevolg, dit stel rare vogels kan een elektropopnummer zomaar laten omslaan in verzengende bluestrash. Kortom: saai gaat dit niet worden.

Portugal is dit jaar het focusland van Eurosonic. Naast indierock en traditionele fado levert het land ook boeiende elektronische muziek. Uit de Afro-Portugese clubs van Lissabon komt DJ Firmeza. De jonge Portugees smeedt verschillende stijlen zoals batida, kuduro en Afrohouse aaneen tot een tribaal maar bovenal dwingend en een trance veroorzakend geheel. Soms minimalistisch, soms uitbundig en ritmisch altijd ijzersterk, weet DJ Firmeza door de kunst van het weglaten een geheimzinnige en zeer dansbare set neer te zetten.

Een van de meest ongrijpbare artiesten dit jaar is Mario Batkovic. Hij groeide op in Bosnië, leerde daar accordeon spelen en is nu woonachtig in Zwitserland, waar hij zich heeft ontwikkeld tot een veelzijdig componist en songwriter. Met als invloeden jazz, minimal music, traditionele Balkanmuziek en experimentele klanken, maakt hij fragmentarische muziek die in de statige Der AA-kerk uitstekend op zijn plek is. Wie het onverwachte verwacht, zit bij Mario Batkovic goed.

Weer uit België komt Cocaine Piss. Net als hun naam laat ook de muziek niets aan duidelijkheid te wensen over. Het drietal uit Luik raast over het podium en door de zaal. De band combineert snoeiharde punk met gierende noise en koppelt dat aan een agressieve en maniakale podiumuitstraling. Of ze hun drie kwartier speeltijd volledig gaan benutten is een beetje de vraag. Hun door Steve Albini geproduceerde album The Pool duurt welgeteld dertien minuten.

 

Noorderslag-tips

Voor wie haar niet kent: de piepjonge Pip Blom is goed te vergelijken met Courtney Barnett en het rauwe Parquet Courts. De Amsterdamse schrijft intelligente en rammelende gitaarpopliedjes, met slimme teksten en een aanstekelijke sfeer. Ze gooit veel van haar liedjes direct op Spotify en brengt her en der wat singletjes op vinyl uit. Die ongedwongen aanpak werkt prima: haar muziek wordt in binnen- en buitenland al volop opgepikt. En terecht.

In 2013 kwam Mozes and The Firstborn uit Eindhoven met hun debuutplaat waar een bak lekkere garagerock op te vinden is. Gitaarhits, die je meebrult met een biertje in de hand en een vuistje in de lucht. Maar daarna werd het wat stil. Een nieuwe plaat werd geannuleerd. Dit jaar was er opeens A Great Pile of Nothing, een werkelijk prachtige tweede plaat. De Eindhovenaren laten de garage voor wat het is en duiken de jaren negentig in. De herfstige powerpop doet sterk denken aan een band als Buffalo Tom.

 

Klangstof is de band van Koen van der Wardt, de oud-bassist van Moss. Klangstof richtte hij op om meer creatieve vrijheid te hebben en het resultaat van die zoektocht is Close Eyes to Exit. Een serie liedjes, die een middenweg zoeken tussen soundscape en pop. Dromerige muziek, met knisperende elektronica, gitaarcrescendo’s en Van der Wardts ijle zang.

Over de debuutplaat van de Rotterdamse alleskunner Jerry Hormone en zijn The Jerry Hormone Ego Trip schreven we vorig jaar al een paar lovende woorden. Aan de zijkant van het podium zie je waarschijnlijk onze hoofdredacteur staan, die het hele weekend op pad is met de band voor een uitgebreide reportage. Voor een live-verslag: volg ook onze Instagram!

 

Bij Mozes and the Firstborn is het glas halfvol en halfleeg tegelijkertijd. De tweede single van de aankomende plaat Great Pile Of Nothing is namelijk een fijn garagepopliedje, waarbij de band laat zien dat Melle Dielesen & co nog betere songwriters zijn geworden.  

De titel All Will Fall To Waste daarentegen, klinkt nogal pessimistisch. Dit is het anthem voor lange grijze treinreizen. De brug in het midden bevat prachtige engelenkoortjes en mondt uit in een langgerekt outro, die uitnodigt om met zijn allen de titel mee te blèren. Oh! Sweet Nuthin’! 

 

Drie keer naar de States met je debuutplaat is niet zomaar iets. Het mag dat ook niet vreemd zijn dat de verwachtingen over nieuw werk van Mozes and the Firstborn hooggespannen waren. En ook al verschuift de stijl van de Eindhovense band met de ‘Power Ranger EP’ iets meer van garage richting de powerpop, Mozes maakt de verwachtingen helemaal waar.

Nieuwe single Nowhere Bound is een beetje vreemd maar wel lekker, inclusief cowbell die zich een weg door het hele nummer slaat. Samen met de hoog aanstekelijke zang en de gitaarriff in het refrein, groeit deze song met elke luisterbeurt en voor je het weet zit het refreintje dagenlang in je hoofd. De titeltrack begint met een herkenbare gitaartokkel en bouwt op naar het ‘you-hou-houuu’-moment in het refrein.

Met Justine komen we bij het hardere werk van de EP maar het blijft catchy zoals een Mozes-track hoort te zijn. This Back is Free to Pat On sluit af met een overduidelijke nineties-sound, die niet zou misstaan op een plaat van zeg, Nirvana. Met vier tracks is ‘Power Ranger’ precies genoeg luistervoer om je honger te stillen tot het najaar, wanneer het nieuwe album van Mozes and the Firstborn gepland staat.

De gebruikelijke bandavond Nightbirds pakt flink uit met Nightbirds Kingsday Festvial! De line-up mag d’r zeker wezen en geweldige nationale en internationale namen prijken op de oranje getinte poster. Poppodium Grenswerk in Venlo zal van 18:00 tot 1:00 worden afgebroken door Those Foreign Kids, Dirty Fences, Mozes And The Firstborn, The Scrap Dealers en Steve Adamyk Band. Wanneer? Aanstaande maandag natuurlijk! De dag dat onze Koning weer een jaartje ouder wordt.   

Voor dit avond- en nachtprogramma mogen wij 2×2 kaarten weggeven. Deel de status op facebook of retweet op twitter om kans te maken!

Overdag is er ook van alles te beleven en het prachtige Venlo. Zo zullen tussen 13:00 en 18:00 de zogenaamde Daybirds Mountain Bike, Mind Rays, Teen Creeps, Santa Fé, Mooon, The Tubs, Washed Up Kids en Depthelegg Delis optreden in Kefee Pollux, Kafee de Splinter en Sounds Venlo.

Enkele maanden geleden namen wij een sessie op met Mountain Bike in een oud zwembad, bekijk ‘m hier!

 

Het is zover! Op 18 april is er weer een nieuwe Record Store Day. Om het bestaan van onze geliefde, onafhankelijke platenzaakjes te vieren, waaien er weer miljoenen muziekliefhebbers over de wereld uit naar hun favoriete platenboer. Dit unieke evenement vindt plaats in meer dan tweeduizend onafhankelijke platenzaken in Amerika, Europa, Australië en Japan. Dit maakt Record Store Day tot het grootste, maar tegelijkertijd kleinschaligste muziekfestival ter wereld. Elk jaar komen er meer platen uit en touren er meer artiesten zich een slag in de rondte. Alleen al in Nederland zijn er 250 optredens in tachtig verschillende platenzaken. Daarnaast is er uiteraard weer een gigantische waslijst aan speciale releases die alleen op deze bewuste dag te verkrijgen zijn. Met andere woorden: een dag die geen platenliefhebber mag missen. Wij spraken enkele recordlovers over hun platenkast.

 

Brian Pots (tweede van rechts)
Zanger/gitarist PAUW

Welke plaat wil je nog graag hebben?
“Ik was een tijdje geleden samen met Rens (drummer – red.) een platenwinkel binnengestapt. Ik vond daar ‘Ogdens’ Nut Gone Flake’ van Small Faces met de ronde hoes. Rens vond ‘Their Satanic Majesties Request’, die psychedelische plaat van the Rolling Stones, met de te gekke hologramhoes. We waren allebei een beetje jaloers op elkaars vondst. In de tussentijd heeft Rens de plaat van Small Faces zelf ook weten te bemachtigen, maar ik ben nog altijd op zoek naar die plaat van The Stones met de hologramhoes.”

 Met welke plaat ben je opgegroeid?
“Mijn moeder vertelde me dat ze tijdens en vlak na haar zwangerschap heel veel naar ‘The Dark Side of the Moon’ van Pink Floyd heeft geluisterd. Uiteraard herinner ik me hier niets meer van, maar aangezien ik een supergrote fan van ze ben en dit een van mijn favoriete platen aller tijden is, heeft het misschien wel onbewust een invloed op me gehad. Ik heb de speciale editie die ze destijds op wit vinyl uitbrachten gekregen van mijn moeder. Absoluut een pareltje in mijn platencollectie!”

Wat is je ochtendplaat?
“Ik heb van die periodes. Ik weet nog dat ik een tijdje helemaal verslaafd was aan ‘The Notorious Byrd Brothers’, mijn favoriete plaat van The Byrds. Deze zette ik wekenlang elke ochtend op, terwijl ik me klaar maakte om naar school te gaan. Toen ik die plaat zoveel luisterde, wilde ik net zoals Roger McGuinn van The Byrds ook heel graag een 12-snarige gitaar. Daarom kocht ik toen mijn Danelectro 12-string.”

Corto Blommaert
Bassist Mozes And The Firstborn

Wat is je favoriete plaat?
“De plaat die ik nu het liefst opzet is Royal Headaches gelijknamige album. Ik heb dit album een paar jaar geleden gekregen toen het uitging met mijn toenmalige vriendinnetje. De plaat bevat precies de juiste dosis agressie en zelfreflectie om zo’n periode door te komen. Nu luister ik ‘m vooral omdat ik hoop dat als ‘ie gedraaid wordt, Royal Headache dit telepathisch aanvoelt en een opvolger maakt.”

Wat is je favoriete hoes?
“The Stranglers’ ‘Black and White’ is iets wat me nu te binnen schiet. Mooie zwart-witfoto’s, waarvan de compositie slingert tussen artsy fartsy en iconisch.”

Heb je je collectie op een bepaalde volgorde staan?
“Mijn platenkast heb ik zonder opzet gerangschikt op populariteit. Mijn favorieten staan het dichtst bij de platenspeler en zo bouwt zich dat helemaal af tot aan een kakofonie van vage cadeautjes en regelrechte miskopen.”

 

Carsten Brunsveld
Drummer John Coffey

Wat is de plaat die je het laatst gekocht hebt?
“Radiohead met ‘Kid A’. Dit album is een van de soundtracks van m’n middelbareschooltijd, maar dan niet in positieve zin! Waar bands als Deftones, Refused en At The Drive-In me compleet in de ban hadden, kon ik dit album in eerste instantie niet uitstaan. Prijs de heer voor dit album en mijn tot wasdom gekomen muzieksmaak, want ‘Kid A’ is natuurlijk een van de allerbeste albums ooit gemaakt. Genre-overstijgend, een band die z’n eigen scene maakt en altijd ‘voor de kudde uitloopt’. Laatst tijdens een instore-optreden kwam ik de 10-inch tegen. Die heb ik meteen meegenomen.”

Van welke band heb je de meeste platen?
“Hoewel ik al tien jaar geen plaat meer van ze gekocht heb, is mijn Metallica-verzameling nog altijd de grootste. Van ‘Kill ‘Em All’ tot ‘St. Anger’. ‘Death Magnetic’ vond ik overbodig en ‘Lucy’, nou ja, vernederend.”

Wat is je zomerplaat?
“The Story So Far met ‘What You Don’t See’.”

 

Mark Lada
Zanger/gitarist traumahelikopter

Wat was je allereerste plaat?
“Mijn eerste cd was een Best Of van 2 Unlimited. Ray & Anita, gotta love ‘em. Mijn eerste vinylplaat? Een bootleg van de Circle Jerks!”

Welke plaat draai je s’ nachts?
“‘Exile on Main St.’ van The Rolling Stones vind ik een van de beste platen ooit, die kan ik echt altijd horen. Ken je die scène uit ‘Fear and Loathing In Las Vegas’ waarin dr. Gonzo Duke vraagt om de cassetterecorder in bad te gooien op het moment dat White Rabbit piekt? Ik probeer Daan (Van Dalen, zanger/gitarist – red.) zover te krijgen dat hij dan een broodrooster bij me in bad gooit, maar hij weigert vooralsnog om mee te werken.”

Ga je voor nieuwe of tweedehands platen?
“Beide. Ik vind het leuk om platen van recente bands te kopen, omdat dat de muziek is die je bewust meemaakt en omdat je ze live aan het werk kan zien. Maar ook veel oude dingen. Je ziet me alleen geen honderden euro’s neertellen voor originele eerste persingen en dat soort onzin, het moet wel leuk blijven.”

 

Het is inmiddels alweer de achttiende editie van TDI MAG. Onze redactiebureaus puilen uit van net-niet-omvallende-stapels-promo’s en ons digitale mapje ‘TO LISTEN ALBUMS’ slokt langzaam alle vrije harde schrijf-geheugen op. Het was een periode waarin de releases je om de oren vlogen en de poppodia weer goed gevuld waren door het hele land. The Daily Indie reisde stad en land af en vulde een extra dikke april-editie van maar liefst 56 pagina’s.

 

 

Zo zijn we naar Rotterdam gegaan om een van Nederlands beste bands, Rats On Rafts, te interviewen en spraken we met Tobias Jesso Jr., dé ster van morgen waar inmiddels onze hele redactie en de hele blogosphere verliefd op is. Een a; gevormde ster die een tijd niet heeft geschenen is Jamie T, de Britse sensatie die na jaren weer terug is met een overweldigend en ontzettend goed ontvangen nieuwe plaat. Tijdens zijn show in de Tolhuistuin zochten wij hem op, om te vragen hoe het gaat met de artiest die al jaren lijdt aan onder andere heftige paniekaanvallen.

 

Voor diepe en duistere lagen zit je goed bij het uitgebreide interview met The Soft Moon, wat weer kleurrijk wordt gecontrasteerd door de white boy soul stars van de Britse band Peace. Precies tweeënhalf jaar na ons eerste interview met de band, spraken we dezelfde frontmannen op dezelfde locatie over hetzelfde onderwerp. Namelijk: Balthazar over hun nieuwe album, deze keer ‘Thin Walls’ getiteld. Binnen de Nederlandse grenzen is er de laatste jaren een ruime keuze aan toffe bands om voor te stellen en te interviewen, deze keer gingen we voor de Haagse boys van The Womb. Die bloedstollende psychedelica maken en op 1 mei met hun debuutalbum komen via Suburban Records.

Niet alleen voor de achtergrondverhalen zit je deze editie geramd, ook de categorie New Music is over zes pagina’s uitgesmeerd met de beste, nieuwe nummers en ook een column van Elias Elgersma (Yuko Yuko, The Homesick), die zijn nieuwe muzikale aanwinsten deelt met ons. Harde keuzes moesten er worden gemaakt voor TDI Radar, maar we zijn na nachten wakker liggen tot vijf bands gekomen die je écht eens zou moeten luisteren. Met onder andere Mini Mansions, Floris Bates en Pretty Vicious. Tussen al deze rubrieken kom je onderweg ook nog langs een special over het aanstaande London Calling Festival in Paradiso op 24 en 25 april en vroegen we vier artiesten naar hun platencollectie in een feature over Record Store Day dat op 18 april weer plaatsvindt over de hele wereld.  Zo vertelt Corto van Mozes and the Firstborn onder andere over zijn elpee-rangschikking, doet Carsten van John Coffey een duit in het zakje door zijn laatste gekochte en favoriete zomerplaat met ons te delen, vertelt Mark van traumahelikopter over zijn favoriete nachtplaat en heeft Brian van PAUW nog een mooie anekdote over zijn zwangere moeder en Pink Floyd.

Nog lang niet alles hoor, want achterin het blad vind je verse Album Reviews van bands als Lower Dens, Courtney Barnett, Purity Ring, of Montreal, Clarence Clarity, Roy Santiago, The Afterveins, Krill, Will Butler en Modest Mouse. Om af te sluiten kom je terecht bij een dikke Concertagenda waarmee je jezelf weer heerlijk kunt gaan verheugen op allerlei toffe shows. Dat – en nog veel meer – in deze extra vette editie van TDI MAG!

Schermafbeelding 2013-11-19 om 22.49.22

 

Op 20 december staat er een speciale show op onze kalender, namelijk die van Mozes And The Firstborn in Effenaar. De band komt na een jaar vol tours in Europa en Amerika weer naar Eindhoven voor een goede homecoming show, met ook nog twee toffe Belgische bands als support (The Future Dead en Double Veterans) +  één van de betere Nederlandse bands van dit moment: TWIN SHADES. Dan hebben we alleen nog over het live-gedeelte gehad, want de afterparty wordt verzorgd door The Spineshakers, Freeloaders en een Mozes And The Firstborn DJ Set + Traumahelikopter DJ-Set.

 

Cassettes!
En ook dat is nog niet alles,  het cassette- bandje viert dit jaar namelijk alweer zijn vijftigste verjaardag en die is door niemand minder dan het Eindhovense Philips ontworpen. De muziekdrager, die een ware comeback maakt op het moment, zal dan ook het thema van de avond zijn. Vandaar dat er de 20ste ook een speciale cassettemarkt is voor labels en dat Mozes And The Firstborn een exlusieve tape released voor deze avond. Ook nog! Maak je borst maar nat, neem je potlood mee en tot daar!

 

 

 

 

 

 

 

486624_496324790404869_1735881301_n

 

Momenteel zijn ze druk aan het toeren door de Verenigde Staten, maar dat weerhoudt de jongens van Mozes And The Firstborn er niet van om een een nieuw nummer + clip uit te brengen. Een kort, maar verdraaid lekker liedje, zoals we ze graag hebben! De video van Wannebe check je hieronder.

 

Tour
Daaronder vind je nog wat tour-data van de jongens in Nederland, daarna gaan ze gelijk weer door op een Europese tour met Unknown Mortal Orchestra, dus ga ze nog zien nu het kan!

 

 

 

 

 

October 12 – EKKO, Utrecht (NL)
October 12 – Volkel, Festyland (NL)
October 17 – Paard van Troje, Den Haag (NL)
October 18 – Metropool, Hengelo (NL)
October 24 – VERA, Groningen (NL)
October 25 – Hedon, Zwolle (NL)
October 26 – T’Beest, Goes (NL)

Concertagenda week 22

Na een drukke week met onder andere Indiestad en onze eigen issue-launch party, lijkt het alsof alle bands ons koude kikkerland weer zijn ontvlucht. Na wat heftig spitwerk in de agenda’s zijn dit de tips voor deze week.

 

Kurt Vile & The Violators

De voormalige gitarist van The War On Drugs doet het prima solo. Want naast gitaarspelen kan Kurt Vile ook nog eens prima zingen. Met zijn donkere stem maakt hij heerlijk kabbelende muziek die soms naar een waar hoogtepunt toe leiden. Lome rock waarbij met de ogen dicht meegeknikt kan worden.

Maandag 27 mei, Paradiso Amsterdam.

 

Kicking The Habit presents (deze avond gaat niet door, lees hier meer info)

Dat Kicking The Habit het aan de stok kreeg met Buma/ Stemra is nog steeds onbegrijpelijk. Gelukkig blijven ze niet bij de pakken neer zitten en organiseren ze als tegengeluid een muziekavond voor bandjes waar ze wel geld aan willen uitgeven, om zo de inkomsten direct bij de bands zelf neer te leggen. Op deze avond zie je voor zeven euro: Small Supernova, The Future’s Dust en The Silhouttes. Support Kicking The Habit en ga!

Donderdag 30 mei, Tivoli Spiegelbar Utrecht.

 

Wolf People

Jezelf afzonderen in een hutje op de hei schijnt vaak te werken voor bands, zo ook voor Wolf People. Maar liefst twee albums maakten ze in isolement. Rockmuziek met ruizende gitaren en veel psychedelische elementen met mooie zanglijnen van zanger Jack Sharp. Live zeker een spektakel, al is het alleen om alle pedalen te tellen.

  • Donderdag 30 mei, Doornroosje Nijmegen.
  • Vrijdag 31 mei, Paradiso Amsterdam.

 

Night Beats

Door met de sixties-revival: ditmaal Night Beats met haar jaren 60 psychedelische garagemuziek. Huilende gitaren met wederom een overspannen fuzz-pedaal, een rock ’n roll groove, een enthousiaste zanger die niet vies is van een stage-dive… Night Beats heeft alles in huis om er een topavond van te maken.

  • Donderdag 30 mei, Vera Groningen.
  • Zaterdag 1 juni, De Nieuwe Anita Amsterdam.
  • Zondag 2 juni, Area51 Eindhoven. 

 

Festival Havenwerk

Ook in Deventer is wel eens wat te beleven. Dit weekend vindt daar Festival Havenwerk plaats met onder meer Mister & Mississippi, Mozes And The Firstborn, Traumahelikopter & Kensington. Mocht je deze bands nou nog niet gezien hebben, voor tien euro zie je ze zaterdag.

Zaterdag 1 juni, Havenkwartier Deventer.

 

Verder deze week

  • Animal Collective. Maandag 27 mei, Melkweg Amsterdam.
  • Cocorosie. Woensdag 29 mei, Tivoli Utrecht.
  • Dan Deacon. Donderdag 30 mei, Trouw Amsterdam.
  • Knalland Album Release. Donderdag 30 mei, Tivoli Utrecht.
  • Bonobo. Donderdag 30 mei, Vredenburg Leidsche Rijn Utrecht.
  • Health. Vrijdag 31 mei, Trouw Amsterdam.
  • Iron & Wine. Zondag 2 juni, Tivoli Utrecht.