Londons postpunkduo Farai bestormt de wereld pas sinds kort. De eerste EP Kiswell kwam in 2017 pas uit. Maar met raving reviews van het nieuwe album Rebirth in The Guardian, Der Spiegel en DJ Mag heeft de act, aangevoerd door vocaliste Farai Bukowski-Bouquet, echter een fantastisch begin gemaakt. 

Farai wordt in 1988 in Zimbabwe geboren. Ze verhuist op haar twaalfde met haar ouders naar Londen. Ze gaat naar de kunstacademie en raakt geïnteresseerd in muziek en mode. Ze ziet zichzelf naar eigen zeggen dan ook niet alleen als muzikant, maar ook als schrijver, dichter en spoken word-artiest. 

Farai begint dan ook met optreden als spoken word-performer en lid van Shop Floor Sessions, een collectief van muzikanten en dichters die in een gekraakte winkelruimte jamsessies organiseren. Hier ontmoet ze Basil Anthony Harewood Jr., alias TØNE, die Farai sindsdien van de voor haar muziek zo karakteristieke beats voorziet. Op het plein in Dalston, Oost-Londen waar het duo elkaar ontmoette, is ook NTS Radio gevestigd. Daar hostte het duo onlangs deze livesessie.

This Is England
TØNE speelde in verschillende indiebands voordat hij beats begon te maken. Hij is daarbij in goed gezelschap: hij deelt zijn studio met Micachu (van Micachu & the Shapes), die dan weer de nieuwe plaat van Tirzah heeft geproduceerd, die we in veel jaarlijstjes tegenkomen. Wederkerigheid lijkt voor beide muzikanten een belangrijk thema en ook maatschappijkritische teksten worden niet geschuwd: in This Is England richt Farai zich bijvoorbeeld direct tot Theresa May.

De toon van de muziek van Farai is zelfverzekerd, maar nooit zelfingenomen. Ze brengt protestsongs die passen bij een generatie, maar die tegelijkertijd toegankelijk en open genoeg zijn om je met een explosieve liveshow helemaal mee te voeren. Verwacht eigenwijze postpunk die buiten de lijntjes kleurt: de punk- en wave-invloeden zijn hoorbaar, de soulvolle zang dringt tot je door. Soms, als je je ogen dicht doet, is het ineens de jaren tachtig. In 2019 gaat Farai op tour door Europa. We zien je daar. 

Formation is een Londense dancepopact onder leiding van tweelingbroers Will en Matt Ritson. Waar Matt in de clips altijd volledig buiten beeld blijft, is frontman Will het mannetje van de twee. In de nieuwe video springen hij en zijn met tattoo’s bedekte bovenlijf intimiderend in het rond.

Waar het vorige werk van Formation nog redelijk blij en luchtig was, zoekt de band deze keer de spanning wat meer op. Pleasure voelt als een achtervolging door Londen in de nacht, waarvan je niet weet of je wel of niet gevonden wilt worden.

 

Het komt helaas niet zo vaak voor dat een debuutplaat uit het niks komt en je meteen omver blaast. De vijf Londenaren-via-Berlijn van Ulrika Spacek vormen één van de uitzonderingen.

Het kroonstuk van het net uitgekomen ‘The Album Paranoia’ is zonder twijfel She’s A Cult, waarop de vijf laten horen dat de psych-revival echt nog niet over is. Het Deerhunteresque refrein met heerlijke ijle zang maakt elke keer dat het voorbij is ruimte voor een rustig intermezzo, waarna alles weer geleidelijk losbarst en uiteindelijk krautrockend afsluit. Laat die clubshows maar komen, hier kunnen we geen genoeg van krijgen. Binnenkort vind je hier de review van het hele album.

NME schreeuwde eind vorig jaar moord en brand toen, schijnbaar vanuit het niets, de track Plastic People van Yak online verscheen. Nu doet NME dat wel vaker, maar de overtuigende opvolger Hungry Heart bewees dat het enthousiasme over de Wulfrunians terecht was.

En nu is er Smile, dat zich na een psychy intro ontpopt tot een heerlijk bluesrockende en occult duistere track. Ook frontman Oli Burslem werkt zich door een geheel register, door via fluisteren en grommend croonen te eindigen in manische schreeuwzang. Benieuwd? Debuut-EP ‘Plastic People’ komt 24 mei uit via Fat Possum en de band staat op Best Kept Secret.

Luister Smile hier!

london calling

 

Daily Indie-schrijvers Ronald van Berkel en Yoram van Hees trekken op 9 & 10 mei naar Paradiso om verslag te doen van de eerste London Calling van 2014. Het duo doet allerlei ontdekkingen, waarvan je die van de eerste dag hier kunt lezen! Het verslag van de tweede dag vind je hieronder, waarbij de foto’s wederom afkomstig zijn van Remco Brinkhuis. Enjoy!

 

Dag twee van London Calling begint vroeg. Zo vroeg zelfs dat sommige mensen nog liggen te slapen. Matthew Daniel Siskin komt de kleine zaal namelijk ingesnelt in een versgekreukt pak en met de semi-akoestische gitaar in de hand. Hij verontschuldigt zich voor zijn chaotische opkomst want tot vijf minuten geleden lag hij nog te slapen. Met zijn warrige haar, gekreukte colbert en innemende voorkomen steekt de veelgemaakte vergelijking met Bob Dylan de kop op. Gelukkig weet hij dit zelf ook en om het commentaar maar voor te zijn, doet hij tussen neus en lippen door een kleine imitatie van zijn grote voorganger. Ook hij maakt gebruik van een pseudoniem, want waar Siskin in real life een behoorlijk succesvol, New Yorks marketingmannetje is, schreef hij onder de naam Gambles een intens ontroerend album (‘Trust’) over het verlies van een ongeboren kind en de vernietiging die het verdriet daarover met zich meebrengt. Zwaar? Absoluut, maar Siskin laat tussen de nummers door gelukkig wel de gesjeesde yup zien en weet er voor te zorgen de boel met zijn vlotte babbel aan elkaar te lijmen. Het leeuwendeel van het publiek is echter nog niet helemaal klaar voor het festival en Siskin verspilt de sfeer van zijn eigen optreden een beetje door steeds te vervallen in licht geïrriteerde opmerkingen over het gebabbel achter in de zaal. (YvH)

 

Aan Telegram de eer om de grote zaal op de zaterdag te openen. De vier heren uit Londen en Caerphilly komen lichtelijk nonchalant op en rommelen nog wat met hun instrumenten. Frontman Matt Saunders heet ons welkom met een dikke tongval besmeerde “Hello. Hello. We’re Telegram” en vanaf dat moment is het 35 minuten lang rocken geblazen. Telegram zwaait van shoegaze naar krautrock en dan weer naar psychedelica en dat alles met een vette flanger op de gitaar van Matt Wood en een dikke chorus op de zang van Matt Saunders. Ook in de ritmesectie gaat het voor de wind. Bassist Oli Paget-Moon (die soms doet denken aan Joey Ramone) en drummer Jordan Cook lijsten de gitarenmuren van Saunders en Wood perfect in. Cook is trouwens fantastisch om naar te kijken. De diameter van de Brit zijn polsen is haast gelijk aan die van zijn drumstokken, maar wat komt een kracht uit dat fragile lichaam. Hoogtepunten zijn Under The Night Time, Follow en het twee maanden geleden uitgebrachte Rule Number One.

We begrepen van Paradiso ingewijden dat ze weer snel weg moesten, dus vandaar deze vroege speelpositie voor een band die de zaal kapot had gespeeld als ze iets later op de affiche stonden. Hoe dan ook, Telegram maakt alle verwachtingen meer dan waar. Met deze band zit het helemaal snor (pun intended). (RvB)

 

 

Telegram

Telegram

 

 

Mocht je je ergeren aan de theatrale rocksterposes van Telegram, dan is er voor jou The Bohicas. Gewone gasten uit Noord-Engeland, benaderbaar, down to earth, ja ook wel een leren jackie aan. Oh, en ook is dit (samen met Telegram) de meest typische London-Calling-hitband van deze festivaleditie. The Bohicas klinkt opzwepend en opwindend. Alsof de Arctic Monkeys van nu hun songs schrijven met de energie van de Arctic Monkeys van eerst. Vanaf de eerste noot wordt het gaspedaal vol ingedrukt, heerlijk smerige gitaarsolo’s worden eruit geperst en nergens gaat de energie ook maar even omlaag. In tegenstelling tot Telegram is wel ieder nummer een schot in de roos; stuk voor stuk festivalstampers voor de komende maanden. (YvH)

 

 

Een set openen met je eerste en meest succesvolle single? Childhood is niet bang en doet het gewoon met Blue Velvet. Deze strategische keuze is wel link in de zin dat na zo’n groot wapenfeit de rest ook nog wel moet blijven boeien. Childhood is druk bezig geweest met het opnemen van hun debuutalbum, dat deze zomer ergens uit moet komen, en is vast besloten om ons er van te overtuigen dat hun nieuwe nummers net zo goed zijn als eerder werk uit 2010. We wisten al dat Chilhood goed was in dromerige surf pop, waarbij de verslavende melodieën je om de oren vliegen. Deze lijn is adequaat doorgezet met nummers als Falls Away, waarin weer zo’n sterk muzikaal thema zit en waarin heerlijk repetitief wordt gegrooved door drummer Chris O’Driscoll. Of Pinballs, een zes minuten durend epos dat ergens zweeft tussen surf en shoegaze en waarbinnen zes keer op de gekste plekken van tempo wordt verwisseld. Door dit soort trucjes blijft Childhood verrassen en komt het live ook goed uit de verf. (RvB)

 

 

Childhood

Childhood

 

 

Desperate Journalist op het podium van de kleine zaal doet denken aan de jaren tachtig. Zangeres Jo Bevan met kort blond haar en opgeknoopte blouse, bassist Simon Drowner met zwarte oogschaduw en blazer inclusief een paar oude punk-buttons, gitarist Rob Hardly compleet in het zwart en drumster Caz Hellbent in een blauw-wit gestipte polka dress. Ook muzikaal past dit goed in het einde van de jaren tachtig. Het werk van Desperate Journalist is muzikaal niet bijzonder ingewikkeld, maar is door de vele scherpe randjes, een flinke bak pit en het hoekige drumspel van Hellbent wel bijzonder interessant. Drowner staart het hele optreden – de reus die hij is – onafgebroken de zaal in, Hardly laat zien waar de term shoegaze vandaan komt en Bevan is de ideale frontvrouw. Ze zingt alsof haar leven ervan af hangt, maar schiet nergens uit de bocht. Tussen beukplaten Chrisina, Kitten en Organ zoekt Desperate Journalist even de rust op in de vorm van Wait. Bevan zingt bijna het hele nummer met haar ogen dicht en de verleiding is groot om niet hetzelfde te doen; even onszelf laten hypnotiseren. “We all make mistakes”, verkondigt Bevan dan in afsluiter Mistakes, maar wat ons betreft is Desperate Journalist de uitzondering op de regel. (RvB)

 

 

03 - Desperate Journalist

 

 

Samen met Jungle gisteren is de grootste naam van deze editie van London Calling waarschijnlijk wel Royal Blood. Dat niet alleen, het is ook de hardste band van het festival. Drummer Ben Thatcher en zanger/bassist Mike Kerr zijn maar met z’n tweeën, maar maken herrie voor tien. Sinds het optreden van Blood Red Shoes in de kleine zaal is een duo hier niet meer zo’n meedogenloos vette bak herrie over het publiek uitgestort. Waar Kerr’s stem nogal eens te wensen overlaat in de eerder uitgebrachte nummers, wordt dit live volkomen gecompenseerd door de moddervette sound van dit tweekoppig monster. Kerr wurgt liefkozend allerlei gitaarakkoorden én baspartijen uit zijn basgitaar en met bij ieder contact tussen drumstok en –vel lijkt Paradiso op zijn grondvesten te schudden. Royal Blood biedt even een luid momentje om je oergevoelens te uiten. De fysiotherapeut gaat het morgen druk krijgen met alle nekklachten. (YvH)

 

 

Solids

Solids

 

 

Is Solids dan de Royal Blood van de toekomst? Of misschien de nieuwe Japandroids of Death From Above 1979? Dit Canadese duo speelt namelijk ook een gruizig potje noiserock, maar waar Royal Blood zwaar leunt op blues en groove, ontbreekt het bij Solids aan dynamiek. Misschien is het publiek verwend of simpelweg murw gebeukt, maar Solids weet op een tijdstip dat de meeste mensen wel te porren zijn voor een feestje, de kleine zaal haast leeg te spelen. Iets wat The Fat White Family doet in de grote zaal. Zij hebben de twijfelachtige eer om het livegebeuren hier af te sluiten, maar een gedeelte van het publiek dat lijkt te zijn gekomen voor de afterparty, kan overduidelijk niks met de muziek van deze jongens. Het is psychedelische punk met Horror-orgeltjes en western elementen. Schreeuwerig en lelijk. En heerlijk. Het is altijd fijn om nieuwe bands te zien die de missie van Sex Pistols voortzetten: verschillende nummers lijken een variatie op ‘Boredom’, maar vooral de presentatie van halfnaakt over het podium paraderende straatschoffies is een lust voor het oog. Het zal hun dus ook in de laatste plaats een rotzorg wezen dat Shaniqa en haar vriendinnen niks met de muziek kunnen. (YvH)

 

Fat White Family

Fat White Family

woman's hour

 

Kwam jij op 1 april net op de valreep binnen toen Metronomy in een uitverkochte Melkweg de eerste klanken inzette van set-opener Monstrous? Dan heb je nu een reden om te balen. Woman’s Hour verzorgde namelijk de openingsact en dat had je niet willen (lees: niet moeten) missen.

 

Woman’s Hour is een vierkoppige Londense band opgericht door Fiona Jane en Will Burgess., die familiale banden hebben. Niet uniek in de hedendaagse muziekscene, maar wel leuk!

 

14 juli
Woman’s Hour brengt 14 juli zijn debuutalbum uit op Secretly Canadian, maar heeft in aanloop naar deze release al enkele singles uitgebracht. Hoogtepuntje in deze reeks is het vorige maand verschenen nummer Her Ghost. Een nummer waarvan de clip minstens zo intrigerend is als de muziek.

 

 

De muziek van Woman’s Hour laat zich het best omschrijven als abstracte pop-muziek. Glad verzorgde productie met heerlijke dromerige vrouwelijke vocalen en dito gelaagde synthesizers. Een band met een open en rijk geluid dat zijn eigen weg kan vinden tussen de overkill in zijn genre.

 

Titelnummer
Het titelnummer dat de band bij de bekendmaking van de debuutrelease het internet op knalde beschikt over dezelfde muzikale kenmerken als voorganger Her Ghost en geeft je het heerlijke gevoel van een zonnige zondagochtend. Ach wat geeft het, het mag ook regenen. Met deze band breken de zonnestralen snel genoeg door.

 

 

Het ziet er naar uit dat het platenlabel Secretly Canadian (die eerder werk uitbracht van Damien Jurado, Here We Go Magic en paradepaardje en tevens TDI-favoriet The War On Drugs) weer een topbandje in de wacht heeft gesleept.

 

I Need You
Totdat het album op 14 juli uitkomt zullen we het dus nog moeten doen met het materiaal dat de band tot nog toe heeft uitgebracht. Maar met de vijf singles, een handvol covers en b-kantje I Need You is dat ruim voldoende.
Rob Verkerk

 

 

Tracklist:

1. Unbroken Sequence
2. Conversations
3. To The End
4. Darkest Place
5. In Stillness We Remain
6. Our Love Has No Rhythm
7. Her Ghost
8. Two Sides of You
9. Devotion
10. Reflections
11. The Day That Needs Defending

 

 

telegram band london

 
 

Als geroepen komen ze, deze vier gasten uit Londen. Na de nieuwe applicatie die Whatsapp zou moeten vervangen, hebben we deze sociale levensredder al een tijdje ook in muzikale vorm: Telegram. De Britten Matt Saunders, Matt Wood, Jordan Cook en Oli Paget Moon (allen inclusief hipsterzonnebril) maken toegankelijke indie met veel psych- en krautrock invloeden. Door wat vrienden op de goede plekken en enthousiaste radiomakers kreeg de band het voor elkaar om vanuit het niets in menig muziekblad en op diverse blogs gehyped te worden, en wij snappen wel waarom.

 

Mysterieus, uniek geluid
Met hun energieke gitaarriffjes, dromerige zang, opzweperige drums en dynamiek die veel mensen doet verbijsteren, heeft Telegram het met hun nieuwe nummer Rule Number One weer geflikt. Het liedje heeft een constante psychedelische ondertoon, maar is niet overheersend. De drums en bas zijn lekker gruizig en de zachte, haast lieve vocals van Saunders zorgen ervoor dat het geheel niet te rommelig wordt. Vergelijkingen met bands als Charlie Boyer & the Voyeurs en Toy zijn zeker niet misplaatst, maar Telegram heeft een mysterieus, uniek geluid dat de groep interessant en onvergetelijk maakt.

 

Benieuwd naar de beruchte live-shows van de band? We kunnen Telegram op 9 of 10 mei gaan bewonderen op het leukste showcase-festival van Nederland: London Calling te Paradiso.

 
 

 

east india youth

 

‘Total Strife Forever’ is het donkere sprookje van William Doyle AKA East India Youth. De jongen die schitterde op Eurosonic 2014 en de jongen die op zijn negentiende school verliet om zich vervolgens een lang jaar in isolatie aan de randen van Noord–West Londen te vestigen en te werken aan een bijzonder project. Dit is inmiddels ruim drie jaar geleden. Een album dat drijft tussen ritmes, sferen en emoties is het gevolg: ‘Total Strife Forever’.

 

Kunstalbum
Het eerste muzikale kunstalbum van 2014 is een feit. Muziek die schommelt tussen elektro en pop en die dichtbij komt bij perfectie. De eerste twee nummers, Glitter Recession en Total Strife Forever I vloeien zo perfect in elkaar over dat je niet door hebt dat het over twee nummers gaat. Een tien minuten durende en duister eentonige intro die je in de wereld leidt van East India Youth. Deze wereld kent mysterie, sinister, schoonheid, trance en vier versies van Total Strife Forever. Pas bij het derde nummer voegt de zoete stem van William Doyle zich bij de muziek. Deze keert vervolgens weer terug bij Heaven How Long. Die qua zang doet denken aan Lord of The Rings (luister maar, dan snap je mijn punt) en voor de een na laatste keer bij potentiële hit Looking For Someone.

 

 

East India Youth neemt je mee in een verhaal die je niet per se hoeft te begrijpen. Drie jaar van zijn leven wordt je op een presenteerblaadje aangeboden, die wij met beide handen aanpakken. Muziek die diende als zijn eigen persoonlijke therapie groeide uit tot een waar kunstwerk waar hij, godzijdank, de rest van de wereld van mee wil laten genieten.
Mabel Zwaan

 

 

 

 

Bombay Bicycle Club

 

 

Magistraal. Kippenvel. Compleet van de leg. Hun nieuwe plaat ‘So Long, See You Tomorrow’  kwam begin deze maand uit en krijgt overal bijzonder lovende kritieken. Bombay Bicycle Club heeft zichzelf dan ook flink overtroffen en klinkt op hun nieuwe album sterker en diverser dan ooit. Het nummer Whenever, Wherever steekt er toch wel heel lekker bovenuit en pikken we er graag eventjes uit.

 

Nieuwe plaat
De band is boven zichzelf uitgestoken met hun nieuwe plaat. In een korte tijd heeft de band de laatste paar jaren alweer vier albums geschreven en blijft het zichzelf vernieuwen. Deze plaat is vooral geschreven tijdens de reizen van zanger Jim Steadman door Japan, Turkije en India. Dat is ook wel duidelijk terug te horen op de plaat, de oosterse invloeden worden naadloos gemixt met de typische Britse/Londense invloeden, een combinatie die de sound en feel van deze plaat fantastisch maakt. Maar vooral het enthousiasme en de lol is een kenmerk dat ‘So Long, See You Tomorrow’ een extra boost geeft. De band klinkt ontketend en vol zelfvertrouwen. De plaat check je hier op Spotify.

 

Als extraatje hebben we ook het catchy (en prachtig opgenomen) Luna bijgevoegd.

 

 

 

 

TOY band london

 

Fans van Sonic Youth, The Horrors, S.C.U.M. en andere post- en horrorpunk kunnen weer aan hun trekken komen met de release van ‘Join The Dots’, het tweede studioalbum van TOY. 

 

Een korte introductie dan maar: TOY uit Londen bracht in 2012 een zeer gewaardeerd titelloos debuutalbum uit, en bracht deze plaat afgelopen zomer live ten gehore op Glastonbury en diverse NME-tours.
(Een interview met de band lees je in onze laatste issue.)

 

 

 

 

Juiste dosis experiment
Afgelopen december was TOY als voorprogramma van Placebo te bewonderen in Europa, waarschijnlijk net dat laatste stootje tot grotere bekendheid. Met ‘Join The Dots’ levert de band rond zanger Tom Dougall een uitstekend psychedelisch werkje af, dat geen enkel moment te overdadig of te overdreven klinkt, terwijl experiment niet echt uit de weg wordt gegaan. De voortstuwende basloopjes en drumpartijen zorgen voor een haast hypnotiserende ritmesectie, een fijn houvast in de liedjes waarin de gitaren flink razen.

 

De tweede helft van de plaat is wat trager en mist venijn, maar dat is slechts een kleine smet op een prima psychrockplaatje om de donkere winterdagen mee door te komen.

 

 

 


 

the  wytches band

 

We volgen ze al weet ik veel hoe lang, en dat zullen we ook nog wel even blijven doen. En er is opnieuw goed nieuws uit het kamp van The Wytches, in de vorm van een nieuwe single en met het feit dat de band bij het prachtige label Heavenly Recordings (o.a. TOY, Charlie Boyer & The Voyeurs en Temples) heeft getekend.

 

 

Gravedweller
Om dit te vieren hebben de boys uit Brighton de duistere, nieuwe single Gravedweller uitgebracht. The Wytches doen hun  zwartgallige naam weer eens eer aan,  het nummer zit dan ook vol met galmende, smerige en blikkerige gitaarsounds plus trillerige en horrified zanglijnen van Kristian Bell. Ondertussen neemt de bas een loopje met Nirvana en ramt de drummer zijn longen weer eens uit het lijf. Niks meer aan doen.