Zo, dat was ons het weekendje wel weer hé! Twee dagen lang hebben we ons weer onder kunnen dompelen in een hoop nieuw talent, die we eindelijk eens in het echt hebben kunnen aanschouwen. Onze bevindingen lees je hieronder, onze conclusie is dat de eerste London Calling van het jaar een dik succes is geworden. Lees hieronder waarom!

Tekst Mabel Zwaan & Jente Lammerts

 

As Elephants Are
As Elephants Are is een klassiek voorbeeld van een catchy en verrukkelijk Britpopbandje dat vanaf London Calling hun weg naar het grote publiek en 3FM megahits tegemoet draaft. Door de jaren en line-ups heen gingen The Maccabees, Klaxons en meest recent Circa Waves de band hierin voor. Tijdens de show weten de hippe jongens al menig hart te veroveren, terwijl felgekleurde lichten en rookmachines het zicht op het gezellige kuifje van frontman Roger Waters regelmatig bezoedelen. Nadat hij tien keer had vermeld zo dol te zijn op Nederland, speelt hij hitpotentie-nummertje Crown, waarmee Nederland deze liefde heeft beantwoord. As Elephants Are zien wij binnenkort op posters boven tienermeisjesbedden.

 

 

Jack Garratt
Vijf minuten later dan de bedoeling was, iets wat niet vaak gebeurt op London Calling, betreedt Jack Garatt het grote podium op van Paradiso. Met vloeiende dansbewegingen en snoeiharde dancebeats maakt Garratt een letterlijk knallende binnenkomst. Menig trommelvlies bezwijkt bij de achterlijk harde bass en wanneer we om ons heen kijken staat iedereen met de vingers in de oren. Dit is enorm jammer, want Garratt zijn mooie en zuivere stem had met een iets lager volume het publiek binnen een mum van tijd in kunnen pakken. De uitgesproken multi-instrumentalist doet denken aan een soort elektronische wannabe Bon Iver. Dat is zijn goed recht, maar hij zal nog lang aan de weg moeten timmeren om zover te komen. Na een paar nummers is het voor onze eigen gezondheid helaas alweer tijd om de zaal uit te lopen.

 

 

Hooton Tennis Club
De vier uit Liverpool afkomstige hipsters van Hooton Tennis Club zijn verheugd om een stampvolle kleine zaal te zien bij hun eerste bezoekje aan onze hoofdstad. De band begint met nummer Up In the Air, na een vrij rommelig en ongemakkelijk begin weet de band na een half nummer de zaal aan het swingen te krijgen. Elk lid van de band gaat erg op in zijn eigen spel, wat ontzettend aandoenlijk is om naar te kijken. Soms doet de band een beetje denken aan Parquet Courts en The Brian Jonestown Massacre. De slordige abrupte eindes van de nummers zijn het enige storende puntje van de set. De solo’s en het vrolijke spel van de jongens maakt wel heel veel goed, eentje om zeker te onthouden!

 

The Dø
In een Hot Chip/Alt-J/ Kraftwerk opstelling staat de Frans/Finse band The Dø klaar voor een van de langste gigs van de avond. Deze opstelling zegt al genoeg over de muziek: kneiterstrakke elektronische muziek gedompeld in een dromerige laag. De zangeres, Olivia Bouyssou Merilahti, steelt de show in haar glamoureuze rode karatepakje. Deze roodtinten komen ook terug in het decor; slechts één van de dingen die tegen het perfecte aanhikt tijdens de gig. Elektronische muziek was zeldzaam deze editie, maar dit maakt de ongekend strakke performance van The Dø ruimschoots goed.

of Montreal
Na Spoon tijdens de vorige editie, was het nu tijd voor een andere legendarische jongen in het circuit: of Montreal. Inmiddels heeft deze vijfkoppige band twintig (!!!) albums in haar repertoire. In deze negentien jaar aan muziek is de band geëvalueerd van de late 60’s muziek zoals The Beatles en The Kinks naar een mix van elektronica, funk, glam en afrobeat zoals Prince, Talking Heads en David Bowie dat ook doen. Maar vergis je niet, zoals of Montreal is er geen ander. In Paradiso hebben ze hun theatergroep en andere showmaterialen thuis gelaten; vanavond draait het alleen maar om de funky, groovy disco-vibes die je door de afgelopen negentien jaar heen slingeren. De rode schoenen van onze favoriete dragqueen Kevin Barnes swingen over het podium, net zo enthousiast als de voeten van het publiek de grond hiervoor onveilig maken.

 

Drenge
Het hoogtepunt van London Calling deze editie, dat blijkt alweer als het – inmiddels trio – van Drenge het podium betreedt. Onder luid gejuich beginnen de rockende broertjes Loveless, plus bassist Rob Graham, de set met de bands persoonlijke favoriet Running Wild. Het gaat er ontzettend ruig en hard aan toe, hoewel het geluid gelukkig beter is afgesteld dan eerder in de avond. Vervolgens krijgen we een horde aan oudere nummers, die de set overheersen. Erg jammer, want van de nummers van het album ‘Undertow’ is er weinig aan bod gekomen. Wanneer na de single We Can Do What We Want wordt gespeeld gaat Paradiso uit zijn dak. Enkele mensen vallen flauw in de doorgedraaide moshpit, evenals de zwijmelende meisjes vooraan. Drenge speelt een perfect strakke set, die niemand snel meer zal vergeten.

 

Tekst Mabel Zwaan & Jente Lammerts

Lusts
Lusts is al enige tijd een vertrouwde gast op onze radar. De twee Britse broertjes – die zijn er wel meer deze editie – openen dapper (met een bos sleutels om de nek) de kleine zaal, en daarmee het festival. De synthesizers en basgitaar tovert Lusts uit een bandje, maar dit doet niks af aan de, nogal timide, performance van het tweetal. Toch doet het publiek niet z’n best dit timide sfeertje te veranderen. Tot Temptation. Deze track betekende hun bescheiden doorbraak en is waarschijnlijk ook de reden dat de gebroeders Stone dit podium hebben bestegen. Hij zou perfect werken op een festivalweide, maar in de kleine zaal van Paradiso gaan de voetjes ook al voorzichtig van de vloer.

 

Spring King
De grootste belofte van de poster van de eerste dag van London Calling is misschien wel de jonge band Spring King. De zingende drummer Tarek Musa verbouwde zijn badkamer tot studio, nodigde zijn BFF’s uit en Spring King was geboren. Wie is er tenslotte geen goede muzikant in de badkamer? Het viertal weet zich daarbuiten ook prima te redden. De pittige, korte, catchy nummers komen uit hun tenen en weten, in tegenstelling tot Lusts, onze tenen dit keer echt van de grond te liften. Musa laat ons zuchtend weten hoe uitgeput zij wel niet zijn, maar ook hoe intens gelukkig ze zich voelen met onze Nederlandse koppies voor hun neus. Deze sympathieke dudes uit de UK komen er wel.

Happyness
De band Happyness, die gisteren nog de London Calling Times-cover sierde met een interview, begint na het ongemakkelijke betreden van het podium meteen met de flauwe grap ‘this is how one of our songs goes’. Na hun optreden vorig jaar in de bovenzaal van Paradiso is het nu tijd voor het echte werk: met een veel dikkere en meer geraffineerde sound kan de lo-fi sleazy rockband de grote zaal van de Nederlandse poptempel gemakkelijk aan. De drie jongens staan nog steeds even sarcastisch en nonchalant op het podium: één van hun grootste charmes. De aparte samples en Julian Casablancas-achtige vocals maken maken dit optreden tot een van de beste van de avond. Van een paar ballads is de band ook niet vies. Het maakt de set niet minder saai, wat best een prestatie is voor een festival met zo’n praatgraag publiek als London Calling. Afsluiter Montreal Rockband Somewhere verhoogt het serieusheidsniveau van de ontzettend vette en onverwacht strakke show.

Foto: Remco Brinkhuis 

Slaves
“AMSTERDAAAAAAAM, SO NICE TO BE HERE!” Aldus de kale gasten van Slaves. Wat volgt is hard. Heel hard. Zonder twijfel het meest harde wat London Calling vandaag te bieden heeft. Isaac Holman ramt alsof zijn leven er vanaf hangt op de drums met de blik van een soldaat middenin een slagveld. Deze agressie is perfect in balans met de (hilarische) anekdotes die Holman tussendoor verteld. Iets over onderbroeken, iets over metro’s, iets over suiker dat smaakt naar zout. Maar vooral over Bigfoot, en de eindeloze zoektocht naar een auto in Where’s Your Car Debbie. Zijn shirt ligt ondertussen in een hoek, een waterval van zweet sijpelt tussen zijn borstharen door en zijn oorbelletje glimt in de spotlights. Het publiek smult ervan, en uiteraard kan een moshpit niet ontbreken.

 Foto: Remco Brinkhuis

Moon Duo
Laten we eerlijk zijn: Moon Duo is de kleine zaal van Paradiso ondertussen al dik ontgroeid. De zaal staat dan ook stampvol wanneer het psychedelische trio (trio?!) het podium betreedt. Gewapend met de beste merchandise, de beste visuals en de beste verzameling pedalen sleept Moon Duo ons mee naar de krochten van ons bewustzijn. We worden meegezogen door de extreem trippy visuals en de slepende, ietwat langdradige ritmes. De psychedelische lovebirds, en het mysterieuze derde mannetje achter de drums, hebben ons in hun greep. Het publiek weet hier echter uit te ontsnappen door er zo nu en dan een verlegen moshpit tegenaan te gooien. Alles kan. Maar de volgende keer zien we Moon Duo in een grotere zaal, that’s for sure.

The Districts
Het eerste wat opvalt bij een optreden van The Districts uit Lititz, Pennsylvania is de moves van de bandleden. De krullenbos van frontman Rob Grote zwiept naar elke hoek van het podium en hij maakt spastisch bewegen cool. De zaal bruist van de jeugdige energie. De jongens creëren niets wat we nooit eerder hebben gehoord, maar de tempoverschillen in Long Distance en 4th and Roebling houden de show waanzinnig spannend en in balans. Bij het laatste nummer gaat er even iets mis. Grote ramt verwoed op zijn pedalen en pakt uiteindelijk maar een andere gitaar. Dat The Districts een ontzettend goed op elkaar zijn ingespeeld, blijkt uit de manier hoe zij dit kleine drama opvangen: gewoon doorspelen.

 

 

De geschiedenis van London Calling is er eentje die al neigt naar de status van een legende. Programmeur Ben Kamsma is al sinds het eerste uur de man achter dit voorheen Britse showcase-festival. Sindsdien heeft London Calling een imago ontwikkeld waar je ‘U’ tegen zegt, onder andere door de artiesten die de line-up sierden en inmiddels de wereld hebben veroverd, maar zeker ook om de bijzondere sfeer. Maar dat weet je al en anders kom je er vanzelf achter dit weekend!

Het begon in 1992 met slechts vier bands: Bardots, Some Have Fins, Jennifers (die de naam omdoopte tot Supergrass) en Swervedriver. Lastig voor te stellen met een line-up die nu al enige jaren zo’n 24 artiesten over twee avonden verspreid kent. Er is een hoop veranderd sinds de allereerste editie. De poster groeide met het jaar en in het legendarische jaar 1994 – het jaar met Blur – kwam er zelfs al een verlegen tweede editie om de hoek gluren. In 1995 werd er weer teruggedeinsd, maar vanaf 1996 was London Calling definitief twee weekenden keer per jaar.

 

Langzamerhand werd de line-up van London naar de rest van Engeland gesleept. Hier is de verbijsterende lijst met Kaiser Chiefs, The Darkness, Franz Ferdinand, Editors, Bloc Party, Suede, The Libertines, Placebo, The Veils, The Maccabees, Ash, Metronomy, Foals,  Bombay Bicycle Club, The xx, Florence and the Machine, Wild Beasts,  Two Door Cinema Club, Snow Patrol, Peace, Temples en Klaxons het gevolg van. Vervolgens werd de rest van de UK uitgepluisd, maar tegenwoordig staan er bands vanuit de hele wereld op London Calling.  Want waarom zou je je beperken tot één specifieke regio als er zoveel moois voor het oprapen ligt? Dankzij deze omslag zijn de posters naast Britse beauty’s ook gevuld met bands als Wavves, Grimes, Warpaint, Tame Impala, Jagwar Ma, TOPS, METZ, Japandroids, Foster The People, Ty Segall, Haim en Unknown Mortal Orchestra.

Tame Impala – London Calling 2010 – Foto: Atze de Vrieze

Doordat de kans groot is dat tenminste één van de aanwezige artiesten de wereld verovert, is de naam London Calling inmiddels een begrip geworden. Een begrip van een festival dat steevast geheel of grotendeels is uitverkocht. London Calling is dan ook onmisbaar in de Nederlandse festivalwereld. Alle bands moeten ergens beginnen; maar vele begonnen op London Calling. Wie weet welke bands van deze editie volgend jaar het voorbeeld hebben gevolgd van de honderden acts voor hen? Daarover speculeren we verder aan de bar dit weekend!

 

 London Calling 2007 met The Maccabees, Klaxons, Foals, The Wombats, Blood Red Shoes, Friendly Fires e.v.a.

Paradiso Amsterdam staat op 24 en 25 april weer bol van hippe, nieuwe bands! London Calling, dat zijn eerste editie in 1992 beleefde, is het festival bij uitstek waar je bands in de begindagen van hun carrière ziet spelen. Twee keer per jaar vindt het festival plaats en hierop speelde bands als Editors, Bloc Party, Blur, Mac DeMarco, The XX, Peace, METZ, Grimes, Jungle, The Maccabees, Savages, Bombay Bicycle Club, Warpaint, Jagwar Ma, Wild Beasts en Tame Impala. Dit jaar is de line-up over de gehele ook bijzonder sterk. The Daily Indie duikt in de programmering en pikt er zijn favorieten uit!

Tekst Ricardo Jupijn & Mabel Zwaan

 

Hooton Tennis Club

Op 23 februari zag Hooton Tennis Clubs eerste single Jasper het fysieke levenslicht. De Liverpoolse band bracht de single uit onder de vlag van Heavenly Recordings (o.a. Temples, The Wytches, King Gizzard And The Lizard Wizard en TOY) en kwam met B-kant Standing Knees. Heerlijke catchy lo-fi slackrock die door de Engelse media op zijn beurt al is vergeleken met Teenage Fanclub, Sebadoh en Sonic Youth. Nu kunnen wij hier een rits van vergelijkbare bands bij verzinnen om je verder te overtuigen van deze geweldig band, maar liever geven we je het advies om deze band live te gaan zien tijdens het festival.

The Districts

The Districts timmert flink aan de weg. Met een EP en het onlangs uitgebrachte debuutalbum ‘A Flourish And A Spoil’ in de merchandise, staat het viertal het laatste weekend van april terecht op London Calling. De laatst uitgebrachte single 4th and Roebling gaat over die eerste keer dat de bandleden naar Brooklyn gingen. Met John Congleton (o.a. St. Vincent en Angel Olsen) als producer, kon het ook bijna niet mis gaan voor The Districts. De band musiceert met grote zorg en een bijzonder uitgekiende timing en werkt met stuwende lagen zoals Spoon, Cold War Kids en Pixies dat ook zo fijn kunnen.

Soak

Fans van Joni Mitchell en Cat Power moeten vooraan staan bij de show van de 18-jarige Bridie Monds-Watson uit Derry. De zangeres brengt op 1 juni haar debuut ‘Before We Forget How To Dream’ uit op het legendarische Rough Trade. Ze speelde vorig jaar ook al op Glastonbury en was de eerste artiest die een single uitbracht op Goodbye Records, het label van Chvrches. Haar agenda staat de komende maanden vol met shows in Australië, Amerika en dikke tour door Europa. Zaal na zaal en festival na festival gaat ze de harten van het publiek veroveren met zachte, charmante en doeltreffende folkrock.

Cosmo Sheldrake

Cosmo Sheldrake is ons er eentje. Hij is 25, geboren en getogen in Londen en heeft in een kwart eeuw dertig instrumenten leren te bespelen, leren zingen met Mongoolse en Tibetaanse invloeden en hij kan ook nog eens beatboxen. Hij gebruikt deze honderdduizend kwaliteiten om – onder andere – kinderen les te geven en muziek te schrijven voor films en theater. Tussen al deze gekte door heeft hij ook nog eens de tijd gevonden zijn eigen muziek te produceren en te touren met Johnny Flynn en Bombay Bicycle Club. En dat zonder band. Meer dan een een loopstation en een Macbook heeft Cosmo namelijk niet nodig.

As Elephants Are

Het gaat de heren van As Elephants Are uit Buckinghamshire voor de wind. Met hun bescheiden hitje Crown bestormen de Engelsen langzaam maar zeker de hitlijsten in Nederland en binnenkort ook de harten van het Hollandse publiek. De volle en secuur uitgemeten muziek van de band – die is geproduceerd door Andy Savours (o.a. My Bloody Valentine en The Pains Of Being Pure At Heart) – is niets minder dan verschrikkelijk aanstekelijk. De single is te vinden op de gelijknamige EP van de band, die verplichte luisterkost is voordat je naar Paradiso gaat.

Aftermovie London Calling #2 2014

 

 

Op 24 en 25 april is het weer tijd voor de (inmiddels legendarische) lente editie van London Calling in Paradiso! De afgelopen jaren werden de twee podia gesierd door onder andere The Kooks, Blur, Franz Ferdinand, Royal Blood, London Grammar, Spoon, Jungle, Fat White Family, Childhood…

Zo kunnen we nog even doorgaan. Ook dit keer is de line-up weer niet mis. Of Montreal, Moon Duo, Drenge, As Elephants Are, Cosmo Sheldrake, Slaves, Happyness en The Districts zullen ongetwijfeld niks van dit weekend heel laten. Daar kun jij getuige van zijn!

Deel de Facebook-post of retweet op Twitter om kans te maken op 2×2 kaarten!

Bekijk hier de aftermovie van London Calling 2014 #2

 

Paradiso Amsterdam staat op 24 en 25 april weer bol van hippe, nieuwe bands! London Calling, dat zijn eerste editie in 1992 beleefde, is het festival bij uitstek waar je bands in de begindagen van hun carrière ziet spelen. Twee keer per jaar vindt het festival plaats en hierop speelde bands als Editors, Bloc Party, Blur, Mac DeMarco, The XX, Peace, METZ, Grimes, Jungle, The Maccabees, Savages, Bombay Bicycle Club, Warpaint, Jagwar Ma, Wild Beasts en Tame Impala. Dit jaar is de line-up over de gehele ook bijzonder sterk. The Daily Indie duikt in de programmering en pikt er zijn favorieten uit!

Hooton Tennis Club
Op 23 februari zag Hooton Tennis Clubs eerste single Jasper het fysieke levenslicht. De Liverpoolse band bracht de single uit onder de vlag van Heavenly Recordings (o.a. Temples, The Wytches, King Gizzard And The Lizard Wizard en TOY) en kwam met B-kant Standing Knees. Heerlijke catchy lo-fi slackrock die door de Engelse media op zijn beurt al is vergeleken met Teenage Fanclub, Sebadoh en Sonic Youth. Nu kunnen wij hier een rits van vergelijkbare bands bij verzinnen om je verder te overtuigen van deze geweldig band, maar liever geven we je het advies om deze band live te gaan zien tijdens het festival.

The Districts
The Districts timmert flink aan de weg. Met een EP en het onlangs uitgebrachte debuutalbum ‘A Flourish And A Spoil’ in de merchandise, staat het viertal het laatste weekend van april terecht op London Calling. De laatst uitgebrachte single 4th and Roebling gaat over die eerste keer dat de bandleden naar Brooklyn gingen. Met John Congleton (o.a. St. Vincent en Angel Olsen) als producer, kon het ook bijna niet mis gaan voor The Districts. De band musiceert met grote zorg en een bijzonder uitgekiende timing en werkt met stuwende lagen zoals Spoon, Cold War Kids en Pixies dat ook zo fijn kunnen.

Cosmo Sheldrake
Cosmo Sheldrake is ons er eentje. Hij is 25, geboren en getogen in Londen en heeft in een kwart eeuw dertig instrumenten leren te bespelen, leren zingen met Mongoolse en Tibetaanse invloeden en hij kan ook nog eens beatboxen. Hij gebruikt deze honderdduizend kwaliteiten om – onder andere – kinderen les te geven en muziek te schrijven voor films en theater. Tussen al deze gekte door heeft hij ook nog eens de tijd gevonden zijn eigen muziek te produceren en te touren met Johnny Flynn en Bombay Bicycle Club. En dat zonder band. Meer dan een een loopstation en een Macbook heeft Cosmo namelijk niet nodig.

 

Soak
Fans van Joni Mitchell en Cat Power moeten vooraan staan bij de show van de 18-jarige Bridie Monds-Watson uit Derry. De zangeres brengt op 1 juni haar debuut ‘Before We Forget How To Dream’ uit op het legendarische Rough Trade. Ze speelde vorig jaar ook al op Glastonbury en was de eerste artiest die een single uitbracht op Goodbye Records, het label van Chvrches. Haar agenda staat de komende maanden vol met shows in Australië, Amerika en dikke tour door Europa. Zaal na zaal en festival na festival gaat ze de harten van het publiek veroveren met zachte, charmante en doeltreffende folkrock.

 

As Elephants Are
Het gaat de heren van As Elephants Are uit Buckinghamshire voor de wind. Met hun bescheiden hitje Crown bestormen de Engelsen langzaam maar zeker de hitlijsten in Nederland en binnenkort ook de harten van het Hollandse publiek. De volle en secuur uitgemeten muziek van de band – die is geproduceerd door Andy Savours (o.a. My Bloody Valentine en The Pains Of Being Pure At Heart) – is niets minder dan verschrikkelijk aanstekelijk. De single is te vinden op de gelijknamige EP van de band, die verplichte luisterkost is voordat je naar Paradiso gaat.

London Calling Festival – 24 & 25 april – Paradiso, Amsterdam
o.a. Moon Duo, of Montreal, Slaves, Lusts, Happyness, Fool’s Gold, Broncho, Marina Hackman, Spring King, The Dø, Drenge, Vaults, Hannah Lou Clarke, The Slow Show
Passepartouts kosten 35 euro.

Van alle kanten regent het heerlijke nieuwtjes de laatste paar dagen, en London Calling doet daar nog een fijn schepje bovenop met een aantal nieuwe namen voor de editie van 24 & 25 april in Paradiso.

Een editie waar al heel wat fijns voor geboekt was met o.a. Drenge, of Montreal, As Elephants Are, Slaves, The Districts en Happyness. Nieuw aan de line-up zijn Lusts, Vaults, Broncho, Hooton Tennis Club en The Dø. Voor de lezers die de bandjes nog niet zo goed kennen, hieronder hebben we hieronder wat lekkere clipjes gezet.

 

Lusts

 

Vaults

 

Broncho

 

Hooton Tennis Club

 

The Dø

Locatie: Paradiso, Grote Zaal & Kleine Zaal
Passepartout vrijdag & zaterdag: €35 excl. lidm.
Dagkaarten: €20 excl. lidm

london calling

 

Daily Indie schrijvers Ronald van Berkel en Yoram van Hees trekken op 9 & 10 mei naar Paradiso om verslag te doen van de eerste London Calling van 2014. Het duo doet allerlei ontdekkingen, welke je hier kunt lezen in hun verslag! De foto’s zijn afkomstig van Remco Brinkhuis. Enjoy!

 

London Calling, het halfjaarlijkse festival voor nieuw –voornamelijk Brits- talent is weer begonnen. Na twee avonden in de Tolhuistuin gaat het reguliere festival vanavond in Paradiso van start. Geen betere manier om te beginnen dan met een piepjong, Londens bandje. Happyness oogt vooral heel erg groen: de band speelt een ratjetoe van stijlen waarbij vooral de britpop van de laatste tien jaar en de grote alternatieve bands uit de jaren ’90 als inspiratie hebben gediend. Niks nieuws onder de zon dus, alhoewel de voorzichtige, door jazz geïnspireerde solo’s wel een frisse toon brengen. De koortjes lijken een wanhopige poging om pakkender te klinken, maar dit bewijst eens te meer dat dit een band is die vooral nog erg zoekende is. (YvH)

 

 

01 - Happyness

Happyness

 

 

De volledige tegenpool hiervan opent het Grote Podium van Paradiso. San Fermin is een Amerikaans achttal dat van alle kanten juist té doordacht overkomt: tot de vaste posities van de bandleden op het podium en de de quasi-nonchalante kledingstijl aan toe. Groot, groter, groots lijkt de insteek te zijn, maar eigenlijk is het net alsof je naar een aflevering van ‘Glee’ kijkt. Iedere noot, stap of slag –elk element- lijkt onderdeel te zijn van een grondige choreografie en iedere spontaniteit of chemie ontbreekt. (YvH)

 

 

02 - San Fermin

San Fermin

 

 

Dit doet Kins gelukkig beter. Deze band uit Brighton komt over als een stel informaticastudenten, maar hun muziek houdt het midden tussen alt-J, Wild Beasts en Radiohead: start-stop ritmes, een aardige dosis gitaargepingel, forse lagen synthesizers en een nerveus trillende, indringende stem. Toch is het niet zozeer zanger/gitarist Thomas Savage die de show steelt, zelfs niet als hij in het laatste nummer zijn gitaar afneemt en het publiek probeert te bezweren als ware hij Thom Yorke zelf. Drummer Alex Knight slaat zo hard, precies en meedogenloos op zijn drumset dat deze op een gegeven moment zelfs een klein beetje van de voorkant van het podium lijkt te willen opeisen. (YvH)

 

Na dit eerste hoogtepunt van London Calling #1 2014 volgen Trouble With Templeton en Folly And The Hunter. De één is Australisch, de ander Canadees, maar beide bands bevinden zich ergens op de rand van de behoorlijk verzadigde scene van folkbands. Trouble With Templeton heeft wat meer pop-attitude, maar komt op het podium vooral heel degelijk en saai over. Folly And The Hunter pakt het wellicht harmonieuzer aan (dit zijn de beste koortjes die we vanavond hebben gehoord), maar is vooral eigenlijk meer van hetzelfde. (YvH)

 

 

03 - The Trouble With Templeton

Trouble With Templeton

 

 

Deze dip in het programma van de eerste avond wordt doorgepakt door Teleman, de band die het magistrale Pete & The Pirates moet opvolgen. Drie van de vijf piraten zitten namelijk in deze band, waaronder zanger Thomas Sanders. Teleman klinkt dan ook onherroepelijk als zijn voorganger, maar ze hanteren wel een andere insteek. Pete & The Pirates wist altijd jong, frivool en rammelend te klinken, Teleman houdt de boel strakker. De gitaren hebben nog nagenoeg dezelfde sound, maar worden veel meer in het gelid gehouden door de motorik-ritmes van drummer Hiro Amayima (de enige nieuwkomer binnen de groep). Hoewel de bandopzet in essentie niet eens heel slecht is past Sanders’ lichtelijk nerveuze, doch nooit onvaste, zang veel beter bij een lossere stijl van musiceren. (YvH)

 

 

04 - Teleman

Teleman

 

 

Hospitality is een trio uit Brooklyn, dat bestaat uit Amber Papini, Brian Betancourt en Nathan Michel en live wordt bijgestaan door een extra gitarist/ keyboardist. De New Yorkers maken indie-pop pur sang. Na twee albums (Hospitality uit 2012 en Trouble uit 2013) weet Papini, die de meeste nummers heeft geschreven, hoe een pakkend liedje te maken. Hospitality klinkt catchy, bescheiden ingenieus en soms aandoenlijk. Er wordt her en der wat gegoocheld met maatsoorten, zoals in Rockets And Jets, waardoor de liedjes interessant blijven en niet simpel weg zijn te schrijven als pop. Echter, alle nummers worden gespeeld met een pretentieloze terughoudendheid, wat soms de band siert, maar waardoor het vaak net niet overkomt zoals het zou moeten. Misschien ligt het aan de jetlag, waaraan de New Yorkers volgens Betancourt momenteel lijden. Hospitality bestaat al sinds 2007, maar op sommige momenten lijkt het alsof ze nog steeds niet gewend zijn om voor een zaal mensen te spelen. Zoals bijvoorbeeld bij Friends of Friends, het tweede nummer van de set. In theorie zou dit nummer ervoor gezorgd kunnen hebben dat de kleine zaal van de Paradiso in een grote dampende dansmassa zou veranderen, maar Hospitality mist helaas dat beetje pit waarvoor dat nodig is. Toegegeven, als dit een examen geweest zou zijn, is Hospitality wel geslaagd. Zelfs als Papini een paar noten net niet weet te halen, vergeven wij het haar. Bij dit kaliber indie-pop mag het allemaal wel een beetje rammelen. (RvB)

 

Het uit Londen afkomstige Wolf Alice laat een ideale set horen voor een showcase-festival als London Calling. Direct vanaf de set-opener Moaning Lise Smile beukt Wolf Alice vol gas door elf steengoede nummers heen. Zo krijgen we nieuw werk voorgeschoteld, dat 26 mei op de EP ‘Creature Songs’. Dat nieuwe werk klinkt rauw, punky en pompeus en past perfect in het straatje dat Wolf Alice is begonnen te leggen met stenen als Bros, Fluffy en She. Deze laatstgenoemde nummers, afkomstig van de drie releases die Wolf Alice vorig jaar heeft uitgebracht, worden live bijna twee keer zo snel gespeeld, maar nergens verliest de band de controle. Het kwartet verbaast als uit het gitaargeweld opeens Wicked Game van Chris Isaak te herkennen is, dezelfde cover die London Grammar een half jaar geleden ook op London Calling heeft vertolkt. Wolf Alice concludeert haar show met Blush en Fluffy en bewijst daarmee ook prima gas terug te kunnen nemen om vervolgens weer alle registers open te gooien voor de grand finale. Niet voor niets dat de eerste pit en de eerste crowdsurfer van de avond op naam van Wolf Alice komen te staan. Meer van dit! (RvB)

 

 

05 - Wolf Alice

Wolf Alice

 

 

Als na middennacht, als het normaliter bij London Calling alweer wat rustiger is,  de grote zaal nog propvol staat durven we wel te zeggen dat er een flinke buzz rondom Jungle hangt. Jungle is altijd heel strategisch geweest in hun positionering in het hedendaagse muzieklandschap, want lang was onduidelijk wie of wat er nou achter deze groovy en hypnotiserende funk-outlet zat. Vlak voor het optreden wordt dit mysterie verwezenlijkt door het dikke mistgordijn dat de lichttechnicus in de grote zaal opwerpt. Een paar minuten later verschijnt er tussen dat rookgeweld een zevenkoppige band, bestaande uit een bassist, drummer, percussionist, twee achtergrondzangers en ‘frontmannen’ J. en T., die verantwoordelijk zijn voor het opzetten van Jungle. Frontmannen is trouwens niet de juiste term om de twee Londenaren mee aan te duiden, want nergens eist een één van de twee te veel aandacht op. Dat Jungle een bizar strakke en goed op elkaar ingespeelde live band is, wisten we al door hun optredens op Eurosonic, Motel Mozaique en als voorprogramma van Haim, maar wederom bewijs Jungle dit. Sterker nog, het is sindsdien alleen maar beter geworden. Elk nummer wordt vierstemmig gezongen door J., T. en de twee achtergrondzangers en elk nummer is loepzuiver. Het feit dat er tussen de nummers door amper gepraat wordt draagt ook bij aan het feit dat Jungle hier alleen maar is om met en voor ons een heerlijk dansfeestje te bouwen. In het refrein van afsluiter Platoon zingen ze “I knock you down, brother” en dat is precies wat er in dit kleine uur is gebeurd. Wij zijn omver geblazen. (RvB)

 

 

 

Deze week staat London Calling gelukkig alweer voor de deur, het festival begint al op woensdag en donderdag in de Tolhuistuin en trekt hem door tot en met vrijdag en zaterdag in Paradiso. Daily Indie-schrijvers Yoram van Hees en Ronald van Berkel doen verslag en geven alvast hun tips voor het festival!

 

Tips van Yoram van Hees.

Gambles
Het verhaal klinkt al triest: jonge ontwerper wordt verliefd op zijn muze. Ze verloven zich als zij zwanger blijkt te zijn, maar zij krijgt een miskraam en het versgetrouwde stel moet samen het leed zien te verwerken, maar gelooft er niet meer in, richt zich ten gronde en scheidt uiteindelijk. Hij, Matthew Daniel Siskin, vertaalde dit leed naar intens sobere liedjes en bracht vorig jaar de wonderschone plaat ‘Trust’ uit. De muziek past geheel binnen de traditie van de beste singer-songwriters van lang geleden. Klagen heeft lang niet zo mooi geklonken.

Zaterdag 19:15  in de Kleine Zaal van Paradiso.

 

Solids
Bij London Calling weten ze allang dat je soms even wat verder moet kijken dan slechts over het Kanaal. Solids komt uit Montreal en passen binnen de Canadese traditie van hardst rockende garageduo’s. Evenals Death From Above 1979 en Japandroids voor hen, heeft dit tweetal een hardcore-verleden in de vingers en de jaren ’90 tussen de oren. Naast dit alles speelt de band op London Calling een late show in de Kleine Zaal; waar ze het in Canada hebben over ‘a recipe for disaster’ is dit toch wel het mooiste recept!

Zaterdag 1:15 in de Kleine zaal van Paradiso

 

Arthur Beatrice
Arthur Beatrice is zo’n band dat alles in eigen handen houdt. Op de foto’s zie je al een viertal dat met een kalme zelfverzekerheid de wereld gaat veroveren. Vier jaar geleden introduceerden zij zich al, maar nu zijn ze pas echt uit hun studio gekropen. Uit de muziek, waarin R’n’B wordt gemixt met klassieke piano op een manier die wij vorig jaar al van London Grammar hoorden, klinkt een ingetogen euforie.

Zaterdag 23:15 in de Grote Zaal van Paradiso

 

Teleman
Pete & The Pirates, wie kent ze nog? Helden van London Calling #1, 2008. Toch ging de band eind 2012 uit elkaar. De twee succesvolle albums mochten niet baten, evenals het frisse zijproject Tap Tap. Drie van de vier bandleden besloten echter door te pakken en richtten Teleman op, en dat klinkt – tja – als Pete & The Pirates: nerdy en een tikkeltje nerveus. Waar de piraten echter voorheen nogal de neiging hadden om alle kanten uit te schieten, houdt Teleman de groove recht en gestaag. Gaat dat horen.

Vrijdag 22:00 in de Grote Zaal van Paradiso

 

The Bohicas
Domino Records heeft The Bohicas opgepikt. Moeten we nog meer zeggen? Hapklare rock ‘n roll in de beste Britse traditie, en het is dus ook niet gek dat ze door de grootste Britse bands van het moment op sleeptouw worden genomen. De ambities en de opwinding spat ervan af, en bovendien brengen zij Londen naar London Calling.

Zaterdag 20:20 in de Kleine Zaal van Paradiso

 

 

 

 

Tips van Ronald van Berkel.

East India Youth
Stel je voor: je speelt al een tijdje in een gitaarband en besluit het in de elektronische hoek te proberen. Je maakt een demo en die komt terecht bij het gerenommeerde Engelse muziekblog The Quietus, waar ze je werk vervolgens zo verdomd goed vinden dat ze besluiten een label op te zetten om het uit te geven. Het overkwam William Doyle, beter bekend als East India Youth.

Na een EP in 2012  brengt The Quietus in 2013 de langspeler ‘Total Strife Forever’ uit. Het album vol experimentele, krautrock-achtige en soms enkel instrumentale ambient-tracks wordt flink opgepakt door de verschillende muziekblogs die het internet rijp is. Uit interviews blijkt dat Doyle er vooral erg nuchter onder blijft en hoopt níet een hype-act te zijn, omdat hij met East India Youth grootste plannen heeft.

Hoe ambitieus dat ook is, er is altijd een volgende stap en voor Doyle is dat London Calling. Dat het een boeiende en uiteenlopende set wordt staat vast. Luister maar alvast naar de Total Strife Forever I, Dripping Down of Heaven, How Long en je zult begrijpen waarom wij ook in hem geloven.

Woensdag 20:00 uur in de THT-Zaal van de Tolhuistuin

 

Kins
Een band die zichzelf neerzet als specialist van twijfel, afstandelijkheid en opgekropte woede. Fans van Local Natives, The Dodos en Other Lives zullen in hun handen wrijven als de eerste noten van Kins vrijdag langzaam de grote zaal vullen. Die eerste noten zullen resulteren in uitgerekte, timide en vernuftige liedjes. Want liedjes is wat Kins maakt: elk nummer op het in 2013 uitgebrachte ‘Kins’ heeft een stiekeme hook, waar je goed op moet letten wil je hem niet missen, maar die er zeker in zit. Mockasin’s of Aimless zijn hier sublieme voorbeelden van, mocht je je afvragen waar we het over hebben.

Vrijdag 20:20 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Wolf Alice
Het Londense Wolf Alice ontleent haar naam uit een stuk van schrijfster Angele Carter, waarin een kind wordt opgevoed door wolven. Het fictieve karakter moet op zoek naar haar bestaansrecht en daarbij contrasteert Carter voortdurend tussen het menselijke en beestachtig en sijpelt door dat een gelukkig wezen hierin balans moet zien te vinden.

Deze thematiek is mooi door te voeren  naar de name sake van Wolf Alice. Tussen de nummers die vorig jaar in single en EP-vorm zijn uitgebracht is een heerlijke dynamiek te ontdekken. Wolf Alice is breekbaar en atmosferisch in Blush en Every Cloud en laat het bloed sneller stomen door nummers als Fluffy en Bros. Het ultieme wapenfeit is She, waarmee Wolf Alice bewijst dat ze vanuit de vijfde versnelling heel soepel terug kunnen schakelen naar de tweede.

Vrijdag 23:15 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Jungle
Jungle is één van die namen op het affiche van deze London Calling die je misschien al een keer voorbij hebt zien komen. Ze staan prominent op de BBC Sound of 2014 lijst, hebben twee singles die allebei viral gingen en hebben Nederland al aangedaan met een showcase op Eurosonic, een voorprogramma voor Haim in Paradiso en een ijzersterke show op Motel Mozaïque. Mede hierdoor heeft Jungle al een grote fanbase, terwijl ze niet eens officieel hun namen of gezichten openbaar hebben gemaakt. We weten eigenlijk alleen dat Jungle oorspronkelijk een duo is dat elkaar kent sinds ze elf jaar zijn en dat we ze mogen aanspreken met J. en T.

Eén ding dat we wel zeker weten over Jungle is dat ze een bizar goede live-show neer kunnen zetten. J. en T. zijn duidelijk de blikvangers en zingen loep- en loepzuiver, maar met vijf andere bandleden erbij is Jungle live onmenselijk goed. Dat betekent dat als je deze London Calling wilt dansen je sowieso hierbij moet zijn. Maak je maar op voor een heerlijk potje Funky Elektro Swing van het kaliber Metronomy, TV on the Radio en The Invincable.

Vrijdag 0:35 uur in de Grote zaal van Paradiso

 

Telegram
Nee, we hebben het niet over die nieuwe social media app, of haar offline, fysieke en ouderwetse voorganger, maar over die lichtelijk psychedelisch shoegaze-band uit London. Uit hetzelfde nest waarin The Horrors en TOY zijn opgegroeid is Telegram een band die prima meelift op die heerlijke nostalgische en gruizige sound die je ook hoort bij Charlie Boyer, Temples en Splashh, en waar wij bij The Daily Indien ontzettend fan van zijn. Begin dit jaar hebben ze een live-sessie op BBC 6 te pakken gekregen nadat ze in een dronken bui het radioprogramma van Marc Riley plat hebben gesmst. De live-ervaring die ze voor dat moment met Telegram hadden was één show in een vintage-shop en de demo die ze hebben laten horen was opgenomen op een iPhone. Ondertussen heeft Telegram getoerd met Palma Violets en Temples en staat een tour als voorprogramma van Miles Kane in de planning.

Zaterdag 19:45 in de Grote zaal van Paradiso

 

 

 

eyedress band

 

 

Amsterdam is grijs, maar toch prijkt er en een grote zonnebril op de neus van Eyedress. Gewend aan de zon thuis op de Filippijnen? Hij glimlacht. “Zo hoef ik niemand aan te kijken. Ik hou er niet van om mensen in de ogen te moeten kijken” legt de 23-jarige producer Idris Vicuña uit. Hij praat zacht en traag, denkt lang na voor hij toevoegt:“Eigenlijk vind ik dat doodeng.” 

Door Petra Huijgen

 

Afgelopen november bracht bij zijn eerste EP ‘Supernatural’ uit die meteen een storm teweegbracht op blogs. Niet lang daarna meldden ook The Guardian en NME zich. Hoog tijd dus om kennis te maken met Eyedress.

 

 Idris, dit interview is om jou voor te stellen aan Nederland…
“Vertel maar dat ik 23 ben. En dat ik in Manila woon, Toen ik klein was verhuisde ik naar de Verenigde Staten, Californië. Mijn vader werkte als animator, voor films. Toen ik daar naar school ging werd ik vaak in elkaar geslagen. Mijn klasgenoten daar noemden me ook vaak Bruce Lee.”

 

Bruce Lee?
“Ja, Bruce Lee. Omdat ik uit Azië kom. Amerikanen denken dat iedere Aziaat Bruce Lee is. Ik weet ook niet waarom. Ik verhuisde terug naar Manila toen ik vijftien was.”

 

Je muziek wordt daar nu opgepakt. Vorige maand interviewde NME je, en schreef de journalist over jou dat je ‘een van zijn favoriete nieuwe artiesten van 2014 was’. Hoe vind je dat?
Interesting. Dat soort dingen zijn altijd wel raar om te horen. Ik vind dat zelf helemaal niet, Ik zie mezelf niet zo, heb helemaal geen hoge pet op van mezelf eigenlijk. Maar ja, ze kunnen schrijven over mij wat ze willen. En het is ergens ook wel cool dat hij dat vindt.“

 

 

 Thuis op de Filippijnen opende je voor Grimes en How To Dress Well. Hoe was dat?
“Eerlijk gezegd was dat best wel lastig. Afgelopen week speelde ik bijvoorbeeld in Londen, dat was gaaf. Mensen dansten en vonden het cool. Het publiek in Manila is moeilijker. Zij vinden gewoon me niet echt tof. Ze houden niet van de muziek die ik maak.”

 

Hoe is de muziekscene op de Filippijnen dan?
“De muziekscene daar is best wel lame. Er is wel van alles, maar wat ik doe wordt niet erg gewaardeerd. Er is een soort indie-scene, maar alle bandjes willen klinken als Arctic Monkeys. Ik snap niet waarom. Ook vindt iedereen Bloc Party te gek. De enige andere coole muzikant uit Manila is een vriend van mij, Julius Vallador. Hij is ook regisseur en maakt mijn videoclips.”

 

Je videoclips zijn erg gaaf, ja. Over die van Nature Trips is ook veel geschreven op blogs. Vind je videoclips belangrijk?
“Ja zeker, ik vind dat veel muzikanten daar niet genoeg gebruik van maken. Het visuele aspect van een video vind ik belangrijk voor de muziek: de sfeer van de muziek en de clip kunnen elkaar aanvullen. Sommige bands maken een clip van zichzelf terwijl ze een nummer spelen, dat vind ik meestal niet zo tof. Soms kan het ook wel cool zijn hoor, maar veel muzikanten maken niet eens videoclips. Voor mij is het moeilijker om het niet te doen. Ik heb nog een paar videoclips gemaakt met Julius die niet eens op internet staan. Dat doen we dan gewoon om het maken.”

nick van hofwegen young & sick

 

De ene dag kent niemand je muziek, de andere dag sta je met je smoel voor de camera van de VPRO en diens 3voor12. Er valt niet onderuit te komen, en we schreven het zelf ook al in de vorige issue: Young & Sick is booming en legt het pad van succes met zevenmijlslaarzen af. Dit deed hij voorheen door het anoniem uitbrengen van muziek op het internet, dat weinig gevolgen kende. Maar die tijden liggen sinds het begin van april achter ons; Nick van Hofwegen heeft zijn debuutalbum uitgebracht en draagt de naam Young & Sick zelf.

 

Oerwoud
Het idee achter de band kent vele invloeden, zoals R&B, een beetje alternatieve rock en zelfs ingrediënten uit het oerwoud dat zich soulmuziek noemt. En met zoveel inspiratiebronnen, moet je je als soulpop-act kunnen onderscheiden; en dat doet Van Hofwegen maar zelden. Nummers als Ghost Of A Chance en Glass zijn sterke onderdelen van het album, die zowel overtuigen als charmeren. Maar tegenover deze nummers staat het mindere deel van het geheel. De plaat is daarentegen op geen enkel moment minder dan ‘ontzettend gepolijst’, maar dat gegeven heeft niet altijd genoeg in huis om zich als volwaardig album overeind te houden.

 

 

 

 

Van Hofwegen zet anderzijds wel een prestatie van formaat neer met zijn stem en het gebruik daarvan. Hiermee weet hij de luisteraar al in de eerste minuten van het album voor zich te winnen. De zang spreekt daarmee zowel de doorgewinterde soulpop-kenner, als iemand die nieuw is voor dit specifieke genre aan. De nummers zelf zijn ook gelaagd en experimenteel genoeg om vaker luistervoldoening uit te halen. De band had winst kunnen pakken op het feit dat het experimentele stopt bij de begeleiding en zang. De samples die we over de langspeler verspreid horen, zijn dan ook geluiden die vrij bekend zijn bij het luisterpubliek. Nergens wordt er een geluid gecreëerd waar men van verbaasd zal staan, of nog niet eerder in de nummers heeft gehoord.
Robbert van Kortenhof

 

Woensdag 7 mei te zien op London Calling in de Tolhuistuin!