Was de London Calling-vrijdag de dag van de Grote Namen, op de zaterdag is het weer een ouderwets showcasefestival met underground-bandjes. We horen post-punk, Britrock, elektronica, shoegaze en garagerock; best een veelzijdige avond, eigenlijk. Maar komt het allemaal ook over? Onze redacteuren geven hun visie over de belangrijkste indiebands van de zaterdag.

 



Communions
Met hun zwarte kleding en donkere uitstraling hebben de Deense Communions wat weg van landgenoten Yung en Iceage. Daarentegen zijn ze minder punk, en heeft hun muziek meer weg van die van The Stone Roses, The Smiths en zelfs Oasis. Toch klinkt Communions niet als een letterlijke kopie van Manchester,  wat voor een groot deel toe te schrijven is aan de catchy, hoge zang van frontman Martin Rehof. Met nummers als Eternity en Don’t Hold Anything Back heeft de band bovendien een aantal sterke songs met scherpe hooks, zo onderstreept het ook nog eens live. Als ze het nieuwe nummer Hurry Up I’m Waiting laten horen, blijkt bovendien dat Communions de lijn van de sterke liedjes door weet te zetten. Maar hoe hard Communions er compositie-technisch ook aan trekt, de vonk springt deze avond nog niet over. Wat mist is bezieling bij de bandleden, die ietwat apathisch op het podium staan. Tot op Eurosonic Noorderslag dan maar. (Jente Lammerts)

 

 

Gold Class
Wat een stageperformance. Gold Class domineert het podium van de grote zaal van Paradiso alsof de band nooit anders heeft gekend. En dat voor hun eerste optreden ooit in Amsterdam. Het Australische viertal brengt zwartgallige post-punk, in het straatje van Interpol en Joy Division. De ongeïnteresseerde nonchalance waarmee frontman Adam Curley over het podium beweegt stoort niet, maar versterkt de duidelijke boodschap die de band wil overbrengen: niet lullen, maar spelen. De nummers van Gold Class zijn sterk en doen absoluut smaken naar meer. Binnenkort maar eens een tweede show in Amsterdam? (Jente Lammerts)

 

Porches
Porches was een van de bands waar wij van The Daily Indie dit weekend in het bijzonder naar uitkeken. De mierzoete indiepop van het vijftal uit New York werkt aanstekelijk bij het doorgaans toch wat stugge London Calling-publiek. Al binnen enkele minuten beginnen mensen te dansen. Ook op songgebied weet de band zich staande te houden; Porches speelt een goede mix van nummers van hun laatste plaat Pool en eerste album Slow Dance In The Cosmos. Frontman Aaron Maine mompelt wat in de microfoon, doet verzoeknummers en verklaart dat het nummer Car de laatste zal zijn van deze tour. Zonde. (JenteL)

 

Flyying Colours
Als het Australische viertal Flyying Colours opkomt zijn we inmiddels weer een paar uurtjes bezig. Het publiek, dat een beetje in is gedut bij Isaac Gracie, is wel aan iets stevigers toe in de opmaat naar Explosions in the Sky. Flyying Colours komt dan ook net op tijd om deze avond nog een beetje op te schudden en de roes van een tweede festivaldag te doorbreken. Zanger Brodie J Brümmer opent met het standaardzinnetje it’s great to be in Amsterdam, guys. Gelukkig, dan hebben we dat maar alvast gehad. Daarna is het motto ‘niet lullen, maar poetsen’ en zet de band een overtuigende set neer waar de energie zelden wegzakt. De shoegaze van de band blijkt er na een maandlange Europese tour goed ingesleten. Flyying Colours zit muzikaal ergens in een fijn schemergebied tussen DIIV en TOY. Het is misschien niet bijster origineel en de meeste nummers zijn niet echt van elkaar te onderscheiden, maar qua liveshow is dit wel overtuigend. (Ricardo Jupijn)

 

Twin Peaks
Het Amerikaanse kwintet Twin Peaks verraste twee jaar geleden met een mix van garagerock en Rolling Stones-invloeden. Die combinatie klinkt wellicht onlogisch, maar op Wild Onion, hun tweede plaat, wist deze mix maar liefst zestien nummers lang te boeien. Ieder nummer overtuigde muzikaal, maar ook compositie-technisch. Dat kun je niet zeggen van de dit jaar verschenen opvolger Down in Heaven. De band lijkt Wild Onion te willen herhalen, maar komt ditmaal met weinig onderscheidende songs. In Paradiso krijgt het publiek deze avond werk van beide platen voorgeschoteld. Tijdens de Wild Onion-nummers ontstaan de moshpits, maar tijdens het nieuwe werk ontstaan de gesprekken. Over van alles; wie er bier gaat halen, wat die gladde Isaac Gracie in vredesnaam op London Calling deed, welke Helloween-feestjes er nog bezocht gaan worden. Over van alles, behalve over Twin Peaks. (Jelmer Luimstra)

London Calling als showcasefestival? Je zou het niet zeggen op de vrijdag van het festival in Paradiso. Op het affiche staan: Silversun Pickups, Allah-Las en Wild Beasts, allemaal bands die zich allang bewezen hebben. London Calling is dan wel uitverkocht, maar de nieuwe Blur of Franz Ferdinand? Wij hebben hem niet gevonden deze vrijdag.

Søren Juul
Deze editie van London Calling wordt afgetrapt door Søren Juul. Je mag wellicht niet van hem hebben gehoord, maar er is een aardige kans dat je zijn muziek onbewust eens gehoord hebt. Afgelopen juni kwam Juuls debuut onder eigen naam uit, daarvoor stond hij bekend onder zijn alter ego Indians. Daarmee schreef hij het nummer Oblivion voor de kaskraker The Fault In Our Stars en componeerde Juul voor het Kopenhagen Philharmonisch Orkest. En als vriend van onder andere Daughter en Perfume Genius mocht hij op ons tijdschema ook niet ontbreken.

Ondanks de naamverandering klinkt Søren Juul niet anders dan Indians. Het is nog steeds elektronische, atmosferische muziek waarmee hij al regelmatig tegen vergelijkingen met Bon Iver aanliep. De nummers hebben een duidelijke kop en staart, waar zijn compositieverleden in naar boven komt drijven. Ze staan bol van catchy refreintjes en dromerige instrumentale stukken. Maar ondertussen gebeurt er op het podium eigenlijk vrij weinig. Juuls moves bestaan uit weinig meer dan een stampend voetje. Hierdoor is het concert ook prima te volgen achterin de kleine zaal: luisteren is meer dan genoeg. Mabel Zwan

Silversun Pickups
“We love it to play often in Amsterdam… But not often enough!”, lacht Brian Aubert naar de afgeladen grote zaal van Paradiso. Het is hun zesde show in onze hoofdstad. In maart speelde de Amerikaanse indierockband in de Tolhuistuin, en de keer daarvoor was alweer in 2009 in de Melkweg. Dit is slechts een fractie van de ellenlange lijst aan optredens die Silversun Pickups internationaal gezien achter de rug heeft. Maar de bandleden hebben hun energie nog niet verloren. De lichtshow hult het plafond van de popzaal in licht dat doet denken aan een vol, bewogen zwembad. Zo voelt de zaal ook. London Calling is stijf uitverkocht, de uitbundig dansende fans vormen een deinende menigte en de bas doet het bier in je buik vibreren. Je kunt de zaal niet verlaten zonder een glimlach om de lippen. Of het nou komt door de aandoenlijk enthousiaste band of het aanzicht van de nog enthousiastere fans. Mabel Zwaan

Allah-Las
De heren van Allah-Las worden tien minuten in de wacht gezet doordat Vaults in de bovenzaal uitloopt. Terwijl voor hen een breed tv-scherm het optreden van Vaults uitzendt, bewegen de Californiërs Ongemakkelijk heen en weer over het podium. Af en toe wijzen ze op hun horloges. Maar van de irritatie is niets meer te merken zodra de eerste noot wordt ingezet. Allah-Las klinkt weer net zo zonnig als we van ze gewend zijn. En gewend aan Allah-Las zijn we beslist. We hebben de band drie keer in ons magazine mogen spreken, waarvan de laatste keer voor Issue 24. Maar vervelen doet de band nooit. De klassiekers van de eerste twee albums overheersen de set en worden goed opgepikt door het publiek. Het nieuwe album Calico Review is een tikkeltje minder beachy. Ademde Allah-Las het gevoel van een zonnige dag aan het strand, hun nieuwe nummers passen eerder bij een regenachtige middag in een herfstig bos. In Paradiso speelde de band in ieder geval een ouderwets goede show, met nummers van alle drie hun platen. Mabel Zwaan

Wild Beasts
Boys dó cry, en daarom pleit de Britse band Wild Beasts voor de gevoelige man. Zoals ze het zelf zeggen in het laatste nummer van The Daily Indie: ‘Mannen mogen ook emotionele, openhartige wezens zijn.’ De vier – mannelijke – bandleden hebben zich nooit helemaal op hun plaats gevoeld in het masculiene Noord-Engeland, hun thuisgrond. In het verleden resulteerde dit in gevoelige, licht-theatrale muziek, maar hun vizier verschuift steeds steeds meer richting stadionpop. Kille synthesizers, woo’s, waa’s en gitaarmuren kleuren hun laatste plaat Boy King. Wild Beasts lijkt opvallend genoeg te mikken op, jawel, masculiene anthems. Ook live merk je dat: pompeuze, flikkerende lichtshows, discorock en stampnummers. Strak uitgevoerd en het moet gezegd: Paradiso danst voor de eerste keer deze avond. Maar toch, deze muziek voelt onnatuurlijk aan voor een band die pleit voor de metroman. Jelmer Luimstra

London Calling staat erom bekend dat er elk moment weer een nieuwe editie aangekondigd kan worden. Begin maart vond het nog plaats met onder andere Black Honey en Authobahn, en gisteravond was het weer raak. Slechts één avondje dit keer, maar een avond die volgestouwd staat met namen die er niet om liegen. Wij (Mabel Zwaan & Jelmer Luimstra), zagen onder andere Car Seat Headrest en Royal Headache!

Cullen Omori
Aan Cullen Omori (de frontman van wijlen Smith Westerns) de eer om deze mei-editie van London Calling te openen. En dit doet hij in stijl. Zijn lokje wappert speels heen en weer over zijn John Lennon-zonnebril terwijl een roze gitaar om zijn nek bungelt met een atmosfeer van nonchalance eromheen. Omori heeft de catchiness van zijn oude band meegenomen, maar heeft diens luchtige ondertoon en glampunch vervangen door melancholie. De lo-fi van zijn onlangs uitgebrachte album New Misery wordt door het net wat te harden geluid overstemd. Toch maakt dit de muziek niet minder aangenaam. Tussen verrukkelijke indiebangers (Cinnamon, Sour Silk, No Big Deal) in doet Omori shots, honkbalimpressies en brabbelende speeches tegen het publiek. “I hope you like it, and if you don’t… whatever.” Onze goedkeuring heeft hij. (MZ)

Cullen omori

Cullen Omori

cullen omori

 

Cub Sport

In november 2013 was deze Australische band al te vinden op London Calling. Toen waren het nog vier pubers met mierzoete popliedjes en Beyoncé-covers waar de bovenzaal op stond te springen. Nu is Cub Sport zowaar volwassen geworden en opent de band de grote zaal. De nummers over hondjes zijn vervangen door nummers over hartzeer, de H&M-vestjes zijn verruild voor legerprint. En waar frontman Tim Nelson toen niet achter z’n toetsen vandaan was te rammen, pakt hij nu vaak een gitaar op. De nummers zijn nog steeds ronduit lieflijk, maar met een serieuze onderlaag. Van suikerspinzoet naar zoetzuur. Maar de band blijft de onschuld zelve. Deze ultieme braafheid en dit ultieme binnen-de-lijntjes-kleuren blijft helaas niet zo lang spannend. Over drie jaar weer een kans. (MZ)

cub sport

cub sport

 

Car Seat Headrest
Car Seat Headrest a.k.a. Will Toledo is dé new indiekid on the block van 2016. Toledo rommelt al jaren met muziek, hij heeft zelf twaalf crappy kwaliteitalbums online gezet en nadat hij werd opgepikt door een label kwam er een compilatie uit. En daar was op 21 mei zijn eerste ‘echte’ album, Teens Of Denial, dat door iedereen de hemel in wordt geprezen. En terecht. Sinds zijn optreden op Le Guess Who? is het erg rap gegaan. Toen speelde hij in een volle EKKO, nu in een volle grote zaal van Paradiso. Hij begint het optreden in z’n eentje, breekbaar en intiem. Dit komt nog niet lekker over door het praatgrage London Calling-publiek. Maar zodra de band het podium betreedt lijkt iedereen om. De integere Toledo houdt intieme en uitbundige rock feilloos in balans, als eb en vloed die elkaar moeiteloos afwisselen, zonder dat het hem ook maar een druppel zweet lijkt te kosten. De show steekt door deze beheersing extreem sterk in elkaar. Car Seat Headrest scheurt via London Calling richting de ultieme doorbraak, en sluit zich zo aan bij de legendes die hem voorgingen. (MZ)

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

 

Royal Headache
Royal Headache bestormt het dampende Paradiso met als binnenkomer hun bekende single High. De band maakt zeer aanstekelijke punkrock, maar dan nét wat milder dan wat je je in de eerste instantie voorstelt bij het genre. De performance van frontman Shogun trekt eigenlijk meer de aandacht dan de muziek zelf: als een bezetene springt hij over het podium en horen we nummers als Carolina en Another World in een roes voorbij komen. Ondanks de verslavingsgevoelige songs, blijft Royal Headache vrij eentonig deze avond. Wat na het intense Car Seat Headrest eigenlijk nog meer opvalt. De gitarist lijkt enkel twee akkoorden te spelen, en de bassist en drummer volgen gehoorzaam, en durven niet uit hun ‘hokje’ te stappen. Als de band instrumenteel gezien wat meer uit zou pakken, in plaats van alleen zanger Law, zal de muziek vast een stuk beter overkomen. (JL)

Royal Headache

Royal Headache

Royal Headache

Royal Headache

Royal Headache

 

Dilly Dally
Na Royal Headache rent iedereen door naar de kleine zaal om zich te laten overdonderen door de freaky en harde sounds van Toronto’s nieuwste aanwinst: Dilly Dally. We zien een bassist met een afzichtelijk staartje, terwijl frontvrouw Katie Monks nog even muziek luistert door haar Hello Kitty-koptelefoon: een paar minuten rust voordat de storm begint. Dilly Dally speelt hard, vuig en Monks’ stem zou zo van een baby uit een horrorfilm kunnen zijn. Maar wat opvalt is dat de band, door alle harde geluiden heen (die ons doen denken aan Pixies en Sonic Youth) duidelijk gevoel heeft voor songwriting. Iets wat nogal eens ontbreekt bij de hardere bands. Het derde, wat langzamer nummer heeft een goede melodie en de high-pitch vocalen maken het alleen nog maar vetter. Dilly Dally is uniek, en een verfrissende band ten opzichte van vele andere bands in de scene. (JL)

Dilly Dally

Dilly Dally

Dilly Dally

Dilly Dally

Dilly Dally

 

Nog meer gezien! Canshaker Pi, Ulrika Spacek en Methyl Ethyl!

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

Methyl Ethyl

Methyl Ethyl

Canshaker Pi

Canshaker Pi

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

 

 

 

De goed gelaarsde frontvrouw van Black Honey dwingt het publiek tot een sitdown, Otherkin nodigt de gehele zaal op het kleine podium uit en bij AUTOBAHN zit er niets anders op dan onbekommerd te headbangen. London Calling is begonnen en hoe!? Wij doken met papier en pen het vrijdaggedruis in en noteerden het volgende verslag.Amber Arcades.

Tekst Ruben van Dijk & Wies van der Heijden
Foto’s Sabrine Baakman

Vanavond vertegenwoordigt Amber Arcades (foto boven) – samen met last-minute toevoeging Moon Tapes – het vaderland. De internationale allure is bij Amber Arcades wel degelijk aanwezig; nadat ze de bovenzaal van Paradiso heeft ingepakt met haar onweerstaanbare retropop, vliegt Annelotte de Graaff met haar band naar Austin, Texas. SXSW, jazeker. Terug naar het heden, want de band staat te trappelen en juist die band maakt vanavond het verschil. Zo lieflijk en dromerig als de songs in de New Yorkse studio geklonken moeten hebben, klinken ze live op het podium niet helemaal. Gelukkig is De Graaff gezegend met een kundige band en geeft die extra dimensie enkel meer schwung aan het geheel: het zomerse sixtiespopgeheel krijgt dankzij de levendigere gitaren en percussie soms een onvervalste post-punkvibe mee; songs als Turning Light blijken opeens veel ingenieuzer en spannender in elkaar te zitten. Amber Arcades: een sensatie op plaat én dus ook eens sensatie op het podium.

The Vryll Society
The Vryll Society trapt af met het nummer Beautiful Faces, maar alleen het mooie gezicht van zanger Michael Ellis is te zien. De rest van de band zit verstopt achter zijn lange lokken. De energie op het podium is net zo. Ellis staat energiek en beweeglijk op het podium, hij trekt de kar. De rest van de band staat er nogal doods bij. Terwijl ze wel heel strak spelen. De psychedelische rock doet soms aan Pink Floyd, soms aan The Stone Roses denken. Toch verliest de band naarmate het optreden vordert de aandacht. Het recept van de constante baslijn met daaroverheen vloeiende gitaarriffs kent niet genoeg variatie. Wanneer Ellis halverwege het laatste nummer het podium al verlaat, proberen de andere mannen met extra veel headbangen de aandacht er nog bij te houden, maar zonder de frontman is er niet zo veel te zien.

 

Otherkin
Is er brand? Worden we aangevallen? Otherkin kondigt zichzelf aan met een luchtalarm. Dat zet de toon voor het optreden: schakel de hulpdiensten maar vast in, hier kunnen gewonden vallen. Op de Facebook-pagina van de band staat dat de mannen pop grunge maken. Dat klinkt als tegenstrijdige combinatie. Maar eigenlijk is het heel slim: ze combineren poppy melodieën met een hard randje. Dat maakt de band geschikt voor de radio, maar kunnen ze ook de kleine zaal van Paradiso veranderen in één grote moshpit. Nadat er bij het nummer ‘Ay Ay’ flink gecrowdsurft wordt, nodigt de band het publiek uit om bij ze op het podium te komen. Dat doet het met liefde. En als zanger Luke Reilly nog even het publiek in duikt, is het helemaal los. Deze band heeft het.

 

Black Honey
Izzy B Phillips betovert. Met haar glijdende stem en haar sierlijke armgebaren heeft ze de zaal in haar greep. De vloeiende zanglijnen à la Lana Del Rey wisselt ze af met hartverscheurend geschreeuw. Het publiek eet uit haar hand, dus als ze iedereen vraagt om op de hurken te gaan zitten, doen de bezoekers dat braaf. Black Honey is een band om tegelijkertijd bij weg te dromen en om op te dansen. Het voelt melancholisch, maar ook energiek. De band is te groot om in de kleine zaal te spelen. Er staat een rij op de trap met mensen die wanhopig proberen zichzelf de overvolle zaal binnen te drukken. En terecht.

 

Kid Wave
We bekijken het tijdschema nog maar eens: ja, dit is daadwerkelijk Kid Wave! Maar waar is dat zomerse, speelse, luchtige randje dat we kennen van het vorig jaar verschenen ‘Wonderlust’? De band die vanavond de grote zaal mag afsluiten, speelt de smerigste en strakste grunge rock denkbaar. Elke nieuwe song begint luid, laait dan op en eindigt drie keer luider. Stuk voor stuk zijn het kolossale vloedgolven van gitaargeweld die zich onderling vooral weten te onderscheiden door de subtiele verschillen, gitaareffecten, publieksinteractie en spontane mini-drumsolo’s. Pas halverwege de set klinkt Kid Wave weer enigszins zoals we ze kennen als de melodie zijn intrede doet en de band in haar optima forma lijkt te zijn. De Londenaren stippen zo onbewust een interessante kwestie aan: moet je live niet ongeveer hetzelfde klinken als op plaat? Hell no, want als je live-sound staat als een villa valt er niets te klagen.

 

AUTOBAHN
Weken aan opgekropte woede lijkt zanger Craig Johnson van AUTOBAHN kwijt te moeten. Als een bezetene schreeuwt hij zich de onverdeelde aandacht van de bovenzaal toe, terwijl de rest van de band snoeihard speelt. De enige rustmomenten zijn de onheilspellende intro’s. Zo is daar Missing In Action met zijn langzaam aanzwellende snaredrum, die zowel dit optreden als debuutplaat ‘Dissemble’ inluidt. Het biedt een laatste ademmogelijkheid voordat de hel losbarst. De band gaat diep, al zijn couplet, refrein en bridge in het heetst van de strijd niet of nauwelijks te ontwaren. Dat geldt, afgezien van de sporadische ‘motherfucker’ ook voor de tekst. Zelden was een bak klereherrie zo imposant en zo interessant. Een man met krullen die van een meter afstand in je gezicht schreeuwt; het heeft, hoe vreemd ook, iets intiems.

Een band die klinkt alsof Lana del Rey de frontvrouw is van een nineties-rockband met sterke surfinvloeden uit de jaren vijftig. Niet alleen op papier, ook uit de speaker klinkt dit als een sublieme mix. Giet er nog een beetje Joe Meek en Tarantino met Mazzy Star overheen en je hebt de gouden formule te pakken van Black Honey. De band uit Brighton gooit hoge ogen met zijn Britse garage en speelt vandaag op London Calling.

‘Rondtoerende bandavond’ Unknown Pleasures host de bovenzaal van Paradiso op de vrijdagnacht van London Calling, waar zij zal waken over bands als Autobahn (1:10 uur) en Black Honey (23:50 uur). Om binnen het thema te blijven: wat zijn de meest unknown pleasures van Black Honey-zangeres Izzy Baxter? “Ik hou van schilderen, tekenen en inkleuren”, vertelt ze. “Op het moment hou ik mij vooral bezig met het maken van inkttekeningen met een toffe kalligrafiepen. Al kan het soms wat lastig zijn om een pot inkt op tour mee te nemen.” Wat voor platen luisteren de bandleden in hun niet-voor-inkt-geschikte-en-schuddende-bandbus naar Amsterdam? “De nieuwe plaat Tell Me I’m Pretty? van Cage The Elephant. Een best of-compilatie van Lou Reed gaat op elke tour mee, onder meer omdat er een paar Velvet Underground-nummers op staan. Daarnaast zijn we gek op door de nieuwe track Hello Death van Johnny Lloyd. En uiteraard de nieuwe mixtape van Tommy (bassist, red.)! Er gaan geruchten dat het een soort spectaculaire mix is van Robbie Williams, Martha Reeves en Kraftwerk.”

Roberto Cavalli
Het ziet ernaar uit dat de band op volle oorlogssterkte in Paradiso aan zal treden. “Ik heb het gevoel dat we de laatste maanden na al het toeren zijn veranderd in een onstuitbare machine”, zegt Baxter enthousiast. De band is in ieder geval lekker op dreef na een bizarre show in Milaan. “Onlangs werden we gevraagd om te spelen op de Milan Fashion Week tijdens de show van Roberto Cavalli. We hadden geen idee dat de show en de catwalk om ons heen zouden worden gebouwd. Onze gezichten werden geprojecteerd op de muren en onze bandnaam stond met graffiti op elke muur gespoten. Het leek wel de Factory van Andy Warhol”, vertelt de zangeres. Laatstgenoemde setting en locatie sluiten naadloos aan bij de muziek van het viertal. “We plukken ideeën uit verschillende decennia en disciplines en proberen deze vervolgens om te zetten in klanken die filmisch, iconisch of ronduit betoverend klinken. Daarbij proberen we met ons artwork het gevoel van de muziek te versterken.”

It means everything
Vanaf het moment dat de eerste, gelijknamige EP van de band uitkwam in 2014, werd de band door talloze blogs opgepikt en gelanceerd in de muziekindustrie. De een na de andere show kreeg de band aangeboden en de festivals stonden in de rij. Het harde werk en de vele uren die de muzikanten in de band stoppen, lijken zich dan ook steeds meer uit te gaan betalen. “Het betekent alles voor ons. We hebben onze heel volwassen leven minimumloonbaantjes gehad en elke cent bij elkaar gespaard om plaatjes uit te brengen en op te kunnen nemen in Chris (gitarist red.) zijn slaapkamer. We proberen alles te doen om zo oprecht en zuiver mogelijke muziek te maken.”

Strolling down the canals
De laatste keer dat de muzikanten in Amsterdam waren, gingen de vier als pasgeboren hertjes met x-beentjes over de schaatsbaan voor het Rijksmuseum. Wat willen ze deze keer doen? “We zouden ditmaal graag het museum ín willen. Vorige keer hadden we geen geld en zijn we maar gaan schaatsen”, zegt Baxter. “Wandelingetjes langs de grachten en koffiedrinken doen we het liefste in de stad.”

Sweaty madness of The Honeys
Om volledig voorbereid het Black Honey-gedruis in te duiken vannacht, voelde de London Calling Times de zangeres nog even aan de tand door middel van een paar korte en snelle vragen. Welke band wil ze niet missen vanavond? “Absoluut Kid Wave, we kunnen niet wachten om hen eindelijk eens te zien spelen!” Hun grootste droom? “Om ooit de grote zaal van Paradiso uit te verkopen.” Vreemdste omschrijving van hun band? “Voordat we een persfoto hadden, werden we omschreven als een duo met synths. Wij dachten: huh?!” Wat doet de band over een paar jaar? “We nemen de wereld over en spelen daarna de eerste show op de maan!” Wat is het laatste nieuws rondom nieuw materiaal? “Binnen een paar maanden brengen we een nieuwe EP uit. Over ons debuutalbum kunnen we nog weinig vertellen, maar het zal het wachten waard zijn.” Waarom moet je vanavond vooraan staan? “The front row is the closest you can get to the chaos and sweaty madness of The Honeys.” Staat genoteerd!

Daar hebben we weer dat schattige Australische bandje van London Calling twee jaar terug, met de allergrootste gunfactor die wij ooit hebben uitgegeven. Het lieve, zoetsappige Cub Sport maakt aandoenlijke synthpop, maar is met de nieuwe single Only Friend duidelijk een meer elektronische weg ingeslagen. En dat klinkt niet verkeerd! Met veel lome synthesizers, ‘oeh’s’ en ‘aah’s’ is Only Friend een perfect nummer om aan te zetten als je even wil relaxen en al je zorgen uit je lichaam wil laten vloeien.  

De track is volgens de band een nummer over eenzaamheid en je alleen voelen, wat ook goed te zien is in de bijbehorende videoclip. Zanger Tim Nelson wil daarbij het taboe van depressie doorbreken. Ook is het langverwachte debuutalbum van het viertal in zicht: in maart 2016 zal deze tot dusver naamloze plaat verschijnen op het Amerikaanse Cosine Records.

 

 

Dit weekend was de Tolhuistuin door London Calling omgetoverd tot een gigantische Concerto sweet-sixtieth. De locatie is slechts een van de verschillen ten opzichte van de klassieke London Calling. Andere zijn de vele randactiviteiten, de diversiteit in muziek en het feit dat Nederlandse bands ook een podiumplek krijgen. Gelonkt door het lekkerste eten en de mooiste platen waanden wij ons ook op dag twee, wederom met fotograaf Willem Schalekamp aan onze zijde, een weg door de imponerende line-up.

Tobias Jesso Jr.
De dag had niet beter kunnen beginen: het zonnetje ontfermt zich over de tuin en de verschijning van Tobias Jesso Jr. op het podium doet velen in het publiek verheugen. Hij speelt zonder band en weet in zijn eentje een ontzettend sterke show neer te zetten. Zelfs als er iets mislukt (“I just fucked up the lyrics there but I’ll keep going”) is er niemand die het hem kwalijk neemt. Na de prachtige afsluiter How Could You Babe kan Jesso Jr. dan ook rekenen op het hardste applaus van het weekend.

Nothing But Thieves
Na de aandoenlijkheid van Jesso Jr. is het tijd voor wat ruigers. Londense indierockers Nothing But Thieves komen de Noordzaal even afbreken. Althans, dat lijkt hun missie na het spelen van de eerste paar tracks. Toch kakt de set dan even in en lijken ze het spoor bijster. Een poosje blijft het stil en zijn zowel het publiek als de band afwachtend. “We’re going to play a cover now”, waarna Immigrant Song van Led Zeppelin wordt ingezet en de Noordzaal toch nog daadwerkelijk even op zijn grondvesten staat te trillen.

LoneLady
De sfeer is de hele dag al gemoedelijk en dat lijkt bij de set van LoneLady niet te gaan veranderen. De Tuinzaal is verre van vol, maar het lijkt de band niet te interesseren. Deze desinteresse is meteen het kwaaltje van Julie Campbell en haar band. Muzikaal spelen ze een enorm strakke set, maar er komt geen enkele vorm van enthousiasme het podium af. Campbell kijkt af en toe stoïcijns de zaal in en de band doet het voorkomen alsof ze net op de bruiloft van je oom en tante hebben gespeeld. Een gemiste kans.

DMA’s
Deze jongens komen over als een bijeengeraapt zooitje die gewoon even een band wilde beginnen en na een hoop geruzie dan maar drie gitaristen in de bezetting opnam. Niets is minder waar. Ja, een terminatorbril, een word-art gitaarstrap en een hoop ninetiesclichés vullen het blikbeeld. Van gitarist één hebben we alleen de rug gezien, gitarist twee – nadat hij op een magische wijze ineens zijn terminatorbril af had gedaan – kijkt vooral intens het publiek in en gitarist drie zingt en gebaart op een ‘had je wat?!’ manier mee. Maar DMA’s bestaat uit aandoenlijke jongens die ontzettend veel plezier hebben in wat ze doen; goede muziek maken.

Best Coast
All the way from the west coast: Best Coast! Het duo onder de vocale begeleiding van Bethany Cosentino, tevens de ex van mister Wavves, lift in 2010 mee op diens succes. In de jaren na debuutplaat ‘Crazy For You’ is de muziek van het duo steeds zoeter, plakkeriger en gelikter geworden. Gelukkig is de band live nog net zo gruizig als bij de eerste ontmoeting. Best Coast kent alle ingrediënten voor een spannende show: onverwachte tempowisselingen, potentiële hitjes en een mooie chick in een bontjas. Toch blijft het deze avond bij ‘leuk’.

Heat
The Daily Indie was er weer vroeg bij, letterlijk dit keer. De soundcheck van de lastig te Googelen band Heat maakte al de belofte waar die ons met vergelijkingen als The Strokes en The Velvet Underground was gedaan. En toen we erachter kwamen dat Heat bij de befaamde Montreal-crew (die ook Mac DeMarco en TOPS telt) hoort, begon ons hart al helemaal sneller te kloppen. De show die volgt liegt er ook niet om. Heat bestaat uit energieke, modieuze, knappe knapen die ronduit verrukkelijke muziek maakt Dat allemaal begeleid door de zang van Susil Sharma die met zijn rauwe, slepende Kurt Vile- en Lou Reed-achtige stemgebruik garagerock een hoop leven inblaast.

OOK GEZIEN:

The Jacques

The Indien

Surf City

Stornoway

Eaves

Zo! Een beetje bijgekomen van de zaterdag? Kun je je weinig meer over gisteren herinneren dan de bar? Of wil je simpelweg de shows van gisteren herbeleven? The Daily Indie is daar. Redacteuren Mabel Zwaan en Dion van Leeuwen beschrijven hun ervaringen en hoogtepunten, samen met fotograaf Willem Schalekamp. Enjoy your memories.

Vergezeld door de regen druppelen de eerste bezoekers voorzichtig richting het hoofdpodium van het festival. Aan de Amsterdamse band The Mysterons de eer om het Tuin-podium in de Tolhuistuin te openen. Het eerste nummer is volledig instrumentaal, totdat frontvrouwe Josephine van Schaik de tuin betreedt. Van Schaik is zeker niet de vertegenwoordiging van de badassrockchickclub, maar weet de harten van de vroege London Callingers met gemak te stelen met haar dansjes, praatjes en vooral haar heldere stem. Zij en haar compagnons jagen de regen met hun psychedelische garagerock weg en maken plaats voor een zonnige London Calling.

 

Rotterdams (oké, Voorschotens) trots The Breaks neemt de balletzaal Scoop voor zijn rekening. De garagerock-boys timmeren de laatste tijd aardig aan de weg en staan in menig café en club. En nu ze de lijst van Popronde 2015 in zijn geknald, zal de rock-’n-roll-sneltrein nog wel even door blijven razen. Tot die tijd: de kleine, snoezige zaal van London Calling Loves Concerto. Die ze afbreken. Gitarist Thomas Foster vindt zijn eigen manier van de rock-’n-roll-ballet uit en de rest van het werk laat de band over aan het publiek.

 

De set van The Griswolds, een Australische formatie onder leiding van Christopher Whitehall, kent een lastig begin. Het publiek is afwachtend en Whitehall en kompanen weten hier in eerste instantie niet op in te spelen. Toch lukt het ze: als Whitehall het publiek vraagt naar voren te stappen en hitje ’16 Years’ wordt ingestart, voelen zowel het publiek en The Griswolds zelf zich thuis. Wat volgt zijn potentiële meezingers die sporadisch ook daadwerkelijk worden meegezongen. The Griswolds is misschien niet uniek, maar wel erg vermakelijk.

 

Na The Mysterons en The Breaks is hier de derde sixties revival-band van de dag. De Nederlandse koning van de pysch: PAUW. Het oplettend oog zal vast en zeker niet zijn ontgaan dat dit niet het eerste optreden van frontman Brian Pots van vandaag is. Hij verkaste van de Tuin – met The Mysterons – naar de Noordzaal, die al snel overspoeld wordt door fantastisch, psychedelisch, instrumentaal geweld dat het publiek in trance achterlaat. Het enige ingrediënt dat de show nog mist is dat van vloeistofdia’s, maar dit maken de felle, mystieke lichten ruimschoots goed.

 

De zaal loopt per ongeluk vol. Toevallige voorbijgangers die geen enkele intentie hebben om de show van Klangstof te bekijken, worden betoverd door alles wat er op het podium gebeurt. Het project van Moss-bassist Koen van de Wardt weet door middel van magistrale imperfectie en ongemakkelijkheid (“We gaan nu een liedje van Portishead spelen, want dat vind ik een mooi liedje”) het publiek te verwennen. Alles komt goed over: van de ruige riffs tot de melancholische solo’s. En dan hebben we het nog niet eens over de Thom Yorke-achtige dansjes van de frontman gehad.

Verlicht door het avondzonnetje speelt fijn, lichtvoetig poprockbandje Palace in de Tuinzaal met een bladerdekdecor. Leo Wyndham wrijft tired en hungover over z’n pet en vertelt ons dat ze even rustig beginnen. Dat is slechts het begin van alle eenmansgesprekjes die hij het Palace-halfuur houdt. Of we even dichterbij willen komen, omdat ze willen crowdsurfen (not) en dat ze o, zo dol zijn op Amsterdam. Ondertussen worden de appelwangetjes van Wyndham met ieder nieuw nummer roder en roder. Zeker is: de fanclub van Palace is deze avond gegroeid.

Kevin Morby (jep, van Woods en The Babies) betovert ons samen met het avondgloren in de Tuin Zaal. Deze atmosfeer vormt de perfecte locatie voor de muziek van Morby, die in het Bob Dylan- en Real Estate-straatje valt. De timide, catchy nummers creëren een intieme, sprookjesachtige sfeer. Helaas doet de slechte, te harde akoestiek af aan de performance. Desalniettemin komen de songs op kabbelende wijze zijn wereld binnen, en terwijl de avond valt, vallen wij voor Kevin Morby. Als een blok.

OOK GEZIEN:

Bettie Serveert

Aurora

Ball Park Music

Breaking Levees

Kate Boy

Palace

Keuzestress. Het begrip lijkt te zijn uitgevonden voor festivals als London Calling Loves Concerto. Aan goede bands geen gebrek, eerder een overload. Laat The Daily Indie je daarom helpen. We gidsen je ook dag 2 in de Tolhuistuin door de rock-‘n-roll heen in vijf tips.

1) The Undertones

Tuin, 21:00

Hoeveel klassieke punkbands kun je anno 2015 nog live meemaken? Best veel, eigenlijk. Oké, The Clash en The Ramones gaat je niet meer lukken, maar The Saints? Television? The Buzzcocks? X? All alive and kicking.  Zo ook The Undertones – ja, die van Teenage Kicks – zij het met een andere zanger dan Feargal ‘A Good Heart’ Sharkey. Zien dus, nu het nog kan.

2) Best Coast

Tuin, 13:45

Meeliftend op het succes van indiegroepen van de west coast als Dum Dum Girls en Wavves, brak Best Coast in 2010 bescheiden door. Het recept? Indie met veel reverb en mierzoete teksten. I wish he was my boyfrièèèènd: zelfs als heteroseksuele man zong je het vijf jaar geleden mee. Best Coast blijkt geen eendagsvlieg en begin deze maand verscheen de derde plaat California Nights.

3) Tobias Jesso Jr.

Tuin, 13:30

Tobias Jesso Jr. in de Tolhuistuin. Over vijf jaar lachen we erom. Het zal dan vermoedelijk net zo absurd klinken als dat U2 zou komen spelen in een kraakpand. Grote woorden? Singer-songwriter Tobias Jesso Jr. gaat groot worden, want hij weet als geen ander hoe je een goed liedje schrijft. Klassieke pop met piano en een eerlijke stem. Meer heeft hij niet nodig. Eerste wapenfeit: de Canadees sierde al de cover van The Daily Indie.

4) Tei Shi

Noord Zaal, 22:30

Tei Shi, dat klinkt als een Chinees afhaalgerecht, maar niets is minder waar. Het is een Argentijnse singer-songwriter, die het zonnige Buenos Aires heeft ingeruild voor de New Yorkse wijk Brooklyn. Daar schijnt muzikaal dus wat aan de hand te zijn. Joh. Ze heeft een paar EP’tjes uit met elektronische hipsterpop. En als zelfs zeikblog Noisey je muziek omschrijft als een ‘layered masterpiece of melodies’, dan weet je als artiest dat het goed zit. Wij ook, trouwens.

5) LoneLady

Tuin Zaal, 15:30

No future nu. De titel van Leonor Jonkers boek uit 2012 vormt misschien wel de beste omschrijving voor de donkere, kille new wave van LoneLady. Achter deze artiestnaam schuilt de in Manchester woonachtige Julie Ann Campbell. Manchester. Als ze begin jaren tachtig had geleefd, was ze ongetwijfeld gestrikt voor Manchester-paradepaardje Factory Records. Haar debuutplaat Nerve Up uit 2010 geldt als de beste plaat die niemand ooit gehoord heeft, en vijf jaar later is ze terug met Hinterland.

Deze lijst kwam tot stand op basis van de meningen van: Teun Guichelaar, Ricardo Jupijn, Arnout Coppetiers, Ruben van Dijk, Wessel van Hulssen, Mabel Zwaan, Dion van Leeuwen, Jort van Meeteren, Ronald van Berkel en Jelmer Luimstra.

Luisterlijst

The Undertones

Best Coast

Tobias Jesso Jr.

Tei Shi

Lonelady

London Calling in Paradiso is overzichtelijk: twee zalen, boven en onder. In de Tolhuistuin moet je daarentegen kiezen tussen vijf podia: het lijkt verdomme Lowlands wel. Maar geen nood, de redactie van The Daily Indie gidst je door de rock-‘n-roll heen in vijf tips.

 

 1) Pauw

Noord Hall, 15:35

Ze hebben lange manen, ze hebben een single uit met de naam Shambhala en daarop bespelen ze een Indiase sitar. Jazeker, een fucking sitar: hoe jaren zestig wil je het hebben. Toch, voor de vier heren van PAUW is dit een logisch instrument. Deze band – uit het Oosten van       het land – ademt de sixties. De laatste tijd krijgen groepen te pas en te onpas het label ‘psychedelisch’ opgeplakt, maar wees gerust: bij de muziek van PAUW zit je met dit woord veilig. Een trip naar 1967, dat is PAUW. Wat moet het gek zijn om de bandleden te betrappen met een iPhone.

 2) The Mysterons

Tuin, 13:35

De Thunderbird 1, dat was dat kekke vliegtuigje uit de serie Thunderbirds. Dat die serie door de jaren veel jongetjes heeft geïnspireerd om piloot te worden, kunnen we ons voorstellen. Maar dat het ook muzikanten inspireerde, is toch op zijn minst verrassend te noemen. Maar het gebeurt: het vijfkoppige The Mysterons doopt zijn eerste single om tot Thunderbird 1. Nu is een link misschien gelegd: Thunderbirds de serie komt uit medio jaren zestig, en The Mysterons klinken ook behoorlijk trippy sixties. Trippy ja, alsof de muziek – met dromerige zang van Josephine van Schaik – je laat opstijgen in een Thunderbird 1 met maar één logisch eindstation: de summer of love.

 

 3) Klangstof

Noord Zaal, 18:15

Moss-bassist Koen van de Wardt heeft zijn eigen project: Klangstof. Klinkt als? Vooral niet als

rockband Moss, eigenlijk. Bij zijn solo-project maakt Van de Wardt eerder gebruik van donkere elektronica. Kale drumbeat, minimalistisch gitaarwerk, retro-synthesizer: veel meer is het niet, maar het werkt. Zijn single Hostage is een gitzwarte song over gevangen zitten in jezelf. Zoals hij het nummer onlangs uitlegde aan 3Voor12: je weet uit die slechte toestand te komen, maar voelt je nog steeds niet lekker. Moss blijft trouwens over zijn schouder meekijken: Van de Wardt speelt samen met onder meer – Moss-leden Finn Kruyning (drums, synthesizer) en Michiel Stam (gitaar).

 

 4) Weval

Noord Zaal, 23:35

Harm Coolen en Merijn Scholte Albers – die gast van Mastermovies – hadden een carrière in het vooruitzicht in de filmwereld. Dat liep even anders. In 2010 leerden ze elkaar kennen op de filmacademie in Amsterdam, waar ze een gemeenschappelijke passie voor elektronische muziek ontdekten. Hoofdingrediënten? Trip-hop en house. Ze besloten samen onder de naam Weval songs te produceren, maakten een EP’tje en gooiden hun nummers op Soundcloud. Het is niet onopgemerkt gebleven: het Keulse dancelabel Kompakt strikte ze vervolgens, en sindsdien staat Wevals Facebook-wall vol met showaankondigingen. De ene dag in Alkmaar, de andere in Parijs. Wordt dit het Disclosure van de underground?

 

 5) Kate Boy

Noord Zaal, 22:20

Kate Boy is een Stockholmse electropopgroep, bestaande uit een Kate (Akhurst) en twee boys: Markus Dextegen en Hampus Nordgren Hemlin. De oplettende kijker heeft ze afgelopen jaar al op London Calling zien spelen, maar nu is het tijd voor de Tolhuistuin. Vergeet bij deze groep vooral niet je o, zo ironisch reflecterende trainingspak van zolder te halen. Kate Boy haalt behoorlijk wat elementen uit de jaren ’90: Akhurst zingt op een uitbundige, drukke manier die terug doet denken aan de zang bij menig nineties housecollectief. Dexteger opent hier een blik aan elektronische geluiden bij waar zelfs DJ Jean ‘u’ tegen zegt. Kortom: feestmuziek voor in de avond. Die andere Stockholmer, ene Avicii, kan trots zijn op zijn stadsgenoten.

Deze lijst kwam tot stand op basis van de meningen van: Teun Guichelaar, Ricardo Jupijn, Arnout Coppetiers, Ruben van Dijk, Wessel van Hulssen, Mabel Zwaan, Dion van Leeuwen, Jort van Meeteren, Ronald van Berkel en Jelmer Luimstra.

 

 We zijn nog maar nauwelijks op adem van London Calling in Paradiso, of het is alweer bijna tijd voor de volgende portie. Deze London Calling-editie gaat gepaard met het zestigjarig bestaan van dé Record Store van Amsterdam: Concerto. Dit belooft zeker een bruut verjaardagfeestje te worden in de Tolhuistuin. Dat kan niet anders met een line-up gevuld door onder andere Tobias Jesso Jr. (die de cover sierde van onze vorige TDI MAG), The Undertones , Bettie Serveert, Best Coast, The DMA’s en Nadine Shah. Bekijk hier de complete line-up!

In het teken van dit muzikale spektakel heeft 3voor12 weer een stel fantastische, exclusieve sessies op touw gezet. Zo zijn Palace  (vrijdag) en Eaves (zaterdag) opgetrommeld! Wij mogen 1×2 kaarten weggeven per sessie. Omdat de sessies zich in de Tolhuistuin bevinden krijg je er uiteraard een dagkaart bij! De 3voor12-sessies op London Calling loves Concerto vinden plaats tussen 13:00 en 18:00 uur. De winnaars krijgen bericht over de exacte tijd van de sessie!

Deel de status op Facebook of retweet op Twitter en reageer in het bericht welke sessie jij graag wil bijwonen om kans te maken op een van de zeldzame plekjes in deze intieme setting!