Ibeyi
Vrijdag 26 oktober

 

Na deze week lijkt het zomerse weer toch echt achter ons. De duisternis valt (nog) eerder in vanaf 28 oktober en de temperaturen blijven dalen. Toch is dat geen reden tot treurnis, want wij geven kaarten weg voor het concert van Ibeyi. Herleef de zomerse warmte en zwoelheid nog één keer op de avond van 26 oktober in TivoliVredenburg tijdens de tweeling hun concert in de Utrechtse popzaal.

Voor wie Ibeyi nog niet kent, raden wij aan te beginnen met het pareltje Ash uit 2017, waar je het fijne over vertellen in deze doorgronding van het album en de band, waar onze redacteur over de liveshow schreef: ‘Op het podium twee jonge vrouwen die barsten van de energie met een speelvlak vol instrumenten en een bewegend luifeldecor, die precies doen wat ze voor ogen hebben: mensen letterlijk en figuurlijk in beweging brengen en al het mogelijke aan energie en positiviteit uit het publiek en de show komen halen.’

We kunnen je ook direct vertellen hoe dit succesverhaal begon: de tweelingzussen Naomi Díaz en Lisa-Kaindé brachten hun debuutplaat uit in 2015 en dit waren alle vonken die nodig waren om dit vuur internationaal gezien te laten worden. Geen enkel muziekmedium ontging de plaat, zo schreef NME destijds over het zelfgetitelde album: ‘Ibeyi is uplifting and prayer-like; its songs often built only from earthy drums, piano and palm-slaps. Tracks like ‘Oya’, ‘Think Of You’ and ‘River’ have a sparse, ghostly quality reminiscent of early Regina Spektor or Björk. Innovative and comforting.’

 

Van Cuba tot Parijs
Het nest waar ze uit voort komen is dan ook niet zo gebruikelijk: vader Angá Diaz was een groot Cubaans percussionist (hij overleed in 2006). Ze werden geboren in het Cubaanse Havana, maar groeide op in Parijs. De muziek die de twee maakte maken, is een combinatie van Yoruba-muziek, (West-Afrikaanse religie, waardoor de twee hun bandnaam lieten inspireren; Ibeya is een tweelinggod), electro-soul, hiphop en jazz. De teksten van het laatste album zijn vaak geïnspireerd door de struggles die Díaz en Kaindé doormaken als vrouwen van kleur. Hun debuut daarentegen gaat meer over hun strijd met de dood van hun oudere zus Yanira en hun vader.

Als je echt de diepte in wil gaan met Ibeyi, is deze onderstaande documentaire wellicht wat voor je. We schreven er in 2015 over: ‘In de mini-documentaire vertellen de dames ons in een notendop dat ze totaal anders zijn en dat dat hun muziek bijzonder maakt, dat Lisa de stem is en Naomi het ritme, waar hun nummers over gaan… Dit wordt afgewisseld met prachtige beelden van de dames op bijzondere locaties.’

 

Kaarten winnen
Kortom: pak je kans en stuur een mailtje naar ricardo@thedailyindie.nl. Wij kunnen er wel een paar verzinnen, maar stuur ons vooral jouw redenen waarom jij zo graag naar deze show wilt gaan en doe dat vóór woensdag 24 oktober.


 

WEBSITE TIVOLIVREDENBURG | FACEBOOK-EVENT

Tot voor kort hield Richard Russell zich vooral schuil op de achtergrond. Van achter de schermen vormde de Brit het brein achter gevierde albums van supersterren als Adele, Frank Ocean en Thom Yorke. Al decennia geeft Russell leiding aan XL Recordings, een van de meest eigenzinnige doch succesvolle platenlabels ter wereld. Een ernstige ziekte zette de veertiger er echter toe terug te keren naar zijn roots: hij ging weer zelf muziek maken. Onder de toepasselijke naam Everything Is Recorded verzamelde Russell zijn muzikale vrienden en vormde hij in zijn studio een bijzonder veelzijdig en verrassend album. Onder de special guests zijn onder meer Brian Eno, Peter Gabriel en Damon Albarn, maar de show wordt gestolen door jonge, zwarte muzikanten van het XL-label die bingo spelen met Britse stadsmuziek. Op de achtergrond bewijst Russell terloops net zoveel muzikaal talent te hebben als de artiesten die hij normaal gesproken begeleidt.

Van liefhebber tot labelbaas
Het is de ochtend van 9 juni 2013 als Richard Russell wakker wordt in Londen en zijn ledematen niet meer kan bewegen. Hij wordt meteen opgenomen in het ziekenhuis en brengt bijna twee weken door op de intensive care. Dan blijkt waarom de lichtste aanrakingen zo verschrikkelijk veel pijn doen: Russell lijdt aan een zeldzame spierziekte, het Syndroom van Guillain-Barré. Tijdens het herstel, dat tergend langzaam verloopt, kijkt de Brit series met zijn vrouw Esta: zij vindt Breaking Bad saai, hij valt in slaap bij Game of Thrones. Gelukkig is het aan Russells bed een komen en gaan van bekenden. Adele huilt tranen met tuiten, maar verzekert haar vriend er daarna van dat alles goed komt. Damon Albarn brengt een stoofpot langs en Geoff Barrow van Portishead stuurt Russell een piano op zakformaat om ervoor te zorgen dat Russell iets te doen heeft.

Waarom al die bekende muzikanten gebruik maken van het bezoekuurtje van het universiteitsziekenhuis? Omdat Richard Russell sinds de jaren negentig een van de meest invloedrijke figuren in de Britse muziekwereld is. In 1989 richt Russell samen met Nick Halkes en Tim Palmer het onafhankelijke label XL Recordings op om dancemuziek uit te kunnen brengen. In zijn beginjaren brengt XL, in eerste instantie onderdeel van het commerciëlere Citybeat, onder meer Belgische techno en breakbeat hardcore uit. Het duurt daarentegen niet lang voor XL zelf doorbreekt naar de mainstream. Dat gebeurt met dank aan The Prodigy, dat in 1992 zijn debuutplaat Experience via het label uitbrengt. Het album weet het bijna tot de Britse top tien te schoppen en stijgt in Nederland tot de twintigste plaats op de hitlijsten.

Toch staat Richard Russell er een paar jaar later plotseling alleen voor. Tim Palmer verlaat de muziekwereld, terwijl Nick Halkes zijn geluk gaat beproeven bij Positiva, het dancelabel van major EMI. Het biedt Russell de gelegenheid de horizon van XL Recordings te verbreden. Het komt daarbij goed uit dat de Brit een rijke geschiedenis heeft om op terug te grijpen. Russell luistert al op een bijna rituele manier naar muziek sinds hij opgroeide in Edgware, een joodse wijk in Noord-Londen waar de metro nog nét komt. Hoewel zijn ouders dan nog hopen dat hun zoon ‘gewoon’ dokter of advocaat wordt, mag de jonge Richard wanneer hij maar wil naar harde muziek luisteren. Aan de ene kant van het huis loopt de snelweg, aan de andere kant woont de stokdove mevrouw Margolis. Zijn platen haalt Russell in het hippe Soho, bij het inmiddels gesloten Groove Records aan Greek Street. Russell begint rapvinyl uit New York te importeren, start zijn eigen piratenzender en presenteert onder de naam Housequake (naar het Prince-nummer) allerhande feesten en partijen. Uiteindelijk scoort hij in 1990 als lid van Kicks Like A Mule met The Bouncer zelfs een undergroundhit die uit zal groeien tot klassieker in het bloeiende Britse ravecircuit, dat jongeren in de tijd van Thatcher een uitlaatklep had gegeven in de vorm van zwarte house uit Detroit en Chicago.

Van plaatmagnaat tot producent
Niet veel later stopt Russell met muziek maken en richt hij zich volledig op het groeiende XL Recordings. Twee jaar na Experience brengt het label de tweede plaat van The Prodigy uit: Music For The Jilted Generation debuteert op nummer één in de Britse albumlijsten en vormt de definitieve doorbraak van zowel The Prodigy als de platenmaatschappij waarbij Liam Howlett & co. onder contract staan. Drie jaar later is het weer raak: The Fat Of The Land wordt het eerste elektronische album dat in de VS de eerste plaats verovert. Ook in Groot-Brittannië en vijfentwintig andere landen behaalt de derde van The Prodigy de hoogste positie. Russell is succesvol geworden op zijn eigen voorwaarden.

In de jaren die volgen brengt XL albums uit van The White Stripes, M.I.A. en The xx en schrijft het label zodoende meerdere Mercury Prizes en Grammy’s op zijn naam. Ook Vampire Weekend, Tyler, The Creator en Adele, die door Russell getekend werd toen ze nog maar een tiener was, danken hun doorbraak aan de maatschappij. De rode draad is hoe XL volledig vertrouwd op de instincten van die muzikanten en daarmee de perfecte thuisbasis vormt voor artiesten als Thom Yorke, Jai Paul en Frank Ocean, die aan niets meer waarde hechten dan hun creatieve vrijheid en daarbij niet altijd commercieel succes nastreven. Met een slimme constructie en visueel album Endless verlaat Ocean in 2016 nog zijn vorige label, Def Jam, om vervolgens zijn échte tweede album, Blonde, uit te brengen bij XL. Natuurlijk leggen zulke bezigheden – hoewel artistiek van intentie – Russell geen windeieren: de London Times schat in 2015 dat zijn aandelen in XL Recordings meer dan 100 miljoen pond waard zijn.

Het stelt XL Recordings in staat bijzondere releases uit te brengen, die door grotere platenmaatschappijen misschien niet rendabel genoeg geacht zouden worden. Bij de beste voorbeelden daarvan zit Russell zelf achter de knoppen. Vanaf 2010 is de platenbaas namelijk ook actief als producent en raakt hij betrokken bij het beladen afscheid van twee grootheden. Samen met Damon Albarn werkt Russell in 2011 en 2012 aan het laatste album van de Amerikaanse soullegende Bobby Womack, The Bravest Man In The Universe. Twee jaar later overlijdt Womack, een dag voordat Albarn de eerste headliner ooit van Down The Rabbit Hole is. In Beuningen bewijst de Blur-frontman zijn goede vriend, die ook meewerkte met Gorillaz, een ontroerende laatste eer. Van nóg grotere invloed op Richard Russell is zijn samenwerking met de onvolprezen Gil Scott-Heron. Met het door Russell geproduceerde I’m New Here brengt Scott-Heron in 2010 zijn eerste album in zestien jaar uit. Russell werkt ruim drie jaar aan het album en bedenkt uiteindelijk het idee om I’m New Here te laten remixen door de dan al op XL getekende Jamie xx. Een paar maanden nadat We’re New Here in 2011 verschijnt, overlijdt Scott-Heron in New York.

Van stermaker tot studiobaas
De samenwerking met zijn iconen wakkert Russels liefde voor muziek maken aan én doet hem beseffen waaraan de perfecte studio moet voldoen. Met het bouwen van zo’n studio heeft Russell al een beetje ervaring: samen met de jonge producer Rodaidh McDonald verbouwt hij in 2008 een deel van het XL-hoofdkwartier aan Ladbroke Grove tot een studio. De studio wordt speciaal voor The xx gebouwd, maar vormt ook nu nog het kloppende hart van XL. Immers, een label zonder studio is niet meer dan een marketingbedrijf, meent Russell. Als zijn gezondheid het in 2015 toestaat en de Brit nog steeds de nood voelt een nieuw album te maken, gaat de veertiger dan ook als eerst op zoek naar een geschikte studiolocatie. Hij vindt de perfecte plek op vijf minuten lopen van het XL-kantoor, in het West-Londense Copper House.

Vanaf dat moment houdt Russell elke vrijdag open avond. Iedereen die aan wil sluiten, is welkom. Al snel hangt de ‘woonkamer’ van het gebouw vol met zwart-witfoto’s van de gasten. Peter Gabriel, Mark Ronson en Kamasi Washington komen langs, net als Brian Eno en – daar is ‘ie weer – Damon Albarn, die allebei een studio op de hoek hebben. Alsof dat nog niet genoeg is leveren ook Arcade Fire en The Last Shadow Puppets-arrangeur Owen Pallet en Nick Cave-compagnon Warren Ellis een bijdrage. Net als Russell zelf – die wel beats maakt en allerlei instrumenten ter hand neemt – houden de grootheden zich echter gedeisd. Centraal staan jonge, zwarte muzikanten die in veel gevallen onder contract staan bij XL: de Mercury Prize-winnende Sampha en Syd van The Internet bijvoorbeeld, of de Frans-Cubaanse zusjes van Ibeyi. Ze krijgen bijval van rappers Giggs en Wiki, terwijl met jazztalent Nubya Garcia en de Nigeriaanse poëet Obongjayar nog twee talenten aansluiten. Ook opvallend is de aanwezigheid van Infinite Coles, zoon van Wu-Tang Clan-legende Ghostface Killah.

De enige voorwaarde die Russell stelt aan ieder samenzijn is simpel: everything is recorded, zoals drie zachte piepjes aan het begin van het eindresultaat bevestigen. Dat eindresultaat is een album, vanzelfsprekend uitgebracht via XL. Op dat album maken de muzikanten er – een beetje alsof ze hun slaapkamer aan het opruimen zijn – eerst een soort teringzooi van, om die vervolgens terug te brengen tot een even nostalgisch als moderne bingokaart van Britse stadsmuziek. Everything Is Recorded doet denken aan de soundsystemen van Soul II Soul, Massive Attack en Damon Albarns Gorillaz, al echoot tussen de regels door ook een verder verleden door.

Dat komt vooral door de samples waar Everything Is Recorded omheen is gebouwd. Sampha doet op Close But Not Quite bijna een duet met Curtis Mayfield, terwijl Giggs rapt op Wet Looking Road over een Keith Hudson-sample en Mountains Of Gold dankbaar gebruikt maakt van Grace Jones’ Iggy Pop-cover Nightclubbing. Tegen het eind van de plaat doet Ibeyi daarnaast een cover van Gil Scott-Herons Cane, een fraai eerbetoon waarin wederom de hand van Richard Russell te herkennen is. De belangrijkste sample van Everything Is Recorded is er een die meerdere malen terugkeert en toebehoort aan de Amerikaanse priester T.D. Jakes. “There are moments in our lives that we feel completely alone”, bezweert hij als alle beats even weg zijn geëbd. “We feel as though no one knows what we’re going through.” Dan zwelt de muziek weer aan, tot de opname oplost en Jakes de luisteraar op het hart drukt: “You’re not alone in the battle, you’re not alone in the struggle.”

Everything Is Recorded By Richard Russell is uit via XL Recordings.

Ken je dat, dat je na al het jaarlijstjes-geweld van begin december toch altijd nog een paar van die pareltjes ontdekt die je om één of andere reden compleet gemist had? Daarom brengt The Daily Indie je deze week traditiegetrouw nog ode aan een aantal briljante, tot nu toe compleet overkeken albums. Zodat er ook op de valreep van de jaarwisseling nog genoeg goede muziek te ontdekken valt. En hoewel er zat hiphop te vinden was in de eindejaarsoverzichten, miste redacteur Dave Coenen toch vooral de tweede plaat van de R&B-crossoverbelofte Ibeyi.

 

Eigen geluid
Op hun self-titled debuut uit 2015 maken we kennis met de jonge tweeling Lisa-Kaindé en Naomi Diaz. Na hun EP Oya uit 2014 werken ze een sound uit die hiphop, r&b, jazz, latin en afro synthetiseert tot een mysterieus, haast religieus geheel. Nee, Ibeyi (de plaat, red.) wordt geen fusionplaat, maar een album waarop herkenbare pophooks nog steeds de boventoon voeren. Noemt het poppy, maar het syncretische geheel van zingen in vier talen (Engels, Frans, Spaans en Yoruba – een Nigeriaanse taal gesproken onder dertig miljoen mensen in West-Afrika) zorgt voor een geheel eigen geluid. Dat ze de dochters zijn uit een sterke, muzikale familie, verbaast misschien niet. De muzikale invloeden van papa (de met een Grammy bekroonde Cubaanse percussionist van Buena Vista Social Club) en mama (de Frans-Venezuelaanse zangeres Maya Dagnino) Diaz zijn cruciaal geweest in het songschrijfwerk en de vocale alsmede instrumentale kunsten van de tweeling.

Waar de eerste plaat nog voelde als een dertiental introducerende, kernachtige songs, is album nummer twee een veel duidelijker statement. Op Ash worden de duistere momenten uit de levens van de twee jonge vrouwen door al hun kracht, inspiratie en empowerment worden omgezet in een krachtig, haast therapeutisch geheel. De beats (vaak ingespeeld door Naomi op een cajón) zijn harder dan voorheen, er worden gasten in de studio uitgenodigd en er komen wat nieuwe invloeden om de hoek kijken (horen we daar nou een reggae-beat in Me Voy?!).

Sommige melodieën en teksten op de plaat worden met zó veel vuur gebracht dat ze nog wel even nasmeulen in je hoofd. Neem Deathless, waarop Kamasi Washington mee toetert: een nummer over de aanhouding van de dan zestienjarige Lisa in een Parijs metrostation, een schoolvoorbeeld van etnische profilering. Producer en XL-Platenbaas Richard Russell gaf het extra duwtje in de rug voor Lisa om deze situatie in een nummer te verwerken. In tijden van onrecht, onderdrukking en louche presidenten kunnen we best wel een reminder gebruiken dat we niet kapot te krijgen zijn en liefde en saamhorigheid altijd zullen regeren als je je sterk houdt. Vreemd dat een overduidelijk, haast uit een protestmars gegrepen mantra als dit niet meer aandacht genereerde.

En dat is nog maar één voorbeeld van een sterke boodschap van Ibeyi: No Man Is Big Enough For My Arms is een door Jennifer Clement en Michelle Obama geïnspireerd feministisch statement, Transmission een reminder om nooit uit het oog te verliezen wat ons verbindt en om altijd te zeggen wat je voelt – al dan niet door muziek.

Lisa-Kaindé over Transmission:
Not only saying how you feel, but looking at how people are feeling around you and trying to understand them; finding what links us more than what divides us. Then, learning from our past and learning from other people’s past and learning from history, which is really hard. In the last year of touring [we felt] quite defeated about the world. There are days you wake up where you’re like, ‘I’m so fucking useless. I can’t do anything [to change things]. We’re gonna all die and fuck it.’ But realizing you can’t save the world, that is for sure, but you can do something little [to help people] and that’s still something. There’s a domino effect [of small actions].”

Ash is een helder en toegankelijk, maar zeker niet oppervlakkig prachtalbum dat niet alleen het slechte omzetten in het goede bezingt, maar dat ook daadwerkelijk doet. Dat bewees de liveshow op Nederlandse bodem wel, die Ibeyi afgelopen 5 december in Paradiso Noord gaf. Op het podium twee jonge vrouwen die barsten van de energie met een speelvlak vol instrumenten en een bewegend luifeldecor, die precies doen wat ze voor ogen hebben: mensen letterlijk en figuurlijk in beweging brengen en al het mogelijke aan energie en positiviteit uit het publiek en de show komen halen. En dat op hun drieëntwintigste. De wereld ligt aan de voeten van Ibeyi. Enkel de rest van het Nederlandse popjournaille nog.

Ook dit jaar staat de Rotterdamse binnenstad – en aanpalende creatief gevonden locaties – weer in het teken van Motel Mozaique. Ieder jaar wordt het festival zichtbaarder in de Maasstad, maar wat nooit verandert is de immer scherpe programmering. Een kolfje naar de hand van uw favoriete muziekmagazine. We doen dan ook trouw verslag van het festival, beginnende met de vrijdag.

Tekst  Robin van Essel

Foto’s Rudy Sablerolle

Het is nog vroeg, als de Londenaren van Virginia Wing aantreden in de niet-zo-heel-sfeervolle foyer van de Rotterdamse Schouwburg. De band trekt dat zich desondanks niet aan, met aardige psychy new wave als resultaat. Virginia Wing is een wat luchtigere versie van Savages, al is frontvrouw Alice Merida ook waarschijnlijk niet de vrolijkste van de klas. De band speelt zijn hooks helder, met duidelijk te onderscheiden gitaar- en synthlagen. Maar verder is Virginia Wing door de minimalistische performance en duistere sound waarschijnlijk stukken beter op zijn plek in een sfeervol, donker hol, laat op de avond.

Wat is het toch met Deense punkbands en Nederland? Yung komt weliswaar Aarhus in plaats van de Deense hoofdstad en speelt niet met de donkere wave van oud-labelgenoten Iceage en Holograms, maar juist behoorlijk authentieke ‘70s working class punk, inclusief gebalde vuist, rauwe stemmen en houthakkerhemden. Het schijnt dat de geluidsman van Rotown de band bij de soundcheck verzocht om alsjeblieft iets minder hard te spelen, maar ook tijdens Yungs optreden is het volume aanzienlijk. De band zijn eigen ruiten in door na elk nummer uitgebreid te stemmen, maar verder is Yung een alleszins vermakelijke opwarmer voor de rest van de avond.

De Belgen van BRNS (spreek uit: brains) timmeren in eigen land al goed aan de weg en het kan niet anders dan dat er meer dan een paar zielen zijn gewonnen, vanavond in zaal 1 van de Gouvernestraat. De band uit Brussel maakt het zichzelf niet makkelijk, met een complexe opstelling, vreemde instrumenten (waaronder een keyboard dat qua looks en sound het meest wegheeft van kinderspeelgoed) en veel instrumentenwissels. De catchy, percussiegedreven indierock met samenzang en -schreeuw van het vorig jaar verschenen album ‘Patine’ worden gespeeld met het plezier die een band als Local Natives ook zo charmant maakte. BRNS is een geweldige, in Nederland nog zwaar onderschatte band zoals je ze alleen op ‘MoMo’ of festivals als Le Guess Who? ziet.

Door het enthousiasme rond BRNS komen we weliswaar te laat bij TDI-darling Jessica Pratt, die met haar ingetogen, breekbare folky indie precies op haar plek is in de indrukwekkende Paradijskerk. Op Pratt’s karakteristieke stem en simpele gitaarbegeleiding na, kun je dan ook een speld horen vallen – mensen die weg willen, wachten netjes op het einde van een song voordat ze durven opstaan. De verlegen singer-songwriter is dankbaar en het zorgt voor een bijzondere sfeer. Nu is dat al snel, in een kerk die zelfs precies ruikt zoals een kerk moet ruiken, maar Pratt is hier wel echt spot on geprogrammeerd.

Omdat Ibeyi door een plots opkomende keelontsteking is geveld, gaan we naar Nimmo (voorheen Nimmo and the Gauntletts), een paar deuren verder in Rotown. Het blijkt een prima wake up call. Met elektrogitaren, afwisselende vocalen, goed getimede breaks en fijne beats, maar zonder te vervallen in platte houseclichés, is Nimmo een soort The XX-on-steroids. Of testosteron. Want met Sarah Nimmo en Reva Gauntlett heeft de Engelse band twee behoorlijk rabiaat, euh, feministische frontvrouwen, maar verder is Nimmo gewoon vooral feest. Dat tegen het einde de stemmen het een beetje beginnen te begeven, doet daar niks aan af. Rotown is dan al aan het dansen geslagen.

We kunnen lekker blijven staan voor The Districts, voorheen getipt als mustsee. De Amerikanen, onder leiding van Rob Grote, waren absolute favoriet op SXSW. En er moet worden gezegd: de band heeft die lekkere zuidelijke knauw van de oude Kings Of Leon, inclusief erg goede songs. Het probleem zit ‘em dan ook niet in de rootsrock ’n roll zelf. De performance van de band voelt gemaakt, een moetje, het enthousiasme gespeeld. Daarbij ligt het tempo laag, met iets te veel tergend trage songs achter elkaar. Het publiek is dan ook niet onder de indruk. Pas tegen het eind, bij de climax van Funeral Beds, voelt het optreden oprecht. Het redt de show van The Districts helaas niet van het credo ‘degelijk’.

Inmiddels is het na middernacht en het publiek in Rotown vertrekt naar huis of Weval, dat in Perron speelt. Een halflege zaal is niet de beste setting om met je lamme kop naar een stel opgefokte Engelsen te gaan kijken, maar het maakt Bad Breeding zelf niet zoveel uit. De band hanteert geen opbouw: het begin is al furieus en zo blijft het. Zanger Chris Dodd kronkelt krijsend over het podium, terwijl gitarist Matt Toll bovenop hem staat. Helaas komen door het oorverdovend volume de subtiliteiten, die toch echt wel in de inventieve hardcore punk van Bad Breeding te vinden zijn, aanvankelijk niet over. Maar het harde werken van de band redt het optreden. Bij het sluitstuk met singles Burn This Flag en Age Of Nothing zijn zanger en gitarist inmiddels verhuisd naar de zaal, tussen het publiek, en Rotown springt voorzichtig in de pit. We hadden een vollere, zweterigere zaal gewenst, maar al met al een indrukwekkend einde van een kwalitatief hoogstaande dag Motel Mozaique.

Op 10 en 11 april wordt Rotterdam weer omgetoverd tot één groot muzikaal en cultureel feestterrein tijdens Motel MozaïqueDe programmeurs van het festival hebben opnieuw een prachtige line-up samengesteld! Een weekend lang zullen bands als Bad Breeding, Villagers, BC Camplight, Kovacs, Ibeyi, Kate Tempest, Purity Ring, Jessica Pratt, Låpsley, Kovacs, The Indien, Menace Beach, The Mysterons, Tweak Bird, Rats On Rafts en Will Butler op de mooiste plekjes van Rotterdam te zien zijn. Daarnaast krijgen ook niet-muzikale creatieve geesten een plekje in de vorm van theater, beeldende kunst en film.

Tekst Ricardo Jupijn & Mabel Zwaan

Menace Beach
Menace Beach is een pixelig computerspelletje uit de jaren negentig, met in de hoofdrol een onbekommerde skateboarder die allerlei sores moet ontwijken om bij een meisje te komen. Luisterend naar hun debuutplaat ‘Ratworld’ wordt duidelijk dat het geen onlogische keuze was van Ryan Needham en Liza Violet uit het Britse Leeds om diezelfde naam aan hun band te geven. Samen met onder meer leden van Hookworms, speelt de band fuzzige surfrock-indiepop waarvan je klakkeloos zou kunnen geloven dat het in de jaren negentig is gemaakt. De band doet een vette knipoog naar de nineties, maar laat professioneel horen dat ze wel degelijk een eigen pad uitstippelt. De plaat is noisy en fuzzig genoeg om niet te poppy te worden, poppy genoeg om niet te noisy te worden en bevat een grote berg verrassend pakkende hooks om dit alles lekker mee aan te kleden. MB is een absolute must tijdens MM!

 

Villagers
Villagers, onder artistieke leiding van Conor O’Brien, staat altijd garant voor bloedstollend prachtige liedjes. Met het debuut ‘Becoming A Jackal’ als perfecte introductie en opvolger ‘Awayland’ als bevestiging. Op 13 april komt eindelijk de derde Villagers-plaat – ‘Darling Arithmetic’ – uit van O’Brien, die hij zelf schreef, opnam, produceerde en mixte in zijn huis in de kustplaats Malahide ten noorden van Dublin. Opnieuw een intieme en mysterieuze plaat die verlangen, lust en eenzaamheid muzikaal onder weet te dompelen in de uniek filosofische manier die we gewend zijn van O’Brien. Met de nieuwe plaat ‘Darling Arithmetic’ op zak gaat ook Motel Mozaïque ongetwijfeld voor de bijl met de hemeltergend mooie liedjes.

 

Jessica Pratt
Prachtige jaren seventies-folk, daarmee verraste folkzangeres Jessica Pratt in 2012. Haar zelfgetitelde debuutplaat werd een onverwacht internationaal succes. De oude ziel van de 27-jarige Pratt uit Californië is er dan ook eentje uit duizenden. Haar nieuwe album ‘On Your own Love Again’ staat vol met pareltjes die terug lijken te zijn gevonden op een zolder van een oude platenbaas die nog een doos vol onuitgebracht werk uit de jaren zeventig heeft liggen. Midden april komt de unieke en markante muzikante Rotterdam opluisteren met haar nostalgisch en meanderende muziek. Zeer aan te raden voor fans van Nick Drake, Linda Perhacs en Joni Mitchell. Hieronder is een goed voorbeeld van de overweldigend mooie stem en liedjes van Pratt tijdens een KEXP-sessie van de muzikante.

 

Will Butler
Will Butler besloot ongeveer een jaar geleden een solo album op te nemen en heeft dit ook meteen met flair gedaan. Debuutalbum ‘Policy’ wordt goed opgepakt en Will Butler knalt er meteen een tour achteraan. Uit het schrale aantal livevideo’s dat inmiddels is verschenen, blijkt dat energiebom Butler moeite heeft achter de microfoon te blijven staan en niet weer in de stellages te klauteren zoals hij dat vol overtuiging deed tijdens de Arcade Fire-shows. Kijken of hij zich kan bedwingen op Motel Mozaïque. Wij hopen van niet!

 

Ibeyi
In de achttiende eeuw verplaatste de taal Yoruba zich via slaven vanaf Nigeria naar Cuba. Afgelopen jaar verplaatste de bloedmooie tweeling Lisa-Kaindé en Naomi Diaz  zich vanaf de underground van Parijs naar honderden blogs, duizenden nieuwe liefhebbers en tientallen festivals. Zo ook naar Motel Mozaïque. Wat hebben deze twee gegevens met elkaar te maken? Ibeyi (ee-bey-ee) spreekt de inheemse taal vloeiend. Zij mengen deze in hun muziek met Engels. Door de magische combinatie van deze twee talen is de sfeer rondom hun live-performance een mengeling van een traditioneel stamfeest in de Afrikaanse woestenij en James Blake, King Krull en FKA twigs. Intrigerend op z’n minst.

 

Purity Ring
Een ‘purity ring’ doet nu nog het meest denken aan de religieuze ring die onder andere werd gedragen door Miley Cyrus en de Jonas Brothers, maar niet lang meer. Dit Canadese, elektronische duo is zowel grafisch als muzikaal bijster interessant. Zo ontwierp toetseniste Megan James de website, de albumcover en de outfits waar zij live in optreden. Zo zijn er naast de fijne popliedjes nog tientallen andere reden om het duo te gaan checken op Motel Mozaïque. Al is het maar voor de laatste modetrends!

 

Rats On Rafts
Begin april is hij daar dan eindelijk: album numero twee genaamd ‘Tape Hiss’ van Rats On Rafts! De jongens (mannen, inmiddels) zijn al een decennium aan de weg aan het timmeren en zijn bijzonder zuinig met werk uitbrengen. Maar als dit gebeurt, dan is het menens. Het album is analoog opgenomen en klinkt veel meer zoals de band live klinkt. Daarbovenop heeft de band een eigen label opgericht: Kurious Recordings. De mannen zijn dus op vele vlakken gegroeid, zeker ook live. See for yourself!

B.C. Camplight
Veel beloftes van het begin van de 21e eeuw zijn ondergesneeuwd. Maar niet Brian Christinzio  (AKA. BC. Campfight.) Ja, we waren hem even een tijdje kwijt (8 jaar) maar platenlabel Bella Union heeft Christinzio weer opgegraven en daar zijn wij maar wat blij mee. Zijn nieuwe album, ‘How To Die In The North’, is weer als vanouds heerlijk poppy met daaronder diepe gronden. Hij heeft de donkere onderwerpen even achterwege gelaten en het derde album van B.C. Camplight klinkt zowaar zonnig. Inclusief surfpopaspectjes en een psychedelische ondertoon. Brian Christinzio belooft een behoorlijk verrassende show ter gehore te brengen.

 

The Indien
The Indien, voorheen onder de naam Ryan, tourde afgelopen najaar niet onverdienstelijk met de Popronde en stond op Noorderslag begin dit jaar. Op hun nieuwe EP ‘Cologone’ is maar al te duidelijk te horen waarom! De band put inspiratie uit bands als Jefferson Airplane, Fleetwood Mac en Tame Impala en weet met zijn eigen muzikale visie een geluid te maken dat binnen Nederland ontzettend welkom is. Jazzy, vol met soul, psychedelica en garage-uitstapjes, is The Indien zowel op plaat als live een band om niet te missen.

 

Bad Breeding
Voor het eerst kwam deze band bij ons op de radar toen zij als support van Eagulls door ons land tourde. De band, Bad Breeding, komt uit een mini-dorpje boven Londen, en net zoals vele mini-dorpjesbewoners voor hen (Drenge, bijvoorbeeld) brengen zij uitstekende garagerock voort. Bad Breeding heeft dan ook geen debuutalbum of een EP nodig om een van de grootste beloftes van Motel Mozaïque te zijn. Twee kneiterharde singles zijn al meer dan genoeg om de adrenaline door je aderen te voelen suizen met 45km per uur. The place to be voor een goede moshpit!

Het lijkt wel gisteren dat we de jaarlijstjes van 2014 online knalde, nu is het alweer februari. Which means, we zitten al op iets minder dan 1/12de van het jaar. Ook deze maand komen er weer veel nieuwe pareltjes van albums naar boven drijven, wij zetten de toppers alvast op een rijtje voor je!

Tekst: Mabel Zwaan

Hiss Golden Messenger – Southern Grammar EP (2 februari)

Nee, Hiss Golden Messenger is niet meer de minste in het circuit. Toch was zijn vijfde album ‘Lateness of Dancers’ met het schitterende Lucia een van de meest onder-de-radar-pareltjes van 2014. Maar, na drie gigs als Ben Howards  voorprogramma in de Heineken Music Hall, krijgen jullie in 2015 een herkansing met het drie nummers tellende Southern Grammar. Daarnaast zal hij zijn giga-oeuvre ten gehore brengen in Rotown (14/2) en EKKO (15/2).

 

SHINIES – Nothing Like Something Happens Anywhere (2 februari)

Ergens in 2013 kwamen deze shoegazers voor het eerst in ons vizier met een aantal meeslepende en pakkende EP’s en singles. Nu is het tijd voor het echte werk en brengt SHINIES uit Manchester deze maand hun debuutalbum ‘Nothing Like Something Happens Anywhere’ uit. Reken maar dat dat een plaat is die je wilt horen. De C, klinkt puntgaaf en weet een perfecte balans te vinden tussen allerlei door elkaar heen bewegende instrumenten die trillen op een licht zenuwachtige synth. En o ja, de plaat is geproduceerd door MJ van Hookworms.

 

Father John Misty – I Love You, Honeybear (9 februari)

Huh? Amerikaanse familie van broeder Dieleman? Neen, alhoewel ook deze Father John Misty zijn liedjes in een fraai folk-jasje hijst. J. Tillman, de man achter Father John Misty, was onder andere drummer van indiefolkers Fleet Foxes. In 2012 bracht hij al een prachtig debuutalbum uit en zo aan het einde van 2014 mochten we twee nieuwe singles ontvangen, nu is het tijd voor album número dos.

 

 

Peace – Happy People (9 februari)

SPOILER ALERT: ‘Happy People’ gaat vooral over unhappy people. Bands zoals Swim Deep, Temples en Peace hebben de kracht van het positief denken teruggebracht in de indiewereld en hebben zich met deze blije vibes tussen de boze bands als Fat White Family en Bass Drum of Death weten te wringen. Tenminste, zo bleek op debuutalbum ‘In Love’. De paar singles die het licht al hebben gezien verraden een twist in de manier van denken. Gelukkig zijn deze nog wel even heerlijk als we gewend zijn.

 

Vision Fortune – Country Music (9 februari)

Vision Fortune: een groter contrast met ‘Country Music’ is er niet. Deze albumtitel slaat dan ook meer op de prachtplaats waar het album is opgenomen. Een villa met zwembad in een uitgestrekt landschap die Google Maps’ig van de albumcover afstraalt. Met een beperkte collectie dvd’s, vergeten bordspelletjes en het ontbreken van enig talent voor paardrijden, zat er voor de Britten niks anders op dan zich volledig te gooien op hun tweede album.

 

 

The Districts – A Flourish And A Spoil (9 februari)

The Districts timmert al behoorlijk aan de weg. Met één EP in de merchandise, een plekje op de posters van onder andere Motel Mozaïque, Lowlands en London Calling en twee bijzonder veelbelovende singles Peaches en 4th And Roebling voor het album. En met John Congleton (o.a. St. Vincent, Angel Olsen) als producer kan het bijna niet misgaan. The Districts kent veel stuwende lagen waar bands als Spoon en Cold War Kids ook zo heerlijk mee kunnen spelen. De band weet de spanning ultiem beet te houden met op- en afbouw van sound en volume, zoals Pixies dat ook kan.The Districts musiceren met grote zorg en een bijzonder uitgekiende timing.

 

 

Ibeyi – Ibeyi (16 februari)

Ooit gehoord van Yoruba? Geeft niet. Volgens Google is dit een Nigiriaanse taal die zich via slaven naar Cuba heeft verplaatst in de achttiende eeuw. Maar de bloedmooie tweeling Lisa-Kaindé en Naomi Diaz spreekt het vloeiend. Ibeyi (ee-bey-ee) zingt ons toe in het Engels en de inheemse taal. Door de magische combinatie van deze twee talen is de sfeer rondom de plaat een mengeling van een traditioneel stamfeest in de Afrikaanse woestenij en James Blake, King Krull en FKA twigs. Intrigerend op z’n minst.

 

A Place To Bury Strangers – Transfixation (16 februari)

We kijken al een tijdje reikhalzend uit naar nieuw werk van shoegazetrio A Place To Bury Strangers a.k.a. ‘The Loudest Band From New York’. Het is alweer ruim twee jaar geleden dat de band ons met EP ‘Onwards To The Wall’ en langspeler ‘Worship’ voor het laatst ondersteboven blies. Met de nieuwe single Straight doet de band nog harder verlangen naar dit nieuwe album, deze klinkt als een strak gespannen elastiek, dat stuiterend losschiet en je frontaal in je bakkes raakt.

 

Cheatahs – Sunne EP (23 februari)

Binnen een jaar na je debuutalbum met nog een EP komen: nee, Cheatahs zit niet stil. De ingrediënten zijn in de tussentijd grotendeels hetzelfde gebleven. De combinatie van een simpele maar goede song, gruizige gitaren en kekke hook werken in ieder geval nog steeds als een trein! De bas in de recent uitgebrachte single Controller klinkt elektronischer dan wat we van de band gewend zijn. Experiment voor een volgend album?

 

 

Spectres – Dying (23 februari)

Spectres refereert naar een geest, een Runescape-aspect of naar een groovy disco band in Beatles-pakjes. Maar nee, deze Spectres komen uit Bristol. Dat zegt al genoeg. De band wordt bestempeld als een gazy noise band, dus even kort door de bocht; ze zijn luid. Twee EP’s en flink wat fuzz rondom de band is daar dan eindelijk het debuut ‘Dying’.

Verder in februari

Two Gallants – We Are Undone (2 februari)

California X – Nights In The Dark (2 februari)

H Hawkline – In The Pink Of Condition (2 februari)

Title Fight – Hyperview (2 februari)

The Amazing – Picture You (16 februari)

The King Khan & BBQ Show – Bad News Boys (23 februari)

The Pop Group – Citizen Zombie (23 februari)

Dutch Uncles – Oh Shudder (23 februari)

The Pop Group – Citizen Zombie (23 februari)

Dan Deacon – Gliss Riffer EP (23 februari)