Hoewel het buiten guur is, kunnen regen en wind de pret niet drukken op winterfestival Grasnapolsky. Het festival biedt een divers muzikaal programma aan, zo kun je helemaal uit je plaat gaan bij gitaren of verdrinken in de dreampop en elektro.

Tekst Guus Timmermans & Sil van de Logt
Foto’s Marleen Annema

Grasnapolsky heeft een nieuwe, magische locatie gevonden. Na vijf jaar bij het zendpark van Radio Kootwijk op de Veluwe, werd het tijd om zelf een nieuwe plek te zoeken. De keuze viel op Fabriek de Toekomst bij Groningen: een oude industriële fabriek die voor drie dagen omgetoverd werd tot het decor voor een idyllisch festival. Als bezoeker moet je een modderige berg trotseren, maar eenmaal binnen wacht je een warm welkom.

Grasnapolsky is een winterfestival. De jassen blijven in het begin nog bij velen aan, maar uiteindelijk hangen de kapstokken bij de ingang van elk podium vol. De rest van de loods is gevuld met een minimalistische, futuristische aankleding. De enorme galm in de hallen is helaas moeilijk tegen te gaan door de geluidsmannen van het festival, maar erg is het niet. De natuurlijke reverb voelt warm aan: de lage, stuwende bassen vormen een prima basis voor de zwoele hoge tonen.

Foto: Félice Hofhuizen

De opwarmer op vrijdag kwam voor ons in de vorm van het Belgische Jaguar Jaguar in het Verzendlokaal. Een smakelijke mix van het klassieke Vlaamse geluid van Balthazar en het energieke en de meerstemmigheid van Jungle. Deze meerstemmigheid mist echter bij Lucky Fonz III. De muzikaal vermomde cabaretier speelt op het hoofdpodium – ondanks (on)bedoelde tegenslagen – de zaal muisstil. Waar op zijn nieuwe album Multimens alles een elektronisch tintje heeft, speelt de troubadour live enkel met akoestische gitaar en veel hulp van het publiek. Lucky Fonz III is de joker van de avond. Naast zijn eigen show duikt hij ook nog op bij de opening van het nieuwe terrein met het Blauwe Uur en is hij in de nachtelijke uurtjes ook aanwezig bij de karaoke van St. Paul.

Grasnapolsky lijkt een divers muzikaal programma te bieden. Je kunt helemaal uit je plaat gaan bij gitaren of verdrinken in de dreampop en elektro. Dit wordt op de eerste dag meteen bewezen. In het Verzendlokaal speelt Snapped Ankles: een hypnotiserende, dreigende mix van krautrock en een rauw en Brits gitaargeluid. Ondanks dat de zaal aan de haal gaat met het geluid en wat knagende technische problemen, lijken de mensen in een soort opgefokte trance te raken.

Later op de avond moeten we een keuze maken tussen de beukende punk van de Belgische band Sons, een garantie op moshpits waar gehoorbescherming aangeraden is, of Niels Broos. Laatstgenoemde maakt indruk met zijn mix van loops, synths en eigenzinnige samples. Zijn muziek doet bij vlagen denken aan Fatima Yamaha, maar dan in de dubstep-indie hoek. In combinatie met een lead synth die bijna bespeeld wordt met de gezichtsuitdrukkingen van de muzikant en snel wisselende maatsoorten, zorgt het ervoor dat het energiepeil van de bezoeker opgeladen is voor het nachtprogramma.

De nacht brengen we door met Grasnapolsky-DJ en indie-veteraan St. Paul, die een heerlijke mengelmoes van klassiekers, exotische pareltjes en dansbare singletjes opdient. Daarnaast sloten nationale trotsen als Amber Arcades, Danique van Donna Blue en Lucky Fonz III aan voor karaoke. Het klapstuk van de nacht was het duet van Pip Blom en Willem (onder meer Canshaker Pi, Personal Trainer): samen zongen ze Everybody Wants To Rule The World van Tears For Fears. Zeker niet loepzuiver, maar de overtuiging en dansmoves maakten dat helemaal goed.

De tweede dag
De volgende dag is rauw en nóg kouder. Iedere bezoeker lijkt gelukkig de winterse weersomstandigheden geaccepteerd te hebben. De Plakplaats is gevuld met kopjes koffie en de brakke hoofden – onder de typerende Grasnapolsky-mutsjes – geven de woonkamer van het festival een grijze ochtendgloed. Al gauw wordt deze melancholische stemming doorbroken.

Price opent het Papierpakhuis – een extra podium dat op vrijdag nog niet geopend was – en is een van de vele garage-bandjes die daar spelen. De rammelrock doet met het harmonieuze samenspel van de gitaren denken aan bands als Korfbal. Het is dan ook geen geheim dat de band uit dezelfde stamboom afkomstig is. Als dat kopje koffie je nog niet wakker had gekregen, doet Price dat zeker wel met snelle afwisselingen in tempo en intensiteit.

Bijkomen kan later op de Kartonbaan bij Donna Blue. De schuifelnummers hebben een haat-liefdeverhouding met de natuurlijke galm van de Grasnapolsky-hallen. Aan de ene kant geeft de reverb het geheel een extra warm gevoel, maar soms gaat de galm er met de engelachtige vocalen vandoor en wordt de zaal gevuld met een schurende piep. Donna Blue weet de galm op een gegeven moment echter wel onder controle te krijgen en krijgt het publiek zo in een romantische bubbel.

Wij haasten ons terug naar het Papiekpakhuis waar Personal Trainer zo zal beginnen: nóg een bandje van Canshaker Pi-frontman Willem Smit en toevallig ook het bandje van Kilian Kayser, onze bungalow-genoot dit weekend. Voor Personal Trainer heeft hij zes vrienden opgetrommeld om samen met hem te spelen. Lol maken is het devies. De jongens lachen terwijl Willem de meest absurde dansmoves eruit gooit. Het geheel wordt passend afgerond met een vibraslap, precies wat je verwacht bij deze joligheid.

Ook YĪN YĪN heeft deze joligheid. De muziek is van psychedelische aard en doet denken aan Khruangbin en Kikagaku Moyo on steroids. De double-neck gitaar van de zanger krijgt de hele Kartonbaan aan het swingen op zijn aanstekelijke microtonale indiedisco. YĪN YĪN gaan we deze festivalzomer vast nog tegenkomen, hopelijk een keer bij de nachtprogrammering.

Naast alle acts is er dit jaar ook weer aandacht voor (lokale) kunst. Omdat de winterdagen kort zijn en de nacht vroeg begint, speelt licht een belangrijke rol. Een buitenmuur van het Bolkokerspodium is belicht met de herkenbare visuals van het festival en het Ketelhuis is gevuld met een soort gesamtkunstwerk. De oude machines van de strokartonfabriek worden met licht en geluid weer tot leven gewekt. Overdag is het mogelijk om een heuse Groningse aardbeving mee te maken via een trilpak en een koptelefoon.

Real Farmer krijgt het publiek warm met de Shame-achtige frontman en pakkende garagerock, maar het echte feest barst pas later op de avond los bij het Groningse Wholly Michael. Het begint voorzichtig, kabbelend en energiek, maar het wordt steeds grootser totdat de planken tegen het einde als een soort trampoline fungeren. Stil blijven staan is fysiek onmogelijk.

Amy Root is eveneens behoorlijk groots. Vanwege het uitvallen van RIMON op de Kartonbaan werden de beats van de Rotterdammers naar het hoofdpodium verkast. Weval-achtige zweverigheid, de wendbaarheid van Jon Hopkins en de bassen van Moderat vormen een grote inspiratiebron voor het duo. Zo nu en dan komen de nuchtere Nederlandse jongens, evenals het publiek, uit hun gesynchroniseerde trance en volgt er een luid applaus. De elektro van Amy Root werkt aanstekelijk en prikkelt alle zintuigen.

De echte afsluiter van het dagprogramma, of de opener van het nachtprogramma, hoe je het ook wilt noemen is de sensatie die Karel heet. Hij is razend populair. Buiten staat een rij van zo’n dertig meter, binnen is het stampvol. Karel leverde weer een klassieke Karel-show. Vanaf de eerste seconde begint hij aan zijn workout. Het publiek heeft wat tijd nodig, maar als dan iemand een subtiel duwtje in de rug geeft, is binnen no-time de hele zaal in beweging. Karel mengt zich tussen de fans, wederom een legendarisch en intens half uurtje. Een goed begin voor het dansbare, elektronische nachtprogramma.

Op de derde dag zijn alle grindpaden omgetoverd tot zwemparadijs. Het geluid van koffie is ingeruild voor het geluid van snotneuzen en de springtouwen van het discofeestje de nacht ervoor worden nog langzaam opgeruimd. De hypnotiserende, dichtende muziek van Lewsberg past perfect bij deze zondagse sfeer. Net als de band hun inspiratiebron, The Velvet Underground, zouden de leden met hun stoïcijnse blikken en hun muziek niet misstaan in een Wes Anderson-film. Hoewel het gecontroleerde geweld verhalend is en weinig extravagante uitschieters bevat, levert het toch veel knikkende hoofdjes op in het Papierpakhuis.

Ondertussen levert The Bony King of Nowhere in het Verzendlokaal wellicht hét muzikale hoogtepunt van Grasnapolsky 2019. De natuurlijke galm werkt perfect voor Bram Vanparys, die met volle overtuiging zijn emoties om weet te zetten in prachtige, warme nummers. Het geluid zit ergens tussen The War On Drugs en Kevin Morby in en Bram heeft een charismatische en mysterieuze uitstraling. Het publiek erkent de schoonheid van de muziek door aandachtig te luisteren en de band te bedanken met een overweldigend applaus. The Bony King of Nowhere: prachtig! 

Grasnapolsky heeft nog steeds die echte DIY-feel om zich heen hangen. Iedere nacht worden de puntjes op de i gezet op het nieuwe terrein en worden er her en der vuurkorven verplaatst om de warmte over het festival zo goed mogelijk te verdelen. Ook de artiesten die hier spelen zijn vaak met deze DIY-aard begonnen. Denk maar aan de Klangstof-achtige band Laplander. Met een gitaar die bijna klinkt als een synthesizer en vervreemdende maatsoorten zorgt de band voor een echte lean in –ervaring. Psychedelische klanken vullen de Hakselaar en onverwachts dreunt een dansbare beat door de oude fabriekshal. 

Na een ambachtelijke pizza weggewerkt te hebben, is Donny Benét de volgende elektronische act met een simpele setup waarvoor de mensen welwillend genoeg zijn om in de regen te wachten. Net als bij Karel staat er een lange rij mensen, maar binnen staan we gelukkig droog om ‘The Don’ van dichtbij mee te mogen maken. Sensuele dansmoves van een van de minst aantrekkelijke figuren uit de muziekindustrie gaan gepaard met foute jaren tachtig-synthpop en een saxofoon om het plaatje volledig compleet te maken. Het publiek lijkt het vooral grappig te vinden, maar vergeet niet dat Donny Benét ook gewoon heel erg sappige muziek maakt waar je prima een dansje op kan wagen.

Verkouden neuzen
Als het idyllische, winderige dorp je even teveel wordt, kun je altijd mee met boswandelingen van Staatsbosbeheer of naar een historische rondleiding over het erf van Fabriek de Toekomst. De kou mag de pret niet drukken. De wind heeft ons niet omver geblazen, maar de vele acts wél! Op wat verkouden neuzen na, hebben we, dankzij een sterke line-up, een flexibel productieteam en gezellige mensen, dit winterse weekend prima doorgebracht.

Vrijdag is de dag van de nieuwe muziek en vandaag beginnen we die met een van de mooiste singles die we de afgelopen tijd hebben gehoord, en die laten we ook nog eens in première gaan! We hebben het over Jan Verstraeten, de betoverende Vlaamse schaduwmuzikant.

Hij speelt met subtiele en harde contrasten en verspreidt een pasgeboren licht in zijn nieuwe single Can It Be. Van een aangenaam duistere en geborgen plek, waar ineens de gordijnen open worden getrokken en zich een liedje ontvouwt in een schimmenrijk met duizenden grijstinten. De videoclip is minstens zo schitterend en gestileerd, en handelt in uiteenlopende speelgoedfiguren met een lipsyncend hoofd erop, tot je met de absurdistische pop door meerdere portalen reist en een niet te plaatsen dame die dwars door je heen kijkt.

Mocht je nog niet alles over Jan Verstraeten weten, hij speelt binnenkort tijdens Grasnapolsky en later die maand in het Concertgebouw. De mysterieuze wereld die de Belg creëert – en zelf cheap Disney music noemt – is vederlicht, maar ook drukkend en ongrijpbaar. Zijn muziek valt ergens in het midden van Balthazar en Thom Yorke te plaatsen. Tel daarbij op dat hij actief is als beeldend kunstenaar en de zorgvuldig gerangschikte composities vallen nog veel meer op hun plaats. Een ontroerend en haast transcendentaal geheel, als je Can It Be draait als je net bent opgestaan, blijft de droomwereld waar je net in zat nog even langer hangen.

Om echt alles te weten te komen over Verstraeten, spraken wij met hem over zijn nieuwe single, zijn EP Cheap Dreams die eraan zit te komen en de videoclip.

Wat houdt je op dit allemaal bezig, zowel muzikaal als niet-muzikaal?
“Dat is een moeilijke vraag, omdat veel dingen door elkaar lopen. Mijn atelier en mijn werkproces zijn vrij chaotisch. Het is een speeltuin. Ik werk aan verschillende dingen door elkaar. Op dit moment ben ik aan het  brainstormen en schetsen voor een nieuwe video. Misschien wil ik er een tentoonstelling aan koppelen.”

“Ik ben ook aan het werken aan een live-set. Dat is niet enkel een setlist opstellen, maar ook denken over hoe het er allemaal uit moet zien. Ik ben bijvoorbeeld een meubeltje voor mijn keyboard aan het maken. Kleine details zijn belangrijk voor mij, zo heb ik mijn gitaar al twee keer van kleur veranderd. Ik ben sinds kort ook fulltime Instagrammer en Facebooker, daar maak ik affiches, tekeningen, puzzels en muziekdoosjes voor… Tussendoor neem ik ook jobjes aan om mijn huur te kunnen betalen.”

Het jaar is goed begonnen met direct een nieuwe single, hoe ga je het verder aanpakken? Wat wil je allemaal graag doen?
“Dit is het jaar waarin alle dingen samenkomen waaraan ik de laatste jaren heb gewerkt. Het is spannend om het eindelijk aan de wereld te tonen. Voorheen waren er niet echt deadlines en kon ik blijven werken aan dingen omdat ik het leuk vond. Nu heb ik samen met mijn label Unday Records een planning opgesteld, een fijne, nieuwe manier van werken voor mij waardoor ik sneller knopen kan doorhakken.”

“Dit jaar wil ik ook groeien in mijn liveperformance. Het is lang geleden dat ik nog op een podium heb gestaan. Ik vind het spannend omdat ik er mijn weg nog in moet vinden en dat kan enkel door het echt te doen.”

Kun je ons wat meer vertellen over de nieuwe single Can It Be en de totstandkoming van de video?
“Ik weet nooit goed hoe dingen tot stand komen. Ik werk meestal vanuit een buikgevoel en zie waar het mij brengt. Mijn nummers ontstaan door het letterlijk opschrijven van situaties, dingen die mensen zeggen en omschrijvingen van ruimtes. Het is een lang proces van schrijven, schrappen, vervormen om dan soms weer terug te gaan naar de eerste versie. Pas na een tijdje begin ik zelf te begrijpen waar het om gaat.”

“Wat ik eigenlijk wil zeggen, Can It Be gaat, denk ik, over de strijd tussen iemand graag zien en de drang om de wereld alleen te ontdekken.”

Wat was het idee achter de kleurrijke videoclip?
“Ik heb een voorliefde voor plastic speelgoed zoals Power Rangers en Thunderbirds. Ik hou van de felle kleuren en de vormgeving. Als ik een tweedehands-winkel passeer, vind ik het leuk om te rommelen tussen het speelgoed. Er zijn zoveel bizarre, absurde dingen gemaakt: mini-hometrainers, plastic frieten, mini-revolvers… Het is de wereld waarin we leven, maar dan nog extremer en met felle kleuren.”

“Het zat al lang in mijn achterhoofd om iets te maken met speelgoed. Ik heb een lange tijd speelgoed verzameld en had mijzelf een budget opgelegd van twintig euro. Gelukkig heb ik veel stukken mogen lenen van mensen die nog schatten op zolder hadden liggen. Daar heb ik op mijn knieën en met behulp van plakband en stokjes mini-scènes mee gemaakt. Het was soms uren wachten op het juiste licht. Daarna heb ik mezelf al zingend gefilmd. Ik heb mijn ogen en mond uitgeknipt en die virtueel op de popjes geplakt. Ik vind het spannend om met beperkte middelen een mini-universum te maken.”

Debuut-EP Cheap Dreams komt eraan in februari: hoe zag het maakproces eruit van die plaat?
“Aanvankelijk wou ik een film maken. Daarvoor had ik een soort motor-huis op schaal gemaakt (zie eerste video Moon Face, red). Ik had nog geen concreet verhaal in mijn hoofd, maar had wel een idee over hoe het eruit zou moeten zien en welke sfeer ik wou. Ik ging voor een roadmovie met psychedelische landschappen.”

“Voor die film ben ik een soundtrack beginnen te schrijven en daarvoor deed ik inspiratie op bij oude westerns. Die soundtrack is vervolgens uitgegroeid tot deze plaat. Ik heb op die manier mijn eigen ‘stijl’ ontdekt. Deze plaat is voor mij geen einddoel. Het voelt meer aan als een openingsscène. Ik wil dit verhaal in de toekomst graag verder schrijven.”


Op Grasnapolsky 2017 hosten wij op vrijdag en zaterdag een afterparty op Landal Rabbit Hill in samenwerking met Oedipus. DJ’s, bands, bier en jullie: meer heeft een after toch niet nodig?

Jij kunt erbij zijn: We geven 2×2 24HOURPARTYPEOPLE-tickets weg voor de zaterdag van Grasnapolsky, inclusief polsbandjes voor de after! Kun je overdag het programma op Radio Kootwijk – met onder andere Klangstof, Jo Goes Hunting, Flamingods, Stippenlift en Torii – ook nog meepakken.

Winnen?
Als jij – en degene met wie je naar het festival wilt gaan – voor een tientje lid worden van The Daily Indie, gaan jullie met z’n tweeën naar de zaterdag van Grasnapolsky. Dat is dus twintig euro voor tachtig euro aan kaarten én daarmee steun je The Daily Indie een heel jaar lang! First come, first serve. Mail dus snel naar ricardo@thedailyindie.nl en dan gaan we het samen regelen! Meer over ons lidmaatschap lees je hier

*UPDATE: deze actie is inmiddels uitverkocht!

 

 

 

 

 

Ook in deze ‘winter’ hoeft het niet bij verlangen naar een festival te blijven. In het oude zendstation op de Veluwe – Radio Kootwijk – vindt namelijk de vijfde editie van Grasnapolsky plaats (waarvan de passe-partouts inmiddels uitverkocht zijn). Hier worden op 6 t/m 8 februari de beste films vertoond, is er een schattig marktje uit de grond gestampt en is er zelfs een heus zwembadfeest. Naast al deze pracht en praal heeft het knusse festival als kers op de appelmoes ook de fijnste indiedarlings, elektrostars en singer-songwriters op de poster gezet. The Daily Indie is in de line-up gedoken om je alvast voor te bereiden op de leukste bands!

Tekst: Ricardo Jupijn & Mabel Zwaan

IX
IX betekent ‘Witte Tovenaar’ in de Maya-taal. Volgens de legende kent de IX de allesomvattendheid van de tijd, ruimte en de tijdloosheid en weet hij de informatie die hij van de geesten krijgt te verwoorden in een voor ons begrijpelijke vorm.  Whatever. Waarschijnlijk kent men IX a.k.a. Marnix Dorrestein, vooral als het excentrieke stijlicoon in het rijtje Bradford Cox (Deerhunter)  en Ariel Pink die eerder op het podium met Über-Ich, Kris Berry & Perquisite of Herman van Veen was te spotten. Dorrestein bivakkeert momenteel in Berlijn waar hij een debuut-EP creëert vol met Afrikaanse ritmes en verrukkelijke, catchy beats met Robin Hunt, de vaste producer van Thomas Azier.

Alexi Lalas
Niet te verwarren met Allah Las, en zeker niet met de gepensioneerde, rock ’n roll ex-voetballer met de vlammende snor waar Rinse Visser (voormalig van The Dance en Destructive Cult) zijn nieuwe band  naar heeft vernoemd. Ook deze Britse legende heeft, om de Spotify-verwarring uit de lucht te helpen, een muziekcarrière achter de rug.  Waar de muziek van Destructive Cult vooral om de elektronische sound van synthesizers heen was gebouwd, daar ligt bij Alexi Lalas meer de nadruk op piano en gitaar. Dit zorgt voor een serene sfeer die overvloeit in die van het festival.

Mountain States
De lichtvoetige, relaxte en laid-back surfrock van Mountain States is vaak (heel vaak) aan bod gekomen bij ons, dat zegt al genoeg. Hun debuut-EP ontving veel nationale en internationale lof. Ze krijgen dan ook al enige tijd titels als de Real Estate (of DIIV of Beach Fossils, you name it) van Nederlandse bodem naar hun hoofd gesmeten, en het is waar. Gelukkig voor jullie zijn de fijne, Nijmeegse jonge honden ook van de partij bij Grasnapolsky en nemen speciaal voor het winterfestival de zomer mee.

Eerie Wanda
Een tijdje terug hadden we Eerie Wanda, geesteskind van Marina Tadic, nog voor onszelf op een zeer gezellig Daily Indie-feestje in Paradiso, nadat ze overigens net terug waren van hun Europese tour met Allah-Las. Van de week stonden ze nog in het vermaarde muziektijdschrift NME en komend weekend speelt de band in Radio Kootwijk! Met hun zachte, nostalgische en ontspannende liedjes gaat dat een prachtige combinatie opleveren met het desolate festival.

Roy Santiago
Santiago lijkt altijd net een beetje onder de radar door te schuiven en dat is belachelijk, want hij is een van de betere muzikanten die Nederland rijk is. We volgens hem al een tijdje, ook tijdens zijn avonturen met het uitstekende bandje The Doo Run Run. Nu is Santiago terug met werk onder zijn eigen naam en komt hij binnenkort met het album ‘Devotion’, de opvolger van ‘The Great Pretender’ uit 2012. Op het album zijn onder andere Torre Florim, Pien Feith en Marina Tadic te horen en het is gemixt door Jon Low, o.a. verantwoordelijk voor Kurt Vile, The War On Drus en Sharon van Etten. Al het voorgaande klinkt al erg lekker, maar je zou vooral zijn nieuwe nummer Jiffy Jaffy vooral eens moeten checken hieronder!

CUT_
Met Stromae in de fanclub en een beroemdheidsboost met de cover van zijn Papaoetai, is CUT_ op het gebied van elektronica zeker niet de minste. Amsterdams duo Sebastiaan Dutilh en Belle Doron zorgen er ook voor dat er live veel meer te beleven, te zien en te kwijlen valt dan slechts hun pakkende James Blake-ish singles. Improvisatiesessies begeleid door vette visuals zorgen voor een van de meest imposante acts die het festival rijk is.

Robbing Banks
Robbing Banks zal het ruigere aspect van Grasnapolsky tot zijn rekening nemen. En dat in z’n eentje. Na bij onder andere Drive Like Maria gespeeld te hebben kon hij toch als one man trash band beter zijn ei kwijt. Robin van Saaze met een bass drum aan z’n ene voet en een tamboerijntje aan de ander, een elektrische gitaar op z’n schoot, een mondharmonica om de nek en een microfoon voor z’n snufferd. That’s what you get. En dan produceert hij het ook nog zelf. Korte, krachtige en puntige rockliedjes zijn hier het verrukkelijke gevolg van.

Nog meer aanraders: Nouveau Vélo, No Ninja Am I, Yakumo, Alamo Race Track, Falco Benz, Alumna,  en zZz.