Ondanks hardnekkige beweringen van critici (meestal op leeftijd) dat de popmuziek – in tegenstelling tot de industrie zelf – niet in beweging is en alle vernieuwende muziek al gemaakt is, gebeurt er nog meer dan genoeg interessants. Het beste en meest vernieuwende voorbeeld daarvan is misschien wel de beatscene van Los Angeles. Met Flying Lotus en Thundercat als vaandeldragers krijgt het bijzondere, op experimentele jazz geïnspireerde geluid uit Los Angeles steeds meer aandacht en klopt het hier en dan ook op de mainstreamdeur. Een dwarsdoorsnede van die scene en waarom de vloeibare freakelektronica die het voortbrengt eigenlijk best wel vernieuwend en interessant is.

Het verhaal begint in en daarom ook mét het astronomisch denkende hoofd van Steven Ellison, vooral opererend onder de artiestenaam Flying Lotus en sinds 2012 ook actief onder zijn rap alter ego Captain Murphy. Hij richt in 2008 in zijn geboortestad Los Angeles het Brainfeeder-label op: een droom die Ellison, familie van het bekende jazzechtpaar Alice en John Coltrane (Alice is zijn tante), als kind al had. In eerste instantie is het label zijn plan B voor als zijn carrière als muzikant en producer op niets zou uitdraaien, maar al snel besluit Ellison, samen met flatgenoot Adam Stover om de om zich heen kolkende groep met beatmakers door middel van het label te promoten. Want de muziekcultuur die aan het einde van de jaren 2000 in Los Angeles boven water begint te komen, is interessant.

 

Flying Lotus

 

De producers in en rond Los Angeles hebben namelijk al een klein decennium lak aan de regels van hun beroep. Ze zouden eigenlijk beats moeten maken voor lokale rappers om daar hun ding mee te doen, zoals we tenminste van producers gewend zijn, maar de producers die vanaf 2007/2008 bij Ellison aankloppen vinden dat niet boeiend. Ze zijn geen praters van de straat, maar dromers in hun eigen kelderstudio, of zoals Ellison het noemt: ‘the lab’.

Ellison (die we vanaf nu in dit artikel wat vaker Flying Lotus gaan noemen) besluit om juist die hyperexperimentele artiesten, de dromende laboranten dus, die andere labels links laten liggen, op het Brainfeeder-label uit te brengen. En zo geschiedde, zeggen ze dan. In verreweg het gros van de producties die het label uit brengt is het voor een rapper onmogelijk om zijn lyrics over de instrumentale tracks heen te leggen. Wat het precies moet voorstellen en binnen welk genre het past lijkt niet uit te maken (instrumentale hiphop, jazztronica?) Hoe meer ideeën binnen één track, hoe beter. Creativiteit lijkt het belangrijkste criterium en krijgt alle ruimte om te stromen. Je culturele achtergrond of huidskleur doen er ook niet echt toe, ‘witte’ en ‘zwarte’ muziek mag zonder schaamte gemixt worden en daarmee hebben we de grondfilosofie van de flexibele Los Angeles-scene te pakken.

De eerste golf
Met behulp van de plaatselijke nachtclub Low End Theory (niet te verwarren met de door jazz geïnspireerde hiphopklassieker van A Tribe Called Quest, of juist wel?) bloeit de scene verder op en verwerft deze langzamerhand meer bekendheid. De dromers krijgen de kans om in Low End Theory hun muziek te draaien en na een aantal jaren (en al een aantal goed eerste releases verder), volgt in 2010 de doorbraak. A Sufi and A Killer komt uit, het debuut van Brainfeeder-product Gonjasufi. Het komt niet op het label zelf uit, maar Flying Lotus heeft het album samen met The Gaslamp Killer, ook een Brainfeeder-protegé, geproduceerd en vangt precies het wispelturige, out there-geluid van de scene.

 

 

Het album is een chaotische, trippy, willekeurig lijkende brij van funk, punk, soul, country, Arabische chants en nog wat invloeden meer, met de wat haperende, rasperige zang van de excentrieke Gonjasufi (echte naam Sumach Ecks) erover heen. Later dat jaar wordt ook Flying Lotus’ eigen album Cosmogramma (zijn derde dan al) opgepikt en hoewel zijn tweede album in Los Angeles lokaal al rimpels veroorzaakte, zorgt Cosmogramma samen met het debuut van Gonjasufi voor de eerste internationale aandachtsgolf voor de scene.
Het unieke aan vooral Cosmogramma is dat de geluiden die op de plaat te horen zijn tot stand zijn gekomen met de computer, maar het geheel desondanks heel organisch en natuurlijk klinkt. Dit komt omdat de instrumenten die je hoort (van viool, tot basgitaar, tot saxofoon, tot harp) ook écht gespeeld zijn en niet uit de computer komen. Ellison heeft de partijen vervolgens bewerkt in zijn laboratorium en het resultaat klinkt, met bijna tot geen en nauwelijks verstaanbare zang, in één woord: kosmisch.
Door deze benadering en al haar vermenging van geluiden klinkt Cosmogramma nergens als een verzameling instrumentale hiphopbeats zonder rapper, maar meer als composities, geheel vrij van genre en norm. Elektronische jazz wordt het album her en der genoemd en Ellison, een fervent wietroker en drager van zonnebrillen op zijn grote donkere hoofd, een moderne jazzcat.

De tweede golf
In de jaren die volgen komen er steeds meer artiesten op met dezelfde muzikale filosofie. Bassist Thundercat komt voort uit Ellison’s eigen kliek en is sinds Cosmogramma, waar hij de basgitaar op bespeelt, onderdeel van de liveband van Flying Lotus. Dat overigens, alsof een liveband voor een elektronica-act al niet bijzonder genoeg is, INFINITY of ∞ heet. Je zou er bijna een Sun Ra-gevoel van krijgen.

 

Thundercat

 

Maar goed, Thundercat brengt sinds 2011 zijn soloalbums uit met groeiende positieve kritieken (zijn laatste album Drunk bracht hij drie weken geleden uit) en ook jazzsaxofonist Kamasi Washington timmert aan de weg. Hij besluit om in 2015 voor zijn debuutalbum een band van tien muzikanten om zich heen te verzamelen, en de hulp van een 32-man tellend orkest en een twintig koppig koor in te roepen. Het album krijgt The Epic als titel, bevat eigenlijk bijna geen elektronica en wordt wereldwijd bejubeld: de mogelijkheden lijken voor Brainfeeder écht eindeloos.
Het is dan ook bijna geen verrassing meer dat Washington met zijn tenorsax datzelfde jaar te horen is op To Pimp A Butterfly, het erg succesvolle album van Kendrick Lamar, waarop ook Thundercat, als basisgitarist en soulvolzanger, verschijnt, en Flying Lotus vermeldt is als producer. To Pimp Butterfly is dan trouwens weer die plaat waar David Bowie zijn inspiratie vandaan haalde voor zijn muzikale afscheid Blackstar.

Het blijft vloeien
En daarmee is de droom van de Los Angeles-beatscene met Flying Lotus voorop (die beweert dat zijn composities soms letterlijk uit zijn dromen ontspringen), steeds meer werkelijkheid aan het worden, en blijft er kruisbestuiving plaatsvinden. Zo bracht Steven Ellison begin dit jaar op het Sundance Festival ineens de offbeat horrorfilm Kuso uit, met hemzelf als regisseur en funkgrootmeester George Clinton als acteur.

Kamasi Washington

Het antwoord op het gesuggereerde einde van het bandtijdperk met charismatische frontman (van The Beatles tot Nirvana), en het toekomstige antwoord op de door grijze heren voorspelde dood van het tijdperk van de popicoon (van MJ tot Beyoncé), is daarom misschien wel een terugkeer naar de componist als spil van de muziek, zoals Mozart, Beethoven en al die andere geniale bepruikte figuren dat ook ooit waren. Geen saaie, stoffige componisten, maar Zappa-achtige nerds die in een kelder aan hun droomwereld knutselen, die goochelen met genres, instrumenten, effecten, kunstdisciplines en media.

De toekomst is natuurlijk veranderlijk en ondergetekende neigt soms tot overdrijven, maar toch: misschien dat Zodiac Shit, het vijfde nummer van Flying Lotus’ Cosmogramma, ooit wel zal worden gezien als het meesterwerk van zo’n postmoderne componist. En zo niet: dan is het idee van organisch vloeiende elektronische muziek in ieder geval wél blijvend.

 

Thundercat staat op vrijdag 7 april op Motel Mozaïque.

 

 

Tekst: Admiraal Oosterbroek
Foto’sMcKlin

Een klein jaar geleden interviewde The Daily Indie de mannen van DIIV voor een mooie cover story. En nog steeds is Zachary Cole Smith op zegetocht met zijn smakelijke shoegazepop met overdadige gitaarreverbvulling. De destijds beloofde EP is er nog niet, maar voor nu voldoen de liedjes van ‘Oshin’ ruimschoots. De frontman draagt een oversized tenue waar de overige bandleden prima bij in zouden passen. Gesmeerd speelt DIIV de set door. De gitaarmuren laten gelukkig ruimte voor het fijne toetsenwerk en de tweestemmige zang. De toehoorders zijn erg enthousiast, wat zichtbaar wordt in de moshpit tijdens Doused. ‘Have fun! Do drugs! Bye!’ zijn de woorden waar Smith mee afsluit. De plezierige bedwelming van zijn band is voorlopig nog niet uitgewerkt.

 

Dour - za - DIIV 02 Mcklin Fotografie

 

Dour - za - DIIV 05 Mcklin Fotografie

 

Dours hoofdveld is immens. De weg er naartoe glooit omlaag en geeft een magistraal uitzicht op de legioenen muziekminnaars. De zon aan de kim neigt naar rood. Niets nieuws onder die zon, maar wel heel lekker: de reggae van oudgediende U-Roy. Eenenzeventig jaren jong en nog steeds klinkt zijn stem onvermoeid vitaal. Rootsreggae op z’n best. Voor een moment is Jamaica dichterbij dan het lijkt, liedjes volgens popstramien en U-Roy blijft benadrukken dat Jah en hij erg veel van de mensen houden. Als dat werkelijk zo is, neemt hij een volgende keer een blazerssectie mee. Onze muzikale horizon wordt er niet breder van, maar het moet voor de zon een genoegen zijn zo onder te gaan.

 

Dour - za - U-Roy 01 Mcklin Fotografie

 

Dour - za - U-Roy 03 Mcklin Fotografie

 

Van freakfolk-beweging ‘Eternal Children’, waar ook CocoRosie en Anthony van de Johnsons deel van uitmaken, komt Devendra Banhart de schoonheden van zijn nieuwe plaat ‘Mala’ laten horen. Opvallend veel volk is toegestroomd. Banhart laat een kwartier op zich wachten, maar zijn mooie kalmte en sympathieke kop doen enige suggestie van arrogantie snel vergeten. De subtiliteit van zijn jongste album komt ook live tot zijn recht. Merci, Devendra.

 

Dour - za - Devendra Banhart 02 Mcklin Fotografie

 

De tent omtoveren tot club: Simian Mobile Disco doet het. Aan weerszijden van een tafel deejayen de twee er lustig op los. Met een voornamelijk analoog instrumentarium bouwen ze vlot hun kneiterdansbare tracks op. Voor een elektro-act weten de heren een interessante performance neer te zetten. In de eivolle tent is er niet altijd begrip voor als een volgend ‘liedje’ met een flink lager aantal beats per minute begint. Slim verwachtingsmanagement is het. De laatste tien minuten zijn van een massieve intensiteit. Verschillende thema’s ontmoeten elkaar telkens op het juiste moment. Deze knoppendraaiers bewijzen dat een climax ook uit heel veel climaxen kan bestaan.

 

Dour - za - SimianMobileDisco 03 Mcklin Fotografie

Dour - za - SimianMobileDisco 01 Mcklin Fotografie

 

Met zijn stem en een loopstation bouwt Dub FX zijn liedjes op. Dat is knap, maar met een hele reeks van dit soort werkjes achter elkaar weet hij de aandacht niet vast te houden. Aan de dynamiek binnen zijn tracks schort nog wel wat. Misschien moet hij maar eens in de leer gaan bij Maask.

Als avant-garde nog een voorhoede heeft, dan is dát de habitat van Flying Lotus. Zijn potpourri van opgefokte elektro en wonderlijke composities bekoort. Tussen twee bijna doorzichtige schermen staat de imposante Afro-Amerikaan. Op de schermen een schouwspel van spectaculaire visuals. Af en toe neemt Flying Lotus de microfoon ter hand om een riedeltje te rappen. Lotus’ ingrediënten zijn mysterieus, de bereiding ervan een raadsel, maar wat hij serveert is verbluffend goed.

 

Dour - za - Flying Lotus 02 Mcklin Fotografie

Dour - za - Flying Lotus 05 Mcklin Fotografie

 

Dour - za - Flying Lotus 03 Mcklin Fotografie

 

Of Venetian Snares ook zo’n eclectische kok is, valt moeilijk te beoordelen. De langharige uitvinder van de breakcore brengt een set die met ridicule snelheid je hersenkwabben verdeelt en opnieuw rangschikt. Drum ’n bass die iedere seconde over zichzelf buitelt, struikelt; geen maat is hetzelfde. Venetian Snares is een professor die pure wetenschap laat horen. Van een hogere orde. Hij overschrijdt iedere grens van wat nog dansbaar is.

 

Dour - za - Venetian Snares 02 Mcklin Fotografie

Dour - za - Venetian Snares 04 Mcklin Fotografie

 

Wél goed te behappen en zelfs retelekker is de set van Flume. De vriendelijke Australiër staat voor een LED-scherm waar toffe beelden zijn fijne R&B-georiënteerde dansliedjes versterken. Er zit een bak soul in, stoterige hiphopbeats en veel fijne melodie. De zaal slaat op tilt bij ‘Holdin On’ en ‘Insane’. Soms ramt Flume op een drumpad; een fijne toevoeging aan het toch wat statische gebeuren op het podium. De midtempo vibe past perfect in de klamme nacht. Een adembenemende verademing.

Een zwerftocht langs de tenten, ver na middernacht, levert een overdosis wauwelende bassen van het terminale genre dubstep op; overduidelijk tijd om de lokroep van de slaap te beantwoorden.

 

 

GALLERY

 

logo

 

Van 18 t/m 21 juli gaan het festivalterrein weer open! Het alternatieve en qua genre altijd zeer uiteenlopende Belgische festival Dour is ook dit jaar zeker niet te missen. Met het feit dat het festival 25 jaar bestaat, het motto 5 Days Of Love And Alternative Music draagt, de speciale Douravaan voor ons Hollanders, dat ze speciale bar met speciaalbiertjes hebben en dit jaar weer een beresterke line-up heeft, is dit toch wel een festival waar je zeer zeker bij wilt zijn.

 

200+ bands
Met meer dan 200 bands die over zeven podia zijn verdeeld kun je je weken van tevoren heerlijk verlekkeren aan ’t blokkenschema, waarin ontzettend veel nieuwe artiesten en genres te ontdekken zijn, maar ook een hoop bekende en ‘die had ik altijd al graag een keertje live willen zien’ bands. Er is voor elk wat wils in de zuidelijke festivalweides deze zomer.

 

Dour 2012 Day 1
Line-up
Zullen we dan maar eens voorzichtig door het schema lopen? Te beginnen met de donderdag, wat denk je van Yeah Yeah Yeahs, Bonobo, The Horrors, White Denim, Raketkanon, The 1975 en Gold Panda. Lekker ingekomen gaat de vrijdag verder met artiesten als The Vaccines, Mark Lanegan Band, Sub Focus, Four Tet, Dan Deacon, Fritz Kalkbrenner, Darwin Deez, Nathan Fake, Jacco Gardner, Cashmere Cat en Darkstar. Als je er dan echt lekker in bent gekomen spelen op de zaterdag o.a. Flying Lotus, Anti-Flag, Suuns, Simian Mobile Disco, DIIV, The Joy Formidable, Flume, Mykki Blanco en Sinkane. Waarbij je hem op de zondag af kunt ronden met The Smashing Pumpkins, Klaxons, And So I Watch You From Afar, Thee Oh Sees, Two Gallants, Concrete Knives, Young Rival en Holograms.

 

5537067630_a729a50b7f_o

 

Voor de gehele line-up check je de site hier: http://www.dourfestival.be/nl/lineup/
Op Spotify zijn ook meerdere playlists te vinden, waaronder deze: http://spoti.fi/126z4fn
Voor algemene informatie: http://www.dourfestival.be/nl/info/

 

 

600572_10152904079385257_192992437_n

 

 

 

tickets