Veel internationaler dan Simon Keats kan het niet klinken. Toch liggen de wortels van Paul Zoontjens – je hoort het al – in Nederland. Om te kijken wat er allemaal kan gebeuren op muzikaal vlak, trok de man een paar jaar geleden voor een maand naar Los Angeles. Zonder geld. Zonder connecties. Vandaag krijgen we single vier van het nieuwe album en die kreeg als titel She’s A Girl. 

Alsof een nieuw album niet genoeg werk is, legde Zoontjens de lat nog wat hoger. Bij dat album zou ook een boek horen dat hij zelf zou schrijven. En zo geschiedde. De eerste single die in deze context het levenslicht zag was Free. Inmiddels zijn we een aantal nummers verder en ook met de nieuwste single bewijst Zoontjens dat hij als Simon Keats veel in zijn mars heeft.

She’s A Girl is americana op zijn best: sfeervol, warm en verhalend. Je wordt als luisteraar een verhaal ingezogen, net als bij een goed boek. Dat songwriten zit duidelijk wel goed Zoontjens. Geen ongelooflijk complexe muzikale partijen, maar wel een nummer waarvan we ons nu al kunnen inbeelden dat iedereen over tien jaar terugkijkt naar die zomer waarin dit de soundtrack van een stralende vakantie was.

Naar aanleiding van She’s A Girl, het nieuwe album dat eraan zit te komen en het bijbehorende boek, stelden we ook een paar vragen aan Simon Keats.

Wat houdt je deze dagen allemaal bezig?
“Mijn leven is het afgelopen jaar een stuk minder rock-‘n-roll geworden dan het was, maar man wat is het mooi. Ik ben sinds mei vorig jaar papa geworden: luiers, flesjes en rompertjes, dus. In de late uurtjes, als iedereen onder de wol is gekropen, maak ik mijn uren. Dan schaaf ik in stilte aan mijn liedjes en werk aan een ander project wat ik mij op de hals heb gehaald.”

Ik begreep dat je niet alleen een nieuw album hebt gemaakt, maar daarbij ook een boek aan het schrijven bent. Kun je ons daar eens iets meer over vertellen?
“Dat klopt en dat is in de goede zin van het woord een fikse uitdaging gebleken. Ik ga mezelf twee jaar om een album en een roman te schrijven die elkaar zouden complementeren. Om de paar maanden heb ik singles opgenomen en naar buiten gebracht. De huidige single She’s A Girl is nu de vierde en er volgen er nog vier. Ik houd er daarnaast nog enkele achter de hand als verrassing voor het fysieke album.”

“Uiteindelijk is er dus een album én een roman. Wat betreft het schrijven: voor de research moet ik soms boeken lezen om meer kennis op te doen over een onderwerp waar ik te weinig van af weet. Ik heb daarnaast twee rechercheurs en een psycholoog geïnterviewd om antwoorden te krijgen op een paar specifieke vragen die bepaalde personages oproepen. Ik lig nog op schema gelukkig…”

Wat zijn de thema’s die je behandeld met je nieuwe werk?
“We volgen het verhaal over een introverte en rebelse muzikant die slachtoffer wordt van negatieve beeldvorming en beschuldigingen uit de media. Een kat in het nauw dus. Het decor is Doolin, een ingeslapen dorpje langs een klif in Ierland. Er is liefde, moord, vriendschap, seks, drugs en muziek. Ik kan niet te veel verklappen, maar het wordt naar mijn bescheiden mening een waar meesterwerk.”

Over de nieuwe single: waar gaat die over voor jou?
“In She’s A Girl beschrijf ik een bizarre nacht tussen de hoofdpersoon en Katie in een minivan. Katie is in alle opzichten heftiger, intenser en gretiger. Hij voelt eerst nog wat weerstand, maar geeft zich snel over aan een van de wildste nachten van zijn leven, terwijl al zijn zintuigen in het rood uitslaan. Hij wordt op slag verliefd en dat heeft verregaande gevolgen.”

Wat zijn de plannen voor de rest van het jaar?
“We zullen met de band een vol weekend in Amsterdam blijven, waar we een hoop songs voor het album gaan opnemen bij Frans Hagenaars, dat is altijd een feest! Verder hoofdstuk voor hoofdstuk blijven werken aan het verhaal. Ik kan niet wachten tot ik alles kan laten zien en horen!”

Precies een week voor het uitkomen van Meandering, het debuutalbum van The Mysterons spreekt The Daily Indie met Peter Peskens (basgitaar) en Sonny Groeneveld (drums) in The Q-Factory in Amsterdam. De band is vernoemd naar de jaren zestig-poppenserie Captain Scarlett And The Mysterons, waarmee de band knipoogt naar de tijdsperiode waar alle bandleden een zwak voor hebben. Toch laat de muziek van The Mysterons zich niet gemakkelijk omschrijven. Peskens: “In een eerder interview hebben we gezegd popnoir. Dat vond ik wel nice. Maar ik weet niet of dat nu ook echt nog zo is…”

Groeneveld vult aan. “Ik denk dat ons geluid met het nieuwe album wel minder donker is geworden. Het is meer de pop-kant opgegaan. We proberen nieuwe kanten van onszelf te ontdekken en op die manier een andere insteek te vinden om popmuziek te maken. Maar dat is geen doel op zich. We hebben allemaal wel een soort idee van wat het specifieke geluid moet zijn. Op het moment dat we aan het spelen zijn, weten we wel wat ‘Mysterons is’ en wat ‘niet Mysterons’ is. Er zijn geen duidelijke regels voor, maar het is wel een duidelijk gevoel.”

Nieuwe bandleden
The Mysterons is een band, er is geen frontvrouw of bandleider, ieder heeft zijn aandeel en is gelijkwaardig verantwoordelijk voor het geluid. De vijf bandleden kennen elkaar van het Amsterdamse conservatorium en ieder heeft een ander muzikaal verleden. Doordat alle bandleden hun talenten en muzikale achtergronden inbrengen, ontstaat er een originele mix van invloeden. Na de laatste EP is gitarist Brain Pots uit de band gestapt om zich volledig te concentreren op PAUW, waarvoor Jordy Sanger in zijn plaats kwam. Het is een bewuste keuze geweest om met Pots af te sluiten voordat de band aan het nieuwe album begon. Hierdoor heeft Sanger zijn eigen inbreng gehad en bracht zijn komst een andere sound mee. Dat werd ook wel als verfrissend ervaren. “Brain was heel erg soundgericht, Jordy gaat dieper op de partijen in, hij probeert alles passend te maken”, aldus Peskens. “Door zijn manier van lijntjes bedenken zijn we een stuk ritmischer gaan denken. Het ene is niet beter dan het andere, maar de rol van Jordy is – zoals hij nu is – passend bij The Mysterons op dit moment.”

 

 

Verzameling jams en soundchecks
De totstandkoming van het debuutalbum is vooral te danken aan een verzameling opnames van jams en soundchecks. Als het eigenlijk niet hoeft, komen er ineens de beste ideeën. Sold My Medicine, de recente single, is ook op deze manier ontstaan. “Dat was een soundcheck. Dan spelen we wat en dan zegt iemand: ‘wacht, dit moeten we even opnemen’ en dan zet hij zijn iPhone aan. Als we het dan terugluisteren, is het nog best wel lastig te ontcijferen wat we precies deden”, zegt Peskens lachend. Groeneveld: “De volgende stap is dan om het in te kleuren en er een verhaal van te maken. Als band vinden we het belangrijk dat het geen standaard, saai voor de hand liggend ding wordt. We houden ervan om verschillende dingen binnen een nummer en binnen het album te proberen.”

Zo heeft iedereen zijn eigen inspiratiebronnen: van Wu Tang tot Portishead en Asia Boleh. Peskens: “Meestal zijn we ons niet heel bewust waar de inspiratie vandaan komt en zit het ergens in een onderbewuste laag. De baslijn van de track Meandering is daarentegen wel geïnspireerd op de basloop van Burn The Witch van Radiohead, dat vond ik zo vet dat ik dat idee ook wilde gebruiken. Uiteindelijk is het wel heel anders geworden, maar het zit wel ergens in de genen van het nummer.”

Meandering komt op 10 februari uit via Excelsior. Misschien is de band met hun geluid daar een beetje een vreemde eend in de bijt, voor Peskens voelt het als een persoonlijke overwinning. “Het zijn goede gasten en het label heeft vertrouwen in ons. Het past misschien niet bij de vibe die we tegenwoordig van Excelsior kennen, maar het zijn smaakmakers en ze hebben een duidelijk beeld van wat ze vet vinden. Dus ik ben erg trots dat ons album op dat label uitkomt.”

 

 

Totale wereldoverheersing
De band is momenteel druk met repeteren voor de komende clubtour. Dat werpt een heel ander licht op het album: er gebeurt muzikaal een hoop en er zijn tempowisselingen die op het album goed werken, maar live wat minder praktisch zijn. “Wij willen ook graag dat je live een andere ervaring hebt dan wanneer je de plaat luistert”, geeft Groeneveld aan. “Dat je als publiek ziet dat we samen muziek aan het maken zijn en iets aan het creëren zijn in plaats van dat we de plaat aan het naspelen zijn. Dat er zichtbaar iets ontstaat op het podium en dat je muziek kunt uitbouwen op het moment zelf. Wat op de plaat waarschijnlijk veel te lang zou duren. Het is live sowieso allemaal een stukje rauwer en uitvergroot. Het is de bedoelding dat de energie van het album ook terug te zien en te voelen is in de show. Maar dan wellicht nog net even wat sterker.”

Na de clubtour is het nog even afwachten, in Frankrijk is de band een samenwerking aangegaan met een van de meest toonaangevende agents op het gebied van indiemuziek, voor de Duitstalige landen zijn er gesprekken met een agent en ook vanuit Groot-Brittannië zijn de eerste voorstellen binnen gekomen. De band hoopt voor de toekomst ook op grote festivalshows, uiteraard een wereldtournee en om de grote zaal van Paradiso uit te verkopen. Groeneveld: “Ik verwacht niet dat we ineens een soort van ontploffen als het album uit is. Het is ook juist fijn om er te blijven bouwen en steeds een beetje verder te komen.” Peskens vult aan: “Maar we gaan zo ver als het maar kan. Wereldoverheersing.”

 

 

LIVE-DATA
17-02 – Merleyn, Nijmegen
19-02 – Rotown, Rotterdam
25-02 – Ekko, Utrecht
02-03 – Paradox, Tilburg
03-03 – Hedon, Zwolle
10-03 – Gebr. De Nobel – Leiden
23-03 – Sugarfactory, Amsterdam
04-03 – Metropool, Hengelo
24-03 – Podium Asteriks
07-04 – Fluor, Amersfoort

 

 

Het magische duo Jack Cooper (Mazes) en James Hoare (Veronica Falls) laat met ‘Green Lanes’ opnieuw van zich horen, na het alom positief ontvangen debuutalbum ‘Ultimate Painting’ (2014). En de Londenaren zijn voor deze tweede plaat vastberaden om nog meer muziek te maken die binnen het hokje van hun eigen bands niet past.

Cooper en Hoare hebben nog steeds de tijd van hun leven in Mazes en Veronica Falls, dus in principe was er weinig druk om een tweede album te maken met Ultimate Painting. En dat hoor je duidelijk op ‘Green Lanes’. Het eerste album leunde zwaar op drummachines en zéér aanwezige synthesizers, maar bevatte ook catchy teksten en melodieën. ‘Green Lanes’ is daarentegen een album dat minder pakkende teksten en synthesizers heeft, maar als geheel een volwassener indruk maakt en Cooper en Hoare op hun meest ontspannen staat van muziekmaken laat horen.

 

‘There’s so much you can take, before you break’, klinkt het op Paying The Price, een perfect in elkaar geweven track met een belachelijk mooi refrein. En zo gebeurt er nog veel meer, zonder Ultimate Painting heel hard hoeft te schreeuwen. Als het debuut een Casio-horloge was dat je dagelijks om je pols draagt, is ‘Green Lanes’ de 18-karaats ketting die je om je nek hangt wanneer je uit eten gaat in een Michelin-restaurant.

 

Het was een tijdje stil rondom onze Nederlandse psychsuperheld Jacco Gardner. Na zijn debuut in 2013 veroverde hij namelijk de wereld. In het toongevende Britse blad NME worden artiesten ondertussen met hém vergeleken, in plaats van andersom. De single Find Yourself had de weg naar onze oren al gevonden. Het nieuwe album ‘Hypnophobia’ is nu ook (eindelijk) daar, op maar liefst drie labels: Polyvinyl in Amerika, Full Time Hobby in Europa en Excelsior in Nederland.

In de twee jaar tussen zijn twee albums is ook de muziek van Gardner twee jaar vooruit in de tijd gegaan: van het eind van de sixties naar begin jaren ‘70. Voor ‘Hypnophobia’ liet hij zich inspireren door de zogenaamde library music, die in dit tijdperk uitzendingen op tv sierde. Gardners dromerige barokmuziek klinkt dan ook alsof het uit een zwarwit-televisie komt. Sommige tracks (Another You, Find Yourself, Hypnophobia) wekken zelfs de illusie dat ze zo als een duizend-en-één-nachtsoundtrack zouden kunnen dienen in een oude Disneyfilm. Sprookjesachtig prachtig, zoals we van Gardner gewend zijn.
Vrijwel de hele plaat is door de man zelf ingespeeld. Het ‘Cabinet Of Curiousities’-orgel is vervangen door een gitaar en diverse – ietwat bizarre instrumenten – die Gardner in de loop der jaren heeft verzameld via tweedehands spullensites, waaronder een klavecimbel en een door de fabrikant van Barbie gemaakte speelgoedversie van de mellotron. De televisiemakers van weleer hadden in hun handjes mogen knijpen met zulke library music. Jacco Gardner is en blijft one of a kind.

De plaat is uitgekomen op 1 mei op Polyvinyl en Excelsior. 

 

 

 

 

Ondergetekende is een uur te vroeg in Amsterdam-Noord beland, waar vertoeven aan het water een goed plan blijkt te zijn om op deze zonnige dag de tijd te doden. Op de agenda staat een persdag bij Excelsior rond Jacco Gardners nieuwe album ‘Hypnophobia’. Later, zittend aan een picknicktafel in de tuin van het label, praat The Daily Indie met deze oude bekende over zijn nieuwe plaat. En synthesizers.

Op ‘Hypnophobia’ experimenteert Jacco Gardner met library music: muziek die in films voorkomt en veelal instrumentaal is. Denk bijvoorbeeld aan het werk van de Italiaanse componist Ennio Morricone en de soundtrack van de film Suspiria, gemaakt door Goblin. Deze sound is prominent aanwezig op ‘Hypnophobia’. Hoe is dit tot stand gekomen? “Op de eerste plaat was ik al bezig met library music zonder dat ik eigenlijk wist wat de term inhield”, vertelt Gardner. “Maar uiteindelijk kwam ik erachter: ‘O ja, dat is een ding’. Toen ben ik er helemaal ingedoken en begon ik meer naar films te kijken uit de jaren zeventig en tachtig. Met name Disneyfilms uit de jaren tachtig hebben mij geïnspireerd om dit album te maken. Vanwege de combinatie tussen iets dat duister en kinderlijk is. Bijvoorbeeld de film Return of Oz is superdisturbing en totaal niet geschikt is voor kinderen.”

Hoorn
Gardners fascinatie voor fantasy- en horrorelementen in kinderfilms op ‘Hypnophobia’ maakt benieuwd naar zijn eigen kindertijd in Hoorn. “Ja, een moeilijke periode was dat, niet echt per sé leuk. Ik was altijd al een loner, al ik trok wel vaak op met Hugo (van de Poel, van Earth Mk. II – red.) ondanks dat hij in een ander jaar zat. Resultaat was dat ik verplicht werd om ook met andere mensen om te gaan. Je kunt nu eenmaal niet vier jaar lang in je eentje op school rondhangen, je moet sowieso vaak samenwerken. Dus ook met mensen met wie ik vrijwel niets gemeen had.” Gardner had het kortom niet makkelijk in Hoorn, iets dat vandaag de dag weerspiegelt in zijn eigenzinnige muziek, die ook lang niet door iedereen begrepen wordt. Sowieso heeft de muzikant Engels bloed, maar is er eigenlijk nog wel iets typisch Nederlands aan Jacco Gardner? “Goede vraag…”, bekent hij. “Dit is echt een lastige, omdat ik me tijdens het maken van mijn muziek juist niet per se op Nederland richt. Ik vind het moeilijk om het zelf te zeggen, waarschijnlijk kan iemand anders het heel duidelijk aanwijzen. Misschien de structuur van hoe ik mijn muziek maak. Het heeft ook wel iets Duits, dat hele rigide ding, dat komt ook wel terug in de Nederlandse cultuur.”

Analoog vs Digitaal
Het mag bekend zijn dat het verzamelen en gebruiken van allerlei instrumenten een belangrijk aspect is van Gardners muziek. Zo kreeg hij op zijn debuut ‘Cabinet Of Curiosities’ hulp van muziekkunstenaar Jean Audier. Op ‘Hypnophobia’ gebruikte Gardner verscheidene analoge en digitale instrumenten, bijvoorbeeld de Korg MS-20, een analoge synthesizer uit de jaren zeventig, die typerend is voor zijn geluid. Gardner vertelt vol passie dat hij fan is van zowel analoog als digitaal: “Door de combinatie kom je geluiden tegen die je vroeger nog nooit eerder hoorde, omdat ze in die tijd niet konden. Dat maakt het zo fascinerend, omdat je die hele synthesizerwereld opnieuw kan verkennen. Ik koop mijn instrumenten voornamelijk op Marktplaats en soms ook via eBay. Ik zit niet tot diep in de nacht op instrumenten te bieden, hoor. Ik gebruik een auction sniper (een tool die de advertentie in de gaten houdt en automatisch voor je biedt – red.).” Iedereen koopt wel eens iets op internet waar je later spijt van hebt.

Zo ook Gardner: “Ja, mijn Yamaha NP-30, een grote elektronische piano uit de jaren zeventig met gewogen toetsen. Ik had daar iets meer van verwacht, omdat er tof elektronisch harpsichords-geluid uitkwam, maar ik heb dat ding nog nooit gebruikt. Dus als iemand dit leest en denkt: dat wil ik nog graag hebben…”

 

 

Beetje bij beetje veroveren de jonge honden van Afterpartees het land. De Wereld Draait Door heeft hen al omgedoopt tot de grootste Eurosonic Noorderslag belofte en het nieuw album ‘Glitter Lizard’ is vol lof ontvangen, onder andere door ons! De jaren zeventig pop waarmee deze is gevuld  is oldskool maar bruist van de jeugdige energie. Girls Like You is zelfs al een heus hitje te noemen. Klinkt als de perfecte formule voor een leuk avondje uit, toch?

Komt goed uit! The Daily Indie mag namelijk 2×2 tickets voor hun gig op 21 februari in Metropool weggeven.  Als je de jongens wat beter wil leren kennen voor de eerste date, daar hebben wij ook voor gezorgd. Lees het interview met Afterpartees hier.

Winnen? Mail dan je naam en motivatie naar prijsvraag@thedailyindie.nl.
Om alvast in de mood te komen en te fantaseren:

 

Hier krijg je als cadeautje ook nog eens Mountain Bike als supportact bij, hier namen wij vorige maand op Eurosonic Noorderslag een videosessie mee op, bekijk ‘m hier!

unterwelten

 

Een tijdje verdween hij van de radar en jarenlang kregen we geen nieuwe muziek van hem te horen. Hij trok naar Berlijn en vond zichzelf als artiest opnieuw uit. In de studio van Einstürzende Neubauten sleutelde Michiel Flamman (eerder bekend als J Perkin en Solo) aan zijn nieuwe project, waarmee hij naar de meest duistere, intieme en mystieke plekken van zijn carrière gaat. We wisten het al langer, maar Flamman is niets minder dan heer en meester van de melodie. Als geen ander weet hij kracht en emotie te bundelen in melodie-lijnen die je keer op keer doen verbazen. 

 

 

 

 

Maniakaal
Op zijn debuut als Unterwelten komt er een nieuwe kant van de muzikant om de hoek kijken. De Berliner bijt en gromt tegenwoordig, klinkt zwaar, groots, experimenteel en op momenten haast tragisch. Een geheimzinnig nummer als Dig klinkt dreigend en gaat diep onder je huid zitten. Toch is ook de lichte en lieflijke kant nog aanwezig op nummers als A Beggar en Broken Bench. Maar de plaat is op zijn best tijdens donkere nummers als het maniakale Boxing The Compass, het betoverende Early Winter en Marylin and Me dat dwars door de luisteraar heen snijdt. ‘Unterwelten’ is een plaat om je heerlijk in onder te dompelen.
Ricardo Jupijn

 

 

 




Van Jacco Gardner‘s aankomende debuut ‘Cabinet Of Curiosities’ is er een nieuw nummer verschenen: The Ballad Of Little Jane. Een prachtig en lieflijk barokliedje, vol met harpsichord, orgel, Beatles-achtige akkoordenschema’s en een bijzonder subtiele en sierlijke productie. Het is zo verbluffend mooi dat we er eigenlijk niet zoveel woorden voor kunnen vinden. Met dit nummer en zijn voorgaande singles kunnen wij dan ook oprecht niet wachten tot zijn debuut op 11 februari 2013 in de winkels verschijnt. Wát een muzikaal talent.

 

Jacco Gardner – The Ballad Of Little Jane