Een motto dat bij ons op de figuurlijke redactiemuur staat: als je iets mist, begin het dan. Joep van Leijsen stoorde zich er bij concerten net even iets te vaak aan dat de muziek en artiest ondergeschikt leken aan de beleving van de bezoekers. Het zou andersom moeten zijn, redeneerde hij. Omdat hij nergens vond want hij zocht, begon ‘ie het gewoon lekker zelf.

Een concert moet een beleving zijn, vinden wij bij The Daily Indie. Dat is ook de reden waarom je ons meestal niet achterin de zaal bij de bar aantreft, overwegende of we dit optreden drie of vier van de vijf sterren moeten toekennen. Nee, wij staan vooraan, al dan niet in de pit, waar je de muziek en sfeer van de avond het meest intens beleeft.

Nadeel van zo’n immersieve concertbeleving is dat ‘ie niet echt in dienst staat van de artiest en zijn muziek. Eerder andersom: de muziek is aankleding voor de beleving van de gig. Nu is dat bij een punkband niet zo’n probleem. Ander verhaal wordt het wanneer de muziek zich er juist voor leent om in het middelpunt van de belangstelling te staan. En iedereen die weleens een concert bezoekt waarbij de versterkers niet op standje elf staan, weet dat er dan altijd wel dat irritante groepje aan de bar is dat op iets te hoog volume het weekend staat na te bespreken.

Curated ontstond uit deze frustratie. In 2011 bezocht Bredanaar Joep van Leijsen de Union Chapel in Londen voor de reünie van The Kashmir Club. Bij deze legendarische, in 1997 door oud-Iron Maiden-bandlid Tony Moore geïnitieerde, intieme clubavond betaalden bezoekers geen entree, als ze maar hun klep hielden tijdens de optredens. Voor het eerst zag Van Leijsen een avond vol onbekende bands en tegelijk een muisstil publiek dat voor 100% aandacht had voor de artiest en zijn muziek.

 

 

Hij nam dit idee mee naar Nederland en startte Curated. Het idee: intieme concerten op sfeervolle, kleine locaties, en ‘echte’ artiesten, veelal uit de UK, die hier onverdiend nog geen voet aan wal hebben.

De artiestkeuze is vooral het product van Van Leijsens eigen smaak. “Ik moet werken met iets waar ik in geloof. Qua genre bakenen we het af op singer-songwriter, folk en indiepop, omdat bezoekers altijd moeten snappen waar Curated voor staat. De band mag nog niet te groot zijn. Mijn vuistregel is tienduizend Facebook-likes. Daarboven spelen te veel andere belangen en heeft de artiest mij niet meer nodig.”

 

 

Vanzelfsprekend is de setting van belang: bij Curated is geen verhoogd podium. De bezoekers zitten letterlijk aan de voeten van de artiest. Van Leijsen: “Optredens moeten een akoestische feel hebben. We hebben soms wel grote bands, maar die spelen dan meer stripped back dan bij een poppodium. De versterkers vol open werkt denk ik niet. Die intieme setting verlaagt de drempel om de muziek direct aan het publiek te richten. Er mag geen afstand zijn met de artiest.”

Curated’s eerste editie in Breda werd gevonden door 130 man, die Van Leijsen grotendeels kende via zijn Facebookgroep Toffe Concerten & Hippe Festivals. Vanaf daar ontstond een domino-effect: locaties en artiesten worden door de opgedane contacten steeds makkelijker gevonden. En zo kon het gebeuren dat Curated afgelopen jaren uitgroeide van veredeld huiskamerconcert in Breda tot steevast uitverkochte evenementen overal in het land. Van Leijsen heeft inmiddels een team van (in variërende samenstellingen) negen man: iemand voor de pr, licht en geluid, en videomakers.

Van Leijsen is geen boeker of promotor, benadrukt hij: Curated is een promotieplatform. Voor de artiesten die hij afgelopen jaren programmeerde (oa. Mosa Wild, Ziggy Alberts, Nathan Ball, Adam Barnes, Kawala, Luke Concannon (oud-Nizlopi), John Joseph Brill) betekende het niet zelden een opstap naar meer shows. Mosa Wild, Nathan Ball en Adam Barnes zitten tegenwoordig in de stal van Friendly Fire. Ziggy Alberts verkocht afgelopen juli zijn twee shows in Paradiso en Bitterzoet uit.

 

 

Zien is geloven. Daarom toog ondergetekende op een druilerige septemberavond, zo eentje waarop het vroege invallende duister je doet beseffen dat de zomer nu toch wel echt ten einde is, naar Curated. Voor deze avond vond Van Leijsen in het Zoku-hotel aan de Amsterdamse Weesperstraat een locatie voor de uit Oxford afkomstige singersongwriter Adam Barnes (voor wie Van Leijsen inmiddels het management doet) en de Londense folkies van To Kill A King.

 

 

Bij aankomst op de bovenste verdieping van het überhippe designhotel treffen we een tamelijk ontspannen Van Leijsen aan in het restaurant, terwijl hij met zijn crew en de bandleden aan een lange tafel snel een maaltijd naar binnen werkt. “Goed dat je er bent, man! Kom, ik laat je de ruimte zien.”

 

 

De normaliter ongetwijfeld kille congreszaal die aan het dakterras van het hotel grenst, is omgebouwd tot iets bijzonders: er staan planten, de grond ligt vol kleurige kussens en achter de met gloeilampen verlichte stage staan tientallen antieke, teakhouten lampenradio’s opgestapeld. Zelfs zonder muziek en bezoekers al een sfeervol schouwspel. Een driekoppige cameracrew wacht geduldig tot ze aan het werk mag: de optredens bij Curated worden steevast vastgelegd, als promo voor de artiest en de organisatie zelf.

 

 

Terwijl Van Leijsen zich met de geluidsman buigt over de monitorproblemen van Adam Barnes, treffen we To Kill A King-zanger Ralph Pelleymounter met zijn sigaret en IPA’tje op het dakterras. Hij vertelt dat de band naast een geplande gig op Reeperbahn Festival een reeks huiskamerconcerten wilde doen, back to basic. Het vijftal plaatste een oproep op Facebook en de uitnodigingen stroomden binnen. Een huiskamershow in het Vlaamse Werchter (de plaats, niet het festival), een 2 Meter Sessie in Hilversum en een twee keer gecrashte tourbus brachten de band naar onze hoofdstad. De week hierna staan vijf shows in Duitsland op het programma, om ruim een week later weer te eindigen in Rotterdam.

 

 

Aan mogelijkheden voor intieme gigs in Nederland geen gebrek, zo lijkt het. Want Curated is natuurlijk niet het enige initiatief dat optredens verzorgt in zulke settings. In Rotterdam is To Kill A King een week later te gast bij Popup010, in een fietsen- en koffiezaak. In Nijmegen zijn de recent nieuw leven ingeblazen Kapelsessies zo’n beetje legendarisch. En ieder grootstedelijk poppodium heeft wel een kerk of iets vergelijkbaars achter de hand, mocht het optreden in kwestie zich voor zo’n setting lenen.

 

 

De avond bij Curated onderschrijft dit. Even na achten stroomt de zaal van Zoku vol met de ruim honderd bezoekers. De avond is gratis, maar in verband met de capaciteit moet er wel een ticket aangeschaft zijn. Een uitzondering, volgens Van Leijsen, omdat de band er nadrukkelijk om heeft gevraagd. “Normaal vraag ik vijftien euro, want ik vind dat muziek niet gratis mag zijn. Niemand klaagt daarover trouwens, wat grappig is, omdat kleine zalen van mening zijn dat een show maximaal een tientje mag kosten.”

 

 

Het publiek is gevarieerd: er zijn regulars van Curated, hondstrouwe groupies van To Kill A King, maar ook bejaarde Duitsers en Amerikanen die in het hotel verblijven (de avond werd door Zoku geadverteerd aan gasten). Van Leijsen heet iedereen welkom bij de deur.

Als Adam Barnes begint met spelen, is het direct doodstil. De duisternis is inmiddels ingevallen, de lichtman van Curated heeft zijn werk goed gedaan. Het enige licht in de ruimte komt van twee spots in het publiek, de warm gloeiende stagelights op standaard en een langzaam pulserende gloed uit de oude radio’s, die voorzien blijken te zijn van lampen.

 

 

‘We hardly talk any more, I play shows every night / Playing sad song to strangers, is it worth it?’ vraagt Barnes zich in één van zijn songs af. Goede vraag. We kunnen ons zomaar voorstellen dat deze setting het wel degelijk waard is. We waren nog nooit ergens waar de setting, sfeer, het publiek, de hele concertbeleving zó volledig in dienst staat van de muziek die te gehore wordt gebracht. Zelfs de verlegen, stotterende Barnes zelf, die eigenlijk ontzettend grappig is, excelleert in deze omgeving. De anekdotes tussen de songs zouden overal obligaat aandoende praatjes zijn. Hier niet. Barnes heeft de volle aandacht van het publiek, dat doodstil luistert als het moet luisteren, en lacht als het moet lachen.

 

 

Na een korte pauze en een nieuw, koud IPA’tje in ons hand blijken de vijf aimabele jonge gasten van To Kill A King meer op hun gemak. Het volume en tempo liggen hoger en de interactie lijkt iets meer ingestudeerd. Maar muzikaal excelleert het navenant. Als compensatie voor het gratis concert (en waarschijnlijk ook ter compensatie van de schade aan de gehuurde tourbus, die de band ongetwijfeld de borg zal kosten) gaat de pet rond langs het publiek. En het kan aan ons liggen, maar de indruk die de bands op de bezoekers maken, vertaalt zich ook naar de financiële bijdrages die we in die pet zien verdwijnen vanavond.

 

 

Het maakt kristalhelder dat normaliter een artiest vaker wel dan niet ‘a mean to an end’ is. Zelfs als het publiek voor de muziek komt, is het de individuele ervaring van de bezoeker die telt. De artiest en zijn muziek staan dan in dienst van de concertbeleving. Bij Curated is het omgekeerd: de optredens zijn net zo vermakelijk, maar hier draait het om de ervaring als collectief. De concertbeleving heeft, tot in het kleinste detail, als doel om de artiest en muziek in het middelpunt van de belangstelling te zetten. En zo’n mes snijdt aan twee kanten, want daar krijgt het publiek dan ook weer muzikale warme deken voor terug.

En als achteraf de zaal langzaam leeg druppelt en Barnes en de bandleden van To Kill A King nog een praatje maken met wat achterblijvers, kan ondergetekende niet anders dan concluderen dat de aandacht voor detail bij Curated dermate toegevoegde waarde voor de concertbeleving biedt, dat bezoekers daar graag goed voor betalen, dan wel doneren.

Niet dat Van Leijsen rijk wordt van Curated, trouwens. “De afspraak is dat ik alle kosten van de band dek, dus vervoer en verblijf enzovoort. Dat zorgt ervoor dat ik maximaal break-even draai. Winst maken is niet te doen met internationale bands. Dat is ook niet het idee. Voor de band is het een mooie kans voor tourervaring, promo en te bouwen aan een fanbase in Nederland.”

“Vanuit oogpunt van Curated is het natuurlijk minder romantisch. De afgelopen vier jaar zit ik er met tien, twintig mille eigen geld in. De realiteit is dat ik dat niet terug ga verdienen. Maar als ik het toch een romantisch einde moet geven: ik vind het mooi om me te blijven inzetten voor de waardes van Curated: aandacht schenken aan muziek, kansen bieden aan opkomende artiesten en zorgen dat bezoekers een leuke avond hebben.”

Op de hoogte blijven van de gigs die Curated organiseert? Houd de website in de gaten of volg de Facebook-pagina!