London Calling staat erom bekend dat er elk moment weer een nieuwe editie aangekondigd kan worden. Begin maart vond het nog plaats met onder andere Black Honey en Authobahn, en gisteravond was het weer raak. Slechts één avondje dit keer, maar een avond die volgestouwd staat met namen die er niet om liegen. Wij (Mabel Zwaan & Jelmer Luimstra), zagen onder andere Car Seat Headrest en Royal Headache!

Cullen Omori
Aan Cullen Omori (de frontman van wijlen Smith Westerns) de eer om deze mei-editie van London Calling te openen. En dit doet hij in stijl. Zijn lokje wappert speels heen en weer over zijn John Lennon-zonnebril terwijl een roze gitaar om zijn nek bungelt met een atmosfeer van nonchalance eromheen. Omori heeft de catchiness van zijn oude band meegenomen, maar heeft diens luchtige ondertoon en glampunch vervangen door melancholie. De lo-fi van zijn onlangs uitgebrachte album New Misery wordt door het net wat te harden geluid overstemd. Toch maakt dit de muziek niet minder aangenaam. Tussen verrukkelijke indiebangers (Cinnamon, Sour Silk, No Big Deal) in doet Omori shots, honkbalimpressies en brabbelende speeches tegen het publiek. “I hope you like it, and if you don’t… whatever.” Onze goedkeuring heeft hij. (MZ)

Cullen omori

Cullen Omori

cullen omori

 

Cub Sport

In november 2013 was deze Australische band al te vinden op London Calling. Toen waren het nog vier pubers met mierzoete popliedjes en Beyoncé-covers waar de bovenzaal op stond te springen. Nu is Cub Sport zowaar volwassen geworden en opent de band de grote zaal. De nummers over hondjes zijn vervangen door nummers over hartzeer, de H&M-vestjes zijn verruild voor legerprint. En waar frontman Tim Nelson toen niet achter z’n toetsen vandaan was te rammen, pakt hij nu vaak een gitaar op. De nummers zijn nog steeds ronduit lieflijk, maar met een serieuze onderlaag. Van suikerspinzoet naar zoetzuur. Maar de band blijft de onschuld zelve. Deze ultieme braafheid en dit ultieme binnen-de-lijntjes-kleuren blijft helaas niet zo lang spannend. Over drie jaar weer een kans. (MZ)

cub sport

cub sport

 

Car Seat Headrest
Car Seat Headrest a.k.a. Will Toledo is dé new indiekid on the block van 2016. Toledo rommelt al jaren met muziek, hij heeft zelf twaalf crappy kwaliteitalbums online gezet en nadat hij werd opgepikt door een label kwam er een compilatie uit. En daar was op 21 mei zijn eerste ‘echte’ album, Teens Of Denial, dat door iedereen de hemel in wordt geprezen. En terecht. Sinds zijn optreden op Le Guess Who? is het erg rap gegaan. Toen speelde hij in een volle EKKO, nu in een volle grote zaal van Paradiso. Hij begint het optreden in z’n eentje, breekbaar en intiem. Dit komt nog niet lekker over door het praatgrage London Calling-publiek. Maar zodra de band het podium betreedt lijkt iedereen om. De integere Toledo houdt intieme en uitbundige rock feilloos in balans, als eb en vloed die elkaar moeiteloos afwisselen, zonder dat het hem ook maar een druppel zweet lijkt te kosten. De show steekt door deze beheersing extreem sterk in elkaar. Car Seat Headrest scheurt via London Calling richting de ultieme doorbraak, en sluit zich zo aan bij de legendes die hem voorgingen. (MZ)

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest

 

Royal Headache
Royal Headache bestormt het dampende Paradiso met als binnenkomer hun bekende single High. De band maakt zeer aanstekelijke punkrock, maar dan nét wat milder dan wat je je in de eerste instantie voorstelt bij het genre. De performance van frontman Shogun trekt eigenlijk meer de aandacht dan de muziek zelf: als een bezetene springt hij over het podium en horen we nummers als Carolina en Another World in een roes voorbij komen. Ondanks de verslavingsgevoelige songs, blijft Royal Headache vrij eentonig deze avond. Wat na het intense Car Seat Headrest eigenlijk nog meer opvalt. De gitarist lijkt enkel twee akkoorden te spelen, en de bassist en drummer volgen gehoorzaam, en durven niet uit hun ‘hokje’ te stappen. Als de band instrumenteel gezien wat meer uit zou pakken, in plaats van alleen zanger Law, zal de muziek vast een stuk beter overkomen. (JL)

Royal Headache

Royal Headache

Royal Headache

Royal Headache

Royal Headache

 

Dilly Dally
Na Royal Headache rent iedereen door naar de kleine zaal om zich te laten overdonderen door de freaky en harde sounds van Toronto’s nieuwste aanwinst: Dilly Dally. We zien een bassist met een afzichtelijk staartje, terwijl frontvrouw Katie Monks nog even muziek luistert door haar Hello Kitty-koptelefoon: een paar minuten rust voordat de storm begint. Dilly Dally speelt hard, vuig en Monks’ stem zou zo van een baby uit een horrorfilm kunnen zijn. Maar wat opvalt is dat de band, door alle harde geluiden heen (die ons doen denken aan Pixies en Sonic Youth) duidelijk gevoel heeft voor songwriting. Iets wat nogal eens ontbreekt bij de hardere bands. Het derde, wat langzamer nummer heeft een goede melodie en de high-pitch vocalen maken het alleen nog maar vetter. Dilly Dally is uniek, en een verfrissende band ten opzichte van vele andere bands in de scene. (JL)

Dilly Dally

Dilly Dally

Dilly Dally

Dilly Dally

Dilly Dally

 

Nog meer gezien! Canshaker Pi, Ulrika Spacek en Methyl Ethyl!

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

Methyl Ethyl

Methyl Ethyl

Canshaker Pi

Canshaker Pi

Ulrika Spacek

Ulrika Spacek

 

 

 

Uit Down Under: Cub Sport, een frisse indiegroep die elektronica mixt met meerstemmige zang. De heren en dame uit Brisbane komen na drie EP’s met hun debuutplaat, This Is Our Vice, en die klinkt donkerder dan we voorheen van de band hebben gehoord.

Waar de vorige platen nog speels en vrolijk klonken, is deze plaat voor een groot deel best serieus. Openingsnummer Sun geeft een goed beeld van de rest van de plaat. Zware synthesizers en baslijnen overheersen samen met de mooie meerstemmige vocalen van de frontman en -vrouw Tim Nelson en Zoe Davis. Hier ligt dan ook de kracht van Cub Sport. De langzame en emotionele Come On Mess Me Up en Only Friend wordt afgewisseld met uptempo songs als I Can’t Save You , I Don’t Love My Baby en I’m On Fire. De sound van Cub Sport doet denken aan een mix van bands als The Naked and Famous en Two Door Cinema Club.

Cub Sport heeft met This Is Our Vice een prima debuutalbum afgeleverd, dat klinkt als een solide geheel met strak geproduceerde songs. De vraag is alleen of de band dit live ook waar kan maken: het zou nog wel eens heel lastig kunnen zijn om die goed geproduceerde songs live op de juiste manier neer te zetten. Zodra de groep naar Nederland komt, kunnen we daar verder over praten.

 

Daar hebben we weer dat schattige Australische bandje van London Calling twee jaar terug, met de allergrootste gunfactor die wij ooit hebben uitgegeven. Het lieve, zoetsappige Cub Sport maakt aandoenlijke synthpop, maar is met de nieuwe single Only Friend duidelijk een meer elektronische weg ingeslagen. En dat klinkt niet verkeerd! Met veel lome synthesizers, ‘oeh’s’ en ‘aah’s’ is Only Friend een perfect nummer om aan te zetten als je even wil relaxen en al je zorgen uit je lichaam wil laten vloeien.  

De track is volgens de band een nummer over eenzaamheid en je alleen voelen, wat ook goed te zien is in de bijbehorende videoclip. Zanger Tim Nelson wil daarbij het taboe van depressie doorbreken. Ook is het langverwachte debuutalbum van het viertal in zicht: in maart 2016 zal deze tot dusver naamloze plaat verschijnen op het Amerikaanse Cosine Records.