De normale Nederlander – je weet wel, dat fictieve figuur dat voor zoveel politieke problemen zorgt – kijkt met dank aan Netflix meer series dan ooit. Maar we kijken niet alleen. Wie Netflix even minimaliseert en zich richt op Facebook, Instagram of Twitter, hoort slechts nog stemmen en muziek. Helemaal niet erg, want muziek kan net zo belangrijk zijn als beeld.

Dat bewees Graham Coxon van Blur onlangs nog met zijn soundtrack voor The End Of The F***ing World, terwijl de Stranger Things-soundtrack van Kyle Dixon en Michael Stein een ware jaren tachtig-revival teweegbracht. Een andere serie die de aandacht trekt met zijn soundtrack is de Britse maffiaproductie Peaky Blinders. Nick Cave, Arctic Monkeys en Iggy Pop leverden de afgelopen seizoenen muziek voor de serie. Ook het Nijmeegse Foxlane spint echter garen bij het Britse programma.

Het is december 2017 als ik Guus Timmermans voor het eerst ontmoet, op de kerstborrel van The Daily Indie. Hij vertelt mij enthousiast over zijn band: Foxlane. Ze waren genomineerd voor de Beste EP van Gelderland en doen mee aan de Grote Prijs van Nederland. Nu bevat mijn playlist doorgaans weinig winnaars van beide competities, maar ik besluit bij thuiskomst toch een bezoek te brengen aan de Spotify-pagina van het viertal. Daar valt mij al snel op dat hun populairste single (Birmingham) 300.000 keer gestreamd is, bijna tien keer zoveel als de tweede track op de Foxlane-pagina. De band koestert bovendien bijna 40.000 maandelijkse luisteraars, die voor het grootste deel afkomstig zijn uit Londen, Parijs, Madrid, Istanbul en Barcelona. Ter vergelijking: Amber Arcades heeft er bijna 20.000, Pip Blom bijna 30.000.

 

Mazzel-royalties
Hoe dat kan, is niet moeilijk te ontdekken. Birmingham blijkt namelijk een prominente plek veroverd te hebben in veel playlists die gewijd zijn aan Peaky Blinders. De track prijkt in veel gevallen bijna bovenaan zulke afspeellijsten, ergens tussen eerdergenoemde grootheden. Veel websites vermelden daarnaast dat het nummer van het jonge kwartet deel uitmaakt van de muzikale begeleiding van The Noose, de loeispannende eerste aflevering van Peaky Blinders’ recente vierde seizoen. Als ik de aflevering meerdere malen gekeken heb, heb ik de andere vermelde nummers (van onder meer Savages, Yak en FIDLAR) wél gehoord, maar kan ik geen spoor ontdekken van Foxlane’s Birmingham.

Een paar dagen later besluit ik Guus ernaar te vragen. “Nee, we zitten niet in de serie zelf, alleen in de playlist”, lacht hij. “We hebben ooit een keer contact gezocht met een beheerder van zo’n playlist en veel geluk gehad.” Birmingham, zo vertelt hij, is niets meer of minder dan een ode aan Peaky Blinders. ‘We own Birmingham’, zingen de Nijmegenaren. ‘We’re the Peaky Blinders!’ Een mailtje van de seriemakers heeft Foxlane nog niet ontvangen, wat royalties wél: “Van de plays uit die playlist hebben we tegenwoordig een aardig zakcentje.” En die websites waarop vermeld staat dat Birmingham wel degelijk in de soundtrack zit, dat is gewoon ‘slechte journalistiek’, al zorgde het er wel voor dat de track soms vierduizend keer per dag gestreamd werd. Inmiddels is dat wat afgenomen, maar het maakt de tribute niet minder waardevol, weet Guus, die de serie nog maar eens tipt. “Ik zou het echt eens kijken, alleen om de muziek al!” Kortom, we voegen Peaky Blinders toe aan onze kijklijst en voegen nog een tip van onszelf toe aan die van Guus: luister Foxlane!

Het leek er niet meer van te komen. Een succesvolle solocarrière diende zich aan voor de één en wereldfaam kwam op het pad van de ander. En toen tóch. Met diezelfde solocarrière op een lager pitje en de wereldfaam on hold zagen Miles Kane en Alex Turner hun kans schoon. Met een nieuw album op zak zijn The Last Shadow Puppets na acht lange jaren herrezen.

Everything You’ve Come To Expect luidt de veelbelovende titel, maar wat hadden we eigenlijk kunnen verwachten van een vervolg op The Age Of The Understatement, een plaat die inmiddels mythische proporties aangenomen heeft? Een trip down memory lane? Een nieuw barok-rockjuweeltje? De som van Turner en Kane anno 2016? Voor hen die een tweede meesterwerk verwacht hadden, is een lichte teleurstelling niet uit te sluiten, want dat is Everything You’ve Come To Expect niet helemaal. Zoals te verwachten, is de sound van The Last Shadow Puppets met de sound van Arctic Monkeys en soloartiest Miles Kane mee veranderd, maar dat blijkt niet volledig ten goede.

Geklemd tussen twee Arctic Monkeys-platen en verwikkeld in het kortstondige bestaan van The Rascals, was The Age Of The Understatement een curiositeit: een plaat die alleen onder de noemer van een gezamenlijk project had kunnen bestaan. De opvolger is aanzienlijk minder afwijkend. The Element Of Surprise had op Humbug niet misstaan, de venijnige single Bad Habits heeft veel gemeen met Kane’s bescheiden hitjes Come Closer en Inhaler en hekkensluiter The Dream Synopsis lijkt verdacht veel op Piledriver Waltz zoals die op de Monkeys’ Suck It And See verscheen.

Uniek is ’t allemaal niet, maar afzonderlijk beschouwd is Everything You’ve Come To Expect wel degelijk van hoog niveau: de composities zijn, wederom met dank aan producer James Ford en violist Owen Pallett, intelligent en ingenieus, het karakteristieke stemgeluid van Miles Kane en de zoetgevooisde vocalen van Alex Turner zijn wederom tot een hemels geheel samengesmolten. Met spitsvondige teksten als ‘The dance she does to (S)hadowplay / Appeals to an ancient impulse’ is het bovendien wederom zwijmelen geblazen. Beter zijn The Last Shadow Puppets niet geworden, mogelijk zelfs ietwat slapper, maar vooralsnog is het wat supergroepen betreft eenzaam aan de top.

 

Met Nothing From The Monkey Is Free maakt de neo-psychedelische rockband La Horse uit Londen een aangename sixtiesrocksong, die klinkt als een vintage klassieker die vijf decennia met zorg werd bewaard voor nu.

De band is niet zuinig geweest met orgels en doorspekt de song met vette gitaarriffs. Het ademt de sfeer van de muzikale omslag die Arctic Monkeys onder begeleiding van Josh Homme maakten bij het maken van de duistere plaat ‘Humbug’. Tot op heden leek la HORSE geheim gebleven, maar daar kan zomaar eens verandering in komen met deze song.

 

Na een inmiddels zes jaar oud debuut leek psychpopband Mini Mansions van de aardbol verdwenen. Mooi niet, want het drietal is terug. Met minder psych, meer pop en een nóg imposantere vriendengroep. Naast QOTSA-bassist Michael Shuman, zijn ook Alex Turner en Brian Wilson gestrikt. Op het eerste gezicht lijkt ‘The Great Pretenders’ een gezellig popplaatje, maar dit glossy randje is slechts illusie.

Eronder ligt een donkere, deprimerende laag, met teksten als ‘you can’t see me crying’ en ‘you can be lonely, but I don’t understand emotions’. Het album heeft catchy, Beatlesque hooks, maar de band weet de interesse met moeite vast te houden. De verrukkelijke single Any Emotions (met Brian Wilson) en de panterprintsexy track Vertigo (met een fluisterende Alex Turner) zijn de hoogtepunten.

 

De meeste bandleden in Pretty Vicious zijn nog te jong om legaal een biertje te kunnen bestellen in de pub, maar hun muziek klinkt er niet minder gevaarlijk om. Ruige Britpop uit Wales, met opzettelijke knipogen richting Oasis en Arctic Monkeys.

Zanger Brad Griffiths schreeuwt de longen uit zijn lijf op debuutsingle Cave Song: ‘I’m tired and I’m bored’! Working-class boredom? Griffiths windt er tegen NME geen doekjes omheen: volgens hem moet er in Groot-Brittannië nodig weer eens een working-classband opstaan. Pretty vacant zijn ze trouwens niet meer, want Pretty Vicious tekende onlangs bij Virgin EMI.

 

the orwells band

 

Na vorig jaar maar liefst 2 EP’s uit te brengen en op tour te zijn geweest met onder andere FIDLAR en The Arctic Monkeys, hebben garagerockers The Orwells hun nieuwe album ‘Disgraceland’ alweer aangekondigd. Tegelijkertijd  hebben ze ook meteen nog een nieuw nummer van het album gedeeld: Let it Burn.

 

Energieke lompheid
De band staat bekend om hun enorm wilde optredens die wel eens flink uit de hand dreigen te lopen, en in de video van Let it Burn zien we precies daar wat mooie beelden van terug. Ook het nummer  zit vol met diezelfde heerlijke energie en lompheid waaraan de band die reputatie te danken heeft. Na iets meer dan 3 minuten weet je precies wat The Orwells doen en hoe goed ze daar wel niet in zijn.
Olaf Slootweg