Gisteren kon je het verslag lezen van de eerste plakkerige Sniesterdag al lezen, met hoogtepunten als Pip Blom en Double Veterans. Ook op de tweede dag staan we weer met pen en papier voor alle podia die het festival rijk is en landen we aan het begin van de avond in hartje Den Haag op de Grote Markt. Eens kijken wat Sniester ons vandaag allemaal te bieden heeft.

Na een kleine, gezellige wandeling door de Hofstad, slaan we de hoek om en lopen we een volle Grote Markt op. Was het tijdens de openingsdag snikheet, is het vandaag tropisch en wordt er hier lekker uitgepuft onder een zee van parasollen. Eindeloze terrassen vol mensen, gezelligheid, drankjes en cafeetjes. Links en rechts wordt er al gesoundcheckt en buiten spelen bands als Trio Escobar, Baptiste W. Hamon en Mooon sessies op het plein. Na een hapje eten onder het motto “bodempje  leggen”, zijn we er klaar voor. Halte 1: Altın Gün.Van Grasnapolsky tot Motel Mozaique, wie kent deze nieuwe festivalhit inmiddels niet vraag je je af? De band heeft vandaag de dubieuze eer gekregen om de dag te openen, waardoor (je las ’t net al van dat lekkere terras net) het even duurt voor het allemaal op gang komt. Het festival that is, want het zestal uit Amsterdam kijkt niet op of om en staat moeiteloos lekker te swingen in de Kleine Zaal van Paard. Ook vanavond wordt de Turkse psychrock (wij kregen laatst daar een lesje in van de band zelf)  weer vakkundig nieuw leven ingeblazen. Percussie voert de toon, Erdinç Ecevit Yildiz staat te shredden op zijn saz terwijl Jasper Verhulst nonstop staat te glijden en te grooven op zijn bas. Al werkt deze band ook heel goed om 1 uur ’s nachts met een losgeslagen, dansende zaal; een kleurrijker begin van je festival kun je haast niet wensen.

Via-via lopen we toch nog even door naar de drie guitige stonerheren van Tony Clifton uit Velsen in het Paardcafé. Deze heren hebben een prima recept samengesteld: goede liedjes, lekker doorstampen en grooven zonder gelul. Bij het zien van deze medium rare hardrockers weet je ook ongeveer wat je kunt verwachten. Gitarist Merlijn Breedland ziet eruit alsof hij zo uit de bandbus van The Lemon Twigs is komen rollen en staat nonchalant dikke riffs te rammen op zijn duivelse Gibson SG. Bassist Lenny Kamsma springt en schreeuwt de longen uit zijn lijf alsof ‘ie in AC/DC speelt, terwijl drummer én zanger Mees Kamsma zonder shirt met een lekker geknepen stemmetje de boel aan elkaar zingt. Nee, zo zie je ze niet vaak meer.

Met droge ogen van de gigantische plafondventilatoren, zoeken we de Blauwe Kamer (dat is ‘ie ook echt) op voor een muzikaal intermezzo. Daar staat Pyke op het programma, een singer-songwriter die wordt omschreven als een tengere troubadour (hij is zeker niet dik in ieder geval), die simpele en eerlijke liedjes zou maken in de lijn van Patrick Watson (klopt ook). De Haagse Pijke de Grood staat nog wat te hannesen met zijn gitaar, tot hij plots inzet en ons direct overrompelt met een waanzinnig diepe stem. Gedachten van Bon Iver in zijn blokhutperiode schieten voorbij, terwijl Pyke alle registers opentrekt en van hoog tot laag zijn loepzuivere stem laat galmen door de bovenkamer. Terwijl zijn snaar breekt tijdens het tweede nummer Broke (oh, de ironie…) blijft hij onverstoorbaar en trekt binnen no-time zijn roestbruine stem weer uit het vat. Terwijl de Sniesterkat achter hem bliksemschichten schiet op het publiek, vuurt De Grood het ene wonderschone liedje na het andere op de verzamelde liefhebbers van een goede songsmid. Ergens in de verte horen we nog een beetje het cocky Britse van Miles Kane en een beetje veel PALMSY, die we gisteren nog zagen op Sniester. Goede afwisseling tussen alle metershoge versterkers en kilometers aan kabels naar synthesizers en effectpedalen: soms heb je niet meer nodig dan een gitaar en een goede stem.

Nog een Haags onderonsje is te vinden in de Beergarden naast de Sint-Jacobskerk om de hoek van de Grote Markt: daar speelt Every Kid Knows. Frontman John Turner, een Engelsman die tussen Londen en Den Haag pendelt, maakt met twee bekende scene-Hagenezen Sebas Simoen (WOOT) en Joeri Gordijn (hoofdredacteur 3voor12 Den Haag), een hedendaagse variant op de geliefde Madchester-periode met bands als Happy Mondays en The Stone Roses. Althans, op plaat dan. Publiek zonder oordoppen vliegt al snel weer terug naar de bar om een speciaalbiertje in te laten schenken met een zakdoekje op het voorhoofd, want het gaat hárd in de kelder. Dat komt ook wel door de brei van geluid die deze zaal veroorzaakt, waardoor de band wel tof klinkt, maar niet tot zijn recht komt. Door de continue brom horen we wel veel lekker Strokes-achtige drumpartijtjes, stonergrooves uit de bas en losjes gespeelde gitaarsolo’s die onwijs nonchalant uit de mouw worden geschud door Turner. Halverwege de set is het zweten geblazen in het volle keldertje en terwijl we happen naar adem, schroeft de band het distortionniveau terug, waardoor er ineens een Feelies en Talking Heads-achtig geluid omhoog komt borrelen in de Beergarden. De sterkte van de liedjes is plots scherp te horen en de Haagse belofte rinkelt ons gehoor in. Zonder twijfel een band die veel goede liedjes en dito sound in zich heeft, maar nog een beetje in and out of focus is.

We pakken nog even een paar knallende nummers mee van garagesensatie Ron Gallo, die gisteren op London Calling nog met een koffer zijn gitaar stond te misbruiken. Vandaag wordt al bij het tweede nummer een kleerhanger tevoorschijn getoverd om krankzinnige solo’s door De Zwarte Ruiter te blazen.

 

Om de veelzijdigheid van Sniester nog maar eens te benadrukken, kiezen wij er even later voor om ook nog even naar de Rootz te lopen voor GOSTO. De elektronische eindbaas Roel Vermeer meldt zich hier laat op de avond voor wat ongetwijfeld een bedwelmende set gaat worden. Twee minuten voor de show staat de band nog te kloten met kabeltjes, monitoren en soundcheckperikelen, maar om elf uur vinden ze het wel prima en wordt er gewoon gespeeld. Op een bewonderenswaardige manier gaat de band vanaf de eerste maat volledig kopje onder in de muziek en raakt Vermeer al snel in een diepe trance door zijn eigen geluid. De band speelt nummers van zijn laatste plaat Memory Ivy, die door een flink aantal fans mee worden gezongen op de eerste paar rijen. De subtiel georkestreerde liedjes komen prima tot zijn recht in de volle en intieme kroeg en het woord ‘magisch’ hangt in de lucht. Het is mysterieus, spannend, goed uitgevoerd en fascinerend om naar te kijken tot de allerlaatste noot. Ergens tussen de elektronische puntigheid van Klangstof en de jazzy vibes van Homeshake bewijst de band zijn geheimzinnige eigenzinnigheid die gemakkelijk in de grotere zalen van het festival had kunnen staan, maar juist hier helemaal op zijn plek is vanavond.

Met Altın Gün kunnen we een nieuw Nederlands hoofdstuk toevoegen aan de herwaardering van wereldmuziek, specifieker: die van Turkse psychedelische folkrock. Pardon? Jawel, het genre dat in de jaren zestig en zeventig zijn hoogtijdagen beleefde in Turkije omvat een enorme geschiedenis die tot de dag van vandaag doorklinkt. We gingen in Amsterdam op college bij enkele oude bekenden, die schuilgaan achter de naam Altın Gün.

De eerste keer dat ik met Turkse psychedelische muziek in aanraking kwam, zat ik in de zon op Lowlands, te luisteren naar de platen van Discos Horizontes. De wereldmuziek uit alle windstreken die dit bevriende dj-collectief draait, functioneerde op dat moment vooral als achtergrondtunes tussen al het livegeweld. Maar plotseling zoog één plaat al mijn aandacht op: ik meende de zwevende melodieën en phasers van Tame Impala te horen, maar tenzij Kevin Parker ineens meertalig was geworden, wist ik vrij zeker dat het iets anders moest zijn. Oordeel zelf.

 

Navraag bij de dj bleek dat het ging om het nummer Mesafeler uit 1974, van ene Erkin Koray. Google wist me te vertellen dat de inmiddels 75-jarige Koray ooit ‘de Turkse Jimi Hendrix’ werd genoemd en een van de kopstukken is van een muziekstroming die Anatolische rock heet. Mijn interesse was gewekt.

De aanduiding ‘Anatolische rock’ wordt nog steeds gebruikt, voor min of meer alle gitaarmuziek die uit Turkije komt, maar het genre beleefde zijn hoogtijdagen aldaar in de jaren zestig en zeventig. Ongeveer tegelijk met de ontwikkeling van de rock ’n roll en blues in het Westen, begonnen muzikanten in Turkije invloeden van bands als The Doors, The Rolling Stones, The Beatles en Led Zeppelin te combineren met de traditionele Turkse folkmuziek. Dit leidde tot het genre dat we nu specifiek aanduiden als Turkse psychedelische folkrock.

De nieuwe lichting Turkse muzikanten werd enorm populair. Dat dit juist in Turkije gebeurde, is ook niet vreemd. Net als het genre zelf, houdt Turkije cultureel en geografisch gezien het midden tussen oost en west. Bovendien was het land in de jaren zestig al relatief modern en liberaal. Waar in andere landen in de regio westerse invloeden grotendeels werden gecensureerd, stond Turkije meer open voor invloeden van buitenaf, een ontwikkeling die zich onder president Atatürk al in de jaren twintig had ingezet.

Deze playlist is een goede introductie in Turkse psychedelische rock en folk:

Toeval of niet, als je het eenmaal ziet, zie je het ineens overal. Veel van de artiesten van weleer zijn nog actief, maar er lijkt zich bovendien momenteel in de westerse wereld een herwaardering te voltrekken voor wereldmuziek over het algemeen, en voor Turkse psychedelische muziek in het bijzonder.

De eerdergenoemde gelijkenis met Tame Impala is evident, de laatste plaat van King Gizzard & The Lizard Wizzard is in sterke mate gestoeld op traditionele oosterse instrumentatie en het rijtje artiesten dat ooit aangaf beïnvloed te zijn door Turkse muziek uit de sixties en seventies is lang, met onder andere The Soft Moon, Mos Def, Dr. Dre, St. Vincent, tUnE-yArDs en Suuns (zie de samenwerking met Jerusalem In My Heart). Op Le Guess Who? 2014 was de Turkse protestzangeres Selda Bağcan zelfs eregast.

 

Als je het eenmaal ziet, zie je het ineens overal. De herwaardering voor wereldmuziek was, naast het programmeren van Disco Horizontes op Lowlands, in Nederland al zichtbaar, zoals bij Jungle By Night en The Mauskovic Dance Band. De sleutelfiguren van de Turkse scene in de jaren zestig en zeventig speelden met elkaar in allerlei verschillende bands, en vergelijkbaar heeft een groep actieve Nederlandse muzikanten, die elkaar ook uit de voorgenoemde en een hele andere reeks projecten kennen (Jacco Gardner, Mauskovic, Lola Kite, Eerie Wanda, Palmbomen) zijn krachten verenigd in een soort superband, die Turkse psychfolk maakt die je zo dicht bij huis niet authentieker gaat krijgen: Altın Gün.

Een paar jaar terug was bassist Jasper Verhulst in Istanbul, voor een show met de band van Jacco Gardner. Op een vrije middag kwam hij in een platenzaak terecht, waar hij kennis maakte met het genre. Hij kocht een shitload aan platen en luisterde deze samen met Jacco Gardner-gitarist Ben Rider in de tourbus. De twee raakten hooked.

“Zullen we gewoon een Turkse discorockband beginnen?” vroeg Verhulst. Stap twee was drummer Nic Mauskovic. Het drietal kwam via Facebook in contact met Erdinç Ecevit Yildiz en Merve Dasdemir, twee muzikanten met ervaring met Turkse traditionele muziek. Ook percussionist Gino Groeneveld van Jungle By Night werd gevraagd en Altın Gün (‘gouden dag’) was geboren.

De ironie wil natuurlijk dat de Turkse muziek uit de jaren zestig en zeventig, die nu functioneert als inspiratie voor hedendaagse bands, destijds op zichzelf al een herinterpretatie was van traditionele folk en westerse rock ’n roll en blues. Een remake van een remake, dus. Met het optreden dat Altın Gün komende vrijdag geeft op Motel Mozaïque in het vooruitzicht, toog ik naar het centrum van Amsterdam, waar ik Ben Rider en Erdinç Ecevit Yildiz tref. Ik vraag me af wat een band ertoe zet om een genre uit vervlogen tijden nieuw leven in te blazen, en hoe dat proces in zijn werk gaat. Onder het genot van een hoop platen de collectie van de band, dat spreekt voor zich.

 

“Ik ben opgegroeid met mijn vaders platen, allemaal seventies rock”, zegt Rider. De gitarist gebruikt regelmatig Engelse woorden in zijn zinnen, als zijn perfecte Nederlands hem incidenteel in de steek laat en hij terug moet vallen op zijn moedertaal. “Bij de Turkse platen die Jasper me liet horen, herkende ik de gitaarriffs meteen, maar dan gemengd met rare maatsoorten en muzikale keuzes die ik zelf nooit zou maken. Het klinkt westers, maar ook totaal weer niet.”

Rider raakt hiermee precies de juiste snaar. Bekende Turkse artiesten als Cem Karaca, Barış Manço en de eerdergenoemde Erkin Koray en Selda Bağcan groeiden op met traditionele Turkse muziek, maar studeerden vaak in Europa. Ze begonnen traditionele Turkse folk te re-arrangeren met westerse instrumenten, zoals drums en elektrische gitaar. Of, juist omgekeerd, ze speelden westerse songs op traditionele instrumenten zoals de saz en de bağlama, en zongen de teksten in het Turks.

 

 

Voor Yildiz, zanger, toetsenist en saz-speler van Altın Gün, was het een ander verhaal. “Ik groeide vooral op met traditionele Turkse muziek. Mijn vader is muzikant en ik ben op vroege leeftijd begonnen met spelen. Maar ik ben hier geboren, dus kwam ook met veel andere invloeden in aanraking. Via projecten op mijn opleiding Podiumkunsten begon ik nieuwe dingen te bedenken.”

Zo is de muziek van Altın Gün niet alleen de bandleden van Jacco Gardner die geïnspireerd raakten door de platenverzameling van Verhulst, gecombineerd de Turkse invloed van Yildiz en zangeres Merve Dasdemir. Net zoals veel van de Turkse psychedelische muziek uit de jaren zestig en zeventig, begonnen de songs van Altın Gün als covers van bestaande nummers uit die tijd (die dus zelf vaak al herinterpretaties waren), die zo worden verbouwd en opnieuw gearrangeerd dat het eigen, nieuwe songs worden.

 

 

Yildiz: “Een origineel Turks nummer is vaak de zang, saz en wat percussie. Als je daar elektrische gitaren, bas en drums aan toevoegt, wordt het meteen een heel ander, meer Westers genre. We begonnen zoals elke band met covers die we vet vonden, met eigen arrangementen over bestaande nummers. We veranderen wel veel, zoals instrumenten en toonladders. Je hoort alleen nog de originele hook en tekst. Het voelt wel echt van ons inmiddels. Dat is het rare.”

Ik zou graag allerlei voorbeelden aanhalen die de band met laat luisteren, maar Altın Gün heeft op het moment van schrijven maar één song online staan volgens bovenstaand recept. Het nummer Goca Dünya is vermoedelijk een oud folknummer. Een bekende opname ervan is van zangeres Handan uit 1959:

 

In 1972, de hoogtijdagen van de Turkse psychrock, herinterpreteerde Erkin Koray de song en maakte er deze versie van:

 

Dit is de versie van Altın Gün:

Overigens is de band wel druk met het schrijven van volledig eigen nummers. Rider: “Het werkt heel ruimtelijk en vrij, eigenlijk. Het is niet gebouwd op alledaagse toonladders of maatsoorten, waar we bijvoorbeeld bij Jacco in de band wel aan gebonden zijn. Het is heel puur en rauw, we jammen op het podium ook veel. Ik moet echt uit mijn comfort zone. Daardoor voel ik dat ik een betere muzikant word. Het spelen van dit genre voelt alsof ik naakt op het podium sta.”

 

 

De Turkse psychrock van weleer staat er, net als zijn westerse tegenhanger, om bekend behoorlijk politiek activistisch te zijn. Zo zat zangeres Selda Bağcan (die van Le Guess Who?) regelmatig in de bak en werd haar muziek zelfs verboden. Turkse protestmuziek heeft een lange historie die tot de dag van vandaag voortduurt (lees hier een uitgebreid artikel daarover). Een andere bekende protestband die in de jaren 70 psychrock maakte die je echt moét horen, is Bunalim.

 

De huidige politieke fittie tussen Turkije en Nederland (dit artikel verschijnt op de dag van het omstreden Turkse referendum) vindt zijn weg echter niet naar de muziek van Altın Gün. Yildiz: “Dat hoeft van ons niet zo. Natuurlijk vinden we, met name Merve en ikzelf door onze Turkse achtergrond, wat van de situatie en maken we ons zorgen. Ik ben in Nederland ook wel bezig geweest rond de spanningen van afgelopen jaren. Maar ik vind dat onze muziek niet om politiek moet draaien.”

 

 

Rider: “Het grappige vind ik, dat het in de jaren zestig hier al een badass tegenbeweging was. Zo’n zelfde beweging in Turkije, met westerse invloeden, zal destijds daar nog veel meer badass zijn geweest.” Het is niet zo dat alle Turkse psych evident protestsongs zijn, merkt Yildiz op: “Het heeft wel echt inhoud, het gaat over wat men in die jaren meemaakte. Maar je zou het niet echt kunnen vertalen. Er is heel veel beeldspraak en poëzie. Het gaat vooral over het normale leven. Dit nummer van Alpay bijvoorbeeld, is uit 1971. Voordat hij muziek ging maken, was hij professioneel voetballer.”

 

Rider: “Dit nummer klinkt all over the place voor mij. Ik hoor rockriffs en phasers, maar ook Turkse traditionele toonladders. Dat maakt het zo leuk, zeker als je zelf uit een heel andere wereld komt. Ik snap die herwaardering ook wel, we zien dat zelf ook. Zoals Nic met Mauskovic doet. Onze eerste show was in Pacific Parc in Amsterdam (op 24 november vorig jaar – red.) en we hadden niet verwacht zo’n reactie te krijgen, dat het zo aan zou slaan. Het ging los en iedereen snapte het. Het is alsof de wereld er klaar voor is.”

 

 

En zo luisterden we nog even door. Als mede-muziekneuroot herken je het misschien. Middagen zoals deze bij Altın Gün zijn enorm inspirerend, maar ook confronterend. Het is net reizen: het doet je beseffen dat je met je eigen westerse blik maar een fractie kent van de interessante geschiedenis die je onder je vingers hebt. Daarbuiten ligt nog een enorme muzikale wereld, klaar om ontdekt te worden. En, kwalijk, omdat de sound vaak zo onbekend voelt, heb je de neiging om de in realiteit enorm gevarieerde muzikale traditie van een land op één grote hoop te gooien. Ik kon hier maar een fractie van de Turkse psychrock-geschiedenis langs laten komen. En dan hebben we het nog niet gehad over Turkse freejazz, dreampop of postpunk.

En wat Altın Gün betreft: The Daily Indie kreeg al een preview van een aantal songs dat op het punt staat te verschijnen (die houd je tegoed) én op de festivalagenda. Vertrouw ons als we zeggen dat je moeilijk om Altın Gün heen zal kunnen deze zomer. Hopelijk inspireert het je, zoals Erkin Koray dat op Lowlands ook bij mij deed.

 

Op vrijdag 7 april speelt Altın Gün op Motel Mozaique!

Meer lezen en luisteren? Als je het eenmaal ziet, zie je het ineens overal, dus Strange Sounds From Beyond (wereldmuziekplatform met een festival, magazine en radioshow op Red Light Radio) publiceerde toevallig vandaag ook een artikel en playlist over het ontstaan Turkse psychedelische rock, met nog veel meer info en luistervoer. Ook zie je de band tijdens Eindhoven Psych Lab op 26 mei.