Als we een heftig showtje vast willen leggen, weten we bij The Daily Indie wie we moeten bellen. Te weten: fotograaf Dennis Wisse. Afgelopen weekend trok hij weer richting EKKO voor een puik staaltje knalharde rock. De zuiderburen van Raketkanon kwamen namelijk langs om zijn nieuwe plaat ‘Rktkn#2’ live te presenteren voor het Utrechtse publiek. 

Mannheim

Raketkanon

Het is een jaar stil geweest rondom het project van Annelotte de Graaf sinds de debuut-EP van Amber Arcades in mei 2013 uitkwam, maar ze heeft zeker niet stil gezeten. Naast dat ze tegenwoordig ook frontvrouw is van noisy garagepop outfit Boner Petit is ze de afgelopen maanden druk bezig geweest met het afmaken van nieuwe nummers voor Amber Arcades, die ze de komende maand in New York gaat opnemen. Voor Daily Indie houdt de muzikante een dagboek bij van haar belevenissen in de Big Apple.

Daar zit ik dan – terwijl ik dit schrijf – in New York. Als ik uit het raam kijk zie ik de skyline van Manhattan, maar toch kan ik nog steeds maar moeilijk beseffen dat ik echt hier ben. Misschien komt dat door de jetlag waardoor ik sinds gisteren in een soort zombie-esque staat verkeer, waardoor alles een beetje langs me heen gaat. Misschien ook doordat dit hele plan eigenlijk altijd een soort abstract gegeven is geweest in mijn hoofd.  Ik riep al maanden dat ik dit ‘ooit’ wilde gaan doen, maar dat de daadwerkelijke uitvoering van dit plan steeds dichterbij kwam leek al die tijd aan me voorbij te gaan.

Ergens in november vorig jaar begon ik me te beseffen dat ik toch wel al een flinke stapel liedjes had opgebouwd en daarmee begon de vraag zich op te dringen wat ik daarmee wilde gaan doen. Ik ben niet iemand die van half werk houdt. Als ik een album ging maken moest het ook helemaal het album worden dat ik wilde, zonder halve keuzes. Ik besloot eens uit te zoeken welke producenten er zaten achter een aantal albums die ik te gek vind en kwam op een handjevol namen uit die ik op goed geluk een e-mail stuurde. Drie producenten reageerden enthousiast dat ze wel wat hoorden in mijn muziek en het komende half jaar tijd hadden om dit te gaan doen.

Na heel wat heen en weer mailen en skypen over planning en productieideeën kwam ik uiteindelijk op Ben Greenberg uit. Al ken ik Ben op dit moment alleen nog maar via skype en e-mail, volgens mij is hij best een awesome dude. Hij speelt in duizend-en-een-bands (waaronder old school punkers The Men, experimentele industrial outfit Uniform en ambient drone gitaar project Hubble) en werkt al sinds zijn tienerjaren als producent. Hij produceerde veel van de albums van de bands waar hij in speelt, maar ook andere prominente New Yorkse namen zoals Beach Fossils.

Een mooie bijkomstigheid was dat Ben in New York City woont, waar ik ook wat muzikale vrienden heb zitten. Halverwege vorig jaar leerde ik de gasten van Quilt kennen toen ik een show in De Nieuwe Anita met de band speelde. De band woont in NYC en toen ik vroeg of de muzikanten op de plaat wilden meespelen zeiden ze gelukkig ja! Ze bleken Ben ook weer te kennen uit de muziekscene in New York, wat volgens mij echt een klein en fijn incestueus wereldje is. De drummer van Quilt kon helaas niet meedoen want die is in nu op tour met Woods, maar Ben regelde zijn maat Jackson Pollis voor de drumpartijen, die jullie misschien kennen als drummer van Real Estate. Best wel vet.

Lang verhaal kort: ik boekte een vliegticket en nu ben ik dus hier. Ik heb nog drie dagen om over mijn jetlag heen te komen voor we maandag beginnen met oefenen en de pre-productie. Ik ben stiekem best wel zenuwachtig, maar ik vind het vooral heel erg vet om hier te zijn.

Oké, ik ga nog een hopeloze poging doen om wat te slapen, aangezien ik al om vijf uur vanochtend klaar wakker was. Peace uit, tot volgende week! Dan ga ik vertellen hoe het allemaal is gegaan met de oefensessies en hoeveel hamburgers ik al heb gegeten. Xx

There’s blood on that blade, fuck me, I’m falling apart’. Het is een zin uit No Shade In The Shadow Of The Cross van de plaat ‘Carrie & Lowell‘, maar voor hetzelfde geld is ‘ie afkomstig uit de afscheidsbrief van een stervende. Om maar aan te tonen dat Sufjan Stevens niet de vrolijkste plaat uit zijn carrière heeft gemaakt.

De muzikale duizendpoot neemt op zijn zevende studioplaat (kerstspecials en EP’s niet meegerekend) op indrukwekkende wijze afscheid van zijn moeder Carrie, die overleden is in 2012. Muzikaal gezien is dit het meest spaarzame album uit zijn oeuvre. Geen elektronica, zoals in ‘The Age Of Adz’, geen barokke composities, zoals in ‘Illinois’; slechts een enkele spaarzame gitaar en Stevens die langzaam de snaren plukt als ware het rijpe appels. Al zijn die appels nergens zoet. Nee, afgaande op deze plaat, was de relatie eerder zuur. Dat mag niet verbazen, aangezien ze hem verliet toen hij nog een kleuter was. Toch brengt haar sterfbed hen terug bij elkaar: ‘Did you get enough love / My little dove / Why do you cry? / And I’m sorry I left / But it was for the best / Though it never felt right’, klinkt het in het onmetelijk mooie Fourth Of July. Het gemoed schiet vol.

 

 

Deze plaat is te beluisteren op eigen risico. Een plaat vol droefenis en afscheid, een plaat die naar adem doet happen, maar als je eenmaal zoveel schoonheid hebt gehoord, luister je niets anders meer.

Genres, zeg je? We leven in 2015! Op dit moment bestaan er honderden artiesten die niet in een hokje geplaatst kunnen worden. Maar als je dacht dat je veelzijdige artiesten kende, bereid je dan maar eens voor bij Chazwick Bundick, a.k.a. Toro y Moi. Met zijn vijfde plaat onder deze Frans-Spaanse naam is het overduidelijk: deze alleskunner valt nooit in een hokje te stoppen.

 

 

Het spectaculaire ‘What For?’ bestaat uit tien nummers, die stuk voor stuk op hun eigen manier evenveel hitpotentie hebben. Bundick slaat telkens weer vol de spijker op zijn kop met zijn funky beats, psychedelische riffjes, zwierige synths en de fijne Tame Impala-achtige feeling die door het album vloeit. Alles duidt op een ontzettend chille plaat, waar woorden eigenlijk voor tekort schieten.

De tweede single van Palma Violets’ nieuwe album ‘Danger In The Club’ heet English Tongue en is een perfect voorbeeld van de heerlijk lompe feel op dit tweede album van de band, dat op 4 mei uitkomt via Rough Trade.

De opvolger van het onweerstaanbare debuut ‘180’, is opgenomen in Wales met – potverdomme niet de minste producer – John Leckie (o.a. Radiohead, George Harrison, Pink Floyd en The Stone Roses). En dat is een heel goede combinatie gebleken, want ook English Tongue weet zijn weg weer te vinden tussen lompe, scherpe en tegelijkertijd direct meezingbare refreintjes. Luister de nieuwe single hieronder en waan je in een pub vol dronken en hossende Engelsen en pullen bier zonder schuim. Lekker, hoor!

 

 

Tracklist ‘Danger In The Club’
1. Sweet Violets
2. Hollywood (I Got It)
3. Girl, You Couldn’t Do Much Better On The Beach
4. Danger in the Club
5. Coming Over to My Place
6. Secrets of America
7. The Jacket Song
8. Matador
9. Gout! Gang! Go!
10. Walking Home
11. Peter and the Gun
12. No Money Honey
13. English Tongue

Gaan we weer: nieuw werk van King Gizzard & The Lizard Wizard (die we laatst nog in ons blad op de cover hadden staan! We trappen af met de nieuwe single God Is In The Rhythm van het in mei nieuw te verschijnen album ‘Quarters’. Hun laatste – en nog steeds snoeihard rockende – album ‘I’m In Your Mind Fuzz’ kwam pas november 2014 uit, maar dit tempo zijn we inmiddels wel gewend van de band.

Ook de hang naar de Unknown Mortal Orchestra-achtige sferen komen ons bekend voor. Single God Is In The Rhythm staat weer bol van de schichtige gitaarloopjes en hoge, subtiele zangpartijtjes. Iets minder psychedelisch dan het ‘vol gas’ werk dat we aan de andere kant ook kennen van de band, maar juist door die afwisseling weet de band het altijd spannend te houden.

 

Chastity Belt uit Seattle is een jonge indie-band van vier eigengereide vrouwen die vriendelijk en lachend poseren voor de foto, terwijl ze ongegeneerd schuine taal uitkramen. Nickelback noemen ze als inspiratie omdat die ‘alles is wat muziek niet zou moeten zijn’.

Joke ademt die ironische houding en leunt nonchalant op een kekke baslijn, met pakkende melodietjes die eenvoudig en ietwat onzeker klinken. En dat is nu precies wat de song zo extra lekker maakt. Dit is een band om serieus in de gaten te gaan houden. Album ‘Time To Go Home’ is nu te beluisteren op Spotify.

 

Een videosessie, een interview en zelfs het stralende middelpunt van onze nieuwste TDI MAG! Ja, wij houden wel van All We Are. En zij van ons, blijkt! Zo was de band een jaar geleden in Nederland als de supportact van London Grammar in de HMH en was All We Are de eerste maand van 2015 nog op visite in het prachtige Groningen tijdens Eurosonic/Noorderslag. Volgende week is de band er weer! In het Amsterdamse Paradiso dit keer. 

Mocht je het je afvragen: ja, natuurlijk kun je daar nog bij zijn! Wij mogen namelijk 2×2 kaarten weggeven voor de gig. Mail je naam en motivatie naar prijsvraag@thedailyindie.nl en met een beetje geluk sta jij op 6 maart te dansen op de prachtige muziek van All We Are! De winnaars krijgen uiterlijk 5 maart een bericht van ons.

Om alvast in de mood te komen, bekijk de sessie die wij met de band opnamen hieronder!

 

Superfood werd ontdekt door Harrison Koisser van Peace, die de band liefdevol onder de vleugels nam. Net als grote broer Peace heeft de band goed naar de britpop uit de jaren negentig geluisterd. Debuutplaat ‘Don’t Say That’ komt 3 november uit en als de show op London Calling en de songs op internet een voorbode zijn, is die plaat onmiskenbaar geïnspireerd op het Cool Britannia-era.

Maar Superfood leukt zijn songs graag op met fijne psychy baslijntjes in vierkwartsmaat. Hierdoor slaagt het viertal erin om een onweerstaanbare mix te maken van een hedendaagse en nostalgische sound. Het debuutalbum ‘Don’t Say That’ luister je hier!

De review van The Daily Indie lees je in onze nieuwste magazine.

 

PUP band

 

PUP’s Reservoir met haar muziekvideo zal in het woordenboek naast de uitdrukking ‘een videoclip zegt meer dan duizend woorden’ staan (ja, die bestaat vanaf nu). We wagen toch een poging het in woorden uit te drukken. Laten we beginnen bij het beginnen: PUP bestaat uit jonge, enthousiaste, Canadese puppy’s. PUP staat ook op Groezrock en Pukkelpop. België was ons voor.

 

LUID!
Toronto is niet meer de stad van de lekkere limonadesiroop, PUP heeft haar toegeëigend. PUP is hard, PUP is ruig en PUP heeft een rare maar perfecte balans tussen pop en agressie gevonden. Het volume is hard, als in echt HARD. De vocals zijn luid, en daarmee bedoelen we dus echt LUID. Het titelloze debuutalbum is al uit in Canada, en te streamen via Spotify. Klein tipje van de sluier: dit is nog maar het begin. De PUP-mentaliteit: “You’ll like it. Or maybe you won’t. Hate it, love it, whatever. We like it. We love it. Whatever”. Tsja, kijk toch maar even naar de videoclip.

 

 

 

 

 

Als er één band goed is in het verhullen van neerslachtige lyrics door er vrolijke noten omheen te spelen is het The Pains Of Being Pure At Heart wel. Ze doen dit al sinds 2007 en op de nieuwste single Eurydice van het aankomende album ‘Days Of Abandon’ is het niets anders.

 

Negatieve/positieve laag
“In the summer rain alone I cried, I couldn’t stand to think heaven was a lie”, zijn de woorden die de stembanden van Kip Berman (leadsinger/gitarist) produceren als het nummer tot een einde komt. Het portretteert precies het gevoel dat The Pains Of Being Pure At Heart al jarenlang over weet te brengen: eenzaamheid, verlies, depressiviteit maar bovenal dat er achter elke negatieve laag ook een positieve schuilt.

 
‘Days Of Abandon’ wordt gereleased op 13 mei via Yebo.