Aart ‘Admiraal’ Oosterbroek is al jaren een vertrouwd gezicht tijdens ESNS. Als host van poppodium Vera maakt hij de dingen mee die als nietsvermoedende bezoeker aan je voorbij gaan. Voor The Daily Indie gunt hij je dit weekend dagelijks een inkijk in zijn avonturen.

Als het normaal is om flink aan te komen wanneer je stopt met roken, is het dan niet minstens zo normaal om zwaarlijvig te zijn als je nooit hebt gerookt? En: waar is de 16.000 euro die een reiziger woensdag in de trein verloor? Terwijl de stoker en de machinist me richting het noorden tjoeken, overpeins ik deze dingen.

Eurosonic 2017 begint bijzonder: ik heb me bij het Groninger Museum opgegeven voor een bezoek als blinde. Anderhalf uur lang leidt de schattige Maayke me rond en vertelt honderduit over de spieren van De Denker en de kiekjes van Erwin Olaf.

In de Suikerunie is de Artist Village ingericht, een paradijs van gastvrijheid en heerlijk eten. Amaro heeft alweer voortreffelijk voedsel bereid voor de muziekgroepen en medewerkers. Om dit lustoord te bereiken moet ik over het hoge hek van de Gamma klimmen, maar dat geeft helemaal niets.

 Gelaafd en met het juiste polsbandje arriveer ik in Vera. Deze dagen mag ik daar de bands aankondigen. Maar eerst koffie bij Welcome to The Mini Village; het tijdelijke kampement van ’s lands meest innovatieve festival van het afgelopen jaar. Glints streelt er de oren met organische electro. Zwoel.

In Vera loopt op- en afbouw gesmeerd en bovendien is het team heel hartelijk; dat mag ook wel eens gezegd worden. IDLES bedankt me achteraf voor de aankondiging; da’s het mooiste compliment voor een presentator.

Tussen de acts door hang ik rond met Daniel en Daniel, wier gezamenlijke schoonheid zélfs door Maayke van het Groninger Museum niet in woorden te vatten zou zijn. Ik hoop dat we gedrieën op Instagram belanden. Ook spreek ik de dichter wiens naam een anagram is van ‘spraak’. Hij verhaalt van vroeger, toen hij legaal pillen kocht omdat die hem zo vrolijk maakten, over uit zijn band gekickt worden tijdens een internationale tour, om thuis te ontdekken dat die pillen plots op de lijst van harddrugs staan.

Het Dukaat van de Dag is voor Death Alley. Hoewel niet zo dansbaar als mijn lijf verlangt tegen twaalf, verbluft de band door vakmanschap, energie en toewijding.

Na Vera is er fuif van Double Vee in de Bowling. Een Vlaam speelt er prettige electropop, buiten sneeuwt het nat en Margriet – die ieder jaar mooier wordt – heeft een nieuwe bril. Ook daarom is het Liedje van de Dag Beautiful van A.G. Cook.

Wanneer ik tegen half vijf bedwaarts wandel, houd ik de ogen goed open; er zijn tenslotte mensen die soms 16.000 euro laten slingeren.

AO

 

Admiraal Oosterbroek is spreekstalmeester tijdens Eurosonic/Noorderslag. Voor The Daily Indie beschrijft hij zijn belevenissen.

 

Uit de lucht valt water. Ook onder me klotst het. Zojuist ben ik aangemonsterd op de Willem Jacob, een oude bakstenenschuit. Mijn huis is een schip. Uitvalsbasis voor het bij voorbaat al voortreffelijke weekend boordevol Eurosonic/Noorderslag.

 

De middag loopt ten einde wanneer ik richting het Ebbingekwartier wandel. Onderweg ontmoet ik Ron. Ook hij wil die kant op, maar zijn richtingsgevoel liet hem in de steek en bovendien draagt hij zijn bril niet. Ik voorkom dat hij afdwaalt. Al kletsend blijkt dat we wederzijdse kennissen hebben. Een soort gemeenschappelijke vrienden, maar dan in het echt. De securitydame bij de crew office glimlacht mooi. Ze zal het wel koud hebben.

 

Op de Markt checkt de Amsterdam Klezmer Band sound. Ik zwaai naar drummer Mischa. Hij zwaait terug.

 

De maaltijd gebruik ik bij ’t Feithhuis. Aan tafel ontmoet ik de vriendelijke muzikanten van Chayah, een jonge folkband uit Zwolle. Als hun charme zal doorklinken in hun show in Shadrak, dan voorspel ik ze een toekomst vol rooskleurige maneschijn.

 

Dan meld ik me bij Vera: het podium waar ik de komende twee avonden de bands aan mag kondigen. Altijd een prettig weerzien met deze zaal vol pophistorie. U2 stond er eens. De crew is hartelijk als altijd. Frans, opnamebaas van de VRT en tijdens eerdere edities van de partij, ontbreekt en dat vind ik jammer. Van oorsprong is hij Nederlander, maar al jaren woonachtig in België. Frans weet wanneer een Rochefort 10 op z’n best is. Na een jaar of acht. Ik ben benieuwd hoe het met zijn knie is. Daar had hij vorig jaar zo’n last van. Ik mis Frans.

 

Sex Jams trapt af. Ze komen uit Wenen, de zangeres deint vrolijk op het fuzzy gitaargerommel en ze zijn het publiek erg dankbaar. ‘The next song is a weird song; it’s about love, love that’s not working, but it’s still love.” Het leven in een notendop.

 

 

5EUROSONIC2014SexJams

 

6EUROSONIC2014SexJams

 

 

Circa Waves doet britpop. En goed. Met de gitaar bijna op de borst toont de zanger een perfecte beheersing van zijn stem. Korte songs met mooie spanningsbogen. De set is vlot klaar en dat biedt me de tijd om even richting Markt te wandelen. Daar laden de Wooden Saints net de bandbus in. Ze zijn heel lief. En maken prachtmuziek. Dat schreef Hester Carvalho in het NRC. Gelijk heeft ze. Ik schud de papa van Tessa de hand. Ik hou van die man. Hij organiseert het Whisky Festival.

 

Ja, Panik kan me niet zo boeien. Tijdens hun show vraag ik de afsluiter van de avond, Winny Puhh, of ze wensen hebben wat betreft mijn aankondiging. “Als iemand hier denkt dat ‘ie op het platteland woont, heeft ‘ie het mis: wíj wonen al op het platteland.” Bob, Vera’s artiestenbegeleider, liet me het stageplan van de band zien. In fantasy-stripvorm. Ik heb zin in deze show. Qua gekte stelt Winny Puhh niet teleur. De mannen zijn geschminkt en er is veel meisjesachtig ondergoed. Geheel verstoken van kleding zijn de twee drummers. Hoewel, ze dragen sokken. Allebei één. Om hun geslacht. Citeren uit de pophistorie. Of Winny Puhh dat in muzikaal opzicht ook doet, is niet relevant. De show staat bol van melige dwaasheid. Naast me zie ik mensen continue glimlachen. Dat is meer dan genoeg voor zo’n festival act.

 

De stad barst van de leuke nafuifjes. De Bowlingbaan is toneel van Double Vee’s roemruchte donderdagnachtfeestje. Eefje de Visser speelt met Loïs Lane. Er wordt genoten met een grote A. De late uurtjes verworden tot een slecht te reconstrueren delirium. In het gras bij mijn boot zit een beschonken man. Af en toe doet hij een poging tot lopen. Ik moet lachen.

 

De opdracht is nu: vind het aantal songtitels van liedjes van Eefje de Visser in dit stukje. Het eerste goede antwoord wint een prijs.

­

1073989_722525274440201_2012569218_o

 

 

De warmte is van lood, de lijven glimmen van de crème en de geur van wiet vliegt voorbij met de regelmaat van zeemeeuwen in kustgebied. Waar het Dour Festival de reputatie heeft te ontaarden in een modderbad, lijken de weergoden ditmaal goedgemutst. Hartverwarmend is het motto van Dour: ‘Vijf dagen liefde & alternatieve muziek’. The Daily Indie dompelt zich onder.

Tekst: Admiraal Oosterbroek  Foto’s: McKlin

 

Dour - do - gold panda 01 Mcklin Fotografie

 

Een hongerig publiek wacht op Gold Panda. Zijn verschijning, sober in wit T-shirt, en de eerste tonen worden dankbaar toegejoeld. Achter een tafel vol bedrading bouwt de Panda zijn composities vlot op. Wonky en glitch in een rillend bad van microhouse. De spanningsbogen van zijn tracks zijn doordacht: het thema houdt, hoewel telkens gemanipuleerd, die goed samen en onderwijl freaken en bliepen de beats alle kanten op. Genoeg bas om een hanenborst te braden. De show oogt niet spectaculair, maar het driftig geknutsel met knoppen en klank laat geen ruimte voor dat gemis. Gold Panda verbluft.

 

Dour - do - Horrors 02 Mcklin Fotografie

Dour - do - Horrors 03 Mcklin Fotografie

 

 

Met een neus als Adrien Brody en een welhaast androgyn lijf zingt Faris Badwan, zanger van The Horrors, de menigte in de grootste Dourtent toe. De liedjes hebben kop en staart, maar de matige dynamiek en de slepende opbouw van de set zorgen voor een hoog ‘duurt lang!’-gehalte. Dit wordt nog eens versterkt door de zoutloze poses van de frontman: hij bezit werkelijk het charisma van een nat vaatdoekje. De vermoeide zanglijnen hangen als slap lommer in de liedjes. In een shoegazemomentje houdt Faris zijn zangmicrofoon bij de versterker van de gitarist. Daar doet hij goed aan. Wat wél charmeert: de steady drums en de riffs van de gitarist. Die komen vooral tot hun recht wanneer de liedjes meer uitgesponnen worden. Oorhorror is het niet, maar beter beluister je een slechte film.

 

 

Dour - do - Trentemoller01 Mcklin Fotografie

 

Dour - do - Trentemoller06 Mcklin Fotografie
 

Met vier muzikanten om zich heen staat Anders Trentemøller voor een afgeladen tent, op een rij vooraan het podium. Zijn makkers op gitaar, bas en drums; hijzelf op Moog, tamboerijn, glockenspiel en meer stokoude synthesizers. Zo geolied als de lijven van mandingokrijgers speelt het vijftal de liedjes van de Deen. Stuk voor stuk parels met een fijn gevoel voor climax. De energie giert vanaf het podium en het publiek wil dat, alleen maar meer van dat. Langzamerhand belichaamt de show het modewoord ‘EPICNESS’. Halverwege gaat het gas terug; Trentemøller begint alleen aan een zorgvuldig opgebouwde track, vol gruizige synth en met een prettig glockenspielthema. Wanneer de bandleden een voor een terugkeren en hun instrument ter hand nemen, ontaard het geheel is een grootsheid van Sigur Rós-achtige proporties. De bassiste zingt soms een lead. Dat klinkt. In het hoog maakt haar stem echter weinig indruk. Maar met zo’n muzikaal vuur achter zich zou zelfs Monique Smit shinen. Anders Trentemøller charmeert door op de juiste momenten de menigte mee te laten klappen, dan weer mee te roffelen op het stel van drummer Silas of over het podium te razen met een tamboerijn. Zijn enthousiasme, dankbaarheid en Scandinavische pretkop zijn onweerstaanbaar. En dat geldt voor de hele show.

 

Dour - do - yeahyeahyeahs 02 Mcklin Fotografie

 

Het immense buitenpodium, met dito veld, wordt bestegen door de New Yorkse Yeah Yeah Yeahs. De hooggespannen verwachtingen worden helaas niet waargemaakt. Uiteraard gaat de feestmodus aan bij hitjes als ‘Heads will roll’, maar zangeres Karen O lijkt nogal verveeld en de band speelt degelijk, maar plichtmatig. Gelukkig is er in de Boombox nog geluid van Wax Tailor. Hoewel huzarenstukje ‘Tales Of The Forgotten Melodies’ alweer acht jaar oud is, heeft de Franse draaitafelaar niets aan relevantie verloren. De set is voortdurend boeiend en dat laat het publiek de podiumbeesten weten. Want Wax Tailor staat daar geenszins alleen: strijkers, bassiste, gitarist en een dwarsfluiter. Bovendien zijn er maar liefst drie MC’s die elkaar afwisselen of gezamenlijk het publiek ophitsen met hun rijmpjes. Wax Tailor vonkt, funkt, swingt en doseert knap zijn gekras uit de vinylgroeven.

Dour’s donderdag smaakt naar meer.

 

Dour - do - WaxTailor 01 Mcklin Fotografie

 

 

 

 

GALLERY: