Als je je afvroeg wat er met 45ACIDBABIES was gebeurd: je favoriete bubblegumpunkers waren na de vliegende start van afgelopen jaar vooral druk met een debuutplaat. Vorige week verscheen de nieuwe single Walking The Cow en de aankondiging van volwaardig album AMBER19, dat begin oktober uitkomt. Vandaag zie je de videoclip bij de eerste track als eerste bij The Daily Indie.

Afgelopen anderhalf jaar was een gekkenhuis voor het Utrechtse viertal: Popronde, Noorderslag, supports voor De Staat, Sleigh Bells, The XX en Millionaire en vier door Simon Akkermans geproduceerde singles, die onder andere werden opgepikt door de Amerikaanse serie Homeland. Toen die storm enigszins ging liggen, vertrok 45ACIDBABIES naar Berlijn en Vlieland om aan nieuwe muziek te werken. Ook bouwde de band een eigen studio in Gouda, Paisley Kaas. Gitarist Marnix Wilmink besloot met de band te stoppen en werd vervangen door Sam Verbeek.

Afgaande op de eerste single en een ontzettend kutcliché aanhalend: 45ACIDBABIES klinkt volwassener op Walking The Cow. Het is minder chaos, meer een liedje en zangeres Sophia de Geus praat-zingt gelukkig meer dan dat ze door een vocoder schreeuwt. Het onbezonnen enthousiasme, dat is gebleven. Hoe lekker is de trippy break na tweeënhalve minuut?

De bijbehorende video is minstens zo trippy. Hij werd gemaakt door De Geus zelf, samen met Richard Jansen Baas. Geen idee wat een huilende Drake ermee te maken heeft, maar fijn is-ie wel.

Live gaan zien?
45ACIDBABIES staat deze zomer onder meer op Mañana Mañana, Oerol en Poldergoud in Haarlem. Rondom de release van AMBER19 is een kleine clubtour gepland: 27 september in EKKO Utrecht, 4 oktober in Altstadt Eindhoven en 5 oktober in Sexyland Amsterdam. In december doet de band een uitgebreidere Nederlandse tour met EUT.


Het gaat hard. Alweer acht van de veertig Poprondes zijn verleden tijd. De electropunkers van 45ACIDBABIES zitten ook in de achtbaan van het reizende bandjesontdekfestival: alsof dat laatste jaar van de Herman Brood Academie nog niet genoeg is. We skypen even met zangeres Sophia de Geus (20) en bassist Daniel Brem (20) om te zien of ze het allemaal nog een beetje volhouden. Het is dinsdagmiddag, het tweetal is nog aan het bijkomen van het weekend.

Hoe bevalt het tot nu toe jongens?
Daniel: “Het is zwaar, maar je komt overal en het is nooit saai. Uiteindelijk maak je er toch wel een feestje van.”
Sophia: “Voor de rest verschilt het per show. We hebben echt al een paar geweldige gigs achter de rug, zoals in Doornroosje Nijmegen, maar ook een paar mindere op rare plekken waar het helemaal niet werkte.”
Daniel: “We stonden bijvoorbeeld een keer in een kunsthal waar mensen lekker aan de thee en appeltaart zitten, en dan komen wij de rust keihard verstoren.”

Dat past niet echt helemaal, hè?
Daniel: “Dat ligt er dus aan. Soms komen mensen tijdens het afbouwen naar je toe om te zeggen hoe vet ze het vonden, terwijl ze zich tijdens het optreden geen houding aan konden geven.”
Sophia: “Zo van: ‘in Nederland zijn we altijd heel saai, dus laat ik dan ook maar m’n armen over elkaar gaan doen’. Dans dan!”

 

 

We kenden jullie nog niet voor het affiche, wie zijn jullie?
Sophia: “Een paar rotpubers die muziek aan het maken zijn, maar er dan wel net iets meer van weten dan normale rotpubers omdat we natuurlijk op een muziekschool zitten.”
Daniel: “We weten ongeveer wat we doen, en dat is gewoon ongein. We maken professionele ongein.”

Hoe combineren jullie de Popronde met de opleiding?
Daniel: “Ze hebben er een goede regeling voor, omdat ze vinden dat we wel flink aan het werk zijn. Maar je moet niet gaan denken: ‘ik blijf toch maar een dagje thuis, omdat ik iets te veel gezopen heb’. Dat worden er dan twee of drie en dan loopt het fout.”

Voor jullie is de Popronde ook een leerproces.
Daniel: “Als je zes keer per weekend op van die kloteplekken moet spelen waar ze zeggen: ‘hier heb je een podium, zoek het maar uit’, leer je heel snel. Gaat er ergens iets fout? Dan doen we het tijdens een volgende show anders, net zolang totdat het goed werkt. Zo vind je gaandeweg uit hoe het allemaal werkt.“