New Music

Mount Kimbie en King Krule serveren romantiek en spijt in 82 seconden op Turtle Neck Man


26 februari 2018

Och kijk, er blijkt nog wat rommel op de plank te liggen. Nog een paar losse krabbels in het notitieblok. Nog wat vuil onder de nagels. Archy Marshall (King Krule) klopt verveeld zijn asbak nog eens leeg, en uit de restanten en hardnekkig gruis verschijnt daar zomaar Turtle Neck Man, een hele tweeëntachtig seconden lang. 

“Ik probeer mezelf op het papier te morsen”, zegt Archy. Dan schrijft hij een warrig verhaal over romantiek en spijt. Dat de protagonist van die hele toestand op een grauwe rotdag een vrouw tegen het lijf loopt. Dat hij contact met haar heeft – She flashed hot flesh magenta – en aan het eind van het lied ‘m weer smeert, dezelfde grauwe rotdag in. In een beige regenjas.

Dan neemt Archy zijn krabbels naar de heren van Mount Kimbie. Het gesjeesde Blue Train Lines verschijnt in 2017 op Love What Survives. De track Turtle Neck Man haalt het niet. Dat blijft een somber uitgemompelde schets; glazige synthesizers ijlen, het bubbelt en kraakt. Het geluid van Mount Kimbie dat hier en daar futloos aan wat knoppen draait, de schouders ophaalt en koffie zet.

Als Archy romantiek praat, dan is het altijd na de kater. Kijkt nog eens over de schouder en maakt zich nog eens boos en verdrietig over van alles en nog wat. Dan veinst hij onverschilligheid. Dan speelt hij de rol van roodharige rotschof. Vorig jaar met succes in het uurplus-panorama van The OOZ. Nu met nog altijd behoorlijk veel succes in de nog geen anderhalve minuut van Turtle Neck Man. Spreekt het verhaal in, haalt de schouder op en pakt koffie. Ouwehoert wat met Mount Kimbie, lacht hard en kort; vertrekt.