Live

LIVE: Le Guess Who? May Day 2014 (24 mei, Utrecht)


3 juni 2014

Het vervelendste aan Le Guess Who May Day van dit jaar is dat er zo verrekte veel goede bands komen spelen. Het is dan ook maar het best om met het credo van Martin Bril: ‘je mist meer dan je meemaakt’, in je achterhoofd aan de dag te beginnen. En dan is het maar zien waar je op tijd naar binnen kan komen en welke van de tientallen fantastische bands je te zien krijgt. Dit onvolledige verhaal volgt één route en een paar bonus-optredens.

tekst Ricardo Jupijn & Wymer Praamstra

Beginnen doen we in Ekko, tenslotte de vesting waar het The Daily Indie DJ-team de hitjes de zaal in slingert. Scott & Charlene’s Wedding mag het bal openen en heeft daar duidelijk zelf ook nog even de tijd voor nodig. Na een nummertje of drie is de ban gebroken en komt de potentie van de rammelende garagepop meer en meer naar boven drijven. Idols gaat zanger Craig Dermody niet winnen, maar dat valsige, atonale ‘gezang’ past fantastisch bij de muziek en zorgt voor een heerlijk nonchalante sfeer. Toegegeven: het is niet het beste optreden dat we ooit hebben gezien. Het geheel is wat statisch en vreemd genoeg worden een paar prijsnummers van het fantastische album niet gespeeld. Dat het nog vroeg op de avond is kan meespelen, want ook het publiek heeft nog wat last van stijve spieren. De laatste twee nummers, waaronder een The-Go-Betweens cover, zorgen voor wat meer dynamiek en geven honger naar meer: hopelijk snel weer in Nederland te zien. Dan is het rap de deur uit om met de fiets naar The War on Drugs te scheuren.

Daar blijkt dat er wel aardig wat meer mensen hebben gekozen om Future Islands te laten schieten om The War on Drugs te kunnen zien. In een overvol en tropisch warm Tivoli Oudegracht staan meer dan duizend man te wachten op Adam Granduciel en zijn manschappen. Niet zo vreemd, want ‘Lost in The Dream’ is voor velen hét album van het jaar tot nu toe. Met An Ocean In Between The Waves is de toon meteen gezet. Loepzuiver is het laag na laag meer imponerend tot het uitmondt in een zinderende climax met prachtige gitaarsolo van Granduciel. Daarna is met name het wat ‘hardere’ werk aan de beurt, met als prachtig middenstuk de hitsingle (wie had dat ooit gedacht?) Red Eyes. Dit is tevens het kantelpunt in de set; daarna komen rustigere albumtracks als Suffering en Lost in The Dream en is er sprake van een lichte verslapping. Hier ligt ook een beetje het manco van de band. Op dit soort momenten is het iets te braaf en mag het live wel wat meer knallen, of in ieder geval variëren en afwijken van wat er ook al op plaat valt te horen. Het is goed, heel goed, maar volgens mij kunnen ze beter.

Voor het optreden duikt frontman Sean Nicholas Savage nog even snel het toilet in om zijn gezicht te poederen/te bleken. De dunne crooner, die zich muzikaal en theatraal wel goed doet vergelijken met Mac DeMarco, is klaar om de Ekko zijn slicke, slacky 80’s lo-fi pop voor te schotelen. Daarbij heeft hij vijf man om zich heen verzameld, inclusief erg soepele saxofonist. Ongelukkig gepland neemt hij het  in ’t tijdschema op tegen The War On Drugs en Future Islands, waardoor de show meer de vorm van een veredelde repetitie aanneemt met de dertig aanwezigen. Maar degenen die er bij zijn, hebben weinig gemist, want Sean is op dreef en laat uitgebreid zijn heerlijke, nieuwe plaat ‘Bermuda Waterfall’ horen. Het swingt, het is lief, het is gedreven, het is meeslepend, het is lichtelijk dramatisch en het is boven alles ronduit heerlijk. Met een over de grond rollende Savage eindigt de korte set in een heerlijke climax.

‘Mijn rem doet het niet!!’ het is een tactische leugen om zo snel mogelijk mensen aan de kant te laten springen om op tijd bij Tivoli De Helling te komen voor garage-sensatie together PANGEA. Eenmaal binnen is het feestje al begonnen en vliegen de lichamen je om de oren. Als je honderden mensen ‘my dick is soooooft’ laat schreeuwen weet je dat je lekker bezig bent. Het klinkt misschien wat eenvoudig allemaal, maar de mannen weten als geen ander hoe je een rauwe, opzwepende garageknaller moet maken om dat live in een explosie van energie te vertalen. Als William Keegan z’n strotje vol open zet zijn er maar weinig rockzangers die daar aan kunnen tippen. Stuk voor stuk zijn de nummers raak, waarbij opvalt dat veel materiaal van het album niet eens voorbij komt. De hitjes van eerdere albums (toen ze nog gewoon Pangea waren) zijn live nog steeds fantastisch en hebben meer ‘body’ gekregen. Veel beter dan together PANGEA kan de garageliefhebber niet wensen vandaag.

Of toch wel? De inmiddels levende legenden van Black Lips lijken hun wilde haren een beetje te zijn verloren, zoals op het nieuwste (zevende!) album al te horen was. Waar vroeger nog wel eens een plasje werd gepleegd op het podium, vechtpartijtjes ontsonden en een incidentele tongzoen tussen bandleden te zien was, is de focus vanavond meer op de muziek. En hoe: beginnen met Family Tree en Modern Art, waarna een bloemlezing van het gehele oeuvre volgt. Uiteraard met accent op het nieuwste Underneath The Rainbow. De vier spelen retestrak en weten nummer na nummer de pit te laten groeien. Bijzonder ook dat de bandleden zo’n  beetje om en om de leadzang op zich nemen. Met klassiekers O Katrina en Bad Kids in het eind van de set is het hek helemaal van de dam. Crowdsurfers, een stage invasion en een hoop lachende gezichten in de zaal als resultaat.

Gelukkig heeft de Daily Indie twee verslaggevers in Utrecht rondlopen, want dat de drukte en de toch wel behoorlijke afstand tussen de podia zijn nadelen heeft blijkt later als de Ekko al volgeladen is voor The Fat White Family. Toch wel de show waar wij al een tijdje naar uit hebben gekeken bij The Daily Indie. Twee weken voor deze show speelt de band nog op London Calling  en tijdens de laatste editie van LGW? speelt de band in de ACU, nu is het de beurt aan Ekko. Met het hypnotiserende Auto Neutron opent de band vrij lichtelijk psychedelisch de set, maar daarna is het raak. Waar de laatste plaat ‘Champagne Holocaust’ vrij subtiel klinkt en zijn rustigere momenten kent, spelen The Fat Whites hun nummers vanavond een stuk energieker en met een portie ballen waarbij je niets anders kunt doen dan jezelf verliezen in het chaotische beukwerk van de band. De smoezelige en uitgemergelde band laat zich flink gaan, waarbij de zanger erbij staat alsof hij regelmatig door een flinke zenuwaanval wordt getroffen. Het wordt al met al een lekker vies en aanstekelijk showtje, waarbij nummers als Touch The Leather de Ekko opblazen vanavond.

Met een lijf vol bier en voldane moeheid slepen we onszelf naar de ACU, waar om drie uur ’s nachts de New Yorkers van Big Ups als laatste op het programma staan. Met foto’s die volgens ons genoeg zeggen is het een afsluiter van jewelste. Een continue rits van twee minuten durende nummers van hun album ‘Eighteen Hours Of Static’ klapt Big Ups er vol op. Crowdsurfende pits en een rondvliegende, uitgeknepen ananas vormen het decor van een niet eens half uur durende chaos die uw verslaggever met twinkelende en waterige oogjes aanschouwt. Big Ups belichaamt de rauwe New York City vibe die bij het nummer Goes Black tot een heerlijk hoogtepunt komt. Wat een avond!